• No results found

Hoofdstuk 2.2 De Kunst van Nicolas Poussin

2.2.1 Stijl en Ontwikkeling

Poussin staat in alle kunsthandboeken bekend om zijn rationele en theoretische benadering van zijn kunst. Dit vertaalt zich in zijn werk in een heldere en logische beeldentaal waarbij orde en een strakke lijnvoering zijn composities bepalen. Zijn figuren hebben een statige, koele en strenge aanblik en de lijn lijkt op het eerste gezicht belangrijker dan de kleur. Daarnaast staan de composities bol van details, symboliek en klassieke iconografische verwijzingen. Bovenstaande omschrijving classificeert Poussin als een vaandeldrager van het classicisme. Men moet echter niet uit het oog verliezen dat Poussin zich maar langzaam ontwikkelde tot de stijl waar hij nu bekend om staat. Zijn werkproces was dan ook tijdrovend. Hij maakte amper 9 schilderijen per jaar.111 Joachim von Sandrart vertelt ons in zijn biografie dat Poussin na zijn eerste schetsen werkte met modellen in zijn studio. Daarna gebruikte hij wasmodellen in een doos om tot een eindcompositie te komen waarbij grote aandacht uitging naar ordonnantie, planwerking, belichting en gebaren.112

De ontwikkeling naar een eigen persoonlijke stijl startte na zijn aankomst in Rome. De aanwezige invloeden in de stad moeten hem overweldigd hebben. Dat is te zien aan de uiteenlopende stijlen die hij in zijn werk uitprobeert. Zijn experimenteergedrag heeft de datering van zijn schilderijen bijna onmogelijk gemaakt deze periode. In zijn eerste meesterwerk, De Dood

van Germanicus, een historiestuk naar het verhaal van Tacitus, verenigt Poussin renaissance

invloeden met de barok van Peter Paul Rubens en Pietro da Cartona. De vrije penseelvoering, de voelbare emoties, de gedetailleerde compositie en rijkdom van de diverse materialen en stoffen

33

laat Poussin op gelijke voet met hen staan. De compositie van Poussin is echter meer gecontroleerd, statiger en het heeft een duidelijke ruimtewerking. Ook het kleurenschema en de individuele benadering van de figuren is zichtbaar verschillend met de andere meesters.113 In hetzelfde jaar schilderde Poussin het altaarstuk Het Martelaarschap van St Erasmus, de grootste publieke opdracht die hij ooit ontving. Het schilderij toont de barok met Venetiaanse invloeden. Het schilderij is helder en licht in vergelijking met Germanicus, dynamischer door de diagonale lijn, koeler en frisser in kleurgebruik, met meer nadruk op lijnvoering en is bovendien gladder geschilderd.114 Zijn eigen stijl is duidelijk nog in ontwikkeling.

Historici zijn het er over eens dat de schilderstijl van Poussin in de periode-, 1630-1635-, tot volle wasdom komt. Hij laat in dit tijdsbestek de Italiaanse barok grotendeels achter zich en concentreert zich meer en meer op perspectief, ordonnantie, planwerking, balans en evenwicht. Deze periode valt samen met het verwerven van vaste opdrachtgevers zoalsCassiano dal Pozzo. Zijn interesse in de klassieke oudheid heeft de ontwikkeling van Poussins kunst sterk beïnvloed. Het klassieke aspect krijgt de overhand, zowel visueel als theoretisch en iconografisch. Dit is duidelijk te zien in zijn bekende meesterwerk Et in Arcadia Ego uit 1639 (Afb.4).

Afb. 4. Nicolas Poussin. Et in Arcadia Ego. 1637-39. Olieverf op doek. 185 x 121 cm. Musée du Louvre, Parijs.

Het schilderij toont de strenge en koele aanblik van de figuren en de logische opbouw van de compositie die met Poussins pas verworven stijl gepaard gaan. In het werk, dat een pastorale en poëtische sfeer ademt, bezint een aantal herders in een landschap zich bij een graf waarop de

34

raadselachtige tekst: Et in Arcadia Ego, geschreven staat. Een eenduidige vertaling of interpretatie van het schilderij is moeilijk te geven. Wellicht duidt de tekst op het feit dat ook de dood niet voorbij gaat aan het idyllische Arcadië. De vrouwelijke figuur lijkt de herders gerust te willen stellen. Haar profiel en kleding lijken op de figuren die staan afgebeeld op de Zuil van Trajanus. Met enkel de beschrijving van dit schilderij doet men aan het oeuvre van Poussin echter geen eer. Deze is namelijk veelzijdiger dan menig kunsthandboek over de schilder laat geloven.

