• No results found

1932 No. 97. A R B E I D S O V E R E E N K O M S T E N . Tijdelijke voorziening-nopens de terugzending van arbeiders, die buiten Neder-landsch-Indië in dienst zijn genomen of aangeworven.

IN NAAM D E R K O N I N G I N !

D e G o u v e r n e u r - G e n e r a a l v a n N e d e r l a n d s c h - I n d i ë , Allen, die deze zullen zien of hooren lezen, salut !

doet te weten :

Dat Hij, in verband met de huidige crisis-omstandigheden een tijdelijke voorziening • willende treffen nopens de terugzending van arbeiders, die buiten Nederlandsch-Indië in dienst zijn genomen of aangeworven ;

Den Raad van Nederlandsch-Indië gehoord en in overeenstemming met den Volksraad ;

Heeft goedgevonden en verstaan : Artikel f.

(1) De arbeider, die op of na 1 J a n u a r i 1932 in dienst was of is van een werkgever, die hem buiten Nederlandsch-Indië in d.ienst heeft genomen of aangeworven, heeft bij beëindiging van de dienstbetrekking door den werkgever anders dan ingeval van dringende reden, recht op onmiddellijke terugzending op kosten van den werkgever, voor zich en zijn gezin, zooals dat op het oogenblik van het einde der dienstbetrekking is samengesteld, naar het land van indienstneming of aanwerving.

(2) Hetzelfde geldt, indien de arbeider de dienstbetrekking doet eindigen wegens een dringende reden als bedoeld in artikel 1603p van het Burgerlijk Wetboek, dan wel indien de rechter de werkovereenkomst wegens gewichtige niet dringende redenen als bedoeld in artikel 1603v van het Burgerlijk Wetboek of wegens een door den werkgever gegeven drin-gende reden, of ingevolge artikel 1267 van het Burgerlijk Wetboek, omdat de werkgever aan zijn verplichtingen niet voldoet, ontbonden verklaart.

Artikel 2.

(I) Arbeider in den zin van het vorige artikel is hij, wiens arbeids-overeenkomst wordt beheerscht door de bepalingen van den zevenden titel A van het derde boek van het Burgerlijk Wetboek.

(2) Een arbeider wordt geacht buiten Nederlandsch-Indië te zijn aangeworven, indien aldaar met hem door of namens den werkgever onderhandelingen, hetzij schriftelijk hetzij mondeling zijn gevoerd, dan wel toezeggingen zijn verstrekt, welke tot het sluiten van een arbeids-overeenkomst in Nederlandsch-Indië hebben geleid.

(3) Indien de plaats, bedoeld in artikel 4 lid (1) sub 6e van de Assis-tentenregeling, niet ligt in het land van indienstneming of aanwerving, bedoeld in artikel 1 lid (1) dezer ordonnantie, heeft de assistent de keuze, of de terugzending naar evenbedoelde plaats dan wel naar het land van indienstneming of aanwerving zal geschieden.

(4) Onder gezin van den arbeider wordt hier verstaan : zijn echtge-noote, zijn minderjarige wettige kinderen en zijn minderjarige wettelijk erkende kinderen.

Artikel 3.

(1) Het recht van den arbeider, bedoeld in artikel 1, vervalt, indien de arbeider daarvan geen gebruik heeft gemaakt binnen een termijn van drie maanden, gerekend van den dag, waarop de dienstbetrekking is geëindigd.

(2) Het bepaalde in het vorige lid lijdt uitzondering indien de arbeider van zijn recht op terugzending geen gebruik heeft kunnen maken hetzij tengevolge van ziekte van zichzelf of zijn gezin, hetzij tengevolge van andere buiten zijn schuld ontstane oorzaken, en na het ophouden van bedoelde belemmeringen alsnog zonder onnoodig verwijl om terugzending vraagt.

