• No results found

Maximale bezetting doelgroepkinderen per groep

Bijlage 3 Subsidie kader omvorming peuterspeelzalen – peuteropvang 2015-2016

7. Maximale bezetting doelgroepkinderen per groep

4. Documenten voor berekening ouderbijdrage

Welke documenten zijn nodig om de subsidie aan te vragen? De instelling is verantwoordelijk voor de subsidieaanvraag. Deze wordt onderbouwd vanuit de aanname van verzamelinkomsten van ouders. Dan kan door middel van een daartoe ingestelde tabel de ouderbijdrage worden berekend. Deze systematiek gaat er van uit dat de ouder aanspraak maakt op kinderopvangtoeslag als zij/hij daar recht op heeft. Moet de instelling jaarlijks achter het verzamelinkomen aan van de ouder en welke documenten zijn dan nodig?

Antwoord: de ouders vragen de kinderopvangtoeslag aan en zijn daar zelf verantwoordelijk voor. De gemeentelijke subsidie betreft uitsluitend de VVE en de doelgroep ouders die geen recht op

kinderopvangtoeslag hebben.

5. Huisvestingskosten

Gemeenten mogen in principe geen instellingen voor kinderopvang subsidiëren. Het zijn bedrijven die niet gesubsidieerd worden. Vanaf het moment dat de peuterspeelzaal is omgevormd tot kinderopvang kan er geen subsidie meer plaatsvinden in de kosten van huisvesting. Hoe gaat de gemeente Blaricum daarmee om? Immers nu worden de peuterspeelzalen gecompenseerd in de huur die zij betalen in beide

scholencomplexen. Is de benadering dat de peuteropvang met de beschikbare ouderbijdrage geacht moet worden zijn exploitatie rond te kunnen krijgen.

Antwoord: in principe is de KO organisatie verantwoordelijk voor haar eigen exploitatie. De kosten voor huisvesting worden doorberekend aan de ouders en zullen consequenties hebben voor het uurtarief.

Neemt niet weg dat de gemeente zich ook zal oriënteren op een redelijk huurtarief voor maatschappelijke organisaties.

6. Exploitatie peuterspeelzalen Blaricum

Peuterspeelzaal Spelevanck beoordeelt en stelt eventuele wijzigingen door ten aanzien van de berekening op blz. 10 onder ‘Exploitatie peuterspeelzalen Blaricum’.

Antwoord: deze wijzigingen dienen nog te worden verwerkt.

7. Maximale bezetting doelgroepkinderen per groep

Is het wettelijke bepaald dat er een maximale bezetting van 50% doelgroepkinderen per groep moet zijn?

Antwoord: Nee, dit is geen wettelijke verplichting. Het schijnt dat de GGD als advies max. 50 % hanteert.

Daar komt dat percentage vermoedelijk vandaan.

~ 34 ~ Gemeente Blaricum Uitgangspunten nieuw beleid:

1. De peuterspeelzalen moeten uiterlijk met ingang van 1 januari 2016 – of zoveel eerder als mogelijk is - zijn omgevormd tot kinderopvang (peuteropvang)

2. Vanaf dat moment betalen alle ouders een gelijke ouderbijdrage, die gecompenseerd wordt via de kinderopvangtoeslag (verantwoordelijkheid voor de ouder)

3. De gemeente hanteert een overgangsperiode van twee jaar en betaalt in 2015 100% van de subsidie (op basis van groepen) en in 2016 50% van de beschikbare subsidie (op basis van werkelijk bezette plaatsen) voor het reguliere peuterspeelzaalwerk

4. Het college stelt nadrukkelijk een aantal voorwaarden met betrekking tot de subsidie om te bereiken dat de omvorming ook daadwerkelijk plaatsvindt

5. Vanaf 1 januari 2017 subsidieert de gemeente het regulier peuterspeelzaalwerk niet meer

6. Vanaf 1 januari 2017 kunnen alle VVE aanbieders in de gemeente Blaricum – als zij voldoen aan een aantal voorwaarden - aanspraak maken op een VVE subsidie per bezette plaats

7. Het is voor de peuterspeelzaal financieel aantrekkelijk om de omvorming zo spoedig mogelijk tot stand te brengen omdat vanaf dat moment er een vaste ouderbijdrage is alsmede een subsidie van de gemeente tot 1 januari 2017

