• No results found

In deze paragraaf worden de sterke en zwakke punten van het onderzoek beschreven. Allereerst worden de sterktes weergegeven en daarna de zwaktes.

Sterktes

In het begin van dit onderzoek is er een onderzoeksplan gemaakt zodat er duidelijk werd wat er moest gebeuren. Dit heeft ervoor gezorgd dat er een houvast was bij het uitvoeren van dit onderzoek. Tevens zijn er tijdens het onderzoek intervisies geweest op school en feedbackmomenten met de

opdrachtgever. Hierbij is er feedback verkregen en zijn er tips gegeven die ten goede zijn geweest voor dit onderzoek. Voor het beantwoorden van de theoretische deelvragen is er gebruik gemaakt van vele verschillende betrouwbare bronnen. Voor het beantwoorden van de praktische deelvragen is er gebruik gemaakt van een half-gestructureerd interview met behulp van een topiclijst. Hierdoor hebben de respondenten ruimte gekregen voor hun eigen inbreng. Aan het eind van het interview werd de vraag gesteld of ze nog tips hadden die we mee konden nemen in het onderzoek. Hierdoor kregen ze de mogelijkheid om bepaalde dingen aan te geven waaraan de onderzoekers niet hebben gedacht. Alle interviews zijn uitgevoerd waarin de respondent zelf mocht bepalen waar deze zou moeten plaats vinden. Hierdoor is getracht de respondent op zijn gemak te stellen. Bij het afnemen van de interviews, is er gebruik gemaakt van een voicerecorder. Hierdoor konden de onderzoekers de antwoorden opnieuw beluisteren. Dit vergroot de betrouwbaarheid. Alle interviews zijn uitgetypt en daarna

gelabeld. Hierdoor is alle informatie goed doorgelezen en is er getracht niets over het hoofd te zien. Een sterkte is tevens dat beide onderzoekers niet werkzaam zijn binnen de organisatie van de JP van den Bent. Hierdoor hadden de onderzoekers een neutrale houding naar de respondenten, wat wellicht ten goede kwam in de antwoorden uit de interview vragen. Een andere sterkte is dat alle cliënten die gereageerd hebben middel de brief zijn geïnterviewd.

Zwaktes

De interviews zijn apart van elkaar uitgevoerd door de onderzoekers. Hierdoor kan het zijn dat dit op twee verschillende manieren uitgevoerd is en waardoor er verschillende zaken wellicht anders zijn besproken. Om dit in het vervolg te voorkomen is het belangrijk dat de eerst 5 interviews samen gedaan worden en daarna kan het individueel verder. Zoals bij de sterktes is aangegeven zijn beide

onderzoekers niet werkzaam bij de JP van den Bent. Beiden zijn wel werkzaam bij andere instellingen. Hierdoor was het plannen van de interviews wat moeilijker. Dit omdat de onderzoekers tevens afhankelijk waren van hun eigen organisatie moest er soms met de planning rekening gehouden worden.

Ook kan het zijn dat de respondenten mee wilden werken aan het onderzoek omdat ze juist iets wilden aangeven of juist wilde een sociaal goed antwoord wilden geven. De respondenten deden namelijk vrijwillig mee. Het kan zijn dat sommige respondenten meededen om zo te laten zien aan hun begeleiding dat ze zich sociaal wenselijk gedragen.

5.5 Discussie

In deze paragraaf een discussie omtrent het lotgenotencontact en de WMO. Er zal in deze paragraaf gekeken worden op micro-, meso- en macroniveau waarbij standpunten met elkaar worden

bediscussieerd. De komst van de WMO roept vragen en angst op. Wat gaat er veranderen en wat vraagt dit van cliënten en medewerkers? Speelt lotgenotencontact hier een rol bij? En hoe kan je dit dan organiseren? De discussie zal worden gevoerd op micro-, meso- en macro niveau. Voor het gebruik van micro-, meso en macro niveau is er gebruik gemaakt van het boek: ‘methodisch handelen inzichtelijk’ van Jos Kuiper en Peter Zijsling (2010). Ook wordt er bediscussieerd over de betrouwbaarheid,

bruikbaarheid en de validiteit van dit onderzoek. Ook dit zal kritisch worden gedaan op micro-, meso- en macro niveau.

Wanneer er wordt gekeken naar lotgenotencontact binnen de JP van den Bent is er onderling tussen ambulante cliënten weinig contact (micro). De vraag hierbij speelt ook of ze wel in contact willen komen met andere cliënten van de JP van den Bent en of ze hiervoor open staan. Welke contacten heeft de cliënt momenteel al en hebben te maken met lotgenoten? De respondenten zouden wel graag in contact willen komen met ‘lotgenoten’. Dit zijn dan cliënten onderling van hetzelfde niveau. Maar is lotgenotencontact wel een goed idee onder de cliënten? Een voordeel van lotgenotencontact is dat je in contact komt met elkaar en kan praten over dezelfde ervaringen en gebeurtenissen. Het risico hieraan is dat cliënten elkaar begrijpen en kunnen helpen of juist meer problemen kunnen veroorzaken omdat het nieuwe inzichten kan geven omtrent de problematiek (meso).