(3) Het recht van den arbeider, bedoeld in artikel 1, vervalt mede, indien de arbeider een schadevergoeding of uitkeering heeft ontvangen krachtens artikel 1603s bis van het Burgerlijk Wetboek. Indien de arbeider binnen drie maanden, nadat de dienstbetrekking is geëindigd, een vordering op grond van laatstgemeld artikel heeft ingesteld, wordt de termijn van drie maanden, vermeld in lid (1) zoo noodig verlengd tot het einde der tweede maand volgende op die, waarin het vonnis in kracht van gewijsde is gegaan.

Artikel 4.

(1) Tenzij een gunstiger regeling tusschen partijen is overeengekomen, heeft de terugzending naar Europa plaats ten minste in de 3de klasse der mailbooten van de stoomvaart maatschappij „Nederland" of „Rotter-damsche Lloyd", dan wel in een daarmede overeenkomende klasse eener vreemde scheepvaartmaatschappij.

(2) De terugzending naar landen buiten Europa geschiedt op over-eenkomstige wijze als bedoeld in het vorige lid.

110 Artikel 5.

Elk beding, strijdig met de bepalingen dezer ordonnantie is nietig.

Artikel 6.

(1)' De residentierechters nemen in eersten aanleg kennis van alle vorderingen krachtens deze ordonnantie, onverschillig over welk bedrag zij loopen en ongeacht den landaard van partijen. De vordering kan worden ingediend bij den residentierechter van de woonplaats, of bij gebreke van die, het werkelijk verblijf van een der partijen ter keuze van den eischer.

(2) Bij de beslissing van de uit deze ordonnantie voortspruitende geschillen is de rechter bevoegd de omstandigheden van het geval, waar-onder den vermogenstoestand van den werkgever en van den arbeider, in aanmerking te nemen en op grond daarvan den eisch toe te wijzen tot een bedrag, dan hem billijk voorkomt, en zelfs den eisch geheel te ontzeggen.

Artikel 7.

Deze ordonnantie treedt in werking met ingang van den dag na dien harer afkondiging en blijft gedurende een jaar van kracht.

Bijlage B. No. 2.

STAATSBLAD VAN NEDERLANDSCH-INDIË.

1932 No. 98. A R B E I D S O V E R E E N K O M S T E N . Tijdelijke nadere voor-ziening nopens den opzeggingstermijn in acht te nemen door werkgevers bij de beëindiging van arbeidsovereenkomsten.

IN NAAM D E R KONINGIN !

D e G o u v e r n e u r - G e n e r a a l v a n N e d e r l a n d s c h - I n d i ë , Allen, die deze zullen zien of hooren lezen, salut !

doet te weten :

Dat Hij, in verband met de huidige crisis-omstandigheden tijdelijk een nadere voorziening willende treffen nopens den opzeggingstermijn, in acht te nemen door werkgevers bij de beëindiging van arbeidsovereenkomsten ; Den Raad van Nederlandsch-Indië gehoord en in overeenstemming met den Volksraad ;

Heeft goedgevonden en verstaan :

Voor den duur dezer ordonnantie geldt voor den termijn van opzegging bij arbeidsovereenkomsten in plaats van de bepalingen in artikel 1603i van het Burgerlijk Wetboek de navolgende regeling.

Artikel 1.

(1) De termijn van opzegging is voor den arbeider gelijk aan den tijd, welke gewoonlijk tusschen twee opvolgende uitbetalingen van het in geld vastgestelde loon verstrijkt ; is het loon bij de maand of langer tijdsruimte vastgesteld, dan is de termijn van opzegging gelijk aan den tijd tusschen den dag van opzegging en den laatsten dag der daarop volgende maand.

(2) De termijn van opzegging is voor den werkgever ten minste gelijk aan den tijd tusschen den dag van opzegging en den laatsten dag der daarop volgende m a a n d .

(3) De in het vorige lid bedoelde termijn wordt verlengd met één maand voor elk vol jaar, dat de dienstbetrekking onafgebroken heeft ge-duurd op het oogenblik der opzegging, behoudens een maximum-verlenging van drie maanden.

