• No results found

Statische routes

In document PBX Call Assist 3 UCServer (pagina 97-100)

Detecter en configureer hier de lijst met statische routes die worden gebruikt voor uitgaande verbindingen.

Een gids die beschrijft hoe u een voorbeeld van een statische route naar een Microsoft® Lync® Server kunt maken, vindt u op opzetten van een statische route met TLS / MTLS tussen PBX Call Assist 3 UCServer en Microsoft® Lync® server.

13.4.1.1 Overzicht van alle statische routes

 Statische routes gebruiken

U kunt hier de functionaliteit van het overzicht van de vastgelegde statische routes activeren en deactiveren. Als u "Statische routes gebruiken" uitschakeld, zijn alle door u vastgelegde statosche routes gedeactiveerd en kunt u verder geen aanpassingen aan uw bestaande configuratie uitvoeren.

 Statische routes

Toont het overzicht van de door u ingevoerde en geconfigureerde statische routes. Iedere regel in het overzicht vertegenwoordigt een statische route met elk individuele instellingen. De volgende

eigenschappen van een statische route worden getoond.

o Geactiveerd

Schakelt de statische route in of uit. U kunt deze instelling rechtstreeks wijzigen. Klik op het selectievakje om de statische route in of uit te schakelen. Voor meer informatie, zie de eigenschappen Statische routes.

o Betrouwbaar

Geeft aan of de statische route wordt geclassificeerd als betrouwbaar. U kunt deze instelling

98 rechtstreeks wijzigen. Klik op het selectievakje voor het in- of uitschakelen van de

functionaliteit. Voor meer informatie, zie de eigenschappen Statische routes.

o Domeinen

Hier wordt de naam van het domein aangegeven, dat wordt gebruikt voor de statische route.

De domeinnaam is het samenhangende deel van het hiërarchisch systeem en moet

eenduidig zijn in de lijst die wordt weergegeven. Voor meer informatie over domeinnamen, zie de eigenschappen Statische routes.

o Access Server

Geeft het IP-adres van de server weer, waaronder het domein bereikt kan worden. Dit kan ook een symbolische naam zijn, welke wordt omgezet in een IP-adres. Voor meer informatie over de toegangsserver, zie de eigenschappen Statische routes.

o Poort

Operatie Toont de poort die wordt gebruikt om toegang te krijgen tot de server van uw keuze. De waarde van het poortnummer moet worden opgegeven tussen 0 en 65535. Vele SIP-servers gebruiken het poortnummer 5060 met TCP of 5061 met TLS. Voor meer informatie, zie de eigenschappen Statische routes.

o Protocol

Toont het transport protocol van uw gekozen toegangsserver. Voor statische routes zijn verschillende protocollen beschikbaar. Instellingen voor het transport protocol en aanvullende informatie, zie de eigenschappen Statische routes.

o Verbonden met

Toont de selectie van het IP-adres, als de route is gekoppeld aan een IP-adres van uw systeem. Voor meer informatie, zie de eigenschappen Statische routes.

13.4.1.2 Configureren van statische routes

U kunt uw lijst met statische routes aanpassen. Klik op de knop toevoegen ..., om een andere statische route toe te voegen aan de lijst. Klik op op de knop verwijderen, om één of meer statische routes uit de lijst te verwijderen. Klik op de knop Eigenschappen ..., om de eigenschappen van een statische route te tonen, en om, in voorkomend geval, wijzigingen in deze eigenschappen te maken.

 Toevoegen...

Klik op deze knop om een nieuwe statische route toe te voegen aan de lijst. Er zal een nieuw venster openen, waarin u de instellingen kunt aanpassen aan de eigenschappen van uw nieuwe statische route. Klik vervolgens op de knop "OK" om de statische route toe te voegen als een nieuwe vermelding in de lijst. Klik op de knop "Annuleren" om de statische route verwijderen.

 Verwijderen

Klik op deze knop om statische routes uit je lijst te verwijderen. U kunt deze actie alleen uitvoeren wanneer ten minste één statische route is gemarkeerd in de lijst van u. U wordt dan met een bericht venster gevraagd om uw keuze te bevestigen. Klik op de knop "OK" om de verwijdering te

bevestigen. Klik op de knop "Annuleren" om de verwijdering te annuleren.

 Eigenschappen...

klik op deze knop, om de eigenschappen en details van een statische route in een volgend venster te laten tonen. U kunt deze actie alleen dan uitoveren, als u precies een statische route in het overzicht hebt gemarkeerd.

