• No results found

Samenwerking en samengaan met kinderdagverblijven

Doordat met de beoogde harmonisatie niet alleen de wet- en regelgeving gelijk wordt getrokken van

peuterspeelzalen en kinderdagverblijven, maar ook de financiële basis, wordt een situatie gecreëerd waarin het eenvoudiger wordt om samenwerking vorm te geven. Ook ziet men in de praktijk dat steeds meer organisaties van peuterspeelzaalwerk en kinderopvang fuseren of worden overgenomen. Doordat

bijvoorbeeld het personeel onder dezelfde CAO komt, wordt het eenvoudiger om hen bij beide werksoorten in te zetten. Ook wordt het voor ouders (administratief) eenvoudiger om een combinatie van peuteropvang en dagopvang af te nemen. In de afgelopen jaren is al duidelijk geworden dat peuterspeelzalen en

kinderdagverblijven als communicerende vaten werken als men naar de bezetting kijkt. In de jaren 2006-2008 zijn de peuterspeelzalen in bezetting teruggelopen, omdat de kinderopvang voor iedereen relatief goedkoop werd, terwijl de laatste jaren weer een toeloop op de peuterspeelzalen plaatsvindt door de bezuinigingen op de kinderopvangtoeslag. Met een gelijke basis voor peuteropvang en dagopvang, kunnen deze ontwikkelingen door aanbieders eenvoudiger worden opgevangen.

11.8 Huisvesting

Ten aanzien van de huisvestingskosten dient nog opgemerkt te worden dat voor de locaties in

scholencomplex Blaricum dorp (peuterspeelgroep Blaricum) en scholencomplex Bijvanck (Spelevanck) subsidie wordt betaald voor de huurkosten. Hier dient in de uitwerking nog nader naar gekeken te worden.

Het is in de nieuwe situatie niet meer mogelijk om als gemeente subsidie te verlenen op het gebied van huisvesting, omdat dit tot marktverstoring (concurrentievervalsing) leidt. Als gevolg van de ouderbijdrage zal een organisatie in staat moeten worden geacht om de huisvestingskosten op te kunnen vangen.

~ 22 ~ 12 CONCLUSIES EN ADVIES HARMONISATIE

Uit het onderzoek dat in dit rapport is vastgelegd, kunnen de volgende conclusies worden getrokken:

Beschikbaar budget gemeente Blaricum

De basisvraag voor dit onderzoek is om te kijken wat de mogelijkheden zijn met de beschikbare middelen binnen gemeente Blaricum om het huidige aanbod van peuterspeelzaalwerk te behouden om daarmee zoveel mogelijk doelgroeppeuters met VVE te kunnen bereiken. Het is op dit moment onzeker hoeveel middelen voor het bestrijden van onderwijsachterstanden vanaf 2016 door het Rijk beschikbaar worden gesteld. Het is derhalve niet goed mogelijk om een goede prognose voor de komende jaren te geven voor het bereik van doelgroeppeuters met VVE. In de uitwerking is daarom zowel met het huidige budget als met de Rijksmiddelen gerekend.

Het volgende kan geconcludeerd worden.

 Voor het bereiken van de 16 doelgroeppeuters binnen de gemeente Blaricum zijn op dit moment de gemeentelijke middelen toereikend (er is zelfs sprake van een overschot van € 13.077).

 Aan de peuterspeelzalen wordt met de omvorming tot kinderopvang een bijzondere inspanning

gevraagd. De gemeente Blaricum is bereid de huidige subsidie in de vorm van een overgangsregeling voor dit doel in te zetten. Deze overgangsregeling bespaart de gemeente Blaricum in 2016 50% van het subsidieniveau 2014.

 Bij een volledige harmonisatie in 2017 subsidieert de gemeente Blaricum vanaf dat jaar uitsluitend nog de VVE component en een (eventuele) financiële compensatie voor dat deel van ouders dat geen recht heeft op kinderopvangtoeslag.

