• No results found

Hoofdstuk 5: Conclusies & aanbevelingen

5.2.3 Schending gelijkheidsbeginsel?

Met betrekking tot het gelijkheidsbeginsel is het lastig om een valide conclusie te trekken. Hierbij spelen twee aspecten een rol. Het is onmiskenbaar dat er invloed uitgaat van de slachtofferverklaring op de strafmaat. De slachtofferverklaring wordt in gepubliceerde jurisprudentie met grote regelmaat als strafverzwarende omstandigheid genoemd. Dat de slachtofferverklaring wordt gebruikt als strafmaat verhogende omstandigheid is gerechtvaardigd, indien deze ter zitting aan de rechter is voorgelegd. Maar leidt dit tot schending van het gelijkheidsbeginsel? Stel er worden twee mensen dood gereden op dezelfde plek in gelijke omstandigheden. De ene persoon is een asielzoeker zonder familie in Nederland, de ander is een moeder van drie kinderen. In het ene geval zijn er geen nabestaanden in Nederland en zit niemand in de zaal. In het andere geval zitten drie huilende kinderen in de zaal met foto’s van hun moeder die een verklaring afleggen en zit de zaal vol met pers. Hierbij zijn twee opvattingen denkbaar. De eerste opvatting is dat de strafzaken verschillend worden behandeld omdat ze niet gelijk zijn. In het ene geval zijn er nabestaanden die een verklaring afleggen in de procedure en in de andere zaak niet. Geen gelijke gevallen, dus geen schending van het gelijkheidsbeginsel. De rechter zal overigens om recht te doen aan de slachtoffers en nabestaanden bij de toepassing van de slachtofferverklaring als strafverzwarende omstandigheid altijd een individuele afweging moeten maken waarbij hij casuïstisch de verklaring weegt en voorkomen wordt dat een slachtofferverklaring als gestandaardiseerde strafverzwarende omstandigheid in het vonnis wordt opgenomen

Het is daarnaast verdedigbaar dat er wel sprake is van schending van het gelijkheidsbeginsel. Gesteld kan worden dat het gelijkheidsbeginsel zich uitstrekt tot de verdachte en het strafbare feit. De vraag of er nabestaanden zijn en deze en/of het slachtoffer een verklaring afleggen, is een aspect dat volkomen onafhankelijk is van de verdachte. Indien je vanuit deze visie naar het gelijkheidsbeginsel kijkt dan levert het meewegen van de slachtofferverklaring bij de strafmaat in strafverzwarende zin een ongeoorloofde schending van dit beginsel op.

129 Plasman, Adv.bl. 2017, afl. 7.

In de eerste visie is een verschil in strafmaat gerechtvaardigd en leidt niet tot schending van het gelijkheidsbeginsel aangezien het geen gelijke gevallen betreft. In de tweede visie kan er sprake zijn van ongeoorloofde verschillen en daarmee schending van het gelijkheidsbeginsel. Om deze conclusie te kunnen valideren moet worden vastgesteld of slachtofferverklaringen leiden tot een hogere straf. Gezien het geheim van de raadkamer kan simpelweg niet aan de rechters worden gevraagd in welke mate de slachtofferverklaring in een specifieke zaak tot een bepaalde strafmaat heeft geleid. Dit zou slechts kunnen worden vastgesteld op basis van een uitgebreide jurisprudentiestudie. Gezien het beperkte aantal gepubliceerde zaken en de relatief korte periode waarop het onbeperkt spreekrecht van toepassing is, is hierop thans op basis van openbare bronnen nog geen sluitend antwoord te geven.