8. De portefeuillehouder wil zich nog beraden op het eventueel financieel tegemoet treden van ouders waarvan de ene partner werkt en de andere partner geen inkomsten heeft (speciale doelgroep ouders die geen recht hebben op kinderopvangtoeslag)

9. Als peuterspeelzalen niet willen meewerken aan de omvorming stopt de gemeente de subsidie met ingang van 1 januari 2015 en zullen in principe de frictiekosten die daardoor ontstaan worden vergoed

10. De gemeente Blaricum onderzoekt nog of VVE kinderen afkomstig vanuit Huizen, door de gemeente Huizen betaalt kunnen worden. Een ideale werkwijze zou kunnen zijn dat de gemeente Huizen de organisatie die VVE aanbiedt in Blaricum een VVE subsidie per bezette kindplaats beschikbaar stelt. Rob zal dit aan de gemeente Huizen voorleggen.

Vragen:

1. Gaat psz Spelevanck nog een enquête doen onder de ouders?

Antwoord Spelevanck: is dit nog noodzakelijk. Het blijft een momentopname. Beeld is nu dat er circa 17 ouders geen recht hebben op kinderopvangtoeslag. Deze ouders krijgen eventueel met ingang van 1 januari 2017 een compensatie via de gemeente. Daar dient college een uitspraak over te doen. Dit antwoord is ook van belang voor de kinderopvangorganisatie: als deze doelgroep geen gebruikt meer wil maken van de kinderopvangvoorziening als zij financieel niet gecompenseerd worden door de gemeente heeft dit gevolgen voor het personeel van de kinderopvangorganisatie; er kunnen dan eventueel frictiekosten ontstaan.

2. Per welke datum wil het bestuur de omvorming tot stand brengen?

Antwoord Spelevanck: streven is per 1 augustus 2015

3. Zijn er nog zaken die van belang zijn voor de afspraken die we nu maken?

Antwoord Spelevanck:

 welke ontwikkelingen verwacht de gemeente met betrekking tot de huur van de ruimte in scholencomplex De Bijvanck? Hoe ziet het huurtarief er de komende jaren uit?

 Ouders moeten goed geïnformeerd worden. Ook zullen sommige (met name allochtone) ouders begeleid moeten worden bij het aanvragen van kinderopvangtoeslag.

~ 35 ~

Knelpunten omvorming zoals besproken met psz Spelevanck op maandag 1 december 2014

Samenvatting van de punten die met het bestuur van De Spelevanck besproken zijn:

 Spelevanck gaat akkoord met de omvorming van de peuterspeelzaal op 1 augustus 2015 en stemt ook in met de notitie.

 Spelevanck is akkoord met de berekening zoals die is weergegeven op bladzijde 10 van de notitie.

 Er wordt een toelichting gegeven over de kinderopvangtoeslag: ouders betalen in eerste instantie het volledige bedrag zelf en krijgen via de kinderopvangtoeslag een deel terug. Het makkelijkste voor de ouder is om een maandelijks voorlopige teruggaaf aan te vragen (dezelfde methodiek als bij hypotheekrenteaftrek).

Het Rijk verstrekt kinderopvangtoeslag tot een bedrag van € 6,84, het meerdere van jullie uurtarief komt volledig toe aan de ouder. Dit is heel kort en vluchtig in ons gesprek van gisteren naar voren gekomen, al zijn wij niet zeker dat het zodanig is overgekomen. In de notitie zijn deze gegevens opgenomen in hoofdstuk 10.

Ouderbijdrage (weergave op pagina 17 van de notitie).

 Er is een actueler formulier ‘BIJLAGE VERKLARING GEEN RECHT OP KINDEROPVANGTOESLAG’. Dat zal dan ook in de notitie (bijlage 1) worden vervangen.

