• No results found

Stimuleer technologische innovaties gericht op behalen van milieuwinst

2.2 Uitdaging: logistiek als enabler van circulaire economie

2.2.5 Stimuleer technologische innovaties gericht op behalen van milieuwinst

In een circulaire economie is de intentie om zo min mogelijke schadelijke stoffen uit te stoten. een van de instrumenten om schadelijke stoffen te minimaliseren is het internaliseren (bijlage begrippenlijst) van externe kosten: de veroorzaker betaalt de kosten. externe kosten (bijlage begrippenlijst) zijn kosten van de gehele productieketen, die nadelig zijn voor anderen dan de direct betrokkenen bij een economische activiteit. Voorbeelden zijn milieukosten (negatieve gevolgen op klimaat, op gezondheid, van ruimtegebruik) en sociale kosten (negatieve gevolgen op kinderarbeid, door slechte werkomstandigheden). de raad heeft

tno (2012) een studie laten uitvoeren naar de effecten van internalisering van externe kosten op de goederenstromen (deel 2, hoofdstuk 3). bij die studie is het Witboek transport (europese Commissie, 2011), dat uitgaat van internalisering van externe kosten van wegtransport, als basis gehanteerd. In de uitgewerkte alternatieven gaat het vooral om de externe kosten uit de andere delen van de keten, zoals productie. de alternatieven: internalisering op mondiaal, europees of nationaal niveau (nederland dat als eerste internaliseert of nederland dat als enige niet internaliseert) blijken weinig tot geen invloed te hebben op de omvang van de handelsstromen van de chemie, hightech en agrofood. de positie van de haven van rotterdam blijft in alle vier de onderzochte alternatieven gehandhaafd. de internalisatie van externe kosten heeft slechts een licht negatief effect op de toegevoegde waarde van de nederlandse economie, al is er verschil tussen de sectoren. de afname van emissies compenseert de afname van toegevoegde waarde. Minder emissies wordt voornamelijk veroorzaakt door een andere (schonere) energiemix en door minder gebruik van fossiele brandstoffen. ook neemt de hoeveelheid respiratoire stoffen (bijlage begrippenlijst) af. Wanneer deze effecten tegen elkaar worden afgezet komt een licht positief effect op de welvaart in nederland naar voren. alleen in het alternatief dat nederland als enige niet meedoet, dan is het effect licht negatief. de resultaten uit de tno studie gaan uit van een vaststaand scenario. Voor het consolideren van de resultaten is het van belang dat er meerdere scenario’s worden uitgewerkt (deel 2, hoofdstuk 3). de studie wijst ook uit dat bij mondiale internalisering van externe kosten de Co2-doelstelling – gericht op een reductie van Co2-emissies met 30% in 2020 – niet wordt gehaald door alleen gebruik te maken van internalisering. In het basisalternatief liggen de emissies in 2040 zelfs 50% hoger dan in 2012. In het mondiale internaliseringsalternatief blijft deze stijging beperkt tot 10%, maar dat betekent nog altijd een stijging in plaats van een daling. Internalisering van externe kosten helpt dus significant in het reduceren van de Co2-emissies, maar meer instrumenten zijn nodig voor het behalen van de Co2-doelstelling. naast de Co2-doelstelling zijn ook andere doelstellingen op het gebied van geluid, lucht en veiligheid van belang. een pakket aan instrumenten is nodig om milieudoelstellingen te halen. de meeste milieuwinst is te behalen door technologische innovaties. Van de 38% energiewinst, te behalen in de mondiale keten, komt meer dan de helft door technologische innovaties (alicke & Meyer, 2011). andere instrumenten zoals verhogen van de waardedichtheid door geen lucht en water meer te vervoeren, verkorten van de transportafstand of het optimaal gebruiken van de verschillende modaliteiten leveren minder milieuwinst op (onder de 5%) dan technologische innovaties. belangrijke technologische innovaties zijn het zuiniger maken van motoren en/of het aerodynamischer maken van de voertuigen. de automotive sector in nederland kan hierin een voortrekkersrol spelen.

Het voorgaande leidt tot advies 7 aan het Rijk:

• breid het onderzoek naar internalisering van externe kosten uit (bijvoorbeeld naar andere sectoren, gevoeligheidsanalyse voor Co2-prijzen en discontovoet, andere scenario’s). bevorder dat in eu-verband analyses worden uitgevoerd naar internalisering van externe kosten. ga met deze resultaten de

discussie aan om internalisering van externe kosten als een van de instrumenten te gebruiken voor het bereiken van milieudoelstellingen. • stimuleer implementatie en acceptatie van nieuwe technieken door

belastingmaatregelen die ‘goed’ gedrag belonen van consumenten (bijvoorbeeld rijgedrag) en bedrijven (denk aan de dodehoekspiegel bij vrachtwagens).3

“China en Nederland gaan alternatief voor rekeningrijden onderzoeken

de universiteit utrecht en de universiteit van beijing gaan samen onderzoeken of een systeem van ‘verhandelbare mobiliteitsrechten’ een alternatief kan vormen voor rekeningrijden. het is één van de projecten die in het kader van een nWo-onderzoeksprogramma op het gebied van verkeer en vervoer zal worden uitgevoerd.

het system van ‘tradable driving rights’ houdt in dat een gelimiteerd aantal autokilometers beschikbaar is in een regio. In zo’n regio mogen niet meer kilometers worden verreden. de rechten op de kilometers zijn verhandelbaar, waardoor de prijs voor de automobilist varieert al naar gelang de vraag. het systeem werd al in 1997 genoemd door eric Verhoef van de Vu amsterdam, maar is nooit ergens in de praktijk gebracht.

In totaal zijn binnen het China-nederlandprogramma van nWo waar het hier om gaat zeven projecten gehonoreerd op het gebied van operations research in urban transport. Van nederlandse kant doen de universiteiten van utrecht, eindhoven, amsterdam en delft mee. andere onderwerpen zijn onder meer traffic control in netwerken en netwerkmanagement bij calamiteiten.” (Verkeersnet.nl, 2013)

3 Zie ook het komend advies van de raad voor de leefomgeving en infrastructuur over duurzame gedragspatronen. dit wordt verwacht eind 2013.

3