5.3. Aanbevelingen

In aanvulling op bovenstaande conclusies heb ik twee aanbevelingen opgesteld in het hiernavolgende met betrekking tot aanpassingen van het spreekrecht. In de conclusies is naar voren gekomen dat er geen beoordelingskader is van het spreekrecht in het wetboek van strafvordering. Het zou de positie van het slachtoffer en de verdachte ten goede komen indien het spreekrecht een normatief kader zou krijgen in de wet, bijvoorbeeld in de vorm van een adviesrecht waarop door de rechter slechts gemotiveerd kan worden afgeweken. De verdachte en/of diens raadsman kunnen zich hierover gemotiveerd uitlaten. Op deze wijze weet het slachtoffer of de nabestaanden hoe de rechter hun verklaring beoordeelt en dat de rechter hun verhaal heeft gehoord en op juiste wijze heeft geïnterpreteerd. Op deze manier wordt eveneens voldaan aan het principe van hoor en wederhoor nu de verdachte en diens raadsman kunnen reageren op dit advies en daarmee op de verklaringen van het slachtoffer en/of nabestaanden. De totstandkoming van het nieuwe wetboek van strafvordering zou daar een goede gelegenheid voor zijn. Het zou een gemiste kans zijn voor de wetgever om deze mogelijkheid te laten liggen.

Mijn tweede aanbeveling ziet op schending van het beginsel van onschuldpresumptie door de komst van het onbeperkte spreekrecht. Het slachtoffer en/of nabestaanden doet uitlatingen over de verdachte op een moment waarop zijn schuld nog niet is komen vast te staan. Een eventuele oplossing hiervoor zou kunnen zijn door de rechten van het slachtoffer vorm te geven in een tweefasenproces waarbij eerst de schuld van de verdachte komt vast te staan, alvorens aan het slachtoffer het woord te geven. Zoals uiteengezet in par. 1.4. is in het kader van de invoering van de huidige regeling het voorstel tot het invoeren van een tweefasenproces komen te vervallen. Er zijn echter aanmerkingen te maken op de wijze waarop het thans vorm is gegeven. Het spreekrecht heeft een grote mate van effect/invloed op het strafproces middels de wijze waarop deze nu wordt toegepast. Verklaringen van slachtoffers en nabestaanden kunnen in strijd zijn met de presumptie van onschuld nu ten tijde van de uitoefening van het spreekrecht de eerste drie vragen van 350 Sv. nog niet zijn vastgesteld door de rechter. Een tweefasenproces waarbij het slachtoffer het woord krijgt nadat de rechter de schuld van de verdachte heeft vastgesteld voorkomt iedere inbreuk van de uitoefening van het onbeperkt spreekrecht op de onschuldpresumptie. Het verdient daarom aanbeveling wederom te onderzoeken op welke wijze een tweefasenproces op een efficiënte manier in ons strafproces vorm kan krijgen. In het licht van de onschuldpresumptie is het in ieder geval van belang om de verschijningsplicht voor gedetineerde in het aanhangige wetvoorstel zonder meer te schrappen.

Literatuurlijst

Boeken, oraties en dissertaties

Bemelmans 2018

J.H.B. Bemelmans, Totdat het tegendeel is bewezen. De onschuldpresumptie in

rechtshistorisch, theoretisch, internationaalrechtelijk en Nederlands strafprocesrechtelijk perspectief (diss. Nijmegen), Deventer: Wolters Kluwer, 2018.

Borgers 2018

M.J. Borgers, G.J.M. Corstens & T. Kooijmans, Het Nederlands strafprocesrecht, Deventer: Wolters Kluwer 2018, 9de druk.

Bijlsma 2011

A.C. Bijlsma, Praktijkboek slachtofferzorg. De rol van het slachtoffer in het strafproces, Nijmegen: Wolf Productions 2011, 2de druk.

Cleiren, Crijns & Verpalen 2018

C.P.M. Cleiren, J. Crijns & M.J.M. Verpalen (red.), Tekst en Commentaar Strafrecht, Deventer: Wolters Kluwer 2018 (12e druk).

