• No results found

2.4 Disclosure index

2.4.2 De selectiecriteria voor de ontwikkeling van een disclosure index

Hoogendoom et al. (2001) definieert kwaliteit als “het voldoen aan de eisen en verwachtingen van de gebruiker.” Knoops (2001) geeft aan dat uit het rapport van het Limperg Instituut blijkt dat de kwaliteit van de externe verslaggeving van belang is voor belanghebbenden, om tot een goed oordeel te komen over de financiële situatie van de onderneming.

Om tot goede kwaliteitscriteria te komen moet er rekening worden gehouden met een drietal bronnen:

- nationale en internationale wet- en regelgeving: het gaat hier om richtlijnen van het Burgerlijk Wetboek deel 2, titel 9: Richtlijnen voor de jaarverslaggeving;

- internationale studierapporten: the corporate report, making corporate reports valuable, the future shape of financial reports, improving business reporting, information to be included in the annual report to shareholders;

- criteria voor de verslaggevingspijzen: the Annual Report Awards (Australië), Annual Report Awards (Canada) Henri Sijthoff-prijs (Nederland), Award of Excellence in Corporate Reporting (VS), Merkurpreis (Zwitserland), Prijs voor de beste financiële informatie (European Federation of Financial Analysts).

Dit onderzoek beperkt zich tot de kwaliteitscriteria die betrekking hebben op Nederland. De Nederlandse wet- en regelgeving en de Henri Sijthoff-prijs worden verder toegelicht.

De voorschriften van de Nederlandse wet- en regelgeving staan beschreven in paragraaf 2.3.1. De criteria van de Henri Sijthoff-prijs worden hieronder uiteengezet.

Criteria van de Henri Sijthoff-prijs

De Henri Sijthoff-prijs wordt jaarlijks uitgereikt door het Financieel Dagblad. De prijs gaat naar ondernemingen, die inzichtelijke informatie en financiële verslaggeving rapporteren (Henri Sijthoff-prijs, 2012). Een onafhankelijke jury geeft een oordeel op grond van een aantal criteria. Over de risicoparagraaf in het bestuurverslag wordt geschreven, dat de stakeholders een goed inzicht moeten krijgen in het risicoprofiel van de onderneming. De onderneming dient de risico’s onder te verdelen in: marktrisico’s, operationele risico’s en overige risico’s. De toelichting dient kwalitatief en kwantitatief te zijn. Er moet ook aangegeven worden hoe deze risico’s beheerst worden, eventueel door middel van een scenarioanalyse. Ook juridische claims moeten worden vermeld en aanbevolen worden om inzicht in de verzekeringen te krijgen (Henri Sijthoff-prijs, 2012).

36 2.4.3 De ontwikkeling van een disclosure index

De selectiecriteria uit paragraaf 2.4.1 en paragraaf 2.4.2 worden meegenomen bij het ontwikkelen van de disclosure index. Er is geen wegingsfactor toegekend, omdat er geen onderzoek is verricht (bijvoorbeeld d.m.v. een enquête) om te achterhalen welke informatie over risico’s de belanghebbenden preferen boven andere informatie. Ook de theoretische kennis over risicomanagementsystemen en de corporate governance code worden meegenomen. Er wordt gebruik gemaakt van een index score waar de waarde 0 wordt toegekend wanneer informatie niet aanwezig is en de waarde 1 wordt toegekend wanneer de informatie wel aanwezig is.

Algemene rapportage over risico’s

1. In het jaarverslag is een aparte risicoparagraaf opgenomen.

Het directieverslag dient volgens de Henri Sijthoff-prijs, (2012) toelichting te geven op de relevante aspecten van de risicoparagraaf.

2. In het jaarverslag worden de belangrijke risico’s beschreven waaraan de onderneming is blootgesteld.

De wetgeving schrijft het volgende in artikel 2:392 lid 1: “het jaarverslag moet een beschrijving van de voornaamste risico’s en onzekerheden geven waarmee de rechtspersoon wordt geconfronteerd.”