 Naar aanleiding van het financieel jaarverslag 2013 wordt het volgende besproken. De gemeente verstrekt subsidie om de tekorten in de exploitatie te financieren. Deze is niet bestemd voor winst/opbouw van eigen vermogen. Spelevanck geeft aan dat reserve is opgebouwd om continuïteit voor omvorming naar

peuteropvang te realiseren. Daarnaast is er onzekerheid over continuïteit van de peuterspeelzaal. Ook is eigen vermogen gevormd voor vervanging van inrichting, speeltoestellen etc. De onderbouwing van de bestemming van het eigen vermogen dient via het college te lopen. Het College bepaald of de

reserveopbouw terecht is en of subsidie niet terugbetaald hoeft te worden. Of, anders gezegd: ‘het college stemt al dan niet in met de bestemmingsreserve’. Spelevanck zal dit uitwerken en z.s.m. aan Rob Hendrikx toesturen. Nu is het beeld als volgt: Spelevanck heeft op 31 januari 2013 een eigen vermogen van € 47.478.

Dit vermogen is aanzienlijk en niet is duidelijk waarvoor dit vermogen is bestemd. Omdat het hier gaat om gemeenschapsgeld wordt het vermogen teruggevorderd bij de vaststelling van de subsidie 2013 (en 2014).

Op basis van artikel 20, lid 3 wordt bij vaststelling de egalisatiereserve in mindering gebracht voor zover deze groter is dan 5% van het subsidiebedrag. Dat betekent concreet voor 2013: de subsidie in dat jaar bedraagt

€ 79.238. Het Eigen Vermogen bedraagt op 31 december 2013 € 47.478 minus 5 % van de subsidie € 79.238

= €3.962: € 47.478 - € 3.962 = € 43.516. Terugvordering kan in één keer plaatsvinden bij de vaststelling van de subsidie 2013.

Rob hendrikx (4 december 2014)

~ 36 ~

Knelpunten omvorming zoals besproken met Peuterspeelgoep Blaricum op maandag 20 oktober 2014

Aanwezig namens bestuur peuterspeelgroep Blaricum (PSGB): Reinout Goedvolk en Jeroen de Jong Aanwezig namens de gemeente Blaricum/BEL Combinatie: Marjolein van der Marel en Rob Hendrikx De belangrijkste punten die besproken zijn:

 PSGB is op zich niet tegen de omvorming. De consequenties voor de ouders moet worden uitgezocht en in beeld worden gebracht. Daar heeft het bestuur meer tijd voor nodig. Het bestuur is bang dat voor veel ouders die te maken hebben met een relatief hoog inkomen, een relatief lage ouderbijdrage zullen ontvangen en dat de opvang dientengevolge te duur gaat worden. Daardoor kan een goede voorziening volgens PSGB niet meer in stand worden gehouden.

 Zowel bestuur PSGB als gemeente hechten waarde aan een voorziening die zich richt op de doorgaande leerlijn van peuters en samenwerking daarover met het basisonderwijs. De samenwerking met de basisscholen maakt onderdeel uit van de subsidievoorwaarden.

 Het college verwacht vóór 1 januari 2015 een reactie van het bestuur op de vraag of men bereid is de omvorming in 2015 tot stand te brengen.

 Het college kiest naast inhoudelijke argumenten (peuterspeelzaal voorbereiden op harmonisatie) ook voor financiële overwegingen om de omvorming tot stand te brengen.

 Het besluitvormingsproces zal er als volgt uitzien? De notitie vormt de ambtelijke voorbereiding voor een advies aan het college over dit onderwerp. Daarna wordt de raad geïnformeerd. PSGB krijgt voldoende ruimte om hun eventuele opmerkingen aan college en/of raad voor te leggen.

 Op vrijdag 21 november a.s. om 09:00 uur is er een vervolgbijeenkomst gepland over dit onderwerp.

 Rob Hendrikx stuurt de bijgestelde notitie deze week nog op aan het bestuur.

22 oktober 2014

Knelpunten omvorming zoals besproken met Peuterspeelgoep Blaricum op woensdag 3 december 2014

Aanwezig namens bestuur peuterspeelgroep Blaricum (PSGB): Reinout Goedvolk en Laurens Lor Aanwezig namens de gemeente Blaricum/BEL Combinatie: Mark Jansen en Rob Hendrikx Samenvatting van de punten die besproken zijn:

 Peuterspeelgroep Blaricum (psgB) geeft een volmondig ‘JA’ tegen meewerken aan de omvorming van hun peuterspeelzaal naar peuteropvang. Echter, de omvorming kan onevenredig nadelig voor de peuterspeelzaal uitvallen. Normaliter zal de financiering van het Rijk de financiering van de gemeente overnemen: subsidie gemeente vervalt, het Rijk vangt dit op door ouders kinderopvangtoeslag te verlenen. Bij PsgB is dit minder aan de orde, zij verwachten dat slechts 17% van de ouders recht heeft op materiële kinderopvangtoeslag.

