• No results found

J.

11 Heden zal ik u eens eene geschiedenis uit het hooge noorden vertellen, waarheen onze zeetogten ons nog niet gevoerd hebben ," zeide de oude kapitein, toen zijne klein-kinderen zich om hem verzamelden en al nieuwsgierig waren, wat hij hun verhalen zou. 11 Gij hebt er welligt reeds van gehoord, dat men zich groote voordeelen be-loofde van de ontdekking eener noordwestelijke doorvaart door de noordelijke IJszee naar den Stillen Oceaan, en dat het mislukken der met dit doel beproefde onderne-mingen, in stede van de zeevaarders te ontmoedigen, hunnen moed slechts aanvumde? Zoo toog voor eenige jaren kapitein FRANKJ.IN met eene wakkerc manschap en een goed uitgerust sehip uit, om tot heden, helaas! niet weder te koeren; want alle pogingen, die men tot nog toe ter 0l)sporing van hem en de zijnen in het werk heeft gesteld, zijn vcrgeefsch gebleven, en niemand weet of hij levcnd of dood is. Maal' wat ik u thans vertellen wil, behoort tot een reeds verre verwijc1erc1 tijdperk en klimt

140

op tot het jaar 1630. In dit jaar vereenigden zich eenige kooplieden van Briatol tot :eene maatschappij, die zich ten doel stelde om dergelijke ondernemingen te beproeven en aan te moedigen. Het kwam hun daarbij voor, dat zij allereerst een kapitein moesten zoeken, die al de voor zulk een waagstuk gevorderde eigenschappen bezat. Z~j

kozen daarom kapitein lAlI1ES, die niet alleen voor een regtschapen man en een ervaren zeeman gold, maar die ook reeds cenige reizen naar de noordelijke zeeën gemaakt had en met de zwarigheden van eene dergelijke onderneming eenigermate bekend was.

Daar een groot schip niet goed tot zulk een doel scheen ingerigt te kunllen worden, koos kapitein JAMES een klein vaartuig, waarmede hij den 3 Mei 1631 het kanaal van Briatol verliet. Hij had aanvankelijk met tegenwind te kampen en zocht daarom toevlugt in de haven van Miljord, u·aar hij eenige dagen vertoefde. Met het opsteken eener frissche bries vertrok hij van daar en kwam den 4 Junij in het gezigt van GroenlatUl.

Den volgenden morgen begon zijn lijden; het schip werd door het ijs ingesloten, en alle inspanning der zee-lieden, om het weder vrij te maken, was vergeefsch.

Er bleef hun niets over dan het schip aan een groot stuk ijs vast te maken. Zij beproefden vervolgens, met hunne ijspalen de naderende ijsmassa's af te keeren. Bij het aanwenden dezer pogingen braken al hunne ijspalen.

Het gevaar wies met iede~ uur, en den volgenden mor-gen werden zij dool' zulke ontzettende ijsmassa's gedron-gen, dat zij ieder oogenblik vreesden, dat het schip hierdoor verpletterd zou worden. Zij ontvloden met volle zeilen) doch slechts om met nog grootere hevigheid

te-141

"eu eene andere ijsschots aan te stooten. Deze stoot ver-brijzelde de sloep, waardoor de zeelieden verpligt waren de barkas te water te laten, ten einde daarmede de over-blijfselen der sloep op te visschen. Gelukkig vonden zij die weder en bragten ze op het dek. Vervolgens nam het chip, met een storm, zijne vaart midden door hindernissen, die het ieder ooO'enblik met een wissen ondergang dreigden."

o .

11 Tk verbeeld mij," zeide JOHN, "dat de ongelukloge sloep met een touw achter het schip sleepte. Ik heb reeds meermalen de booten op die wijze aan de schepen bevestigd gezien. Waar bevond zich het schip, toen dat ongeluk met de sloep plaats vond?"

"Digt aan de zuidelijke punt van Groenland. Den 10 JUllij stond de zee zeer ontstuimig cn waren er eenige ijsmassa's, die boven de toppen der masten reikten, in het gezigt. De barkas werd van den spiegel losgerete~, en tw e der matrozen, die haar weder zochten te bereIken, werden bij hunne poging zwaar gekwetst, doch bereikten Ilogtans hun doel."