(4) Een nieuwe arbeidsovereenkomst van een arbeider binnen 4 weken na het einde der voorafgaande dienstbetrekking bij den zelfden werkgever, onverschillig of zij voor bepaalden dan wel onbepaalden tijd was aangegaan, wordt geacht voor onbepaalden tijd te zijn gesloten. De nieuwe dan wel

112

verlengde dienstbetrekking, bedoeld bij artikel 1603f van het Burgerlijk Wetboek, wordt in afwijking van het omtrent den tijdsduur bij dat artikel bepaalde geacht te zijn aangegaan of verlengd voor onbepaalden tijd.

Voor het overige blijft dat artikel op deze overeenkomst van toepassing.

Dienstbetrekkingen bij denzelfden werkgever, welke onderbroken zijn of worden door een termijn korter dan 4 weken, dan wel overeenkomstig het bepaalde in artikel 1603f onmiddellijk aan elkander aansluiten, worden t.a.v. den in het vorige lid bedoelden opzeggingstermijn geacht een aaneen-gesloten geheel te vormen.

(5) Het 4de lid van dit artikel is niet van toepassing, indien de nieuwe dan wel verlengde dienstbetrekking is of wordt aangegaan voor een bepaal-den duur van ten minste zes maanbepaal-den.

(6) Elk beding strijdig met eenige bepaling van dit artikel is nietig.

Artikel 2.

Deze ordonnantie treedt in werking met ingang van den dag na dien harer afkondiging en werkt terug tot 19 Februari 1932, terwijl zij gedurende één jaar gerekend vanaf eerstgenoemden d a t u m van kracht blijft.

Bijlage C.

STAATSBLAD VAN NEDERLANDSCH-INDIË.

1926 No. 377. R E C H T S W E Z E N . B U R G E R L I J K W E T B O E K . AR-B E I D S O V E R E E N K O M S T E N . Vaststelling der voor-waarden, waaraan de fondsen bedoeld in het tweede lid van artikel 1601s van het Burgerlijk Wetboek, moeten voldoen.

IN NAAM D E R K O N I N G I N !

D e G o u v e r n e u r - G e n e r a a l v a n N e d e r l a n d s c h - I n d i ë , Den R a a d van Nederlandsch-Indië gehoord :

Allen, die deze zullen zien of hooren lezen, Salut ! doet te weten :

Dat Hij, de voorwaarden willende vaststellen, waaraan de fondsen bedoeld bij het tweede lid van artikel 1601s van het Burgerlijk Wetboek, moeten voldoen ;

-Lettende op de artikelen 20, 29, 31 en 33 van het Reglement op het beleid der Regeering van Nederlandsch-Indië, in verband met artikel 2 onder V der Wet van 23 J u n i 1925 (Indisch Staatsblad No. 415) ;

Heeft goedgevonden en verstaan : Artikel 1.

Aan de voorwaarden, bedoeld bij het tweede lid van artikel 1601s van het Burgerlijk Wetboek, wordt voldaan door een fonds, welks regle-ment bepalingen bevat, voldoende aan de voorschriften der artikelen 2

tot en met 1 I. dezer ordonnantie.

Artikel 2.

(1) Het fonds moet worden beheerd door een bestuur, waarin een of meer der deelnemende arbeiders mede zitting hebben. Wanneer het beheer van het fonds buiten Nederlandsch-Indië wordt gevoerd, kunnen in plaats van dezen een of meer der gewezen deelgerechtigde arbeiders in het bestuur worden opgenomen.

(2) Arbeiders of gewezen arbeiders, die niet door of met uitdrukkelijke instemming van de meerderheid der aan het fonds deelnemende arbeiders in het bestuur zijn benoemd, worden daaruit verwijderd indien zulk een meerderheid het verzoek daartoe doet.