Daarnaast is de psgB bezorgd over de halvering van de subsidie in 2016. Hun subsidie daalt harder dan die van de Spelevanck (50% reductie voor PsgB en slechts 25% voor Spelevanck) omdat de Spelevanck ook subsidie krijgt voor VVE. PsgB geeft aan ook VVE te willen aanbieden, het liefst al in 2015 of 2016.

 De consequentie van de subsidieverlaging met 50% in 2016 is dat de ouderbijdrage met ruim 25% moet worden verhoogd om kostendekkend te kunnen werken. Hierdoor ontstaat het risico van een hoge uitval.

PsgB heeft enige reserves opgebouwd om te kunnen voorbereiden op omvorming, maar deze zijn ontoereikend om de hoge uitval ten gevolge van een significante subsidieverlaging op te vangen.. Een spoedige omvorming biedt de mogelijkheid dat sommige ouders een toeslag terugkrijgen, maar dit zal slechts een beperkte groep zijn.

~ 37 ~

 Afgesproken wordt dat psgB zo spoedig mogelijk inzicht geeft in het aantal ouders dat geen

kinderopvangtoeslag zal ontvangen omdat men daar geen recht op heeft. Op basis van de ouders die momenteel de vragen hebben beantwoord is deze status als volgt:

o 44% komt NIET in aanmerking voor toeslag aangezien slechts 1 van de 2 ouders werkt

o 39% van de overige ouders zou vrijwel geen toeslag ontvangen (<2.2%) en dus de vrijwel volledige verhoging van 25% in 2016 en 50% in 2017 moeten dragen

o 17% van de ouders komt in aanmerking voor een toeslag die de verhoging van de ouderbijdrage enigszins kan compenseren

 PsgB vraagt duidelijkheid van het college over het compenseren van deze ouders die niet in aanmerking komen voor toeslag en dus mogelijkerwijs zullen uitvallen. Het doel is om financieel beperkte gezinnen tegemoet te komen zodat de kinderen wel naar peuteropvang kunnen waardoor sociale contacten en taalachterstanden voorkomen/beperkt blijven.

 Het knelpunt ontstaat vooral in 2016. Is er een mogelijkheid dat het college hen daarin tegenmoet treedt zodat het voortbestaan van de speelzaal met de huidige capaciteit niet in gevaar komt en er een eerlijke verdeling van subsidiegelden is tussen de twee speelzalen in Blaricum

 Naar aanleiding van het financieel jaarverslag 2013 wordt het volgende besproken. De gemeente verstrekt subsidie om tekorten in de exploitatie te financieren. Deze is niet bestemd voor winst/opbouw van eigen vermogen. PsgB geeft aan dat reserve is opgebouwd om continuïteit voor omvorming naar peuteropvang te realiseren en VVE te kunnen gaan aanbieden. Daarnaast is er onzekerheid over continuïteit van de

peuterspeelzaal na 2016. Daarom is men in 2013 overgestapt op het in rekening brengen van 12 maanden ouderbijdrage in plaats van 11 maanden wat bij peuterspeelzalen gebruikelijk is. PsgB wil echter als goede werkgever haar zes leidsters 12 maanden salaris kunnen betalen. Het behaalde resultaat van het factureren van deze 12de maand wil de PSZ opnemen in een continuïteitsreserve. Ook is eigen vermogen gevormd voor vervanging van inrichting, speeltoestellen etc. Men heeft te maken met juridische kosten voor opzeggen contract leidster. Kosten circa € 6.000. En, Een ouder heeft € 1.000 geschonken om hiervoor vervangingen te kunnen bekostigen.

 De onderbouwing van de bestemming van het eigen vermogen dient via het college te lopen. Het College bepaald of de reserveopbouw terecht is en of subsidie niet terugbetaald hoeft te worden. Of, anders gezegd:

‘het college stemt al dan niet in met de bestemmingsreserve’. PsgB zal dit uitwerken en z.s.m. aan Rob Hendrikx toesturen.