"Ach, die arme knapen! Thans komen zij tusschen de ijsbergen in, en ik vrees dat deze hun veel werk zuI-len verschafl.'en."

11 Nadat zij veel stooten van de ijsbergen geleden had-den, bemerkten zij den IR Junij het eiland ReaolutiO?l, dat aan den ingang der Hudson-straat ligt, en bcproef-den het schip rondom de zuidelijke punt te sturen."

" Wat cen zeldzamen naam heeft dat eiland I"

11 Het beteekent zooveel als Bealuit. - Kapitein JAMES l~oet dien naam wel als geschikt bcschouwd hebben, toen hij de treurige uitzigten ontwaarde, clie zich voor

hem en de zijnen openden, nadat zij de zuidspits omge-zeild waren. Ik ben verzekerd, dat er van zijnen kant een regt goed, vast oes1Juit noodig was, om zich door deze gevaren heen te werken. De ingang der Hudsonsbaai was met digt opeengepakt ijs verstopt, ter,,~jl het schip, wanneer men beproefde er door heen te dringen, door den stroom heen en weder gesleurd werd.

Na een onrustigen en zorgvollen nacht, dien de zee-lieden iu storm en sneeuwjagt doorbragten, werd het schip door den hoogen vloed op een scherpe rots gewor-pen, wanr de ebbe het in zulk een sehuinschen stand achterliet, dat de manschap niet staan kon op het dek.

De vrees, dat men niet in staat zou zijn om het schip weder vlot te krijgen, en het bewustzijn dat er alsdan geene mogelijkheid tot ontkoming meer bestaan kOll, bevestigde kapitein l.A.MES en zijne manschap in het denk-beeld dat hun dood onvermijdelijk was. Zij wierpen zich daarom op een ijsschots bij het sehip op ue knieën en baden luide om hulp tot Hem, die over wind en zee gebiedt."

11 0, welk een treurig oogenblik moet dat geweest zijn !"

11 Wij moeten daaruit leeren nimmer gehecl tot moe-deloosheid te vervallcn, zelfs dan nog niet, wanneer wij ons in het jammerlijkste lot bevinden. - De vloed klom op nieuw en maakte het sehip, tot hunne onuitspreke-lijke vreugde, weder vlot; zij gingen daarop aan boord en werkten met alle krachten, om zich uit de hen omgevende schotsen te bevrijden. Toen zij het schip van de rots afgebragt hadden, ging kapitein JA1IlES over het ijs, dat den vorm had van eene doorgaande brug, aan

den wal, waar hij een hoop steenen verzamelde en daar een kruis op plaatste. Hij noemde nu deze streek: "Ha-ven van Gods Voorzienigheid."

Drie dagen later ontworstelden zij een ander gevaar.

De kapitein had namelijk een bogt ontdekt, waar, naaI 7.ijne meening, het schip in zckerheid zou kunnen anke-ren. De matrozen ligHen het anker en verhaalden het schip in aller ijl. N aauwelijks waren zij een half uur daarmede bezig, toen het ijs, aan hetwelk het schip vast

~at, met een zoo vreeselijk geweld in stukken brak, dat iedereen er vast van overtuigd was, dat het schip

ilOU verpletterd geweest zijn, indien zij hunne vorige

leg-l)laats behouden hadden."

/I Gaarne wilde ik weten, grootvader! wat gij onder de uitdrukking verhalen verstaat," zeide WIL! ••

11 Een schip verhalen beteekent zijne plaats veranderen, wanneer men het, door middel van touwen, van de eene lllaats naar de andere haalt. Deze touwen hecten derhalve ook werp- of haal-t01tWcn.

'fot aan den 18 Julij hadd n de zeelieden onophoude-lijk met het ijs te worstelen. Om het ongeluk te voltooi-jen , ,ras de voorraad aan boord zóóvcr weggesmolten, dat de kapitein het voor geraden llicld de dagelijksche uitdeeling op de llClft te verminderen; dam-bij kwam nog, dat zij van dikke nevels omgeven n gedurende de drie volgende dagen zoodanig binnen het ijs ingekielcl wu-ren, dat zij zich in het geheel niet verroeren konden, ofschoon cr een hevige wincl woei.

be matrozen begonnen thans te morren; maar kapi-tein JAMES schijnt door hen evenzeer gevreesd als bc-minil geweest te zijn cn de kunst te hebben verstaan,

144

om hen weder in eene goede luim te brengen. Hij ge-bruikte geene kunstgrepen van overreding, om hun nieuwe hoop in te boezemen, maar wist hen vooral daardoor te vleijen, dat hij hen uitnoodigde om op het ijs te komen en aldaar op de gezondheid des Konings te drinken, het-geen zij blijmoedig aannamen. Intusschen zat het schip vast, zonder een enkel man aan boord te hebben.

