• No results found

Soort communicatieactie bij de mate van complexiteit ervaren

Gedurende complexe momenten is het van belang dat er goed wordt overlegd en dat gedachtes met elkaar worden uitgewisseld, zodat gezamenlijke besluitvorming kan plaatsvinden. Het is mogelijk dat specifieke communicatieacties naar voren komen bij een bepaalde mate van waargenomen complexiteit. De hypothese die hieruit vloeide was: “de complexiteit van een operatieve taak hangt samen met de soort communicatieactie”. Om deze hypothese te testen werd de Fisher's Exact test uitgevoerd. De drie verschillende operaties worden achter elkaar besproken.

Operatie met supervisor en chirurg in opleiding

Bij de operatie met de supervisor en chirurg in opleiding blijkt dat gedurende de verschillende categorieën van complexiteit ervaren, geen verschillen in communicatieacties naar voren is gekomen. Het blijkt dat de mate van complexiteit ervaren niet samenhangt met de soort communicatieacties: p = 0,06.

29 Operatie met netzelfstandige chirurg en ervaren assistent

Bij de operatie met netzelfstandige chirurg en ervaren assistent worden gevarieerde communicatieacties gedurende de verschillende complexiteitsniveaus gebruikt. Dit verband is singificant (p = 0,00) en heeft een grote samenhang (r = 0,7).

Operatie met twee experts

Ook bij de operatie met de twee experts worden gevarieerde communicatieacties gedurende de verschillende complexiteitsniveaus gebruikt. Dit verband is singificant (p = 0,00) en heeft een grote samenhang (r = 0,9).

4.3.1 Mate van waargenomen complexiteit en soort communicatieactie

Hierboven is vastgesteld dat de complexiteit van een operatieve taak invloed kan hebben op de soort communicatieactie. Het is interessant om de drie verschillende operaties nader te bekijken en te achterhalen welke communicatieacties voorkomen bij iedere complexiteitscategorie. De drie verschillende operaties worden achter elkaar besproken.

4.3.1.1 Operatie met supervisor en chirurg in opleiding

Bij de operatie met de supervisor en chirurg in opleiding komen in totaal 609 communicatieacties voor. In de paragraaf hiervoor is duidelijk geworden dat de mate van complexiteit hier geen invloed heeft op de soort communicatieactie. Dit wil dus zeggen dat er geen specifieke communicatieacties naar voren komen die een complexe situatie weergeven. In tabel 5 wordt inzichtelijk gemaakt hoe veel communicatieacties per complexiteitsniveau voorkomen.

Totaal aantal communicatieacties per complexiteitscijfer Complexiteitscijfer 1 2 3 4 5 8 (1%) 215 (35%) 234 (39%) 79 (13%) 73 (12%)

Tabel 5 - Functionele communicatie bij complexiteit ervaren

Uit tabel 5 is af te lezen dat 1% van alle communicatieacties voorkomt bij operatiehandelingen die beoordeeld zijn met complexiteitscijfer één, terwijl 39% van alle acties voorkomt bij operatiehandelingen die beoordeeld zijn met complexiteitscijfer drie. Daarnaast valt op dat het aantal communicatieacties minder wordt wanneer de operatiehandelingen beoordeeld zijn met het complexiteitscijfer vier of vijf. 79 communicatieacties (13%) en 73 communicatieacties (12%) komen voor bij deze complexiteitscategorieën. Een reden hiervoor kan zijn is dat minder operatiehandelingen beoordeeld zijn met complexiteitscijfer één, vier en vijf.

In de volgende figuren is af te leiden welke communicatieacties voorkomen gedurende de verschillende complexiteitscategorieën.

30

Figuur 1 - Communicatieacties bij operatiehandelingen met complexiteitscijfer één

Het is te stellen dat geen enkele communicatieactie eruit springt. De acties die voorkomen komen maar enkele keren voor, behalve de communicatiefunctie ‘request for information’. Deze komt twee keer zo vaak voor dan de rest van de acties.

31

Figuur 2 - Communicatieacties bij operatiehandelingen met complexiteitscijfer twee

Bij operatiehandelingen die beoordeeld zijn met complexiteitscijfer twee komen voornamelijk de communicatieacties ‘verzoeken’, ‘opmerken’ en ‘bevestigen’ voor. De overige categorieën representeren andere communicatieacties zoals ‘constateren’, ‘repairs’ en ‘request for information’. Ook correcties, het geven van suggesties en instructies komen voor, maar deze komen vergeleken

32 met de acties ‘bevestigen’, ‘opmerken’ en ‘verzoeken’ in mindere mate voor waardoor deze ook niet meer besproken worden.