Tijdens dit onderzoek is naar voren gekomen dat er twee cliënten graag wilden bespreken hoe het is om een autistisch kind op te voeden en hoe ze hiermee om kunnen gaan. Het kan zijn dat dit positief uitpakt en ze wat aan elkanders verhalen hebben. Aan de andere kant bestaat er ook een kans dat ze de

opvoeding van hun autistische kind dermate anders ervaren dat hier onenigheid ontstaat. De mate van autistisme kan namelijk verschillend zijn, maar ook de ervaringen van mensen kunnen verschillend zijn. Door deze verschillende ervaringen en inzichten kan het voorkomen dat het bepaalde gevoelens versterkt of zelfs gevoelens oproept die er in eerste instantie niet waren.

De WMO wil de zelfredzaamheid van de burgers onderling bevorderen (macro). Dit kan inhouden dat lotgenotencontact word gestimuleerd door de overheid. De bedoeling is namelijk om van een

verzorgingsstaat naar een participatiemaatschappij te gaan. Het doel hiervan is om de kloof te

verkleinen tussen de burger en de politiek. Tevens de draagkracht vergroten van het beleid en de sociale cohesie versterken. En als laatst het verhogen van de kwaliteit van het beleid (Mens en Samenleving, 2012).”

Zit Nederland echter wel te wachten op lotgenotencontact? Volgens Renée Braams, neerlandica, muziekdocent en columnist is er voor elke ramp, kwaal, pijn of ziekte tegenwoordig een

lotgenotenpraatgroep, maar de wetenschap kan niet aantonen dat mensen opknappen van deelname aan zo'n groep. Ze zijn er wel blij mee, maar er is geen 'positief gezondheidseffect'.

‘’Dat herken ik precies!' zijn dan de woorden die je volgens Renée Braams wilt horen. Niet omdat je daarvan beter wordt, maar omdat je nú ziek en treurig bent. Toch blijft de drempel om naar een praatgroep te gaan voor Renée Braams te hoog (Volkskrant, 2013).

Is het dus wel een goed idee dat er een participatiemaatschappij komt? Wat is hiervan het voordelen en wat zijn de nadelen? De rol van de burger (cliënt) zal groter worden en er zal meer worden verlangd van de burger. Belangrijk hierin is of er geen burgers( zwakke) achter zullen blijven en niet mee kunnen komen met de rest van de maatschappij. Tevens zal er meer geleund moeten worden op de omgeving van een cliënt (lotgenotencontact?) en kunnen zij een grotere rol gaan spelen in het leven van de cliënt. Hierdoor zal de cliënt dus meer afhankelijk worden van zijn omgeving en de goedheid hiervan. Indien deze participatie samenleving er komt zal de burger zich meer volwaardig voelen en of onafhankelijker voelen door de eigen participatie. Op dit moment zijn er voor vele instellingen nog een tal van vragen en zorgen. Is de participatiemaatschappij de toekomst? De tijd zal het leren, er zitten hieraan namelijk een tal van voordelen, maar ook nadelen (VGN, 2013). Toch zal de JP van den Bent en zijn cliënten mee moeten gaan met de ontwikkelingen die de WMO met zich mee brengen.

Tevens kan er bediscussieerd worden hoe dit onderzoek betrouwbaar, bruikbaar en valide is op micro-, meso- en macro niveau.

Micro

Op micro niveau kan er gezegd worden dat de bruikbaarheid van dit onderzoek goed is. Er is gehoor gegeven aan de opdracht en vraagstelling van de opdrachtgever. Door dit onderzoek met de bijhorende resultaten is geconcludeerd dat de cliënten bijna tot geen behoefte hebben aan gespreksthema’s met andere cliënten. Wat er wel naar voor kwam dat cliënten juist iets gezelligs zouden willen doen met anderen. Hierop zijn uiteindelijk de aanbevelingen beschreven. De bruikbaarheid van dit onderzoek vinden de onderzoekers hoog, maar beperkt zich wel tot een specifieke vraagstelling. Dit zelfde onderzoek zou kunnen worden uitgevoerd bij een andere instelling die ook werkt met ambulante cliënten die een beperking hebben. De partijen, hiermee wordt JP van den Bent en Saxion bedoeld, waren over het proces en uitvoering helaas niet altijd in overeenstemming. De JP van den Bent wilde juist een heel praktisch onderzoek en het Saxion een onderzoek ook gericht op theorie. Beide partijen hebben de onderzoekers waar nodig ondersteunt en voorzien van feedback. Hierdoor hebben de onderzoekers beide partijen tevreden gehouden.