Ondanks zijn classicistische voorkeuren blijft Poussin open staan voor de invloeden uit de barok. Poussin toont aan in zijn werk dat hij stijlkenmerken zoals een sterk licht-donker contrast, dynamiek en beweging en emoties zich eigen kan maken en kan incorporeren in originele composities. In de religieuze serie-, De Zeven Sacramenten-, maakt hij gebruik van een sterk licht- donker contrast ofwel-, chiaroscuro. Het geeft de uitbeelding van onder andere De Eucharistie een vrome en mystieke sfeer, waarbij de evenwichtige compositie niet uit het oog verloren wordt. Het schilderen van de zeven sacramenten van het katholieke geloof was zeer zeldzaam. Een enkele keer werden ze op een paneel vervaardigd, maar meestal in tapijt of in prentvorm. Poussin koos ervoor om vijf scenes een historisch karakter te geven door ze te koppelen aan een Bijbels verhaal. Dit was hoogst origineel.115 Zo wordt het sacrament van De Eucharistie gevisualiseerd door Het

Laatste Avondmaal (Afb. 5).

Afb. 5. Nicolas Poussin. De zeven sacramenten II: Eucharistie. 1647. Olieverf op doek. 117 x 178

35

In het schilderij, De Overwinning van Pan, geschilderd in 1636 voor Kardinaal Richelieu, baadt de gehele scène juist weer in een gelijkmatig verdeeld licht en voert de actie en beweging de boventoon aan (Afb.6). Er is veel interactie tussen de figuren die ook hier zorgvuldig geordend zijn. De kleuren van de gewaden zijn evenwichtig over het doek verdeeld. Ondanks de boventoon van de lijn moet Poussin als colorist niet onderschat worden. De heldere kleurstellingen van de Venetiaanse meesters, met name Titiaan, hebben een grote invloed gehad op zijn composities. De reden dat zijn composities zo uitgebalanceerd lijken heeft net zozeer met de kleurverdeling te maken als met de vlakverdeling. Met name de roodbruine tint van de huid springt in het oog. Poussin gebruikt deze tint veelvuldig om de mannelijke huid van de vrouwelijke blanke huid te onderscheiden. In de bacchanalen is dit goed te zien. De blauw, geel en rode gewaden die de figuren doorgaans dragen zorgen voor effectieve contrasten. De veelzijdigheid van Poussin is ook zichtbaar in het schilderij, De Verovering van de Sabijnse Vrouwen, geschilderd voor kardinaal Aluigi Omodei in 1638. Poussin toont door middel van dit schilderij aan ook een meester te zijn in het uitbeelden van tragiek en heftige emoties (Afb.7).

Afb. 6. Nicolas Poussin. De triomf van Pan. 1636. Olieverf op doek. 136 x 146 cm. National Gallery,

36

Afb. 7. Nicolas Poussin. De ontvoering van de Sabijnse vrouwen. 1637-38. Olieverf op doek. 159 x

206 cm. Musée du Louvre, Parijs.

In de laatste 10 jaar van zijn leven hebben de schilderijen van Poussin meer monumentaliteit dan ooit tevoren. De nadruk op expressieve gebaren wordt ingeruild voor contemplatie en gecontroleerde bewegingen. Zijn Venetiaans kleurgebruik is minder overheersend en de uitstraling heeft meer weg van een klassieke tijdloosheid. Het schilderij De

Heilige Familie op de Trap uit 1648 is hier een goed voorbeeld van (Afb.8). De Heilige Familie is

zeer ongebruikelijk op de trap van een tempel geplaatst. Deze plaatsing benadrukt de streng geometrische opzet van de compositie. De groep figuren vormen een driehoek met elkaar. De trappen van de tempel en de omliggende gebouwen bestaan uit rechthoekige blokken. Ondanks de kille omgeving verliest Poussin het menselijke aspect niet uit het oog. De kleine Johannes biedt het Christuskind teder een appel aan die hij uit het rieten mandje heeft gepakt dat beneden aan het begin van de stenen trap staat. De appel staat symbool voor de Zondeval waarvoor Christus op latere leeftijd zal sterven.

37

Afb. 8. Nicolas Poussin. Heilige familie op de trap. 1648. Olieverf op doek. 118 x 197 cm.

Museum of Art, Cleveland.