114 Artikel 3.

De beschikbare gelden van het fonds zullen niet anders mogen worden belegd dan in vaste goederen, in schuldvorderingen, voldoende door persoonlijke of zakelijke zekerheid gedekt, in pandbrieven of in andere effecten, daartoe bij het reglement in het algemeen aangewezen. Niet meer dan in totaal 1/s deel dier gelden zal mogen worden belegd in schuld-vorderingen op den werkgever of a a n d e d e n in de vennootschap-werk-geefster.

Artikel 4.

De bezittingen van het fonds moeten afgescheiden blijven van het vermogen des werkgevers, ook al worden zij door dezen bewaard. Hij mag niet zonder medewerking van ten minste één der in het bestuur zitting hebbende arbeiders of gewezen arbeiders daarover kunnen beschikken.

Artikel 5.

(1) De arbeider, die gedurende ten minste één j a a r heeft deelgenomen aan een fonds tot periodieke uitkeering of uitkeering ineens op zekeren leeftijd, ontvangt bij beëindiging van de dienstbetrekking vóór dien leef-tijd eene vergoeding niet minder bedragende, dan het totaal van de door hem gedane stortingen, of behoudt eene aanspraak op uitkeering, zij het ook op veranderden voet, een en ander volgens de regelen bij het regle-ment vast te stellen, met dien verstande dat het regleregle-ment slechts het, één of het ander behoeft toe te kennen.

(2) Bij behoud van de aanspraak op uitkeering, als bedoeld in het eerste lid, wordt den arbeider een bewijs daarvan uitgereikt, waarop het bedrag is vermeld, dat, op grond van zijne deelneming aan het fonds aan hem op zekeren leeftijd zal worden uitgekeerd.

Artikel 6.

De bepalingen, die het reglement ingevolge deze ordonnantie moet bevatten, kunnen niet worden gewijzigd zonder dat de deelnemende arbeiders in de gelegenheid zijn gesteld nopens de voorgenomen wijziging desgewenscht van hun gevoelen te doen blijken.

Artikel 7.

Iedere handeling en ieder besluit van het bestuur, alsmede ieder besluit van eene vergadering van leden van of deelgerechtigden in zulk een fonds, strijdig met eene wettige bepaling van het reglement, is nietig.

Artikel 8.

Aan iederen deelnemenden arbeider wordt bij zijne indiensttreding of bij het inwerkingtreden van een nieuw of wijziging van een bestaand reglement een volledig exemplaar van het reglement of van de wijziging

uitgereikt.

Artikel 9.

Overigens moet het reglement bepalingen bevatten, met inachtneming van bovenstaande artikelen, omtrent :

a. de bestemming van het fonds ;

b. de wijze van beheer van het fonds en van de bestrijding der kosten van dat beheer ;

c. de wijze van belegging der bezittingen van het fonds alsmede de plaats, waar die bezittingen zullen worden bewaard ;

d. de door ieder der deelnemende arbeiders te storten bijdrage ; e. de aanspraken, welke de deelneming geeft ;

f. de gevolgen die het eindigen zijner dienstbetrekking voor den deel-nemenden arbeider ten opzichte van het fonds oplevert ;

g. . de wijze waarop de deelnemende arbeiders in de gevallen, bedoeld bij artikel 2, tweede lid, en artikel 6, van hun gevoelen kunnen doen blijken ;

h. de wijze, waarop het reglement kan worden veranderd ;

i. de bestemming der bezittingen van het fonds bij eene eventueele liquidatie daarvan ;

j . de wijze, waarop geschillen, uit de toepassing van het reglement voortspruitende, zullen worden beslist ;

k. de wijze, waarop jaarlijks een overzicht van den stand van het fonds ter kennis der deelnemende arbeiders wordt gebracht.

Artikel 10.

Behoort hel fonds bij eene vereeniging, zooals bedoeld bij het Konink-lijk besluit van 28 Maart 1870 No. 2 (Indisch Staatsblad No. 64), dan moet het desniettemin afzonderlijk worden beheerd, volgens een afzon-derlijk reglement, hetwelk geene bepalingen mag bevatten, strijdende met de statuten der vereeniging.