Doch, hoezeer de kapitein zich moeite gaf om zijne manschap in goede luim te houdcn, cn niettegenstaande hij zich dikwijls moedig en onbezorgd aan haar voor-deed, voelde hij toch bij zich zelven , hoc billijk de bekommernis der matrozen was, en besloot alle midde-len aan te wenden, die hem cn dc zijnen uit hunnen nood redden konden. Het schip zat reeds sedert het b e-gin van A.ugustus vast; nu bespeurde men voor het eerst e n beweging in het ijs, en spoedig daarop ontdekte men open water, in ecne noordwestelijke rigting. Na veel inspanning werd het sclup uit het ijs bevrijd en de l'eis voortgezet. Den 29 zagen de reizenden een ander

chip, dat zich als een Engelsch fregat voordeed en zich, even als zij, met de uitvorsching van deze onbe-kende zee bezighield. Kapitein FOX, die het komman-deerde , bragt JAMES een bezoek aan boord en zeilde den volgenden morgen naar het zuidwesten."

11 Zonder twijfel waren kapitein JAMES en zijne man-chap zeer verblijd, dat zij landslicden wedervonden , nadat zij zoo lang reeds tusschen het ijs rondgcsleul'd waren. Het zal hun ook wel hard gevallen zijn, zoo chielijk weder afscheid van hen te hebben moeten nemen ?"

11 Voorzeker gevoelden zij hun hachelijken toestand j

145

doch kapitein JAm:s was een man van een va t en ou-buigzaam karaktcr cn lict zich niet ligt door zwal'i,,-hcden van zijn voornemen afschrikkcn. Den 3 Septcmber stcvende hij dcn wal wcuer nadel' cn kwam aan eell voorg bergte, Jat hij tel' ecrc uer Koningin HF.:\ltlET'l'A

~lARB. noemue.

Den 4 Septcmber verhief zich een geweldige storlO:

de zce sloeg over de verschausing, lIrOllg tot beneden in het ruim door en stroomde zelfs ue voorraailkamel' binnen, ,raar zij het grootste gedeelte d r levcnmiddden bedierf. De vrees ·elijke orkaan hield mct ollverpoo:de hevigheiil tot den avond van den volgenden dag aau. ] 11

het algemeen verliep cr bijna geen dag, waarop de 7.er-lieden nict enig dreigend gcvaar te ontworstelen had-den. Den 12 stiet het schip op klippcn en werd zclf~

meermalcn daartegen gcdreven, wo(ht de manschap et zich zeer ovcr venronderde, dat mcn nog vlot ,,·a~ g '-blevcn. Daar het schip echter ver cheid nc lekken bekomcli had en de winter mct ra ·se schreden mderde, bc lotcli zij naar den boezem der Hud on -baai hcen te stUl'en, waar mi ehien een toegang tot den Canada-stroom t·

vindcn was, of ten min ·te eene zekere plaat ter ov

1'-wint ring op hct va te land, illdien althans de kale, rotsig' cilanden, clic zij voorbij waren geval' n, dicn naam dragen mogtcn. Nadat zij op v rsehiJlcnde plaat en :'eland waren, waarvan hun echter ge He cllkcl g ehikt voor hun oogmerk was rOOl'gekomen, bel' iktell zij ein-delijk hct ciland C!tarlto?t op den 7 Octobcr. Than' haddcn zij vi r maanclen lang met bc ·tcndig ijs en torm te kampen gehad. De nccnw viel op dczcn dag zóó digt, dat zij genoodzaakt wnr 11 hct dek met cho}Jl1 Il

7

zuiver te maken. Den volgenden dag had men een hel-deren zonneschijn, doch de stralen hadden geen kracht genoeg om de sneeuw te doen smelten. De koude was thans zoo streng, dat men de goederen naauwelijks te-gen het bevriezen kon vrijwaren, niettete-genstaande zij digt bij het vuur stonden j ook waren de zeilen van het schip z66 stijf bevrozen, dat zij geene dienst meer doen konelen.