3. De risico’s worden ondernemingsspecifiek beschreven.

Het COSO model en het ERM model van Emanuels (2006) geven beiden aan dat de risico’s gekoppeld moeten worden aan de doelstellingen van de onderneming. Deze doelstellingen zijn ondernemingsspecifiek.

4. Er wordt duidelijk uitgelegd wat de impact van het risico is.

“De verslaggeving dient voor de diverse doelgroepen, zoals investeerders, werknemers en

overige belanghebbenden, zowel kwalitatief als kwantitatief een zo groot mogelijke

transparantie te verschaffen over de gang van zaken. In het algemeen geldt dat hiermee zoveel mogelijk inzicht geboden moet worden over de ‘kansen en risico’s’ voor de

onderneming.” Henri Sijthoff-prijs (2012). Ook het COSO model en Emanuels geven aan dat de kans maal de impact moet worden vastgesteld. Dit is nodig om te bepalen of en hoeveel beheersingsmaatregelen voor een bepaald risico genomen moeten worden of dat risico’s geaccepteerd worden.

Corporate governance code

5. De corporate governance code wordt genoemd in het jaarverslag

Er moet worden gerapporteerd waarom men bepaalde regels van de corporate governance code niet uitvoert (Henri Sijthoff-prijs, 2012).

Daarnaast schrijft de Governancecode Woningcorporaties voor dat “de hoofdlijnen van de governancestructuur van de woningcorporatie worden, mede aan de hand van de principes die in deze code zijn genoemd, in een apart hoofdstuk in het jaarverslag uiteengezet. Indien zich geen ingrijpende wijzigingen in de governance hebben voorgedaan ten opzichte van het voorafgaande verslagjaar wordt volstaan met het beschrijven van de wijzigingen.” (Governancecode Woningcorporaties, 2011).

Risicomanagementsysteem

6. De opzet en werking van een systeem voor risicobeheersing wordt beschreven

“In de woningcorporatie is een op de woningcorporatie en haar bedrijfsvoering toegesneden interne risicobeheersings- en controlesysteem aanwezig. Als instrumenten gebruikt zij in ieder geval een systeem van periodieke monitoring en rapportering.” (Governancecode

37 Woningcorporaties, 2011). Het COSO model en het ERM systeem van Emanuels (2006) zijn voorbeelden van systemen voor risicobeheersing.

Financiële instrumenten met de bijhorende risico’s

Het gaat hier over de verslaggeving en beheersing van financiële instrumenten.

7. Er wordt gerapporteerd over de renterisico’s: het risico dat wordt gelopen over de

rentedragende vorderingen en schulden. Bij variabele renteafspraken wordt een risico gelopen ten aanzien van de toekomstige kasstromen. Bij vaste renteafspraken wordt een risico gelopen over de marktwaarde van de huidige leningen (Stichting Oost Flevoland, jaarverslag 2011);

8. Er wordt gerapporteerd over de liquiditeitsrisico’s: het niet kunnen voldoen aan

directe verplichtingen;

9. Er wordt gerapporteerd over de valutarisico’s: het risico dat gelopen wordt doordat er

wordt gehandeld in een andere valuta, dit heeft invloed op de winst- en verliesrekening of de balans;

10. Er wordt gerapporteerd over de kasstroomrisico’s: het betreft hier de variabele rente

van een lening die niet wordt afgedekt met een rente-instrument, hierdoor loopt de organisatie risico t.a.v. de toekomstige kasstromen (Stichting Oost Flevoland & Stichting Vitalis Sociale Woonvormen, jaarverslag 2011);

11. Er wordt gerapporteerd over de derivatenrisico’s: het risico dat wordt gelopen bij

financiële producten die corporaties verzekeren tegen rente(stijgingen)/ renteschommelingen op toekomstige leningen;

12. Er wordt gerapporteerd over de kredietrisico’s: het risico dat de huurder niet kan

voldoen aan haar verplichtingen.