 Nu is het beeld als volgt: De psgB heeft op 31 januari 2013 een eigen vermogen van € 51.149; Slechts EUR 35,360 hiervan is onstaan uit baten van de jaren 2011-13, die zijn toegevoegd aan het eigen vermogen – het overige bedrag stamt van voor 2011. Dit vermogen is aanzienlijk en het is de Gemeente niet duidelijk waarvoor dit vermogen bestemd is. De PsgB zal hiervoor een duidelijke onderbouwing overleggen. Omdat het hier gaat om gemeenschapsgeld wordt het vermogen teruggevorderd bij de vaststelling van de subsidie 2013 en 2014. De PsgB geeft aan dat de baten in 2011 en 2012 zijn ontstaan door bewuste kostenreductie en verhoging van ouderbijdragen (65% van onze inkomsten) om een reserve te creeren voor specifieke uitgaven. Dit geld is dan ook niet zozeer gemeenschapsgeld, maar grotendeels geld van de ouders van de speelzaal.

 Op basis van artikel 20, lid 3 wordt bij vaststelling de egalisatiereserve in mindering gebracht voor zover deze groter is dan 5% van het subsidiebedrag. Dat betekent concreet voor 2013: de subsidie in dat jaar bedraagt € 39.588. Het Eigen Vermogen bedraagt op 31 december 2013 € 51.149 minus 5 % van de subsidie € 39.588 =

€ 1.979: € 51.149 - € 1.979 = € 49.170. Terugvordering kan voor een bedrag van € 39.588 in één keer plaatsvinden bij de vaststelling van de subsidie 2013 en het restant ad € 9.582 bij de vaststelling van de subsidie 2014. [De PsgB is het hier niet mee eens: 1) dit is geen egalisatiereserve maar een impliciete bestemmingsreserve, 2) slechts EUR 35,360 van dit vermogen is ontstaan gedurende de period van deze notitie, het overige vermogen is irrelevant]

 De PsgB heeft een duidelijke bestemming voor zijn eigen vermogen en deze zal worden overlegd aan de gemeente. Deze bestemmingsreserve is niet eerder expliciet opgenomen in de jaarrekening omdat dit over de laatste 3 jaren nimmer is vereist door de gemeente.

 PsgB heeft zijn jaarrekeningen over 2011 en 2012 in beide jaren overlegd aan de gemeente voor

subsidievaststelling. Over de afgelopen 2 jaren is nooit een expliciete bestemmingsreserve opgenomen, en daar is door de gemeente ook nooit een vraag over gesteld. De subsidies voor 2011 en 2012 zijn als zodanig ook vastgesteld. Deze vragen zijn ook nooit opgebracht in de frequente gesprekken tussen de PsgB en de gemeente.

~ 38 ~

 De PsgB ging ervan uit dat de gemeente stilzwijgend goedkeuring had verleend voor de reserveopbouw (die dient te worden beschouwd als een bestemmingsreserve), aangezien de gemeente kennis heeft genomen van de jaarrekeningen en de subsidie in beide jaren heeft vastgesteld. De PsgB heeft ook zijn jaarrekening in 2013 opgesteld met het vertrouwen dat de gemeente de laatste 3 jaren de strikte interpretatie van de APV niet had toegepast en hiermee een consistent beleid voerde. De PsgB is zeer verbaasd dat de gemeente plotseling, en nog wel met terugwerkende kracht, terugvordering voorstelt van deze impliciete

bestemmingsreserve die met hulp van de ouders van de speelzaal is opgebouwd voor noodzakelijke uitgaven.

 PsgB heeft per beleidsvoornemen - zoals besproken in het gesprek van 20 oktober 2014 - een reactie opgesteld. Deze wordt als bijlage bij dit verslag gevoegd.

Rob Hendrikx (4 december 2014)

Het bovenstaande teruggebracht tot de hoofdzaken:

1. Peuterspeelgroep Blaricum (psgB) geeft een volmondig ‘JA’ tegen meewerken aan de omvorming van hun peuterspeelzaal naar peuteropvang. Echter, de omvorming kan onevenredig nadelig voor de peuterspeelzaal uitvallen.