 Binnen het totaal van de subsidie is een bezuiniging mogelijk. Het lijkt verstandig deze bezuiniging te reserveren voor eventuele toename van het aantal VVE kinderen.

 Bij peuterspeelgroep Blaricum heeft slechts een gering percentage (namelijk 17%) recht op

kinderopvangtoeslag. Voor ouders die geen recht hebben op kinderopvangtoeslag wordt eind 2015 een gemeentelijke regeling opgesteld. Pas dan kan een analyse gemaakt worden van de werkelijke

gevolgen van de omvorming voor deze peuterspeelzaal. Dat geldt voor met name 2016 in de

veronderstelling dat met ingang van 2017 het rijksbeleid duidelijk is. Het college zal de consequenties in gezamenlijkheid met de peuterspeelzaal in 2015 in beeld brengen en de Raad nader informeren over de gevolgen daarvan voor 2016.

Keuze lengte dagdelen

 In Blaricum wordt een maximale opvang van 3 ½ uur per dagdeel gehanteerd.

 En Blaricum kunnen peuters – zowel regulier als doelgroep - vanaf 2 jaar bij de peuteropvang terecht.

Gevolgen harmonisatie voor aanbieders

In de gemeente Blaricum wordt het peuterspeelzaalwerk op dit moment aangeboden door twee organisaties. Het betreffen twee kleine stichtingen: beiden met een bestuur van vrijwilligers. Stichting Kinderopvang Huizen ondersteunt op vrijwillige basis peuterspeelzaal Spelevanck. Met de harmonisatie wordt van deze aanbieders verwacht dat zij hun peuterwerk als ondernemer in de markt gaan zetten.

Voor de twee aanbieders is dit een forse wijziging van bedrijfsvoering. In hoofdstuk 13 is middels een stappenplan op een rij gezet waar aanbieders in ieder geval aan moeten denken bij de omvorming van hun aanbod naar een aanbod dat geregistreerd kan worden als kinderopvang. Het zal noodzakelijk zijn om deze aanbieders in de uitwerking te ondersteunen bij de gevraagde omvorming. Er dient rekening te worden gehouden met de volgende wijzigingen voor hen:

 cultuuromslag doordat men meer ondernemer wordt en verantwoordelijk wordt voor de continuïteit van de organisatie

 flinke inspanning nodig, vooral in tijd en opbouw van kennis over de kinderopvang, om omvorming tot kinderopvang te kunnen realiseren

 meer administratie nodig omdat onderscheid tussen wel en geen recht op kinderopvangtoeslag bepaald moet worden, de hoogte van de ouderbijdrage (voor niet toeslagouders) bepaald moet worden en op kindniveau verantwoording over subsidieplaatsen moet worden afgelegd aan de gemeente voor ouders die geen recht hebben op kinderopvangtoeslag

 registratie als kinderdagverblijf nodig, met bijbehorende GGD-controle (wettelijke regels zijn bijna gelijk, zie volgende hoofdstuk voor details)

~ 23 ~

 toename verantwoordelijkheid als werkgever, omdat de inzet van twee gediplomeerde leidsters op de groep noodzakelijk is

De mogelijke gevolgen voor de huisvestingskosten dienen in de uitwerking meegenomen te worden. In de uitwerking van de nieuwe subsidiesystematiek is uitgegaan van landelijk gemiddelde kosten. Het is

wenselijk dat de gemeente Blaricum in de uitwerking zoveel mogelijk rekening houdt met deze

gemiddelden, omdat anders de kosten voor ouders (nog) hoger worden. Door de verhoging van de kosten voor ouders uit de hogere inkomensgroepen, zal sprake zijn van relatief meer vraaguitval op de

peuterspeelzalen met meer veel-verdienende ouders. Hierdoor kan de bezetting onder druk komen te staan en verdere verhoging van de uurprijs nodig zijn, met weer meer vraaguitval tot gevolg.

