• No results found

VA:\ DE

A L

(J

E S T E.

/I Welke geschiedenis vertelt gij on' hedrll avond, ffl'Ootvauer?" vroeg WIJ,T ..

"Een schipbreuk, die in het jaar 1817 i voorgevallen."

" Waart gij zelf daarbij, grootvader?"

11 Neen; doch ik heb het verhaal uit den mond· val!

ooggetuigen. lIet vaartuig stootte op een klip; de man-schap bestond uit Engelsehen. Het ongeluk gebeurde in de v.eeëngtc van Gaspar , aan een oorlog chip van veertig stukken, met name Alccste, en de kapitein, die het b e-vel daarover voerde, heette MAXWEI,T .. Dit schip was be-stemd om Lord AMl1EltS'l', die als EngeJsch gezant naar Chi1la vertrok, met eenige personen van zijn gevolg )laar de plaats zijner be temming over te brengeIl. Den 9 J!'cbruarij 1 16 zeilden de .i1lceste en twee andere che-lJcil uit de haVE:ll van Spithea{l, met eenen O'unstigen wind, die hen in negen dagen naar lIfadeira bragt. V cr-del' voeren zij ovcr dell Atlantischen Oceaan pn legdcn te

.Rio-Janeiro aan, waur mcn vcrsch water innam. MCJl zcttc de vaart naar dc kaap de Goede HooJl voort Cli

kwam daal' op deu 1 April aan.

Den 18 Junij ontdcktc hct rcisgezelschap dc zuidku·t van Java en 11a sCCl·dc den 13 J uI ij de straat vau Ji'or-1Ilosa. Op dcn 28 wicrpen zij, op eenige mijlcn VUlI dr moncling del' Pei-Ho, hct anker. Hiel' scheidde hct klcin cskader: de gezant vocr mct zijn gcvolg den stroom op, om den Keizer zijne opwachting tc maken. llltu schcn krrusten de overige SChe!lCll in verschcidenc riO'tinrren I:> I:> , om de zceën, die nog wcinig aan de Europcan n b kcnd zijn, nader op tc ncmcn.

De Alceste stuurde in nOOl'doostelijkcn koers langs den westelijken ocver dcr golf vau Leao-l'ong. Mcn zag hier een geruirnen tijd dcn grooten Chineschell muur, die de bergen aau elkander verbond. Dezc zeldzame grenssclleicling is meer dan drie hondcrd mijlcn over bcrgen en rivicrcn gcbouwd e1l zou, naar llct vcrhaal zegt, in vijf jaren afgemaakt wczeJl.

De officiercn van de Alceste hoorden in bijna vijf maanden niets van d n gezant. Daarop zcilden zij naar

Canto1t, in het zuiden van China, waar hij zich wcdcr inscheepte. Kapitein MAXWEI.L vertrok thans naar lrJa-nilla, het grootstc der Philil)pijllschc eilandcn.

Van Ma1lilla stcvende dc Alcestc dool' de Chinesche zee, en liep in de GasjJarstraat, tusschen de cilanden Ballka en Billiton dool'. Den 18 }'ebruarij zeilde zij voorbij het eiland Gaspa1·. Daal' nu de zeeliedcn met de klippen en banken van deze vaart niet volkomcn bekend waren, zetten zij manschappen in de ma ten cn ra's op den uitkijk; dc kapitein waakte bovendien mct de ollici

-rcn dcn gansehcll nacht 0lJ het dck. Ni ·ttegel1staanue al deze voorzorgen stict het chip des morgens tcn acht ure, mct vreessel ijk gewcld, op ecn bli ndc klip en bleef da-delijk onbcwcgelijk daarop vastzitten. lIet ongeluk had plaats in dc nabijheid van het eiland, dat tu chen Banka

CII Bontea ligt en den naam dmagt van Poelo-.Laut.

Ras bemerkten 7.ij, da't alle pogingen om het schip vlot Ic krijgen, lladcclig moestcn zijn, daal' zij aan de beidc zijden der tcile rot 'wanden dicp watcr hadden en het schip door het stooten zoo zeer beschadigd wa', dat het onmiddellijk moest zink n, wanneer het vlot lag. Zij wi er-p '11 derhalvc een anker uit, 0111 het op zijne plaat te bevc ti geil.

'L'oell werden de sloepen over boord g 'laten, en J,ol'd

AMIIE.H '1', zijn gevolg en al degcncll, die aan boord gecn hulp konden verleencn, voercn daarmcde naar llOt dirrtstbiJ'

" .

lfelCgCllC eiland, dat omtrent en groot uur vall hen ver-wijderd larr.