Cleiren, Crijns & Verpalen 2017

C.P.M. Cleiren, J. Crijns & M.J.M. Verpalen (red.), Tekst en Commentaar Strafvordering, Deventer: Wolters Kluwer 2017 (12e druk).

Damen, Dillen & Wils 2010

W. Damen, C. Dillen & J. Wils, Wij kregen Levenslang, Slachtoffers van een misdrijf getuigen, Leuven: Van Halewijck 2010.

Hoendervoogt e.a. 2017

M. Hoendervoogt e.a., Slachtoffer en de rechtspraak. Handleiding voor de strafrechtspraktijk, Den Haag: Xerox/OBT 2017.

Korver 2012

R. Korver, Recht van spreken. Slachtoffers in het Nederlandse strafproces, Amsterdam: De arbeiderspers 2012.

Langemeijer 2010

F.F. Langemeijer, Het slachtoffer en het strafproces, Deventer: Wolters Kluwer, 2010.

Lent, van 2008

L. Van Lent, Externe openbaarheid in het strafproces, (diss. Utrecht), Den Haag: Boom Juridische uitgevers 2008.

Malsch, Dijkman & Akkermans 2015

M. Malsch, N. Dijkman & A. Akkermans, Het zichtbare slachtoffer. Privacy van slachtoffers

binnen het strafproces, Den Haag: Boom criminologie 2015.

Mevis 2009

P.A.M. Mevis, Capita Strafrecht. Een thematische inleiding, Nijmegen: Ars Aequi Libri 2013, 7de druk.

Timmermans, Van den Tillaart en Homburg 2013

M. Timmermans, J. van den Tillaart en G. Homburg, Eerste meting slachtoffermonitor.

Ervaringen van slachtoffers met justitiële slachtofferondersteuning, Deel 2: Openbaar Ministerie, Rechtspraak & Slachtofferhulp Nederland, Amsterdam: Ipsos Synovate 2013.

Wijers & De Boer 2010

M. Wijers & M. de Boer, Een keer is erg genoeg. Verkennend onderzoek naar secundaire

victimisatie van slachtoffers als getuigen in het strafproces, Utrecht: Marjan Wijers Research

Tijdschriften

Borgers, DD 2015/64

M.J. Borgers, ‘Op het bord van de rechter’, DD 2015/64.

Cleiren, DD 1990

C.P.M. Cleiren, Identiteit van beginselen van behoorlijke strafrechtspleging en beginselen van behoorlijkbestuur? DD 1990, afl. 6.

Claassens, Strafblad 2012

J.C.A.M. Claassens, ‘Het slachtoffer in het strafproces. Een analyse van de Wet versterking positie van het slachtoffer in het strafproces, van het spreekrecht en van de rol van de strafrechter’, Strafblad 2012, p. 241-262.

Dijk, Tijdschrift voor Herstelrecht 2009

J, Dijk, ‘De komende emancipatie van het slachtoffer. Naar een verbeterde rechtspositie voor gedupeerden van misdrijven’, Tijdschrift voor Herstelrecht 2009, afl. 9, p. 32.

Fernhout & Spronken, NJB 2005

F. Fernhout & T. Spronken, ‘Spreekrecht voor slachtoffers, aspirientjes voor de rest’, NJB 2005, afl. 3, p. 150.

Geeraet & Veraart, NJLP 2017/46

V. Geeraet & W. Veraart, ‘Over verplichte excuses en spreekrecht. Wat is er mis met empirisch-juridisch onderzoek naar slachtoffers?’ NJLP 2017/46, afl. 2.

Groenhuijsen, DD 2018

M.S. Groenhuijsen, ‘’Van de regen in de drup. Van een kennisgestuurde slachtofferemancipatie in het strafrecht naar een ‘goede bedoelingen slachtofferpolitiek’ anno 2018’’, DD 2018, afl. 3.