13.4.1.3 Eigenschappen van een statische route aanpassen

 Domein naam

Hier wordt de naam van het domein getoond, dat wordt gebruikt voor de statische route. De domeinnaam is het samenhangende deelbereik van het hiërarchisch systeem en moet eenduidig zijn in de lijst die wordt weergegeven.

 Access Server

Toont het IP-adres van de server, waaronder de domeinen bereikbaar zijn. Hierbij kan het ook om een symbolische naam gaan, die in de loop van het gebruik in een IP-adres is omgezet.

 Poort

Voer het poortnummer van uw gekozen toegangsserver in. De waarde van het poortnummer moet

99 worden opgegeven tussen 0 en 65535. Vele SIP-servers gebruiken poortnummer 5060 met TCP of 5061 met TLS. Het poortnummer en het transport protocol, moeten overeenkomen met een netwerk interface voor inkomende verbindingen op de server.

 Aan het IP-adres binden

Kies uit de lijst van beschikbare IP-adressen degene, die u wilt gebruiken voor de statische route. U kunt alleen de gegeven lijst een keus maken. De keuzes zijn afhankelijk van de instellingen van uw systeem.

 Transport protocol

Kies hier het transport protocol van de toegangsserver. Het transport protocol en poortnummer, moet overeenkomen met een netwerk interface voor inkomende verbindingen op de bijbehorende server. De volgende transport protocollen zijn mogelijk met statische routes:

- UDP (User Datagram Protocol) - TCP (Transmission Control Protocol) - TLS (Transport Layer Security)

- MTLS (Mutual Transport Layer Security)

Voor het protocol MTLS heeft u een voor uw systeem uitgegeven server certificaat nodig. Het server certificaat moet worden afgegeven door een vertrouwde certificeringsinstantie. Een passend certificaat kunt u selecteren in de instellingen voor de SIP Server.

Merk op dat UDP en TCP onversleutelde protocollen zijn, die niet afluisterveilig zijn. Het wordt aanbevolen om deze protocollen alleen te gebruiken binnen een LAN. Het UDP-protocol wordt niet aanbevolen vanwege de beperking van de maximale pakketgrootte van 65.535 bytes.

 Statische routes activeren

Schakelt de statische route in of uit. Klik op het selectievakje, om de statische route in te schakelen.

In dit geval wordt het selectievakje gemarkeerd. Klikt u nogmaals op het selectievakje om de statische route uit te zetten. In dat geval is het selectievakje is uitgeschakeld. De instelling van deze eigenschap komt overeen met de kolom Ingeschakeld in de lijst Statische routes.

 Route als betrouwbaar classificeren

Markeer deze checkbox, als u de statische route als beschouwbaar classificeerd. Klik op de checkbox, om de funtionaliteit in te schakelen. In dit geval is de de checkbox gemarkeerd. Klikt u nogmaals op het selectievakje, om de functionaliteit uit te schakelen. In dit geval is het selectievakje uitgeschakeld.

Een niet als betrouwbaar geclassificeerde statische route, vereist het gebruik van SIP Registrars, om inkomende SIP-berichten toe te staan. Statische routes die als transport protocol MTLS gebruiken, zijn ingedeeld als automatisch betrouwbaar.

Om veiligheidsredenen is het aanbevolen om deze optie alleen te gebruiken voor statische routes binnen een LAN.

 Netwerkinterface voor binnenkomende verbindingen

Kies hier een netwerk interface, die u wilt gebruiken voor inkomende verbindingen van de toegangsserver. Na het selecteren van een netwerkinterface en de configuratie ervan, wordt het automatisch toegevoegd aan de netwerkinterfaces voor inkomende verbindingen.

o IP-interface

Selecteer uit de lijst met beschikbare netwerkinterfaces, de interface waarover de server de verbinding met de UCServer moet gaan opbouwen.

o Poort

Voer het poortnummer in, via welke de server de verbinding met de UCServer moet opbouwen.

Om uw instellingen van een statische route te bevestigen, klikt u op de knop "OK". Klik op de knop

"Annuleren", om de invoer te verwijderen. Wordt uw invoer voor een statische route geweigerd, test dan eerst,

100 of de invoer volledig en/of er misschien een typefout is gemaakt. Wijzig daartoe de eiegenschappen van de statische route ne probeer het opnieuw.

In document PBX Call Assist 3 UCServer (pagina 97-100)