De kapitein en d officieren, dic op het schip torurr bIe v n, wendden thall alle l)oginO'cll aan om zoovecl hun mogelijk was van den voorrand in zckcrheid tc brcn-gen; doch dit was geenc geringc 7.ank, dcwijl al de pro-visie ondcr water 100' en zij al7.0o veJ'l>ligt waren, zich bij dien arbeid allem \'an di genelI tc bcdjellen, di dui-ken konden, terwijl de sloepen beste11dig b zig warcn, om de gercdde voorwcrpen naar den \\'al te brcnO' 11.

Zij vel'vaardiguen te"en ecn "loL, \\'aarop de zware voorll'cl'pcn O'cbmgt n naar dcn \ral vcrvoerd wcrdcn.

U bnding op dit cilal1d ging met groote b z\\'al'cn ~c­

paard, daar de boomen een groot eind \\'ccgs in het watcr groeiden. De sjorpen moc ten meer dan ecn uur lallg.

94

het strand roeijen , voordat zij eene geschikte laueling -plaats konden vinden; doch ten laatste ontdekte men een naamven doorgang, langs welken zij, van rots op rots klimmende, den wal bereikten.

Hierop sneden zij eenig jong groen aan den voet van een berg af (want het gansche land was met hout bewassen) en bedekten daarmede den grond, om hierop in de schaduw del' hoogere boomen den dag en ook ver-volgens den nacht dool' te brengen.

Een groot geueelte der manschap was aan boord nog bezig met te redden wnt men kon. De vloed viel nu ten tweeden male iJl, en omstreeks middernacht ligttc de hooger geworden zee het schip van de klip af en schudde het daarbij zoo hevig, dat het zich aan lJoord bevindende scheepsvolk genoodzaakt was de masten te kapllen. Den volgenden morgen verzamelden zich verscheidene matrozen bi.i I ... ord AMHEltS'l' en zijn gevolg. Twee van dezen wa-l'en, door het vallen der masten zwaar gewond, naaI' den tien wal gezonden, om onder behandeling van de!! he 1-meester te komen. Zij vonden hunne makkers in een tl'eurigen toestand. De meesten hUlmer hadden niets meel' aan 't lijf dan een hemd en broek. De grond was met boe-ken bestrooilI, terwijl parlementskleeding, hofkostumen en mandarijnskleerungen te midden van hemden en beteerde rok-ken in bonte afwisseling aan de boomen waren opgehangen.

Grootere ontberingen echter leden deze lieden door gebrek aan water. Slechts eene zeer geringe hoeveelheid hiervan hadden zij aan den wal gevonden, en het was niet waar-schijnlijk, dat men nog iets uit het wrak zoude kun-nen redden of op het eiland meer vinden. J ... ol'd AM1IERS'l'

ontbood daarom de manschappen en beval, in aller

te-genwooreligheid, dat aan ieder dagelijks een kwart pint water, met een weinig rum aangemaakt, zou uitgereikt wor-uen. Zijn aandeel was niet grooter dan dat del' overigen, en hij gaf hun zelf het voorbeeld van een op"'eruimcle o , bedaarde stemming en van een groote bereidwilligheid om het hun overkomene ongeluk met gelatenheid te dragen.

Men begon nu op onder:<cheiuene plaatsen ingravin-gcn te docn, om water te bekomen j doclt vruchteloos.

Eenigen der scheep gezellru drongen het digte woud in, in de hoop van aldaar \\'ater t villueu, maar zagen zich insgelijks te leur gesteld en moesten teekClls in de boomcJl maken om hunllen weg terug .te kunnen vinden. Kapitein

MAXWELl. kwam dezen morgen aan den wal, om met

l .. ord AMHEltS'l' over hun tl'eUl'ig lot te beraadslagen en

zoo mogelijk middelen tot reudiug uit te uenken. Beiden hielden voor het best om dadelijk het eiland te verlaten, daar zij slechts voor korten tijd een toercikenden voorraad voor allen bezaten.