2. PsgB geeft nu inzicht in het aantal ouders dat geen kinderopvangtoeslag zal ontvangen omdat men daar geen recht op heeft. Op basis van de ouders die momenteel vragen hebben beantwoord is deze status als volgt:

 44% komt NIET in aanmerking voor toeslag aangezien slechts 1 van de 2 ouders werkt

 39% van de overige ouders zou vrijwel geen toeslag ontvangen (<2.2%) en dus de vrijwel volledige verhoging van 25% in 2016 en 50% in 2017 moeten dragen

 17% van de ouders komt in aanmerking voor een toeslag die de verhoging van de ouderbijdrage enigszins kan compenseren

3. PsgB wil daarom in 2015 of 2016 al in aanmerking komen voor VVE subsidie.

4. PsgB vraagt het college daarom ook om de PsgB in de subsidiereductie in 2016 tegemoet te treden - afhankelijk van toegang tot VVE subsidie - zodat een eerlijker verdeling van subsidies plaatsvindt in 2016 (PsgB verliest 50% en Spelevanck slechts 25%)

5. PsgB is het niet eens met de afwikkeling van hun opgebouwde eigen vermogen

Wat zijn de consequenties van het bovenstaande:

1. Men gaat akkoord met de omvorming

2. 44% komt niet in aanmerking voor kinderopvangtoeslag: daar komt in 2016 een gemeentelijke regeling voor.

Dus op dit moment is niet aan te geven hoe dat uitvalt.

3. 39% ontvangt vrijwel geen toeslag omdat ze te veel verdienen. Dat is dan ook een goed excuus om deze ouders meer te laten betalen.

4. 17% van de ouders komt in aanmerking voor een toeslag. In het advies aan het college ben ik uitgegaan van 15%. Dus dat is zelfs iets positiever.

5. PgB beweert dat zij de tarieven met 25% moeten verhogen en zijn daardoor bang voor vraaguitval: concreet speelt dit in 2016 omdat in dat jaar de subsidie gehalveerd wordt.

6. VVE subsidie komt per 1 januari 2017 beschikbaar voor alle partijen in Blaricum die VVE aanbieden (en dus niet eerder voor psgB).

7. Er komt een afzonderlijk collegevoorstel over het eigen vermogen van psgB.

Conclusie: we kunnen gewoon door met het collegeadvies en voorstel aan de raad. In 2016 wordt een regeling gemaakt voor de ouders die geen recht hebben op kinderopvangtoeslag. Het college kan in 2016 hier opnieuw naar kijken als de gevolgen beter in beeld zijn.

Rob Hendrikx

~ 39 ~

~ 40 ~ REACTIE OP UITGANGSPUNTEN UIT GESPREK D.D. 20-10-2014 Gemeente Blaricum Uitgangspunten nieuw beleid:

1. De peuterspeelzalen moeten uiterlijk met ingang van 1 januari 2016 – of zoveel eerder als mogelijk is - zijn omgevormd tot kinderopvang (peuteropvang)

De Peuterspeelgroep Blaricum wil graag meewerken aan omvorming tot peuteropvang, met het doel dit per 1 januari 2016 te bereiken

- Wij begrijpen dat omvorming tot peuteropvang op den duur wettelijk vereist zou kunnen worden en willen ons dan ook op dit scenario voorbereiden. Wij verwachten dat in de loop van 2015 meer duidelijk zal worden over de precieze invoering op landelijk niveau en de mogelijke gevolgen hiervan

- Wij stellen de samenwerking en adviezen van de gemeente bij deze omvorming zeer op prijs

Wel maken wij kanttekeningen bij de voorgestelde uitvoering van de omvorming in Blaricum, inclusief een aantal ernstige bezwaren tegen de uitgangspunten zoals door u weergegeven in ons voorgaande gesprek.

Deze zullen wij op het juiste moment ook inbrengen bij de besluitvorming door het college/de raad 2. Vanaf dat moment betalen alle ouders een gelijke ouderbijdrage, die gecompenseerd wordt via de

kinderopvangtoeslag (verantwoordelijkheid voor de ouder)

De PSG Blaricum ondersteunt het idee van een simpele en gelijke ouderbijdrage voor alle ouders, met een

De PSG Blaricum ondersteunt het idee van een simpele en gelijke ouderbijdrage voor alle ouders, met een