• No results found

Willy Brandt. Die Biographie

Gregor Schöllgen, Propylaen Verlag, Berlin / München 2001

J E R O E N B U L T

Gerhard Schröderis aan zijn tweede ambtster­ mijn begonnen. Maar de feestvreugde van 22 september jl., toen de SPD de parlementsverkie­ zingen slechts met de kleinst mogelijke meer­ derheid won, heeft inmiddels plaatsgemaakt voor een wijdverbreid pessimisme. De Duitse kiezer voelt zich bedrogen, omdat Schröder c.s. zich totaal geen raad weten met de hardnekkige economische crisis, waarin Duitsland steeds die­ per wegzakt. Bovendien behaalden de sociaal-de- mocraten de verkiezingszege eerder ondanks dan dankzij Schröder en konden zij slechts door het onverwacht grote succes van Joschka Fischers Grünen aan de macht blijven. Op Euro­ pees niveau stemt het beeld al evenmin vrolijk. De Europese sociaal-democratie incasseerde in 2002 een reeks van pijnlijke electorale afstraffin­ gen op rij en lijkt aan complete desoriëntatie onderhevig. Hoe kan zij weer bij die verwende diva — de kiezer — in de gunst komen? Groot is dan ook de heimwee naar de legendarische kop­ stukken van weleer: Joop den Uyl, Bruno Kreisky, Olof Palme, Mario Soares en Anker Jor- gensen. In het sPD-hoofdkwartier zal men met weemoed terugdenken aan de gloriedagen van

Over de auteur Jeroen Bult is historicus en publicist.

Hij is gespecialiseerd in de geschiedenis van het no-oorlogse Duitsland

grote leiders als Helmut Schmidt en — vooral — Willy Brandt. Over deze laatste is een schitte­ rende biografie verschenen, die menig sociaal­ democraat wellicht enige troost kan bieden.

De historicus Gregor Schöllgen, hoogleraar Nieuwe Geschiedenis aan de universiteit van Er­ langen en auteur van gezaghebbende werken als

Die Macht in der Mine Europas (1992) en Die Au- jienpolitikderBundesrepublikDeutschland (1999),

schreef een zeer lezenswaardig overzicht van het avontuurlijke leven van deze geliefde, maar door het behoudende deel der natie vaak verguisde politicus, dat vele hoogte- en dieptepunten kende. Wat Brandt immer tot een favoriet me- dia-object heeft gemaakt, is zijn afwijkende le­ vensloop. De in 1913 te Lübeck geboren Herbert Ernst Karl Frahm, onwettig kind van Martha Frahm — op haar beurt eveneens geboren uit een buitenechtelijke relatie — en een onbe­ kende vader (mogelijk ene John Möller uit Ham­ burg), toonde zich al op jonge leeftijd politiek geëngageerd. Hij maakte geen geheim van zijn journalistieke aspiraties en trad in 1930 toe tot de SPD, om deze partij al weer een jaar later de rug toe te keren. Volgens Schöllgen is het niet helemaal duidelijk, waarom hij de s p dinruilde voor de onbeduidende Sozialistische Arbeiterpanei

Deutschlands (s a p), maar mogelijk houdt het ver­ band met een zich ontluikend conflict met zijn

9 3

B O E K E N Jeroen Bult bespreekt W illy Brandt. Die Biographie

9 4

leermeester Julius Leber. Voorts kreeg de jonge Herbert Frahm tijdens een reis door Scandinavië een zeer positief beeld van met name de Noorse sociaal-democratische partij, die in tegenstelling tot de SPD, nog niet aan vergaderzucht ten prooi zou zijn gevallen. Het communisme was voor hem echter een brug te ver.

Toen de Nazi’s in januari 1933 de macht over­ namen en een begin maakten met het funderen van hun barbaarse dictatuur, besefte de jonge so­ cialist dat hij serieus gevaar liep. Drie maanden laterweekhij uit naar Noorwegen, dat zijn tweede vaderland zou worden. Hij bediende zich hier van de naam Willy Brandt, een pseudoniem dat hij vlak voor zijn vertrek uit Duitsland al eens had gebruikt tijdens een riskante reis naar een SAP-bijeenkomst in een voorstad van Dres- den. Hier werd besloten dat Brandt als agent van de SAP in Noorwegen zou fungeren, maar na­ dien zou hij zich voornamelijk concentreren op zijn werkzaamheden als journalist / publicist en zou hij ook voor de Noorse Arbeiderspartij gaan werken. De Duitse bezetting van Noorwegen in april 1940 impliceerde het einde van zij n bohé- mien-bestaan aldaar; Brandt moest de w ijk ne­ men naar het neutrale Zweden (waar hij regel­ matig in de clinch lag met de autoriteiten).