Figuur 3 - Communicatieacties bij operatiehandelingen met complexiteitscijfer drie

Ook bij operatiehandelingen die beoordeeld zijn met complexiteitscijfer drie komen veel verschillende communicatieacties voor. De acties die eruit springen zijn voornamelijk: ‘verzoeken’, ‘verklaren’, ‘bevestigen’ en ‘beoordelen tijdens handelen’.

33

Figuur 4 - Communicatieacties bij operatiehandelingen met complexiteitscijfer vier

De communicatieacties die bij operatiehandelingen met complexiteitscijfer vier eruit springen, zijn onder andere: ‘verzoeken’, ‘constateren’ en ‘bevestigen’. Zoals uit figuur 4 op te maken is, komen nog veel meer verschillende communicatieacties voor, maar deze komen in mindere mate voor dan de categorieën die eruit springen.

34

Figuur 5 - Communicatieacties bij operatiehandelingen met complexiteitscijfer vijf

Bij operatiehandelingen die beoordeeld zijn met complexiteitscijfer vijf komen veel verschillende communicatieacties voor. De acties die het vaakst voorkomen zijn: ‘verzoeken’, ‘request for information’, ‘constateren’ en ‘bevestigen’. Dat de communicatieactie ‘request for information’ veelvuldig wordt gebruikt bij dit complexiteitsniveau, is opvallend te noemen. Grint (2005) stelde vast dat voornamelijk vragen gesteld worden wanneer een probleem optreedt waarvan vooraf lastig is vast te stellen wat de oplossing is. Het lijkt alsof de chirurg in opleiding vragen stelt op die

35 momenten dat er een probleem is dat opgelost moet worden. Voor zo’n chirurg in opleiding is van te voren moeilijk vast te stellen wat de oplossing van dat probleem kan zijn.

Samenvatting

Het valt op dat geen enkele communicatieactie bij deze operatiesetting veel frequenter wordt gebruikt wanneer het complexiteitsniveau toeneemt. Dat is ook de reden dat er geen significant verband was tussen de mate van complexiteit ervaren en de soort communicatieactie. Veel communicatieacties komen gedurende alle complexiteitsniveaus voor. Dit zijn de volgende communicatieacties:

Gedurende de vijf complexiteitscategorieën komt de communicatieactie ‘bevestigen’ veel voor. Een voorbeeld van deze communicatieactie is:

64 I Je kunt t beste eerst er tegenaan en dan knopje indrukken

65 (0.8)

66 S Ja

67 (0.5)

68 O Sisje

Fragment 1 - Communicatieactie bevestigen

In fragment 1 zijn de supervisor en operateur bezig met de operatiehandeling: ‘coagulatie subcutis’. In regel 64 geeft de instrumenteerder de operateur een instructie: ‘je kunt het beste eerst er tegenaan en dan knopje indrukken.’ De supervisor is tijdens deze operatie eindverantwoordelijk en bevestigt de instructie van de instrumenteerder in regel 66. Bij deze bevestiging reageert de supervisor op de voorgaande uiting waardoor de operateur het idee krijgt dat de zojuist gedane uiting juist is. Zo’n uiting kan een moeilijkheid representeren waarop een gesprekspartner bevestigend gereageerd.

Ditzelfde geldt voor de communicatieacties ‘verzoeken’ en ‘constateren’. Ook deze acties komen gedurende de vijf complexiteitscategorieën veel voor. Een voorbeeld van de communicatieactie ‘verzoeken’ is:

1136 O Zou je die kop kunnen houden

1137 S Pen

Fragment 2 - Communicatieactie verzoeken

Gedurende verzoeken kan een lid van het operatieteam iemand verzoeken een bepaalde handeling uit te voeren. Dit kan een verzoek zijn om ruimte te maken of een verzoek zijn om de ander te laten merken dat de desbetreffende handeling overgenomen moet worden. In fragment 2 zijn de supervisor en operateur bezig met de operatiehandeling: ‘oplopend reamen, juiste maat + hoek’. In

36 regel 1136 verzoekt de operateur de instrumenteerder om de kop te houden waarna de instrumenteerder dit ook doet en de operateur zijn handelen weer kan vervolgen.

