• No results found

4.1 ■ ■ Het aanbodondersteunend beleid

In document Steden aan het werk (pagina 85-88)

Medio de jaren ‘80 kende Genk een hoge werkloosheid. In Genk ontbrak in die tijd een be-roepsopleidingsaanbod. Om die redenen besloot de stad een eigen opleidingsaanbod uit te bouwen dat inspeelde op knelpunten of nieuwe ontwikkelingen op de arbeidsmarkt. De stad bouwde een opleidingscentrum en richtte een projectencentrum in.

Als gevolg van het reconversiebeleid enerzijds en door het ter beschikking komen van Euro-pese middelen voor de realisatie van opleidingsinitiatieven op Vlaams niveau anderzijds ontstonden talrijke semi-private opleidingsinitiatieven. De stad bouwde de eigen uitvoe-ringsfunctie af en nam een ondersteunende rol aan. Dit hield in dat de stad voornamelijk als co-financier optrad en infrastructuur ter beschikking stelde.

Bij de opmaak van het SIF-beleidsplan 1997-1999 besloot de stad een belangrijk deel van de budgetten te reserveren voor het arbeidsmarktbeleid en haar rol als regisseur op dit domein sterker vorm te geven, en bijgevolg ook een sterkere beleidsbepalende rol op te nemen. Deze optie wordt versterkt door de taakstelling die de stad samen met de VDAB toegewezen kreeg in het kader van de lokale werkwinkel.

Het lokale aanbodstimulerende beleid wordt ingevuld in nauw overleg met de VDAB en de diverse opleidings- en begeleidingsorganisaties die verenigd zijn in ‘Netwerk Genk’.

Het beleid wordt sinds vorig jaar geadviseerd en mee vormgegeven door het lokaal werkge-legenheidsforum dat werd opgericht in het kader van de lokale werkwinkel. In dit forum zijn naast het stadsbestuur, het OCMW en de VDAB ook de sociale partners en de derden vertegenwoordigd. Sinds begin dit jaar werd het werkgebied van de werkwinkel verruimd tot het verzorgingsgebied As – Opglabbeek – Zutendaal.

Aan de basis van het aanbodstimulerend beleid ligt een analyse van de lokale problemen en opportuniteiten. Uitgaande hiervan werden onderstaande besluiten en beleidsopties gefor-muleerd en acties opgestart.

Coördinatie van het opleidings- en begeleidingsaanbod

Er was een ruim opleidings- en begeleidingspotentieel aanwezig, maar dit werkte los van el-kaar. Dit betekende overlapping, gebrek aan afstemming waardoor trajecten niet optimaal verliepen, en waardoor werklozen meermaals in trajecten terechtkwamen. Om het lokale opleidings- en begeleidingsaanbod op elkaar af te stemmen werd in 1998 ‘Netwerk Genk’

opgericht. Dit is een formeel samenwerkingsverband tussen 16 opleidings- en begeleidings-instanties die zich akkoord verklaarden om hun aanbod op elkaar af te stemmen, gezamen-lijke trajecten aan te bieden en samen te werken rond deskundigheidsontwikkeling. Ter ondersteuning van het Netwerk werd een informatienetwerk tussen alle partners uitge-bouwd dat toelaat dat er online informatie wordt uitgewisseld over trajecten, programma’s en vacatures. De partners van het netwerk hebben eveneens toegang tot het klantopvolgsys-teem. Bovendien werd er een programma ontwikkeld voor de registratie van alle acties en resultaten, waardoor jaarlijks een duidelijk beeld verkregen wordt van de inzet van midde-len en de concrete resultaten van alle acties inzake doorstroming en tewerkstelling, en dit globaal, op het niveau van de aard van de acties en de doelgroepen, en op het niveau van de partners. Deze gegevens zijn belangrijk voor de monitoring van het lokale tewerkstellings-beleid.

De coördinatie van het Netwerk wordt waargenomen door twee medewerkers die door de VDAB met SIF-financiering worden vrijgesteld voor deze opdracht. Deze coördinatoren staan eveneens in voor de organisatie van het overleg tussen de partners en voor de perio-dieke samenkomsten tussen consulenten en trajectbegeleiders waar concrete dossiers wor-den besproken.

Ingevolge de gewijzigde situatie op de arbeidsmarkt dreigt er een situatie te ontstaan van overcapaciteit inzake opleiding en begeleiding, wat inhoudt dat heroriëntatie en/of afbouw moet onderzocht worden.

Het lokaal forum legt jaarlijks, rekening houdend met de werkloosheidssituatie, een kwanti-tatief objectief vast met betrekking tot het aanbod aan opleiding en bemiddeling. De realisa-tie van dit aanbod wordt financieel ondersteund via het Sociaal Impulsfonds.