Artikel 11.

Is eenzelfde fonds of eenzelfde vereeniging, waarbij het fonds behoort, verbonden aan meer dan ééne onderneming, dan vinden de bepalingen van artikel 4 dezer ordonnantie ten aanzien van ieder dier ondernemingen overeenkomstige toepassing.

116 Artikel 12.

(1) Mede voldoen aan de voorwaarden, bedoeld bij het tweede lid van artikel 1601s van het Burgerlijk Wetboek fondsen, welke beoogen het bij derden verzekeren van pensioenen of van kapitaalsuitkeeringen of het instandhouden van verzekeringen bij derden op het leven van een arbeider, wanneer in het reglement op die fondsen is bepaald, dat de met de inkomsten van den arbeider te verrekenen of door den werkgever verplicht gestelde premies of stortingen in haar geheel worden aangewend voor het instandhouden dier verzekeringen, dat de rechten uit de polissen voortspruitende tijdens de dienstbetrekking nimmer door het fonds zullen kunnen worden uitgeoefend zonder medewerking van den arbeider en dat na beëindiging van de dienstbetrekking die rechten uitsluitend uitgeoefend zullen kunnen worden door den verzekerden arbeider.

(2) De artikelen 2, 6, 7, 8 en 9 vinden ten aanzien van dit reglement overeenkomstige toepassing.

Artikel 13.

Door den Gouverneur-Generaal kan in bijzondere gevallen, wanneer Hij van oordeel is dat de rechten der deelnemende arbeiders voldoende zijn gewaarborgd, van een of meer der bepalingen van de artikelen 2 en volgende dispensatie worden verleend.

Artikel 14.

Door het Hoofd van het Kantoor van Arbeid kan ten behoeve van de reeds bestaande fondsen voor een tijdsverloop van ten hoogte vijf jaren na het in werkingtreden van deze ordonnantie uitstel worden verleend voor het aanbrengen van een of meer van de door deze ordonnantie noodig geworden reglementswijzigingen. Gedurende dat tijdsverloop worden die fondsen alsdan ook zonder die reglementswijzigingen geacht op die punten aan de voorwaarden, bedoeld bij het tweede lid van artikel 160] s van het Burgerlijk Wetboek, te voldoen.

Artikel 15.

Deze ordonnantie treedt in werking met ingang van hetzelfde tijdstip als het Koninklijk besluit van 12 J u n i 1926 No. 33 (Indisch Staatsblad No. 335).

R E G I S T E R .

A.

Aangiften bij den Burgerlijken Stand. Door-betaling loon bij

Aanneming van werk

Aansprakelijkheid v/d werkgever voor scha-de en ongevallen

Aanstellingsbrieven. Karakter van Aanvullend recht

Adviezen v. werkgevers- en werknemers-organisaties

Alcoholhoudende drank als loon Appèl

Arbeid. Aard van den op te dragen Arbeid op Zondagen ; vrije dagen Arbeider. Beteekenis van

Arbeider. Verplichtingen van den Arbeidsovereenkomst. Collectieve

Arbeidsovereenkomst door minderjarigen aangegaan. Ontbinding door den rech-ter van

Arbeidsovereenkomst. Elementen der Arbeidsovereenkomst en overmacht Arbeidsovereenkomst in Indië. De

Arbeidsovereenkomsten tusschen echtgenoo-ten

Arbeidsovereenkomst voor bepaalden tijd aangegaan

Arbeidsovereenkomst voor onbepaalden tijd aangegaan

H S

Arbeidsovereenkomst. Vorm der

Arbeidsovereenkomst van Inlanders en Chi-neezen

Assistentenregeling

Automobiel. Vrije beschikking over een . . B.