Een voorbeeld van de communicatieactie ‘constateren’ is:

2365 S Je hebt een hele kleine incisie gemaakt 2366 (0.2)

2367 (0.2) 2368 O Ja 2369 (0.3)

Fragment 3 - Communicatieactie constateren

Door het maken van een constatering laat de operateur bijvoorbeeld de andere leden van het operatieteam inzien dat er of op een probleem wordt gestuit of dat hij ergens tegenaan loopt. Dit gebeurt ook in regel 2365 in fragment 3 waar de supervisor en operateur bezig zijn met de operatiehandeling ‘plaatsen definitieve kop’. In deze regel constateert de supervisor dat de operateur in het begin van de operatie een kleine incisie heeft gemaakt waarna de operateur tot dezelfde conclusie komt in regel 2368, maar wel zijn handelen zonder al problemen kan vervolgen. Een andere communicatieactie die opvalt, is de actie niet-functioneel. Deze communicatieactie wordt in de operatie met dit ervaringsniveau nauwelijks gebruikt. Een reden hiervoor kan zijn dat de leden van het operatieteam cognitief zwaarder belast zijn bij de operatiehandelingen, waardoor zij hun aandacht bij de operatieve taak houden.

37 4.3.1.2 Operatie met netzelfstandige chirurg en ervaren assistent

Bij de operatie met de netzelfstandige chirurg en ervaren assistent komen in totaal 462 communicatieacties voor. In de paragraaf hiervoor is duidelijk geworden dat er een verband is tussen de mate van complexiteit ervaren en de soort communicatieactie (p = 0,00) en dat dit een grote samenhang heeft (r = 0,7). Wel moet deze conclusie met enige voorzichtigheid getrokken worden, omdat bij deze operatiesetting geen operatiehandelingen beoordeeld zijn met complexiteitscijfers één en twee. Hierdoor is de hypothese alleen gebaseerd op de overige drie complexiteitscategorieën.

Totaal aantal communicatieacties per complexiteitscijfer

Complexiteitscijfer

3 4 5

212 (46%) 98 (21%) 152 (33%)

Tabel 6 - Functionele communicatie bij complexiteit ervaren

Zoals uit tabel 6 op te merken is, is er geen stijgend of dalend patroon tussen het aantal communicatieacties en de complexiteitscategorieën te ontdekken. Dit patroon gaat eerder op en neer, waarbij de meeste communicatieacties voorkomen bij complexiteitscategorie drie (46%). Daarnaast komen in complexiteitscategorie vijf meer communicatieacties voor dan bij complexiteitscategorie vier (33% ten opzichte van 21%).

In de volgende figuren is af te leiden welke communicatieacties voorkomen gedurende de verschillende complexiteitscategorieën.

38

Figuur 6 - Communicatieacties bij operatiehandelingen met complexiteitscijfer drie

Bij operatiehandelingen die beoordeeld zijn met complexiteitscijfer drie komen veel verschillende communicatieacties voor. De communicatieacties die het vaakst voorkomen, zijn de volgende: ‘verzoeken’, ‘request for confirmation’, ‘niet-functioneel’ en ‘bevestigen’.

39

40 De communicatieacties die bij de vorige complexiteitcategorie voorkwamen, komen ook voor bij operatiehandelingen die beoordeeld zijn met complexiteitscijfer vier, namelijk: ‘verzoeken’ en ‘bevestigen’. De communicatieactie ‘request for confirmation’ komt bij deze complexiteitscategorie in mindere mate voor en de actie niet-functioneel komt überhaupt niet meer bij deze categorie voor.

41 Ook bij operatiehandelingen die beoordeeld zijn met complexiteitscijfer vijf komen veel verschillende communicatieacties voor. Ook hier komen de acties ‘verzoeken’, ‘request for confirmation’, ‘opmerken’ en ‘bevestigen’ veelvuldig voor.

Samenvatting

Bij dit ervaringsniveau is er een significant verband (p = 0,00) tussen de mate van complexiteit ervaren en de soort communicatieactie. Omdat geen enkele operatiehandeling beoordeeld is met complexiteitscijfer één en twee, moet deze conclusie met enige voorzichtigheid getrokken worden. De veelvoorkomende communicatieacties gedurende complexe situaties worden hieronder samengevat.