Ik heb u reeds verhaald, uat de manschap met cIe 'lorpen der Alceate aan den wal was gckomen; maar deze

\\'aren ongelukkig te klein, om slechts de helft hunner op ecnmaal te kunncn innemen. In dezen noou kwam het kapitein )l AXWEl.J. het be·t voor, dat Lord AALJlEltST

met zijn gevolg vooraf aan boord uer sloepen gin'" en dat de luitenant

1l0PP~Elt

met eenige matrozen hem "weg

bragt. De kapitein \\'a~ van meelling dat zij, daar wind en stroom hun daartoe gun~tjg warcn, gemakkelijk JIJ vier of vijf dagen Batavia of eenig anuer gedeelte van het· eiland Java zouden kunnen bereiken, waarna zij naar Poelo-La1tt een schip konden afzenden om de ove-1'i"'e manschap af te halen.

Allen gebruikten uaarop eenige vel'ver ehing, en JJord

.H(l{ER l' met zijn gevolg sclle pte zich des avonds ten

vijf ure in. Zij waren in het g he I zeven en veertig man sterk n hadden slechts een klein n voonaat!

I Yen~middelen aan boord, bestaande uit eell halve scha-penbout, een ham, een 0 sentong , twintig IJolluen ge\\'oOlI eheepsbe chuit, met en weinig vau fijuere soort,

zc-\'cn pinten water, een gelijke hoeveelheid bi r cn dertig Besschen wijn, Dit was alles wat men kon lUis en, doch zij waren el' tevreden mede en geloofden gaarne, dat zij het er viel' of vijf dag n mede konden uithouden, bil1Ilen welken tijd zij, zonder ollverhoopte toevallen, zekerlijk het eiland JaVlt hoopten te bereiken.

~ij vermeden gelukkig alle klippen eu zeilden onder ti zeNenwen eh n hunner vrienden in eene zuidelijke

ö . "'

l'igting. Spoedig wal' n zij buiten llet gezlgt. oor opene booten hadden zjj eene lange reis voor zich, De aE tanu is volO'ens de kaart ongeveer 36 mijlen. Wanneer zij hUilDe 0 zuidelijke rigting behielden, moe ·ten zij op d' noordkust van Batavia aanlanden."

J OH~ vraagde 111.1, hoeveel men ehen cl' op het eiland achtergebleven waren.

"Onö Neveer twee hOllderd ," antwoordde de grootvader.

lIet eerste, waal' kapitein MAXWELL na het vertrek del' -10 pen over nadacht, wa, op welke wij7.e hij voor zulk een aantal ron 'chen water zou bekomen. Hij ge-la tte daarom aan een deel vall het volk, op zekcrc plaat, waar het hem waarschijnlijk vOOl'bram dat men water zou aantrefl'en , daarnaar te crravell. Vervolgen ver-plaat te hij het hoofdkwartier van het gezel el1ap nam' dC'n kruin (les her" .. , waar hij dc lueht VOOI' koeler ell

rte7.ondcr hield, terwijl het hem tevens voorkwam, Jat dcze streek beter dan eenige andere geschikt was om zicll te kunnen verdedigen, \rUImeC)' men op de cene of andere wijze mogt aangevallen worden.

Hij liet verder ecu pad door llct geboomte ma keil n het houtgewas van cl.n bergtop ,r<:gruimen. Dit

" 'a"

een zeer verstandige maatregel, daar hierdoor de zeeliedell bevrijd werden van mieren, slangen, schorpioenen, dui-zendvoeten en andere .kruipende in ekten, waarvan dl' wildernissen in dit klimaat gC\roonlijk wemelen. Anderell waren bezig om deu geringen voorraad van leven 'mirlcle-len naar den hoog ten bergtop te brengen, waal' zij ze in eene ll11tuurlUke grot b~j elkanéb legt! n, die dool' eene ophooping van blokken ontsta au wa . Nog ,ra een andel'e troep aan boord be7.Ïg om zoo mogelijk noN eelli'ic noodwendige voorwerpen uit het schip te redden Op deze wijze verdeelde kapitein l\IAXWELr. den arb id g'elijkmatig, ell zorgde er voor, dat ieder zijn bepaald \I'('rk had,

T n de eerste twee dagen leed de man chap veel dool' dorst; zij bezaten 1I0g slechts een klein vat m t water.

en ieder man b -kwam dnaruit sI chts eene halve pint pel' dag. Even na middernacht wcrd bij dil kapitein eene 1iesch JU t drabbig \ratel' geb ragt. De mnll chappen hac1den twintig voetell <liep daal1lilal' gcO'rav 11: het \\"fl'

evemrel zoet ,rater, n zij verheugd 11 :-:ich bijzondcr 01' l'

het aanvankelijk slagen hunner })oO'ingen.