Bedienden. Vrije beschikking over

Bedrijfsongevallen. Schadevergoeding bij . . Begrafenis van naaste bloed- en

aanverwan-ten. Doorbetaling loon bij

Bepaalden tijd. Arbeidsovereenkomst, aan-gegaan voor

Berekening van het vastgestelde loon Berekening van evenredige

verlofsemolu-menten

Beslag op het loon '.

Besteding van het loon

„Betrekkelijk korte tijd"

Bevalling

Bevalling van echtgenoote. Loon bij Bevolkingsgroepen. Ontwerp voor een op alle

bevolkingsgroepen toepasselijk B.W. . . Boeten

Buitenlandsch recht ; toepassing van Buitenslands aangegane

arbeidsovereenkom-sten

C.

Cassatie

Chineezen. Toepasselijkheid wett. reg. ar-beidscontract op

Compensatie van vorderingen v.tl. werk-gever

Competentie van Indischen rechter in ar-beidszaken I )ienstbetrekking. Einde der

Dienstbetrekkingen "voor liet leven of voor langer dan 5 jaar

Dienstboden en werklieden. Huur van . . . . Dienstkleeding

Dienstpaarden Dienstwoning

„Doet eindigen" ; beteekenis van Dood des arbeiders

Dood des werkgevers

„Dringende redenen"

„Dringende redenen". Schadeloosstelling door partij die geeft

„Dringende redenen". Stipuleering bij over-eenkomst door partijen van

„Dringende redenen" voor het geven van ontslag

„Dringende redenen" voor het nemen van ontslag

Duidelijke en overzichtelijke schriftelijke mededeeling

„Dwingend recht"

Dwingend recht ; art. 1603s bis van

N.I.B.W.

120

Gehuwde vrouw. De "~

Gehuwde vrouw als werkgeefster Geldloon

Gelijkgestelden met Europeanen. Toepasse-lijkheid wett. regeling Arbeidscontract op

Gemeenten. Personen in dienst van Geneeskundige behandeling. Vrije

Gereedschappen (veiligheidsinrichtingen) . . . Geschiedenis Ned. Wet op de

arbeidsover-eenkomst Getuigschrift

Getuigenbewijs en arbeidsovereenkomst . . Gevaar. Bescherming arbeider tegen Gevolgen der collectieve

arbeidsovereen-komst

Gewesten. Personen in dienst van Gewichtige redenen

Gezagselement in de arbeidsovereenkomst..

Godsdienstplichten. Gelegenheid tot nako-ming van

Gods- of handpenning bij het sluiten der arbeidsovereenkomst

H.

Handarbeiders

Hand- of Godspenning bij het sluiten der arbeidsovereenkomst

Huishouding. Kosten der

Huur van dienstboden en werklieden

I-Inhoud verzoekschrift bij instellen eener vordering

s' JACOB, motie nopens inwinning advies werkgevers- en werknemersorganisaties Japanners. Toepasselijkheid wett. reg.

Ar-beidscontract op

Jurisprudentie in Indië nopens N.I.B.W.

artt. 1601 t/m 1603 (oud) K.

Karakter der collectieve arbeidsovereen-komst

Kiesbevoegdheid. Loon bij uitoefening der Kost

Kosten der acte bij schriftelijke arbeidsover-eenkomst

Kostenvergoedingen Kleeding

L.

Lande. Personen in dienst van den LAOH, amendement i.z. toepasselijkheid

Ke-geling Arbeidscontract op

122

Lichaamsgebrek. Valsche inlichtingen no-pens een

Lokalen, (veiligheidsinrichtingen)

Loon. Berekening van het vastgestelde . . Loon. Besteding van het

Loonbetaling en schuldvergelijking Loonbetaling. Plaats van

Loonbetaling. Vertraging van

Loonbetaling in andere bestanddeelen dan in geld

Loon. Beteekenis van Loon bij ongeval koon bij ziekte

Loon, indien geen is gestipuleerd

Loon, indien werkgever geen gebruik van arbeid m a a k t

Loon. Tijdstip van uitbetaling van koon. Verschuldigdheid van het

Loon. Voldoening in wettig betaalmid-del

Loon. Volmacht bij voldoening v/h Loonvormen. Geoorloofde

Loon. Uitbetaling van het

M.