Gedurende de drie complexiteitscategorieën komt de communicatieactie ‘bevestigen’ veel voor. Een voorbeeld van deze communicatieactie is:

4 391 A [Nou lijkt of op de bodem te zijn he 4 392 O [Ja das waar

Fragment 4 - Communicatieactie bevestigen

In fragment 4 zijn de operateur en assistent bezig met de operatiehandeling: ‘oplopend reamen, juiste maat + hoek’. In regel 391 merkt de assistent op dat ‘het op de bodem lijkt te zijn’. De operateur bevestigt deze opmerking in regel 392. Bij deze bevestiging reageert de operateur op de voorgaande uiting waardoor de assistent het idee krijgt dat de zojuist gedane uiting juist is, waarna gestopt kan worden met de desbetreffende taak. Een dergelijke uiting kan een moeilijkheid representeren waarop een gesprekspartner bevestigend gereageerd.

Ook de communicatieactie ‘verzoeken’ komt gedurende de drie complexiteitscategorieën veelvuldig voor. Een voorbeeld van deze actie is:

5 536 O Henri ga je gang

5 537 (0.2)

Fragment 5 - Communicatieactie verzoeken

Gedurende verzoeken kan een lid van het operatieteam iemand verzoeken een bepaalde handeling uit te voeren. Dit kan een verzoek zijn om ruimte te maken of een verzoek zijn om de ander te laten merken dat de desbetreffende handeling overgenomen moet worden. Bij fragment 5 zijn de operateur en assistent bezig met de operatiehandeling: ‘proefpassen + bepalen definitieve maat’. In regel 536 verzoekt de operateur de assistent om een handeling uit te voeren. Deze voert de assistent in regel 537 ook daadwerkelijk uit, waarna de operatie vervolgd wordt.

42 Een andere categorie die opvalt, is de communicatieactie ‘opmerken’. Deze actie komt in mindere mate voor bij complexiteitscategorie drie en vier, terwijl deze categorie bij complexiteitscategorie vijf het vaakst voorkomt. Een voorbeeld van deze actie is:

5 614 O Hij moet nog verder zakken 5 615 (0.4)

5 616 A Ja

Fragment 6 - Communicatieactie opmerken

Door het maken van een opmerking laat de operateur bijvoorbeeld de andere leden van het operatieteam inzien dat er of op een probleem wordt gestuit of dat hij ergens tegenaan loopt. In fragment 6 zijn de operateur en de assistent bezig met de operatiehandeling: ‘plaatsen definitieve cup ‘. In regel 614 merkt de operateur op dat ‘hij nog verder moet zakken.’ De assistent reageert hier bevestigend op in regel 616. Op die manier weet de operateur dat zijn uiting correct is geweest, waarna hij zijn handelen vervolgt.

De communicatieactie ‘request for confirmation’ komt gedurende complexiteitscategorieën drie veel voor. Bij operatiehandelingen die beoordeeld zijn met complexiteitscijfer vier komt deze actie minder voor, maar dit aantal neemt weer toe bij complexiteitscategorie vijf. Een voorbeeld van deze communicatieactie is:

5 848 O Zo he 5 849 (1.4)

5 850 A Ik denk dat het mooi is

Fragment 7 - Communicatieactie request for confirmation

Door middel van een request for confirmation vraagt de operateur (bijvoorbeeld) om een extra bevestiging. De operateur kan op zo’n moment tegen een lastige situatie aanlopen waar hij niet exact weet hoe deze opgelost moet worden. Ook kan de operateur op een dergelijk moment twijfelen over de uitkomst van de operatiehandeling. In fragment 7 zijn de operateur en de assistent bezig met de operatiehandeling: ‘plaatsen definitieve cup’. Zo doet de operateur in regel 848 een request for confirmation waarmee hij duidelijk maakt dat hij een bevestiging nodig heeft met betrekking tot zijn handeling (‘zo he’). De assistent reageert hier vervolgens in regel 850 bevestigend op, waarna de operateur zijn handelen weer vervolgt.

Een andere communicatieactie die opvalt, is de actie niet-functioneel. Deze communicatieactie wordt in complexiteitscategorie drie nog wel veelvuldig gebruikt, terwijl deze actie niet of nauwelijks meer voorkomt bij de complexiteitscategorieën vier en vijf. Een reden hiervoor kan zijn dat de leden van het operatieteam cognitief zwaarder belast zijn bij deze laatstgenoemde complexiteitscategorieën, waardoor zij hun aandacht bij de operatieve taak houden.