De wetgeving artikel 2:392 lid 1 schrijft het volgende over de toelichting van financiële instrumenten: “Ten aanzien van het gebruik van financiële instrumenten door de rechtspersoon en voor zover dat van betekenis is voor de beoordeling van zijn activa, passiva, financiële toestand en resultaat, de doelstellingen en het beleid van de rechtspersoon inzake risicobeheer, moeten worden vermeld” (Burgerlijk wetboek deel II).

“De risico’s dienen voor zover mogelijk zowel kwalitatief te worden beschreven als kwantitatief te worden toegelicht. Tevens dient daarbij te worden aangegeven welke

instrumenten worden gebruikt om de risico’s te beheersen. Dit kan door zowel het afdekken van marktrisico’s (bijvoorbeeld valutarisico’s, renterisico, wijzigingen in prijzen van grondstoffen etc.) als het verminderen van operationele risico’s door bijvoorbeeld interne controlemaatregelen en verzekeringen. Scenarioanalyses (bijvoorbeeld effecten van wijziging van rente, valuta, aandelenkoersen en andere factoren die voor het betreffende bedrijf van belang zijn) zijn hierbij essentieel. Ook de vermelding van de juridische claims vormt een onderdeel van deze paragraaf. De afhankelijkheid van bijvoorbeeld één product of van een grote cliënt op het bedrijfsresultaat dient te worden toegelicht. Een inzicht in verzekeringen wordt aanbevolen.” Henri Sijthof-prijs (2012).

Risico’s categorieën

Er wordt onderscheid gemaakt tussen operationele, strategische, reporting en compliance risico’s.

13. De operationele risico’s worden beschreven; 14. De reporting risico’s worden beschreven; 15. De strategische risico’s worden beschreven;

16. De compliance risico’s worden beschreven, waaronder het fiscale risico. 17. Financiële risico’s worden beschreven;

38 Deze splitsing is gebaseerd op de doelstellingen van het COSO model en het ERM systeem van Emanuels. Ook de Governancecode Woningcorporaties schrijft voor dat “risicoanalyse van de operationele en financiële doelstellingen van de woningcorporatie.” moet plaatsvinden. (Governancecode Woningcorporaties, 2011). De toelichting op deze doelstellingen is beschreven in paragraaf 2.3.3.1.

Specifieke risico’s van toepassing op woningbouwcoöperaties Er wordt onderscheidt gemaakt tussen:

18. Projectrisico’s: woningcorporaties hebben veel te maken met

nieuwbouwprojecten, dit heeft te maken met het mislukken van een dergelijk project;

19. Marktrisico’s (woningmarkt): het risico dat betrekking heeft op structurele

leegstand, doordat vraag en aanbod niet op elkaar aansluiten;

20. Frauderisico’s: het risico dat mensen in de organisatie ten onrechte geld en

middelen van de organisatie zich toe-eigenen;

21. Systeemrisico’s: dit heeft betrekking op de ICT-voorziening in de organisatie; 22. Personeelsrisico’s: hieronder valt o.a. het risico’s van ziekteverzuim en kennis; 23.Onderhoudsrisico’s: dit neemt toe wanneer het woningenbestand in leeftijd

toeneemt, het gaat hier om de uitvoering van het meerjarenonderhoudsprogramma en een juiste werking van het onderhoudsafhandelingssysteem;

24. Imagoschade risico’s: negatieve mediaberichten kunnen leiden tot minder verhuur

van woningen en leiden tot teruglopende resultaten;

25. Verkopen woningen: het risico dat woningen die verkocht mogen worden, niet

verkocht worden (Westland, jaarverslag 2011);

26. Vastgoedrisico: het risico dat vastgoed een negatieve invloed heeft op de

vermogenspositie;

27. Nakoming risico’s leveranciers: dat leveranciers hun afspraken niet nakomen;

Dit onderscheidt in risico’s is gebaseerd op de onderzoeken van Aedes en De Munnik (2010). Daarnaast wordt ook in het onderzoek van Craig et al. (2011) gebruik gemaakt van verschillende risicocategorieën toegespitst op de branche waarin onderzoek wordt verricht. Een overzicht van de index wordt weergegeven in bijlage 1.