• No results found

Keuze voor topsectoren

Logistieke ontwikkelingen

2.2 Keuze voor topsectoren

de raad hanteert de topsectorenbenadering van het kabinet-rutte I voor de invulling van de vraagstelling van de minister van IenM in dat kabinet. deze topsectoren worden gezien als bepalend voor de concurrentiepositie van nederland.

de minister van el&I heeft in februari 2011 een brief naar de tweede kamer gestuurd met de titel: ‘naar de top: de hoofdlijnen van het nieuwe bedrijfs leven-beleid’ (tweede kamer, 2011a). deze brief zet uiteen hoe de overheid samen met bedrijven en wetenschappers de nederlandse sectoren aan de wereldtop denkt te kunnen houden of brengen. het kabinet heeft ondernemers en onderzoekers uit negen topsectoren van de nederlandse economie gevraagd om concrete voorstellen te doen die de concurrentiekracht van de sectoren kunnen versterken. de negen topsectoren zijn: hightechsystemen en materialen, energie, creatieve industrie, logistiek, agro&food, tuinbouw en uitgangsmaterialen, life sciences & health, water en chemie. alle sectoren werken verder samen in een

taskforce voor het aantrekken van hoofdkantoren van internationale bedrijven. de hoofdlijnen van het topsectorenbeleid zijn:

• sectorale aanpak;

• meer vraagsturing door het bedrijfsleven;

• minder specifieke subsidies, meer generieke lastenverlichting; • meer ruimte voor ondernemers.

Voor elke topsector is door een topteam van ondernemers en onderzoekers een actieagenda opgesteld met een kennis- en onderzoeksagenda. In de agenda worden kansen en uitdagingen benoemd en sectorspecifieke knelpunten en belemmeringen aangepakt. In september 2011 kwam de kabinetsreactie op deze actieagenda’s (tweede kamer, 2011d). de belangrijkste maatregelen zijn: • stimulering van onderzoek en ontwikkeling;

• betere bedrijfsfinanciering van mkb en van innovatief ondernemerschap; • minder en eenvoudigere regels;

• werving van talent voor het bedrijfsleven; • internationale profilering van nederland; • versterking van regionale clusters.

het kabinet heeft de topteams gevraagd innovatiecontracten af te sluiten tussen bedrijfsleven en onderzoeksinstellingen. het bedrijfsleven, de kennisinstellingen en de overheid hebben de innovatiecontracten getekend in april 2012,

waarmee in 2012 ongeveer 2,8 miljard euro beschikbaar kwam voor onderzoek en ontwikkeling van vernieuwende producten en diensten in de topsectoren van de nederlandse economie. het bedrijfsleven draagt hieraan 1,8 miljard euro bij, de overheid 1 miljard euro via de nederlandse organisatie voor Wetenschappelijk onderzoek (nWo) en de instituten voor toegepaste kennis (tno, dlo6, eCn7, nlr8, Marin9 en deltares). samen met de nieuwe belastingaftrek voor onderzoek en ontwikkeling (research & development aftrek, kortweg rda), het innovatie-fonds Mkb+ en andere maatregelen, loopt de bijdrage van de overheid op tot meer dan 2 miljard euro in 2015.

het belang van de topsectoren voor de nederlandse economie wordt duidelijk als de opbrengsten onder de loep genomen worden (tabel 3).

6 dienst landbouwkundig onderzoek 7 energieonderzoek Centrum nederland 8 national aerospace laboratory 9 Maritime research Institute netherlands

Tabel 3: Het belang van de topsectoren voor de Nederlandse economie in cijfers Sector Toegevoegde waarde (percentage van Nederlands bnp) Werkzame

personen Aantal bedrijven Investeringen in Research & Development in miljoenen euro’s

Food, nutrition & Flowers 2,39 356.000 99.000 542 Chemie 2,17 106.000 4.100 1.658 Creatieve industrie 1,63 205.000 33.000 162 life sciences 3,07 122.000 4.200 2.100 high tech systems en Materialen 6,72 520.000 39.000 4.169 Water 0,43 54.000 2.300 250 transport & logistiek 3,35 285.000 17.000 189 energie 3,42 43.000 475 162

bron: bueters, 2011 op basis van gegevens uit dialogic, 2011.

het advies van het topteam logistiek heeft als eindpunt het jaar 2020: het

behandelt vooral de korte en middellange termijn. dit voorliggende advies van de raad vult het advies van het topteam aan, doordat het 2040 als eindpunt neemt en juist een visie probeert te geven voor de lange termijn. tijdens de totstandkoming van dit advies heeft er vanuit de raad overleg plaatsgevonden met de topteams en verschillende actoren in het veld (bijlage totstandkoming advies).