De uitgezondene barkas bereikte met groote moeit€

den oever. Toen de kapitein zag, dat de winter met zulk een gestrengheid inviel, liet hij brandhout vellen. Men bragt daarvan eene goede hoeveelheid aan boord, terwijl enige matrozen den kapitein verlof vroegen om aan den

\\'al eene hut te mogen bouwen, daar zij dit nuttig voor hunne gezondheid achtten. Daartoe werd thans eene

ge-~chikte 1>laats uitgezocht, en de scheepstimmerman begaf zich dadelijk met eenige matrozen aan den arbeid. Intus-'chen doorkruiste de kapitein, onder geleide van eenige manschappen, het eiland, ten einde te onderzoeken of het bewoond was j hij vond niemand en keerde vermoeid met zijne geleiders terug.

Den 13 maakte men de toebereidselen tot eene kleine jagtpartij. De deelnemers daaraan hadden zich van de noo-elige jagtgereedsehappen voorzien, en waren overeenge ko-men niet van elkander te scheiden, ten einde in tijd van nood elkander dadelijk ter hulp te kunnen snellen.

Zij zouden te gelijker tijd naar ene geschikte haven voor hun sehip omzien. Den tweeden dag keerden zij m t een klein, mager hert terug, en verhaalden dat zij noO' meer van deze dieren gezien, doch nergens eeniO'e menschelijke bewoners ontmoet hadden. Bij dezen

!

I

147

uitstap hadden zij een nacht in de opene lucht doorge-bragt en ,nU' n bijna van koude omgekomen.

Korten tijd hierna kreeg de luitenant met vijf matro-zen verlof om op soortgelijke w~is hun geluk te b-proeven; doch hoewel zjj eene uit.gebreide streek door-kruist hadden en iederen nacht op de loer lagen, keer-den zij toeh zonder eenig wild terug. Bij dezen togt hadden zij het ongeluk van een hunner makkers te verliezen."

1/ En hoc kwam dat, grootvader?"

"Het jagtgezelschap kwam aan een tamelijk groot water, welks oppervlakte digtgevroren scheen. Om de;

moei te uit te sparen van er om heen te gaan, b e-pro fde JO][X BA-RTON er over te loopen. Toen hij bijna op het midden gekomen was, brak het ijs en de onge-lukkige schoot onmiddelijk cr onder.

De hut, die men, tot betere verpleging der zieken, opg slagen had, sloeg den 12 in brand. Gelukkig werd men nog in tijds het vuur meester, voordat het nog groote schade aangerigt had. Dit ongeval droeg goede vruchten; want het vermaande iedereen tot meerdere voorzigtigheid voor het vervolg. Dewijl het weder zeer ruw was, bIc f de kapitein tot den 17 aan den ,ral; daarop bezocht hij het chip n vonel het zó6 geheel met ij overcl kt, dat het van den oever gezien een ijsklomp

eh en te zijn."

11 0, welk schoon en zelclzaam gezigt moet dit gewee t zijn; ik wilde liever een chip van ijs, dan een ij pa-teis :7.i n

r'

1/ Den 22," voer ue grootvad rvoort,,, stierf de konsta -bI, clie door een ongeval zijn been verloren had. Zijn

7*

makkel'S hadden hem zoovecl mogelijk tegen de koude beschut j doch de gestrengheid van het klimaat was zóó groot, dat zij alle voorzorgen nutteloos maakte.

Den 28 besloot kapitein JAMES het schip op den wal te laten brengen. Daartoe deed hij een gedeelte van Jen voorraad ontladen en het overige in de groote ka-juit brengel!. Den volgenden dag stootte het schip met een vreesselijk geweld, gedurende den vloed, tegen de kust eu bleef daal' vastzitten. Als laatste l'eddingsmiddcJ b sloot de kapitein met den timmerman in de hel van het schip af te dalen en hier een gat in het schip te boren, om het met water te vullen. Het water kwam schielijk binnen, terwijl het schip voortging met op het zand te stooten en daardoor zijn roer verloor; e inde-I ij k bleef l1et, door het illioopen van het water, on-bC'wegelijk vastzitten."