Groenhuijsen, DD 2014/15

M.S. Groenhuijsen, ‘Aanvulling van het spreekrecht van slachtoffers en nabestaanden in het strafproces: naar een adviesrecht omtrent “de vragen van artikel 350”?’, DD 2014/15.

Janssen & De Lange, NJ 2018

J. Janssen & J. de Lange, Spreekrecht, Een vanzelfsprekend recht van spreken, NJ 2018, afl. 28 p. 2053 – 2059.

Kool, Tijdschrift voor Herstelrecht 2014/14

R. Kool, ‘Alles naar wens? Observaties naar aanleiding van het conceptwetsvoorstel ter aanvulling van het spreekrecht voor slachtoffers en nabestaanden in het strafproces’, Tijdschrift

voor Herstelrecht 2014/14, afl. 3.

Kwakman, Strablad 2012

N.J.M. Kwakman, ‘Europa en slachtoffers van delicten’, Strafblad 2012, afl. 4.

Leferink & Vos, Slachtofferhulp 2008

S.B.L. Leferink & K.H. Vos, ‘Spreekrecht en schriftelijke slachtofferverklaring: recht of kans? Een onderzoek naar het Victim Impact Statement in de praktijk van het Nederlandse strafrecht’, slachtofferhulp 2008, p. 50.

Malsch e.a., Trema 2016/6

M. Malsch e.a., ‘De rechter en de privacy van het slachtoffer. Ervaringen van slachtoffers met de strafzitting’, Trema 2016/6.

Nan, NJB 2018/741

J. Nan, ‘Kroniek van het straf(proces)recht’, NJB 2018/741.

Plasman, Adv.bl. 2017

P. Plasman, ‘Weg met het slachtoffer’, Pleidooi gehouden op het Nationale Strafrecht Congres op 23 juni in Utrecht, Adv.bl. 2017, afl. 7.

Port, van de & De Klerk, Adv.bl. 2018

V. van de Port & M. de Klerk, ‘Fair trial voor verdachten én slachtoffer’, Adv.bl 2018, afl. 5.

Roos, JutD 2017/146

Th.A. de Roos, ‘Het uitgebreide spreekrecht van het slachtoffer in het strafproces’, JutD 2017/146, afl. 22.

Schijns, Vekeersrecht 2017/88

A.J.J.G. Schijns, ‘Slachtofferrecht in het strafproces – de theorie en de praktijk’, Verkeersrecht 2017/88.

Zwartjes 2008, Strablad 20118

M. Zwartjes, ‘Slachtoffer: van toeschouwer naar procespartij?’, Strafblad 2008, afl. 5, p. 488- 496.

Parlementaire stukken Kamerstukken  Kamerstukken II 2001/02, 27632, 5.  Kamerstukken II 2004/05, 30143, 3.  Kamerstukken II 2011/12, 33176, 3.  Kamerstukken II 2014/15, 34082.  Kamerstukken I 2015/16, 34082, E, p. 8.

 Voorstel van wet tot wijziging van het Wetboek van Strafvordering en het Wetboek van Strafrecht in verband met de nadere versterking van de positie van het slachtoffer in het strafproces (uitbreiding slachtofferrechten), 28 juni 2019, Rijksoverheid.nl.  Memorie van Toelichting: wijziging van het Wetboek van Strafvordering en het

Wetboek van Strafrecht in verband met de nadere versterking van de positie van het slachtoffer in het strafproces (uitbreiding slachtofferrechten), 28 juni 2018,

Rijksoverheid.nl.

 Voorstel van wet tot vaststelling van Boek 1 inhoudende algemene bepalingen over de strafvordering in het algemeen in verband met de modernisering van het Wetboek van Strafvordering (Vaststellingswet Boek 1 van het nieuwe Wetboek van Strafvordering (strafvordering in het algemeen)), 7 februari 2017, Rijksoverheid.nl.