Gedurende zijn Exil-Zeit zou Brandt geleide­ lijk onderkennen dat er voor een derde linkse stroming tussen sociaal-democratie en commu­ nisme geen plaats was — eind 1944 besloot de SAP in Stockholm op te gaan in de s p d. Brandt reisde na de geallieerde overwinning op Nazi- Duitsland terug naar zij n geboorteland om ver­ slag te doen van het proces in Nürnberg en ging voor de Noorse militaire missie in Berlijn wer­ ken (hij was nog Noors staatsburger). Inmiddels had hij besloten carrière te maken in de SPD, die graag gebruik wilde maken van zijn goede con­ tacten met de geallieerden. Schöllgen geeft een adequaat, maar ietwat plichtmatig overzicht van Brandts politieke loopbaan, die al spoedig in een stroomversnelling kwam; afdelingsvoorzitter van de s p din Berlijn-Wilmersdorf, lid en daarna voorzitter van het Berlijnse Huis van Afge­ vaardigden en Regenerender Oberbürgermeister in

1957. In die laatste functie werd hij zeer geliefd bij een breed publiek, temeer daar hij zich gedu­ rende de Berlijn-crisis van 1958-19 61 als een overtuigend leider opstelde. De kwetsbaarheid van zijn stad deed Brandt inzien dat militaire steun van het Westen onontbeerlijk was, doch ook voor de Bondsrepubliek als zodanig. Schöll­ gen noemt Brandt zelfs een heimelijke bewon­ deraar van kanselier Adenauer en diens politiek van Westbindung en schetst hem als één der drij­ vende krachten achter het roemruchte Bad Go- desberg-programma, waarmee de s p dzich in november 1959 definitief tot de idee van West- Duitse integratie in n a v o (en e e g) bekeerde.

OSTPOLI TI K

Des te groter was Brandts teleurstelling, toen bleek dat de Westerse partners in augusms 1961 geen actie wensten te ondernemen tegen de bouw van de Muur door de Oost-Duitse auto­ riteiten. Deze frustratie en het besef dat de Bondsrepubliek zich in toenemende mate iso­ leerde binnen de n a v o, omdat de regerende CDU niets wilde weten van détente met het Sov- jet-blok, waarnaar de bondgenoten o.l.v. de Vere­

nigde Staten in de jaren ’6o zouden streven, vormden de grondslag voor de Ostpolitik. Dit be­ grip is naderhand een synoniem geworden voor de figuur Willy Brandt zelf. Drijvende kracht was echter Egon Bahr, die tijdens een lezing in Tutzing in juli 1963 zijn fameuze concept van

Wande] durch Annahening uiteenzette. Het reali­

seren van de Duitse hereniging veronderstelde allereerst medewerking — en geen uitsluiting — van Moskou. Men diende door middel van hechtere coöperatie het vertrouwen der Oost- Europese machthebbers te winnen, opdat deze het verantwoord zouden achten hun greep op bevolking en economie te verminderen en geen moeite meer zouden hebben met een opening van de grenzen met het Westen. De status quo in Europa diende dus te worden erkend, teneinde deze uiteindelijk te kunnen opheffen. Als Brandt, na in zowel in 19 61 als in 19 6 5 de verkie­ zingen te hebben verloren van de c d u, alsnog de

B O E K E N

Jeroen Bult bespreekt Willy Brandt. Die Biographie

overstap van Berlijn naar Bonn heeft gemaakt, zal hij als minister van Buitenlandse Zaken in de

GrafieKoalirion (i966-‘6g) enkanseliervan de

SPD/FDP-coalitie (i9 6g-‘7 4) dit concept in prak­ tische politiek vertalen door in achtereenvol­ gens Moskou, Warschau (zijn ontroerende knie­ val aldaar staat menigeen nog steeds in het ge­ heugen gegrift), Oost-Berlijn en Praag de zg. Ost-

vertrdge te ondertekenen. De CDU-oppositielaat

ook nu niet na een felle Dijfamierungskampagne tegen Brandt te beginnen, daarbij bewust refere­ rend aan diens verleden als vluchteling en Noors staatsburger,