11 Het is toch een vreemde handelwijze, een schip met opzet te laten stranden ," zeide Jon~. 11 Ik kan niet b _

"rijpen, waarom men toch eigenlijk zoo iets deed."

11 Kapitein JAMES zal dit zeker beter dan gij geweten hebben, JOH~! Hij beschouwde dit als het eenige mid-d 1 om het schip te redden, en wij zullen later zien,

\rat de gevolgen van dezen maatregel waren.

Toen het schip vast zat, was het avond j de kapitein ging met zijn volk in de barkas en bereikte met groote Jnoeite de kust. Zij bragten hiel' hun boot aan den wal

eH keerden in de hut weder. Bij hunne binnenkomst ontwaarden zij bij hunne teruggcblevene vrienden een 7.eldzamell aanblik: lUID gezigt, haar en kleeding was zoo dik met een ij korst overtogen, dat de een den an-uer naauwelijks herkende. Zij ·tookten nu een goed vuur

en waren spoedig weder bij water en brood regt ve r-genoegd. Zij spraken met elkander over hun treuri., lot, en de kapitein verlangde dat ieder, vrij uit, zijne gedachten daarover zou mededeelen. - WIl,LIAM COJ,E,

de timmerman, sprak daarop zijn gevoelen uit, waarop allen met gespannen aandacht toclui ·terd n j want hij was al"'emeen bemind en voor ervaren in .zijn vak bekend.

Hij gaf zijnen kameraden lechts weinig hoop, dewijl hij geloofde dat het schip gebroken was en nooit weêr voor de dienst kon ingerigt worden. Hij voegde daarbij, dat l1Ct 7.00 dikwijls tegen de ijsschotsen en den wnl ge tooten was, dat zijne bindten daardoor allen los wa-ren j h ij begreep ook evenmin, hoc men het moe t aa n-stellen om het schip op eene plaats te brengen, waar mea de ont'btw gaten zoude kunnen digten. Bovendien wa~

ook het roer verloren en om een ander te maken, mi~t(·

men het noodige ijzerbeslag."

11 Ik daeht niet dat hij zóó zou ge proken hebbell ".

7.eide WILT. j 11 het komt mij voor, dat hij een bevrre cl man geweest is."

11 Hij was het niet alleen, die eene zoo ongunstige mee-lIin'" omtr nt het lot van het schip koe terde. Eenigen del'

b .

matrozen 7.eiden, dat het vaartuig zoo hoog op het strand was geloopelI , dat men het nooit weder vlot zou kunnen krijgen j weder anderen waren van gedachte, dat het drijfijs het schip verpletteren zoude en dat de ankel'~,

die onder het ijs zaten, zoek raken of verbreken zouden:

kortom, niemand waagde het, eene gunstige meening W(

'-~ens het schip te berde te brengen.

b Eindelijk kwam ook de beurt aan den kapitein. "Trouwe makkers I" zeide hij, 1/ laat u door de geledene

ongcluk-150

ken niet ontmoed.igen, maal' vertrouwt op God. IIij geeft en neemt wat Hij wil: Zijn \Vi I geschieut. IVanneer het be loten is, dat wij hier onze uagen moeten eindirrcn, zijn wij hiel' even tIigt bij dcn hemel als in 011S "ge-boorteland. Wij moeten alle gesehikte middelen, die ons ten dienste staan, aanwenden om ons leven te b houden.

Nam: mijn gevoelen zijn wij niet geheel zonder hoop om III ons vaderlanu weder te kceren, maar ik zie zelfs een miducl, met behulp waarvan wij onzen terugkeer hoogstwaarsehgnHjk zullen kunllen bewerkstelligen. En, is ook al het schip onbruikbaar geworden, ~oo hebben vroeger toch anderen, ook van onze eigene natie, in

Nam: mijn gevoelen zijn wij niet geheel zonder hoop om III ons vaderlanu weder te kceren, maar ik zie zelfs een miducl, met behulp waarvan wij onzen terugkeer hoogstwaarsehgnHjk zullen kunllen bewerkstelligen. En, is ook al het schip onbruikbaar geworden, ~oo hebben vroeger toch anderen, ook van onze eigene natie, in