Den volgend n mOJ'gen verzamelde de kapitein 7.ijlll' cransehe manschap en zeide hun, uat zij hem,

niettegen-o

staande zij zich thans op een onbewoond eiland b 1'ondell , toch, even als aan boord, wegens hUll gedrag \ erant\rOOI'-ding schuldig waren, Hij had besloten, zoo lang hij leefde

[)

9

zijn gezag te bewaren. De kleine voorraad van levensmid-delen, zeide hij, zou iederen dag met strenge onpartijdig-heid verdeeld worden, totdat er door Lord AllJIEUS'l' van Java hulp mogt gezonden worden.

De bron leverde op dezen dag eene pint water voor ieder mau op; het had een zoetaehtigen melksmaak en v'el overeenkomst met sap van kokosnoten, maar niemanrl lred Cl' eenig ongemak door.

11 Den volgenden dag, Vrijdag den 21 Februarij , zag zIch de manscha!l, die op het wrak àehtergebleven was, tloor een aantal Maleische praumyen omgeven: zij waren allell wel gewapend en bemand. Dewijl de Engelsche zee-lieden ongewapend waren, konden zij zich niet

verdedi-,r 'u. Zij hadden naauwelijks den tijd om in de boot te springen en zoo snel mogelijk naar wal te roeijen ; doch de Maleijers jaagden hen zoolang na, totdat zij tw e booten van den oever, tot hulp der matrozen, zagen toeschieten. Hierop keerden zij terug naar het wrak en Humen bezit daarvan."

11 Wie zijn de Maleijers, grootvader?" vroeg WILL.

"De Maleijers zijn een volk, dat de kusten van jUa-laHa, Sumatra, Bomeo en eenige andere der naburige

ilal1den bewoont. Zij zijn grootendeels Mahomedanen en b zitten die koenheid en drift, die aan het Moorsche ka-rakter eigen zijn. Evenals de wilde roofdieren, die het herte klimaat bewonen, zijn de Maleijers altijd ge~eed om h Wl bloeddorst en bE'geerte naar buit te stillen, en zij worden daarom door alle' natiën, die deze wateren b

va-J't'II, gevreesd.

Zij hebben de gewoonte 0111 met hUil ne ligte vaar-ui" n, die zij praaU\ven he ten, d Europesehe schrpen

99

door list of plotselingen overval te enteren en al de ze • lieden, die zij in het schip vinden, met hunne dolken, waarmede zij bestendig gewapend zijn, om het leven te brengen: men durft h n niet als matrozen op vreemde schepen vertrouwen; want zelfs als slaven, vinden zij in de geringste beleediging voldoende reden tot de mee t vertwijfelde wraak."

1/ Welk eene vreeselijke geaardheid!" riep WII.l.. 11 Mij dunkt, dat dit het wreedste volk tel' wereld is."

1/ Gewis zijn zij zeel' vermetel. Hunne dolle hande-lingen zijn het gevolg van de ellendige lcvenswijze die zij voeren. Dit volk bestaat geheel uit zeeroovers en zi,j gewennen zich daardoor, van der jeugd af, aan geweld-dadigheden en wreedheden, doch er zijn ook hierin uitzonderingen: onder eene goede aanvoering zijn velen hunner lijdzame onderdanen en dappere soldaten."

11 Ik denk dat ollze landslieden zeer verschrikt waren over hunue aanwezigheid ," zeide WIT.I.. 1/ Hoc verdedigde kapitein MAXWELl. zich tegen hen?"

1/ Toen de EngelscheIl den wal hadden bereikt, plaats tc hij eenigen zijner man chappen op cen klip, om van daar de b 'I'cgingen Jer zeel'oovers te bc~pieden. Dezell zafr n eindelijk de wilden, met pieken gewapend, op de punt Jes eiJands landen, op omtrent een uur a~ tands van de Engelsche legerplaats. En nu deukt gij "'elligt dat lie4J.en, aan cenc schipbreuk ontsna]Jt, die hOllrre-rig, dorstig en afgemat zijn, al spoedig door cene schaal' van koene en krijgshaftige barbaren moesten overweldirrd worden? - Dat was echter het geval niet. De moed der Engelsehen wies nog in deze hagchelijke om tan-digheden.