Matiging ; recht tot

Mededelingsplicht nopens winstberekening voor tantièmes

Middelen ter verkrijging van behoorlijke arbeidsovereenkomsten. Gebezigde . . . . Militaire keuring. Loon bij

Militieplicht. Loon bij vervulling van . . . . Minderjarige. Arbeidsovereenkomst

aange-gaan door

Minderjarige arbeiders. Regeling arbeid v.. . Moeder. Ongehuwde

N.

Nederlanders. Toepasselijkheid wett. reg.

Arbeidscontract op

Nederlandsche Wet op de Arbeidsovereen-komst. Geschiedenis der

0 .

Officieren van zeeschepen • Onbepaalden tijd. Arbeidsovereenkomsten

voor

Onderwerping aan Eur. Burgerlijk en Han-delsrecht. Toepasselijkheid wett. reg.

Arbeidscontract bij Onderwijs als loon Ongehuwde moeder Ongeval. Loon bij

Ongevallen den arbeider overkomen Ongevallenregeling

Onrechtmatige beëindiging dienstbetrekking.

Schadeloosstelling bij

Ontbinding van arbeidsovereenkomsten, aan-gegaan door minderjarigen., door den rechter

Ontspanning voor inwonende arbeiders. Ge-legenheid tot

Onverwijlde mededeeling der dringende reden.

Onzedelijkheid des arbeiders. Ziekte of on-geval tengevolge van

Opium als loon Opzegtermijn

Opzet des arbeiders. Ziekte of ongeval ten-gevolge van

Overeenkomst. Schriftelijke

Overheidspersoneel. Niet-toepassehjkheid der regeling op

Overlijden van naaste bloed- en aanverwan-ten. Loon bij

124

P.

Paarden. Vrije beschikking' over Passagekosten

Passagekosten, schadevergoeding terzake van

Pensioenen Pensioenfondsen

Persoonlijke praestaties bij de arbeidsover-eenkomst

Plaats van loonbetaling Plantersregeling

Privaatrechtelijk karakter der wet op de Arbeidsovereenkomst

Procedure Proeftijd

Proeftijd ; beëindiging der overeenkomst vóór aanvang van

Provisies

Publiekrechtelijk lichaam. Personen in dienst van een

Rechtskarakter van het verlof

Regeling arbeid minderjarige arbeiders. . . . Reglement

Reglement. Wijziging van het ,. . . Risico

S.

Schade en ongevallen den arbeider over-komen

Schadeloosstelling ; „tegelijkertijd" betalen van

Schadevergoeding ; keuze tusschen schade-loosstelling en

Schadevergoeding wegens derven van verlof Schepelingen van zeeschepen

Schipper van een zeeschip

Schriftelijke arbeidsovereenkomst

Schriftelijke arbeidsovereenkomst, kosten der acte

Schuldvergelijking en loonbetaling Solliciteeren naar nieuwen werkkring Spaarfondsen

„Staatsblad-Europeanen". Toepasselijkheid wett. reg. Arbeidscontract op zg

Staten-Generaal. Behandeling Wet Arbeids-overeenkomst in

Stilzwijgende verlenging v/d arbeidsovereen-komst voor bepaalden tijd aangegaan . .

STOKVIS, motie i.z. wenschelijkheid regeling arbeidscontract Inl. werknemers

Stookmiddelen

Stukloon. Vaststelling verschuldigde T.

Tantièmes

Tantièmes. Tijdstip uitbetaling van Tantième. Vaststelling van het Termijn van opzegging

Terugzending van buiten Nederlandsch-Indië in dienst genomen personeel

Terugzending van buiten Nederlandsch-Indië in dienst genomen personeel