Als de gemeente Blaricum het ook voor de overige kinderopvangaanbieders mogelijk maakt om straks een beroep te doen op de subsidiemiddelen voor peuteropvang voor ouders die geen recht hebben op

kinderopvangtoeslag, naast een subsidie voor VVE plaatsen, dan kan de concurrentie in de gemeente gaan toenemen. Het is wenselijk om een overgangsperiode in te stellen waarin eerst de huidige aanbieders van peuterspeelzaalwerk de kans krijgen om hun aanbod goed om te vormen (een overgangsperiode van twee jaar, te weten 2015 en 2016) en op een later tijdstip subsidieaanvragen van andere aanbieders toe te laten.

Gevolgen harmonisatie voor ouders

Voor de ouders zullen met name de volgende twee gevolgen merkbaar zijn:

1. De netto ouderbijdrage gaat veranderen en wordt inkomensafhankelijk. Dit betekent dat bij een deel van de aanbieders voor de ouders met lagere inkomens de ouderbijdrage voor het reguliere aanbod (iets) lager wordt. Voor de hoogste inkomensgroepen zal echter sprake zijn van een forse verhoging van soms wel meer dan 100%. Dit is het gevolg van de laatste bezuinigingen op de

kinderopvangtoeslag waarbij de ‘basistoeslag’ van 33% is afgeschaft, waardoor inkomens vanaf

€ 80.000 fors meer zijn gaan betalen en de inkomens vanaf € 118.000 nog slechts 18%

kinderopvangtoeslag ontvangen voor hun eerste kind. In een aantal ‘rijke’ kernen kan hierdoor mogelijk een relatief hogere vraaguitval plaatsvinden. De exacte hoogte van de ouderbijdrage is daarbij nog wel afhankelijk van het uurtarief dat de aanbieders in rekening gaan brengen voor de peuteropvang.

2. De ouderbijdrage voor het VVE-aanbod is nu circa € 39 per maand. Als met de harmonisatie wordt gekozen voor het gelijkstellen van de ouderbijdragen van doelgroeppeuters en niet-doelgroeppeuters, dan gaan doelgroeppeuters ook voor twee dagdelen de geldende ouderbijdrage betalen. Voordeel hiervan is dat de beter verdienende ouders van doelgroeppeuters in gelijke mate mee gaan betalen op basis van hun inkomen. Nadeel is dat de ouderbijdrage heel fors verhoogd wordt. Bij de maximale uurprijs van € 8,28 per uur wordt de ouderbijdrage alleen voor de laagste inkomens al verhoogd naar

€ 48 per maand. Als gevolg hiervan zal mogelijk een deel van de ouders (moeten) stoppen, waardoor het bereik van doelgroeppeuters verslechtert. Beide opties hebben voor- en nadelen.

In de uitwerking zal een definitieve keuze gemaakt moeten worden of de lage ouderbijdrage gehandhaafd wordt. Bij een hogere bijdrage loopt men het risico dat de doelstelling om de bredere doelgroep met het VVE aanbod te bereiken niet gehaald wordt.

Opmerkingen peuterspeelgroep Blaricum

Met beide peuterspeelzalen is overeenstemming bereikt over de omvorming. Peuterspeelgroep Blaricum maakt een kanttekening bij de situatie die in 2016 zal ontstaan. De subsidie voor het reguliere

peuterspeelzaalwerk wordt dan gehalveerd. Mocht deze situatie zich voordoen dan is het college bereid om met het bestuur in gesprek te gaan over de vraag hoe wij hen daarin kunnen ondersteunen. Het bestuur van de peuterspeelgroep Blaricum vraagt nu reeds een oplossing voor deze situatie. Men wil in aanmerking komen voor een VVE subsidie en men wil zekerheid over de bijdrage aan ouders die geen recht hebben op kinderopvangtoeslag. De VVE subsidie is tot en met 2016 voorbehouden aan de peuterspeelzaal

Spelevanck. De regeling voor het tegemoet komen van ouders die geen recht hebben op

kinderopvangtoeslag wordt eind 2015 opgesteld. Dan is er ook meer bekend over het rijksbeleid ten aanzien van de kinderopvangtoeslag.

~ 24 ~