• No results found

6. Zorgethische inzichten ten aanzien van het overheidsbeleid

7.5 Naar een sociale infrastructuur voor opvoedpraktijken

7.5.3 Sociaal Leren

Al eerder werd door van der Pas (2003) en door Tonkens (2014) aangegeven dat respectievelijk ouderschap en actief burgerschap geleerd moet worden. Het is geen vanzelfsprekendheid dat mensen dit zo maar beheersen. In de VS heeft het Institute for Research on Learning (IRL) onderzoek gedaan naar de vraag wat leren eigenlijk is. Op basis van zeer uiteenlopend, vooral etnografisch veldwerk in werksituaties en in educatieve leeromgevingen, heeft het Institute zeven leerprincipes geformuleerd (Henschel, 1999):

Ouderschap en Opvoederschap. Gezinsopvoeding of Staatsopvoeding? Pagina 79

- Leren is fundamenteel sociaal. Leren is meer dan het verwerven van kennis en omvat ook interactie met anderen om kennis uit te wisselen en samen te werken. Omdat tijdens dit proces een gezamenlijke identiteit groeit, is dit proces zowel uitdagend als krachtig.

- Kennis is een integraal onderdeel van het leven van een gemeenschap. Als mensen waarden, perspectieven, praktijken van handelen delen en ontwikkelen, creëren ze communities of practice.

- Leren is een daad van participatie. De motivatie om te leren ligt in de wens om deel te nemen aan een communitie of practice.

- Weten hangt af van betrokkenheid in een praktijk. Mensen verzamelen kennis als ze

observeren en participeren in een verscheidenheid aan situaties en activiteiten. De diepgang van deze kennis hangt af van de intensiteit van hun betrokkenheid.

- Betrokkenheid is onlosmakelijk verbonden met het vermogen om te handelen. Mensen ervaren hun identiteit in termen van hun vermogen om bij te dragen aan en invloed uit te oefenen binnen de gemeenschappen waarvan ze deel uitmaken.

- De afwezigheid van leren is vaak het resultaat van uitsluiting van participatie. Leren vereist toegang tot een communitie of practice en de mogelijkheid om te kunnen bijdragen.

- Mensen zijn van nature levenslange leerders. Leren is als ademen, we kunnen het niet laten. We leren allemaal wat er nodig is om te participeren in de communities of practice waartoe we willen behoren.

Deze visie op leren sluit goed aan op de begrippen bridging en linking van Putnam en oikos van Klamer. Ze sluit ook goed aan op zorgethische inzichten over het belang van concrete praktijken en de inbreng van verschillende perspectieven, waaronder die van ervaringsbetrokkenen.

Een wijk of buurt kan gezien worden als een community of practice die gevormd wordt door gezinnen, burgerinitiatieven, professionals en lokale overheid.

Wildemeersch (2001, 1995) zegt daarover dat sociaal leren, oftewel collectief leren en communities of practice, een model is om met en van anderen te leren. Sociale leerprocessen kunnen getypeerd worden als processen waarbij verschillende actoren in overleg treden om oplossingen te zoeken voor concrete uitdagingen. Kenmerkend is dat de verschillende actoren slechts op onderdelen

gemeenschappelijke belangen hebben. Het is op die onderdelen dat het leren in sociaal verband mogelijk is. In dit geval is ondersteuning bij de opvoeding van kinderen die bijdraagt aan

wenselijke opvoeding het gedeelde belang. Doordat overheid, burgers en professionals met diverse achtergrond samen om de tafel zitten en het vraagstuk vanuit verschillende perspectieven belichten, wordt beter recht gedaan aan de veelkleurigheid en complexiteit en worden zowel specialistische kennis, ervaringskennis en bestuurlijke verantwoordelijkheid erkend. De eigen concrete

opvoedpraktijk en opvoedomgeving is wat de diverse actoren verbindt en motiveert om bij te dragen aan de community. Doordat sprake is van een leerproces wordt voortdurend afgestemd en bijgesteld. Een visie op wenselijke opvoeding en ondersteuning bij de opvoeding van kinderen die bijdraagt