Oriëntatie van het aanbod op de sectorale vraag

Genkse werklozen kwamen te weinig en komen nog te weinig terecht in de vacatures die in de Genkse bedrijven ter beschikking zijn. Om de instroom van de Genkse werklozen in die vacatures te bevorderen werden sectorale tewerkstellingstrajecten ontwikkeld. Dat wil zeg-gen dat er, rekening houdend met het niveau van de werklozen enerzijds en met de instap-criteria voor de jobs anderzijds, opleidingstrajecten worden ontwikkeld die na screening de toegang voor Genkse werklozen tot deze jobs moet bevorderen. Het stadsbestuur en de

VDAB willen deze trajectinvulling in de toekomst nog versterken. In functie van de lokale noden zoekt het stadsbestuur in samenwerking met de VDAB naar uitbreiding van het aan-bod. Wanneer de VDAB dit niet in eigen beheer kan realiseren worden andere organisaties gecontacteerd.

Verbetering van de toegang tot opleiding en begeleiding

De toegang tot begeleiding en opleiding diende vereenvoudigd te worden.

In het kader van het tewerkstellingsconvenant werd beslist om één centraal tewerkstellings-loket op te richten waarin de basisdienstverlening gebundeld wordt. Alvorens deze optie uitvoering kon krijgen lanceerde de huidige minister van tewerkstelling de werkwinkels.

Medio 2000 opende in Genk één van de eerste werkwinkels in Vlaanderen. In de Genkse werkwinkel wordt de basisdienstverlening van de VDAB gecentraliseerd samen met de dienstverlening van het OCMW, ATB, PWA en een aantal andere derden. Het geheel wordt ondersteund door Netwerk Genk dat ook functioneert vanuit dezelfde infrastructuur. Op korte termijn wordt ook de werkgeverslijn van de VDAB in dezelfde locatie ondergebracht.

De stad heeft de intentie om ook de coördinatie van de nieuwe diensteneconomie onder te brengen in de werkwinkel.

De bundeling van al deze diensten in één centrum maakt de dienstverlening voor de bevol-king overzichtelijker en toegankelijker, en bevordert de onderlinge samenwerbevol-king tussen de diverse tot nu toe structureel onafhankelijke dienstverleners.

Stimulering tot deelname aan opleiding en begeleiding

Bepaalde groepen dienen geactiveerd te worden tot deelname aan opleiding en begeleiding of tot instroom in een job.

Het stadsbestuur heeft aan het buurtopbouwwerk een opdracht gegeven met betrekking tot het activeren en toeleiden van werklozen uit de vijf impulswijken. In de opdrachtomschrij-ving wordt uitgegaan van een kwantitatieve taakstelling waarbij duidelijke afspraken wer-den gemaakt over de meetindicatoren. De betrokken werklozen worwer-den door het

buurtopbouwwerk begeleid tot in de werkwinkel, van waaruit een aangepast traject wordt uitgetekend. Op die wijze vindt jaarlijks een belangrijk aantal mensen zijn weg naar oplei-ding, begeleiding en tewerkstelling.

Financiële ondersteuning

Er is een behoefte aan (co)financiering van bestaande en nieuwe opleidingsinitiatieven.

Additioneel aan het opleidingsaanbod van de VDAB worden in Genk diverse

opleidingstra-jecten of onderdelen ervan verzorgd door ‘derden’-opleidingsinstanties. De financiering die deze instanties ontvangen van de Europese, de Vlaamse en de federale overheid is vaak on-voldoende om een degelijk programma aan te bieden. Daar waar nodig en verantwoord in functie van de lokale behoefte, verleent de stad met SIF-middelen co-financiering. Deze fi-nanciering is prioritair gericht op de realisatie van een aanbod voor risicogroepen op de ar-beidsmarkt, waarbij maximaal wordt gestreefd naar de inschakeling van mensen uit de impulswijken en allochtonen.

Werken aan randvoorwaarden

Een aantal randvoorwaarden belemmeren de intrede in de arbeidsmarkt. Vaak aangehaalde knelpunten zijn de kinderopvang en mobiliteitsproblemen. Om de kinderopvang te verbete-ren heeft de stad een reglement ter ondersteuning van de uitbouw van de voor- en na-schoolse en buitenna-schoolse opvang goedgekeurd en werd bij wijze van experiment een traject voor onthaalmoeders opgestart. De mogelijkheden op het vlak van de mobiliteitspro-blematiek worden onderzocht.

Het stadsbestuur wenst in Genk een goed uitgebouwd aanbod aan mogelijkheden tot per-manente bij- en omscholing te realiseren, en voert een actief beleid gericht op het aantrekken van structurele opleidingsinitiatieven.

In document Steden aan het werk (pagina 85-88)