43 Kortom, wanneer blijkt dat een lid van het operatieteam een van bovenstaande communicatieactie uit (of juist niet meer uit, zoals een niet-functionele actie), kan dit een teken zijn dat de desbetreffende operatiehandeling als complex ervaren wordt.

4.3.1.3 Operatie met twee experts

Bij de operatie met twee experts komen in totaal 505 communicatieacties voor. In de vorige paragraaf is duidelijk geworden dat er een verband is tussen de mate van complexiteit ervaren en de soort communicatieactie (p = 0,00) en dat dit een grote samenhang heeft (r = 0,9). In tabel 7 is te zien hoe vaak de communicatieacties voorkomen per waargenomen complexiteitscijfer.

Totaal aantal communicatieacties per complexiteitscijfer Complexiteitscijfer 1 2 3 4 5 41 (8%) 217 (43%) 128 (25%) 53 (11%) 66 (13%)

Tabel 7 - Functionele communicatie bij complexiteit ervaren

Uit tabel 7 is af te lezen dat de meeste communicatieacties voorkomen bij complexiteitscategorie twee (43%) en dat ook bij deze operatiesetting geen dalend of stijgend patroon tussen het aantal communicatieacties en de vijf complexiteitscategorieën aanwezig is. Zo neemt het aantal communicatieacties in complexiteitscategorie vijf weer toe vergeleken met het aantal communicatieacties in complexiteitscategorie vier.

In de volgende figuren is te zien welke communicatieacties voorkomen gedurende de verschillende complexiteitscategorieën.

44

Figuur 9 - Communicatieacties bij operatiehandelingen met complexiteitscijfer één

Bij operatiehandelingen die beoordeeld zijn met complexiteitscijfer één komt één specifieke communicatieactie naar voren, namelijk: de actie niet-functioneel.

45

Figuur 10 - Communicatieacties bij operatiehandelingen met complexiteitscijfer twee

Bij operatiehandelingen die beoordeeld zijn met complexiteitscijfer twee komt wederom één communicatieactie specifiek naar voren, namelijk: de actie ‘niet-functioneel’. Andere communicatieacties die in aantal toenemen zijn: ‘verzoeken’, ‘constateren’ en ‘bevestigen’.

46

Figuur 11 - Communicatieacties bij operatiehandelingen met complexiteitscijfer drie

Hoewel deze actie in mindere mate voorkomt dan de voorgaande complexiteitscategorie, komt de communicatieactie ‘niet-functioneel’ wederom het vaakst voor bij operatiehandelingen die beoordeeld zijn met complexiteitscijfer drie. Communicatieacties zoals ‘verzoeken’, ‘verklaren’, ‘request for confirmation’, ‘repair’ en ‘bevestigen’ nemen in aantal toe.

47

Figuur 12 - Communicatieacties bij operatiehandelingen met complexiteitscijfer vier

Bij operatiehandelingen de beoordeeld zijn met complexiteitscijfer vier is één communicatieactie in opkomst, namelijk: de actie ‘overeenstemmen met resultaat na handelen’. Ook ‘beoordelen tijdens handelen’ neemt in aantal toe, terwijl de actie ‘niet-functioneel’ sterk in hoeveelheid is afgenomen.

48

Figuur 13 - Communicatieacties bij operatiehandelingen met complexiteitscijfer vijf

Vergeleken met operatiehandelingen die beoordeeld zijn met complexiteitscijfer vier, komen bij operatiehandelingen die beoordeeld zijn met complexiteitscijfer vijf meer communicatieacties voor. Bij deze complexiteitscategorie is geen enkele communicatieactie die er echt uitspringt. Veel acties die voorkomen in deze complexiteitscategorie zijn: ‘request for information’, ‘repair’, ‘overleggen’, ‘opmerken’, ‘bevestigen’ en ‘beoordelen tijdens handelen’. De communicatieactie ‘niet-functioneel’ komt helemaal niet meer voor. Dat de communicatieactie ‘request for information’ bij dit complexiteitsniveau voorkomt, is in overeenstemming met de theorie van Grint (2005). Ook hier kan een probleem zich voordoen waarvan vooraf lastig te bepalen is wat de oplossing ervan is.