Vanuit het perspectief van die tijd kan de Ost-

politik als een noodzakelijke ontwikkeling wor­

den beschouwd, maar achteraf gezien is de con­ clusie gerechtvaardigd, dat zij te ver is doorge­ schoten en slechts een bescheiden bij drage aan de erosie en ineenstorting van het communisme en dus aan de nationale hereniging heeft gele­ verd; Adenauers Westbindung is dienaangaande van groter belang geweest. Veel sPD-ers liepen te hard van stapel in hun toenaderingspogingen tot het oosten en negeerden de opkomende dis­ sidentenbewegingen met opzet — men mocht de communistische machthebbers omwille van de détente immers vooral niet voor hoofd sto­ ten! Met name in jaren ’8 o nam dit absurde vor­ men aan, toen de oppositionele SPD op eigen houtje 'samenwerkingsverdragen’ met het Ho- necker-regime zou gaan sluiten. Schöllgen ziet Brandts ondersteuning van deze initiatieven te­ recht als een smet op diens loopbaan, maar vindt dat hij zich in igSg/’go, toen hij, in tegenstelling tot veel partijgenoten, hartstochtelijke plei­ dooien hield voor de hereniging met Oost- Duitsland en voor een (blijvende) hechte inte­ gratie van Bondsrepubliek in de Westerse samenwerkingsverbanden, ruimschoots heeft gerevancheerd. Kanselier Kohl zou zich zelfs herhaaldelijk van zijn adviezen bedienen.

Schöllgen meent dat Brandt zich nooit werke­ lijk heeft thuis gevoeld in de landelijke politiek en zijn aftreden als kanselier derhalve zelfs als

een zekere bevrijding ervoer. Het is inderdaad opmerkelijk, hoe snel hij aftrad, toen zijn ver­ trouweling Günter Guillaume eind april 1974 werd gearresteerd op verdenking van spionage voor de DDR. De auteur is er overigens niet hele­ maal in geslaagd deze Guillaume-affaire op een heldere en compacte manier te beschrijven. Hiervoor kan men zich beter tot de nestor van de Duitse politieke geschiedschrijving, Arnulf Ba- ring, wenden.(1) En dat Helmut Schmidt mssen de regels door als een notoire machtswelluste­ ling wordt gekarakteriseerd, mag ook enigszins storend worden genoemd. Men zou zich zelfs kunnen afvragen, of Schmidt bij nader inzien niet veel geschikter was voor het zware ambt van bondskanselier dan Brandt. Deze zou zich na zijn resignatie in zijn hoedanigheid als voor­ zitter van de s p D, van de Socialistische Interna­ tionale en van de zg. Brandt Committee (een prestigieuze Noord/Zuid-werkgroep) weer vol overgave storten op het reizen en het publice­ ren. De auteur weet op fraaie wijze te betogen dat deze reis- en schrijflust voor Brandt altijd een manier is geweest om problemen op poli­ tiek en persoonlijk vlakte ontwijken ('Eskapis- mus’). Deze verdieping in de psyche van Brandt is zondermeer de sterkste kant van het boek.

Ondanks al zijn tekortkomingen, naïviteit en nonchalance, zo laat Schöllgen ons zien, was Brandt een staatsman van groot formaat. Hij wist de Bondsrepubliek een moreel gezicht te geven en droeg sterk bij aan haar politieke emancipatie in de internationale gemeenschap. Misschien hebben degenen die nostalgische ge­ voelens koesteren toch gelijk: politici van het ka- liber-Willy Brandt bestaan niet meer.

Noten

1. Zie bij V.: A. Baring, Es lebe die Republik, es lebe Deutschland.', EconTasdienbuch Verlag, München 2000, pp.180-227.

9 5

S & D P OL E M I EK

1. Wijne VS. Nauta en Tromp

In het vorige nummer

(s& d, 1 2 ,2 0 0 2 )

besprak Lolle Nauta op kritische wijze het

proefschrijt van Bart Tromp over ‘het sociaal-democratisch program’. Johan Wijne

reageert nu op het dispuut dat het samenstellen van beginselprogramma’s, volgens

hem systematisch, vergezelt.

96

Liever populisme dan een