 Memorie van Toelichting: vaststelling van Boek 1 inhoudende algemene bepalingen over de strafvordering in het algemeen in verband met de modernisering van het Wetboek van Strafvordering (Vaststellingswet Boek 1 van het nieuwe Wetboek van Strafvordering (strafvordering in het algemeen)), 7 februari 2017, Rijksoverheid.nl.

Richtlijnen

 Richtlijn 2012/29/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van minimumnormen voor de rechten, de ondersteuning en de bescherming van slachtoffers van strafbare feiten, en ter vervanging van Kaderbesluit 2001/220/JBZ (pbEU 2012, L 315/57).

 Richtlijn (EU) 2016/343 van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2016 betreffende de versterking van bepaalde aspecten van het vermoeden van onschuld en van het recht om in strafprocedures bij de terechtzitting aanwezig te zijn (pbEU 2016, L 65/1).

Publicaties in Staatsblad & Staatscourant  Stb. 2004, 382.  Stb. 2016, 160.  Stb. 2016, 310.  Stb. 2017, 90.  Stcrt. 2017, 23473. Adviezen

 C.H.W.M. Sterk, ‘Advies Conceptwetsvoorstel Wijziging van het Wetboek van Strafvordering ter aanvulling van het spreekrecht van slachtoffers en nabestaanden in het strafproces en wijziging van de Wet schadefonds geweldsmisdrijven ter

uitbreiding van de mogelijkheid van uitkering aan nabestaanden (advies van 19 december 2013)’, 19 december 2013, Rechtspraak.nl.

 L.A.J.M. de Wit, ‘Advies conceptwetsvoorstel uitbreiding slachtofferrechten’ 22 augustus 2018, p. 2, RSJ.nl.

 F.C. Bakker, ‘Advies Wetsvoorstel Wijziging van het Wetboek van Strafvordering en het Wetboek van Strafrecht in verband met de nadere versterking van de positie van het slachtoffer in het strafproces (uitbreiding slachtofferrechten)’, 10 september 2018,

Rechtspraak.nl

Jurisprudentie

Rechtbanken

 Rb. Noord-Holland 19 september 2016, NJFS 2016/209.

 Rb. Midden-Nederland 6 september 2017, ECLI:NL:RBMNE:2017:4548.  Rb. Overijssel 7 juni 2018, ECLI:NL:RBOVE:2018:1953.

 Rb. Rotterdam 15 juni 2018, ECLI:NL:RBROT:2018:5996.  Rb. Noord-Holland 20 juni 2018, ECLI:NL:RBNHO:2018:6310.  Rb. Rotterdam 28 juni 2018, ECLI:NL:RBROT:2018:5992  Rb. Den Haag 31 juni 2018, ECLI:NL:RBDHA:2018:9066.  Rb. Amsterdam 18 juli 2018, ECLI:NL:RBAMS:2018:5056.  Rb. Amsterdam 19 juli 2018, ECLI:NL:RBAMS:2018:5287.

 Rb. Rotterdam 22 juni 2018, ECLI:NL:RBROT:2018:6872.  Rb. Den haag 24 juli 2018, ECLI:NL:RBDHA:2018:8829.  Rb. Amsterdam 25 juli 2018, ECLI:NL:RBAMS:2018:5329.  Rb. Den Haag 27 juli 2018, ECLI:NL:RBDHA:2018:11091.

 Rb. Midden-Nederland 3 augustus 2018, ECLI:NL:RBMNE:2018:3684.  Rb. Den haag 16 augustus 2018, ECLI:NL:RBDHA:2018:9925.

 Rb. Limburg 22 augustus 2018, ECLI:NL:RBLIM:2018:7891.  Rb. Rotterdam 23 augustus 2018, ECLI:NL:RBROT:2018:6985.  Rb. Noord-Holland 27 augustus 2018, ECLI:NL:RBNHO:2018:7434.  Rb. Gelderland 11 september 2018, ECLI:NL:RBGEL:2018:3917.  Rb. Overijssel 13 september 2018, ECLI:NL:RBOVE:2018:3343.