5*

.\Ien zaf thans bevel, lIat ieder zich zoo goed mog-lijk

w;

wapenen, en dit b vcl wCl'd met den grootsten l.iver opgevolgd. De matrozen velden jonge boomstammen,

0111 r,ich daaruit peren te bereiden en bevestigden aan dp punten daarvan korte sabels, dolken, messen, beitels,

"Toot na<l'el kortom alles wat hun te llUnnel'

verdedi-" ,

.. inO' dienstig scheen; diegenen echter die niets beters

~i nc1el1

konden, spitsten hunne stokken aan de einden

rll wrhardden ze in het vuur."

,'-M aar had dan kapitein J\lAXWET.1. geene vuurwapens?"

11 Hij had el' wel eenigen, maar niet genoeg om zijne :.;allSehe manschap daarmede te wapenen. Hij bezat slechts

I' 'Il dertigtal geweren met bajonetten en maar weinig

bu~krl1id. Bovendien had hij nog een dozijn

hertsvan-"('1'.". CHEFPY, de timmerman der Alceate, en zijne

mak-keI";; maakt n onder de leiding van den kapitein, eelle tor! van tel'kte of fort. Zij velden daartoe boom II ell rormr1en een bolwerk daarvan, lwtwelk het geheele

ter-;. ,j 11 omsloot dat de Engelschen bezetten. Zij heiden lJ

a-Jl'l1 ill den grond, verbonden deze met" boomtakken en ,"onnd II al7.oo eene soort van omtuining, welke hen

be-~r:11l1 ten moest, en den vijand beletten om bij hen in te

drillgell. l:~enigen tijd scheen de aandacht der Maleijers zich "'eheel en al op het wrak te rigten. Zij namen be-zit \'Dll eenige rot en in de nabijheid der landtong, waar zij :"clal1d waren, en legden aldaar den buit neder, diell zij uit het schip geroofd hadden, waarmede zij den ge-l!relen dart bezig waren.

Des a\'onds verzamelde kapitein MAXWELl. zijn cheeps-volk en ycrdeelde het in kompagniën, aan ieder van ,\,plk!: hij haren post aanwees. Een officier werd met eenige

manschappen belast om de booten gedurende den lIaelll te bewaken, waartoe zij digter aan den oever gchanlll werden.

Op Zaturdag avond van den 22 werd de eer -tc lu i-tenant met de boot naar J1et wrak gezonden, met dtll last om zich, door onderhandeling of met geweld, WI -del' in bezit daarvan te stellen. Daartoe scheen de !!ch-genheid op dat oogenblik zeer gunstig, daar de "eza~ell­

lijke magt der zeeschuimers niet meer dan taehti 0' mali beliep. Toen de Maleijers , die zich op de klip

b ev~nd {;ll,

de Engelsehe booten zagen naderen, wierpen zij al den buit in hunne vaartuigen eu ontvloden daarmede.

Twec der grootste praaU\ven bevonden zich thaJl' bi.i het schip; toen 7.ij hunne kameraden de klip zagen ver-laten, sloegen deze insgelijks op de vlugt, doch eel'~t nadat zij den brand in het schip gestoken hadden. Dil vuur was llevig genoeg, om in weinige minuten de v lmn-men over het gansche wrak te doen uitslaan ell het ill eene dikke rookwolk te hullen. De boot kon er ni t Hl Cl'

bijkomen en keerde derhalvc terug.

Na deze gewelddadigheid van de zijde der l\Ialeije)'~.

bleef er geeue hoop meer over om eenig vergelijk met heli te treffen. De nomaden of zwervende stammen, welk, aall kusten van Bom eo , BiUit01t en de woeste strek n V;HI

Sumatra omzwerven, zijn welligt de ollmenscheJijks11' rasscn van wilden, die men op den aardbodem vindt. ne Batta's van Sltmatra zijn kanibalcu.

1/ Wat meent gij daarmede, O'rootvader?'

I! Menschen, die het vlecsch hunner krijgsgevangen n ('ten."

11 Welk eene afschuwelijkheid!"

1/ lIet schip brandde clen gansehen nacht dool'. De vlan _

102

men, die de arme Engelschen door de opening der boo-men zagen schitteren, verbreidden een duister licht en eleden bange voorgevoelens bij hen oprijzen. Te midden van den nacht zag een der matrozen, die op schildwacht stond, een gedaante, die hem uit het woud naderde. Hij riep de gestalte aan. Zij naderde hem, zonder eenig ant-woord te geven. De matroos riep nog eens zijn: "werda!"

en vuurde af, zonder dat hij weder eenig antwoord had

en vuurde af, zonder dat hij weder eenig antwoord had