Meso

Een kritische uitspraak is dat dit onderzoek niet algemeen geldend kan zijn voor alle

leeftijdscategorieën. Dit zou een nadeel zijn. Vooral voor kinderen kan het erg lastig zijn om bepaalde vragen over gespreksthema’s te kunnen beantwoorden. Wanneer het concept zou worden aangepast, zou dit eventueel opgelost zijn. Hierdoor zal de externe geldigheid vergroot kunnen worden. De

onderzoekers zijn dus van mening dat dit onderzoek wellicht bij andere instellingen gebruikt zou kunnen worden. Dit zouden dan bijvoorbeeld de een de theorie kunnen gebruiken, maar ook de topiclijst voor de interviews.

Macro

De onderzoekers zijn van mening dat dit onderzoek op macroniveau een bijdrage kan leveren aan de begeleiding van ambulante cliënten. Het opzetten van activiteiten kunnen het sociaal netwerk van de client vergroten. Hierdoor wordt er ingespeeld op de nieuwe wetgeving omtrent de WMO. Deze wet stuurt er op aan dat de omgeving van de client een grotere rol moet gaan spelen in de zorg die de client

nodig heeft. Hierbij kan gedacht worden aan broers, zussen, familie maar ook aan een buurman of (onbekende) vrijwilliger.

5.6 Samenvatting

In paragraaf 5.1 staan de conclusies beschreven die horen bij de deelvragen. Er is antwoord gegeven op de vier praktische deelvragen, waarin de conclusies zijn verwerkt. Paragraaf 5.2 geeft een kort en bondig antwoord op de hoofdvraag. De hoofdvraag luidde als volgt: Welke behoefte hebben cliënten JP van den Bent, afdeling ambulant Enschede Zuid en Oost, aan thema besprekingen met lotgenoten ter uitbreiding van sociaal netwerk van de cliënt?. Het antwoord hierop was dat er niet veel behoefte was aan thema besprekingen. Er kwam uit het onderzoek dat de respondenten liever samen een activiteit doen en dat er daar vanuit een gesprek komt. In paragraaf 5.3 zijn er aanbevelingen gegeven. Hieruit is een aanbeveling gekomen dat er geen gespreksthema’s hoeven te worden georganiseerd, de

respondenten willen liever gezamenlijk een activiteit doen. Ook als er wat wordt georganiseerd dit een stagiair zou kunnen doen in verband met de tijd dat erin gaat zitten. De vierde aanbeveling was dat de ambulant begeleiders een actievere rol kunnen gaan spelen voor de cliënt omtrent het organiseren van activiteiten ter uitbreiding van het sociaal netwerk. En als laatst dat de JP van den Bent eens rond gaat kijken bij andere instellingen omtrent activiteiten en gespreksvoeringen.

De sterktes en de zwaktes uit dit onderzoek worden beschreven in paragraaf 5.4. De sterktes uit dit onderzoek was dat de interviews zijn opgenomen en dus terug te luisteren zijn, maar ook de intervisie op school en feedback momenten met de opdrachtgever. De zwaktes waren onder andere dat er minder respondenten meededen als gedacht en bij een volgend onderzoek volgende de eerste vijf interviews gezamenlijk worden afgenomen om op deze manier de betrouwbaarheid te vergroten. Tot slot is er in paragraaf 5.5 een discussie beschreven omtrent de WMO en lotgenoten contact.

Literatuurlijst

AB Hulp Twente, Informatie lotgenotencontact. Contact met Bianca Zomer ( Directeur AB hulp twente) Contact gehad op 13-12-2013

Aveleijn (n.d) Over ons. (online) Beschikbaar via:

http://2014.aveleijn.nl/organisatie/over-ons/ (2013, 15 november)

Aveleijn intranet (n.d) Belevingsgerichte zorg. Beschikbaar via: intranet Aveleijn (intern).

Baarde, de Goede en Teunissen (2009) Basisboek kwalitatief onderzoek. Groningen/Houten: Noordhoff uitgevers

Bahnoo (2009) Sharing the pain. (online) Beschikbaar via: http://www.washingtonpost.com/wp- dyn/content/article/2009/02/06/AR2009020603102.html (2014, 28 mei)

Boeije (2006) Analyseren in kwalitatief onderzoek. Amsterdam: Boomonderwijs

Braams, R (2013). Praten met lotgenoten: ik verlang ernaar maar voel tegelijkertijd niet voor (online). Beschikbaar via: http://www.volkskrant.nl/vk/nl/6191/Renee-