 Rb. Zeeland-West-Brabant 20 september 2018, ECLI:NL:RBZWB:2018:5993.  Rb. Gelderland 21 september 2018, ECLI:NL:RBGEL:2018:4063.

 Rb. Rotterdam 21 september 2018, ECLI:NL:RBROT:2018:8521.  Rb. Oost-Brabant 24 september 2018, ECLI:NL:RBOBR:2018:4643.  Rb. Den Haag 26 september 2018, ECLI:NL:RBDHA:2018:11478.  Rb. Den haag 27 september 2018, ECLI:NL:RBDHA:2018:12274.  Rb. Den haag 27 september 2018, ECLI:NL:RBGEL:2018:4160.  Rb. Den haag 8 oktober 2018, ECLI:NL:RBDHA:2018:11975.  Rb. Overijssel 11 oktober 2018, ECLI:NL:RBOVE:2018:3760.  Rb. Gelderland 16 oktober 2018, ECLI:NL:RBGEL:2018:4448.  Rb. Oost-Brabant 19 oktober 2018, ECLI:NL:RBOBR:2018:5167.  Rb. Overijssel 29 oktober 2018, ECLI:NL:RBOVE:2018:4079.  Rb. Amsterdam 2 november 2018, ECLI:NL:RBAMS:2018:7794.

Gerechtshoven

 Hof Den Bosch 31 maart 2017, ECLI:NL:GHSHE:2017:1417.  Hof Den haag 2 februari 2018, ECLI:NL:GHDHA:2018:2919.  Hof Amsterdam 5 maart 2018, ECLI:NL:GHAMS:2018:1644.  Hof Amsterdam 26 april 2018, ECLI:NL:GHAMS:2018:3306.  Hof Den haag 8 mei 2018, ECLI:NL:GHDHA:2018:2168.  Hof Den Haag 23 augustus 2018, ECLI:NL:GHDHA:2018:2403.

 Hof Den haag 30 augustus 2018, ECLI:NL:GHDHA:2018:2199.  Hof Den Bosch 10 september 2018, ECLI:NL:GHSHE:2018:3727.  Hof Amsterdam 19 september 2018, ECLI:NL:GHAMS:2018:3354.  Hof Den Bosch 24 september 2018, ECLI:NL:GHSHE:2018:3957.  Hof Den haag 4 oktober 2018, ECLI:NL:GHDHA:2018:2605.

Hoge Raad

 HR 6 maart 2018, ECLI:NL:PHR:2018:179.  HR 18 mei 2018, ECLI:NL:PHR:2018:573.  HR 5 juni 2018, ECLI:NL:HR:2018:831.

Overige jurisprudentie

 Nationale ombudsman 29 december 2016, AB 2017/107.

Elektronische bronnen

Wetgeving

 Aanwijzing slachtofferrechten, wetten.overheid.nl.

 Aanwijzing voorlichting opsporing en vervolging, wetten.overheid.nl.  ‘Rules of Procedure and Evidence’, 8 juli 2015, icty.org.

 ‘Modelregeling inzake passende verblijfsomgeving slachtoffers´, 22 februari 2012,

Rechtspraak.nl.

‘Uw rechten als slachtoffer van een misdrijf’’, p. 13, slachtofferrechten.just.fgov.be. ‘U bent slachtoffer’, p. 14, justitie.belgium.be.

Nieuwsberichten

 ‘Rechtspraak vraagt aandacht voor nadelen adviesrecht slachtoffers’, 17 januari 2014,

Rechtspraak.nl.

‘Vader van doodgereden meisje gooit stoel naar rechter’, 21 november 2014, Nu.nl.

Overige

 ‘Oriëntatiepunten voor straftoemeting en LOVS-afspraken’, bijgewerkt tot oktober 2018, Rechtspraak.nl.

Bijlage 01: Wensenformulier