Ouderschap en Opvoederschap. Gezinsopvoeding of Staatsopvoeding? Pagina 80

aan wenselijke opvoeding, een waardehiërarchie en constituerende regels die borgen dat de waardehiërarchie ook kan worden nageleefd, zijn onderwerpen die besproken worden aan de hand van de concrete praktijk. Het doet recht aan de constatering dat wenselijke opvoeding en wenselijke opvoedingsondersteuning sociale constructen zijn die in de tijd steeds bijgesteld moeten worden. Het sluit aan op de opvatting dat overheid en professionals, gezinnen en samenleving, gezamenlijk een verantwoordelijkheid hebben met betrekking tot het grootbrengen van kinderen. Zorgethiek onderstreept het belang van de concrete praktijken in hun specifieke situatie en context en de erkenning van ervaringsdeskundigheid naast die van specialisten.

Wildemeersch (2001): Sociaal leren is het leren functioneren van groepen of sociale verbanden, in nieuwe, onverwachte, onzekere en moeilijk te voorspellen omstandigheden. Het is gericht op het oplossen van onvoorziene contextproblemen en wordt gekenmerkt door een optimaal gebruik van het probleemoplossend potentieel dat in die groep of in dat sociale verband aanwezig is. Om die reden is het sociaal leren een competentiebenadering en geen deficiëntiebenadering. Het sociaal leren is kritisch reflexief, met andere woorden is gebaseerd op het in vraag stellen van

achtergronden en uitgangspunten van de vertrouwde probleemdefinities; het is interactief en communicatief, wat betekent dat maximaal gebruik wordt gemaakt van de dialoog tussen betrokkenen; het is handelings- en ervaringsgericht, of het is gefundeerd in het principe van reflectie-in-actie; en tenslotte is het interdisciplinair, omdat de oplossing van relatief complexe problemen de samenwerking van een diversiteit aan deskundigen veronderstelt.

Eerder is geconstateerd dat verstatelijking, vermarkting en een burgersamenleving gebaseerd zijn op onderscheiden onderliggende waarden. Daardoor is de transitie van een verzorgingsstaat naar een participatiesamenleving een grote stap en zal het resultaat teleurstellend zijn als vastgehouden wordt aan de verkeerde waarden, of onvoldoende duidelijk is dat waarden conflicteren en er daardoor voortdurend tegenstellingen ontstaan die de samenwerking tussen overheid en burgers in de weg zit. De genoemde transitie is complex, ondersteuning bij de opvoeding van kinderen die bijdraagt aan wenselijke opvoeding is complex zoals we hebben gezien en beide gecombineerd overstijgt de transitie en vraagt een transformatie van het sociaal domein.

Sociaal leren en het vormen van buurt- of wijkgerichte communities of practice biedt een model waarmee het mogelijk is om deze transformatie vorm te geven. Het helpt de locale overheid om ondersteuning bij de opvoeding van kinderen die bijdraagt aan wenselijke opvoeding voortdurend af te stemmen op de behoefte van gezinnen, maatschappelijke initiatieven en professionals. Het zorgt er ook voor dat overheid en burger voortdurend met elkaar in contact zijn en dat de overheid niet hoeft te kiezen tussen afstand betrachten óf betrokkenheid tonen, op een continuüm tussen beide polen kan gedoseerd en situationeel positie gekozen worden. Vanuit solidariteit met burger en professional kan de overheid continue betrokkenheid en medeverantwoordelijkheid tonen waarbij eigen kracht en zelfredzaamheid waar mogelijk gestimuleerd, ondersteund en gefaciliteerd worden

Ouderschap en Opvoederschap. Gezinsopvoeding of Staatsopvoeding? Pagina 81

en waar nodig ook ingegrepen en gecorrigeerd wordt, want als de overheid geen aandacht besteed aan kindermishandeling bewijst ze de gezinnen een slechte dienst.