Samenvatting

Bij dit ervaringsniveau is er een significant verband (p = 0,00) tussen de mate van complexiteit ervaren en de soort communicatieactie gevonden. Deze acties worden hieronder samengevat. Bij de operatie met experts komen verschillende communicatieacties voor die een complexe situatie markeren. De communicatieactie ‘beoordelen tijdens handelen’ neemt in aantal toe naarmate het

49 waargenomen complexiteitsniveau ook toeneemt. Vooral bij operatiehandelingen die beoordeeld zijn met complexiteitscijfer vier en vijf komen relatief meer beoordelingen tijdens het handelen naar voren vergeleken met de operatiehandelingen die beoordeeld zijn met complexiteitscijfer één, twee of drie. Een voorbeeld van de communicatieactie ‘beoordelen tijdens handelen’ is:

600 A Nice 601 (0.5) 602

O Huh

603

(0.5)

604

A Mooi

605

(0.5)

606

O Ja eh

Fragment 8 - Communicatieactie beoordelen tijdens handelen

In fragment 8 zijn de operateur en de assistent bezig met het proefpassen en het bepalen van de definitieve maat. In regel 600 beoordeelt de assistent de handeling van de operateur met ‘nice’. Een dergelijke beoordeling wordt geuit gedurende het uitvoeren van een operatiehandeling waardoor de indruk wordt gewekt dat de handeling op de juiste wijze uitgevoerd wordt. De operateur verstaat in eerste instantie niet wat de assistent zegt, maar na een herhaling van de assistent is de operateur het met de beoordeling van de assistent in regel 606 eens en voltooid hij zijn handelen.

De communicatieactie ‘opmerken’ komt in mindere mate voor bij operatiehandelingen die beoordeeld zijn met complexiteitscijfer één, twee, drie of vier. Bij operatiehandelingen met waargenomen complexiteitscijfer vijf worden relatief meer opmerkingen gemaakt. Een voorbeeld van deze communicatieactie is:

634 A hebben daar nog iets van een bloeding

635 (3.2)

Fragment 9 - Communicatieactie opmerken

In fragment 9 komt de assistent erachter dat het operatiegebied nog niet goed genoeg is, waarna het zojuist ontstane probleem (‘hebben daar nog iets van een bloeding’) opgelost moet worden. Door het maken van een opmerking laat de assistent in dit geval de andere leden van het operatieteam merken dat er of op een probleem wordt gestuit of dat hij ergens tegenaan loopt, voordat verder gegaan kan worden met de operatie.

Een andere opvallende categorie is de categorie ‘overeenstemmen met resultaat na handelen’. Deze actie komt voornamelijk voor bij operatiehandelingen die beoordeeld zijn met complexiteitscijfer

50 vier, terwijl deze actie in mindere mate voorkomen bij de overige complexiteitscategorieën. Een voorbeeld van deze communicatieactie is:

897 A Klopt maar

898 (4,0)

899 Als je naar links kijkt dan zeg je centrum voor 2

900 staat nog (…) ja oke

901 (3,0)

902 O Rechts was wel ietsjes korter zeggen ze

903 (0,5)

904 A Ja ja (gemompel)

Fragment 10 - Communicatieactie overeenstemmen met resultaat na handelen

Gedurende overeenstemmingen tijdens het handelen, beoordelen de leden van het operatieteam hun handelingen met elkaar. Op een dergelijk moment kan op een complexe situatie gestuit worden waar beide chirurgen hun aandacht bij moeten hebben. Bij fragment 10 zijn de operateur en de assistent bezig met de operatiehandeling ‘beoordelen proefprothese + ofsett hals (trunion)’. In regel 899 beoordeelt de assistent de huidige situatie waarna de operateur in regel 902 hierop ingaat. Samen beoordelen ze de situatie, waarna verder gegaan kan worden met de operatiehandeling. Als laatste valt de communicatieactie ‘verzoeken’ op. Deze actie komt gedurende alle complexiteitscategorieën voor, maar deze komt vaker voor bij de waargenomen complexiteitscijfers twee en drie dan bij operatiehandelingen die beoordeeld zijn met complexiteitscijfer vier en vijf. Een voorbeeld van deze communicatieactie is:

92 O Ja hier nog eventjes ja

93 (1.6)

94 En hier nog even

95 (1.1)

Fragment 11 - Communicatieactie verzoeken

Gedurende verzoeken kan een lid van het operatieteam iemand verzoeken een bepaalde handeling