In partituur naar de top (topteam logistiek, 2011a) staan actiepunten om voor nederland in 2020 een internationale toppositie te realiseren (1) in de afwikkeling van goederenstromen, (2) als ketenregisseur van (inter)nationale logistieke activiteiten en (3) als land met een aantrekkelijk innovatie- en vestigingsklimaat voor verladend en logistiek bedrijfsleven.

de streefwaarden voor 2020 zijn:

• nederland is nummer 1 van alle europese landen in de World logistics performance Index (nu nummer 3 na duitsland en Zweden).

• de bijdrage van ketenregiediensten aan het bbp is gestegen tot 10 miljard (nu ruim 3 miljard).

• het aantal bedrijven dat zich in nederland vestigt om logistieke redenen is toegenomen met 30%.

• de beladingsgraad van transportmiddelen stijgt van 45% (nu) naar 65%. • de uitstroom van logistieke professionals naar de arbeidsmarkt is met

de actieagenda bestrijkt drie thema’s:

1. nederland als één samenhangend logistiek systeem; 2. ketenregie;

3. het verbeteren van het innovatie- en vestigingsklimaat.

speerpunten in de actieagenda betreffen de informatievoorziening, synchro modaliteit (bijlage begrippenlijst) en innovatie.

de raden voor de leefomgeving en infrastructuur (het samenwerkings- verband als voorloper van de rli) zijn door IenM gevraagd om een eerste reactie te geven op het advies van het topteam logistiek aan het kabinet. op 22 juni 2011 vond een brainstorm plaats tussen enkele raadsleden en de toenmalige dg luchtvaart en Maritieme Zaken (Mark dierikx) over de invulling van de kabinetsreactie op het advies van het topteam logistiek.

de raad heeft een keuze gemaakt uit de topsectoren voor dit advies. naast de logistieke sector zelf is de keuze gevallen op de topsectoren agrofood, chemie en hightech. argumenten voor deze keuze zijn:

• de topsectoren chemie en agrofood zijn verantwoordelijk voor grote

logistieke stromen. grote hoeveelheden producten worden via verschillende modaliteiten vervoerd. op de nederlandse weg is 28% van alle vrachtverkeer toe te wijzen aan de landbouw (ndl/hIdC, 2009b). per dag wordt er 25.000 ton aan agroproducten voor consumptie vervoerd. dit zijn tenminste 2500 grote vrachtwagens van tien ton per lading voor belevering van supermarkten. daarnaast is er een veelvoud van die 25.000 ton aan intermediaire leveringen (bijlage begrippenlijst) in de agrologistiek tussen producent en verwerkende industrie, verwerkende industrie en midden- en kleinbedrijf enzovoort (ndl/hIdC, 2009b). het aandeel van wegvervoer van chemische producten en aardolie in het totale wegvervoer binnen nederland is 8,25%. grensoverschrijdend wegvervoer bestaat voor 15% uit (petro)chemische producten (in 2010 18,8 miljoen ton). een veelvoud daarvan (51,8 miljoen ton) wordt via pijpleidingen naar belgië en duitsland vervoerd (Centraal bureau voor de statistiek, 2012).

• de gekozen sectoren zijn representatief voor de andere sectoren. Zo is de sector chemie met zijn transitie naar een biobased economy (bijlage begrippenlijst) representatief voor de ontwikkelingen binnen de energiesector. de hightechsector is gekozen omdat deze qua logistiek representatief is voor de sectoren life sciences en de creatieve industrie. deze drie sectoren zijn specialistisch van aard, zijn sterk in het ontwikkelen van nieuwe bedrijfsmodellen en vaak relatief kwetsbaar.