Braams/article/detail/3537251/2013/11/03/Praten-met-lotgenoten-ik-verlang-ernaar-maar-voel-er- tegelijkertijd-niets-voor.dhtml (2013, 20 december)

Distelbrink, Gruiter &Oudenampsen, (2008) Effecten van lotgenotencontact (online). Beschikbaar via: http://www.verwey-

jonker.nl/participatie/publicaties/clientenparticipatie/effecten_van_lotgenotencontact Carint Reggeland, Informatie lotgenotencontact. Contact met Esther van Spall, (Teammanager maatschappelijke diensten ) Contact gehad op 16-12-2013

Heerink, M., Pinkster, S. & Bratti-van der Werf, M. (2009) Onderzoek in zorg en welzijn. Een praktische

inleiding. Amsterdam: Pearson Education Benelux.

Heijne, S (2014) Zorginstellingen slaan alarm ontslaggolf dreigt in zorg (online). Beschikbaar via: http://www.volkskrant.nl/vk/nl/5270/Zorg/article/detail/3597705/2014/02/15/Zorginstellingen-slaan- alarm-Ontslaggolf-dreigt-in-zorg.dhtml (2014, 14 januari)

Hendrix, H. (2001). Bouwen aan netwerken. Soest: H.Nelissen

Houwers, Jansen en Wouters (z.j) Transitie jeugdzorg (online) Beschikbaar via: http://www.jso.nl/transitiejeugdzorg (2013, 24 november)

JP van den Bent (2013) Interne audit. Verkregen via Leonie Busscher JP van den Bent Kuiper, J & Zijsling, P. (2010) Methodisch handelen inzichtelijker. Den Haag: Boom Lemma Lotgenoten ( z.j.) Doel en werkwijze. (online) Beschikbaar via:

http://www.lotgenoten.nl/index.html?keytree=1.5&col=00cc99 (2013, 10 november) Mens en samenleving (2012) Wet maatschappelijke ondersteuning (online) Beschikbaar via: http://mens-en-samenleving.infonu.nl/regelingen/125230-wet-maatschappelijke-ondersteuning- wmo.html

Mensenrechten (2014) Werken met een beperking (online) Beschikbaar via: http://www.mensenrechten.nl/dossier/werken-met-een-beperking (18 mei, 2014) Migchelbrink, F. (2009). Praktijkgericht onderzoek in zorg en welzijn. Amsterdam: SWP

Ministerie van volksgezondheid Welzijn en sport (2011) Welzijn nieuwe stijl (online) beschikbaar via: http://www.invoeringwmo.nl/sites/default/documenten/Brochure_WNS.pdf

Oranje fonds(z.j.). Vergregen van http://www.ikwordmaatje.nl (2013, 19 september) Participatieladder(z.j.) De Particpatieladder (online) Beschikbaar via:

http://www.participatieladder.nl/faqs.html (2013, 13 december)

Rappenburg, M & Bovenkamp, H.M (2008) Genoeg is genoeg. Over gezondheidszorg en democratie. Amsterdam:University Press

Right Markonderzoek (z.j.) Methoden onderzoek (online) Beschikbaar via:

http://www.rightmarktonderzoek.nl/methoden-onderzoek/kwalitatief-onderzoek (2013, 7 november) Rijksoverheid ( z.j.). Wet maatschappelijke ondersteuning. Beschikbaar via:

http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/wet-maatschappelijke-ondersteuning-wmo (2013, 27 september)

Schuurman, M.I.M., 2003. Zelfbeschikking en eigen verantwoordelijkheid van mensen met een

verstandelijke handicap. (online) Beschikbaar via:

http://www.ceg.nl/uploads/publicaties/hfdst.5_zelfbeschikking_Schuurman.pdf

Sociaal en Cultureel Planbureau, 2005. Zorg voor verstandelijk gehandicapten. [On-line]. Verkregen via: http://books.google.nl/books?hl=nl&lr=&id=x-yi-

HqGt9sC&oi=fnd&pg=PA5&dq=verstandelijk+gehandicapten+samenleving&ots=fAPnVU p6Ej&sig=F7OxWR2xQYyveBv3NfX5rJTdqrg#v=onepage&q=verstandelijk%20gehandicap ten%20samenleving&f=false

Verhagen, F (z.j.) Verzorgingsstaat. (Online) Verkregen via: http://www.amerika.nl/cliches/amerika- heeft-geen-sociale-voorzieningen/ (2014, 25 mei)

Verplanke, L & Duyvendak J.W (2010) Onder de mensen? Amsterdam: Amsterdam University Press Verschuren, H & Doorewaard (2007) Het ontwerpen van een onderzoek. Den Haag: Lemma

VGN Onderzoek (2013) Meedoen en meetellen voor mensen met een verstandelijke beperking (online) Beschikbaar via: http://www.vgn.nl/artikel/15550 (2013, 22 oktober)