• No results found

Het is in eerste instantie opvallend dat er over het algemeen een inhoudelijk verschil is tussen

de externe en de interne bronnen: waar de externe bronnen voornamelijk gaan over de

kunstcollectie en waarvoor deze moet staan, richten de interne bronnen zich voornamelijk op

commerciële activiteiten als sponsoring en campagnes. Dit is te verklaren door de verschillende

doelgroepen die aan de teksten ten grondslag liggen; naar de buitenwereld moeten andere

dingen worden gecommuniceerd dan naar intern betrokkenen. Externe lezers hebben minder of

geen belangstelling voor de resultaten die de Rabobank moet behalen, maar meer voor hun

eigen leefomgeving en de maatschappij waarvan zij deel uitmaken. Daarom spelen externe

bronnen eerder in op de relatie tussen kunst en maatschappelijke vraagstukken en de positie van

de bank in het sociale en culturele landschap. Interne lezers, en dus medewerkers, hebben

daarentegen wel degelijk belangstelling voor het functioneren van het bedrijf. Dit wil niet

zeggen dat zij geen belangstelling hebben voor het welzijn van de maatschappij, maar het is

voor hen ook belangrijk dat de bank als hun werkgever verstandige beslissingen neemt en geld

investeert in projecten die (direct of indirect) winst opleveren. Desalniettemin vormen bedrijf,

maatschappij en identiteit in het narratief van beide soorten bronnen de meest belangrijke

aspecten. Daarop aansluitend zijn in de voorafgaande hoofdstukken de externe en de interne

bronnen van de Rabobank met betrekking tot vier inhoudelijke aspecten vergeleken: focus op

het bedrijf, focus op maatschappelijke verantwoordelijkheid, kunst als identiteitsconstructie en

opvallende uitdrukkingen en passages. Door de teksten aan de hand van dezelfde aspecten te

toetsen, was een directe vergelijking mogelijk.

Bij de passages die iets prijsgeven over kunst en de baten voor het eigen bedrijf gaat het in de

externe bronnen voornamelijk over de werking van kunst op de mens. Kunst verhoogt het

welzijn van de medewerkers en zorgt voor noodzakelijke prikkels. Door het weergeven van de

beleving van de medewerkers worden deze overwegingen bevestigd. Het enige zakelijke nut

dat in de externe bronnen wordt genoemd is het feit dat kunst als “visitekaartje” en conversation

piece kan fungeren. Bij de interne bronnen ligt er een duidelijke focus op de zakelijke baten

van kunst voor het bedrijf. In de vroege bronnen is er een voorzichtigere benadering van het

thema kunst in de bank en worden de uitdagingen bij het hanteren van kunst beschreven. In

tegenstelling tot de externe bronnen wordt er nauwelijks iets over het effect op de medewerkers

gezegd, behalve het idee dat kunst de kantoren moet verfraaien. Waar in de externe bronnen

kunst mede in dienst van de medewerker fungeert (bijdrage aan welzijn), zijn de interne

bronnen gericht op de werking van kunst op relaties (commerciële strategie). Het noemen van

praktische en meetbare voordelen van kunst voor het bedrijf heeft de voorkeur: er wordt verslag

47

gedaan van succesvolle advertentiecampagnes, het inzetten van kunst voor de promotie van

bankproducten en relatiemarketing en het effect van kunst op het imago van de bank.

Als het gaat over de maatschappelijke verantwoordelijkheid richten de externe bronnen zich

vooral op sociale aspecten. Kunst wordt gestimuleerd om de verbinding met de (lokale)

gemeenschap te tonen en te laten zien dat de Rabobank “midden in de samenleving” staat. Kunst

dient als barometer van de maatschappij en maakt kritische zelfreflectie mogelijk. De bank laat

door het tonen van kunst zien dat zij de dialoog durft aan te gaan. In de interne bronnen wordt

er minder aandacht aan maatschappelijke aspecten besteed. Als maatschappelijk betrokken

bedrijf stimuleert de Rabobank naast bijvoorbeeld sport ook kunst en cultuur. Daarbij staat het

behoud van cultureel erfgoed en het steunen van regionale kunstenaars in de voorgrond. Ook

economische baten die gepaard gaan met het organiseren van culturele activiteiten, zoals een

toestroom van toeristen, worden als maatschappelijke baten geïnterpreteerd.

Zowel in de externe als in de interne bronnen wordt duidelijk dat kunst bijdraagt aan de

constructie van de identiteit van de Rabobank. Volgens de externe bronnen toont kunst de

waarden van de bank en vertelt zij essentiële verhalen van en over de mens. Door middel van

het benoemen van de hoge eisen aan de kwaliteit van de kunstwerken en het beklemtonen van

het unieke karakter van de collectie, doelen de teksten op het onderscheiden van de Rabo

Kunstcollectie van andere bedrijfscollecties. De externe bronnen beschrijven eerder wat kunst

voor de bank betekent, terwijl de interne bronnen meer een uitleg geven over wat kunst voor de

bank kan betekenen en hoe lokale Rabobanken kunst kunnen gebruiken om hun identiteit naar

buiten te dragen. Ook hier ligt de focus op praktische aspecten: kunst helpt bij het vormen van

een imago en bij het onderscheiden van de Rabobank van andere banken daar waar de

bankproducten alleen het niet kunnen. De kwaliteit van de kunstwerken blijft in de interne

bronnen buiten beschouwing.

De tot nu toe benoemde verschillen zijn te verklaren door het feit dat de externe bronnen voor

een ander publiek zijn geschreven dan de interne bronnen. De externe bronnen zijn gericht op

lezers die belangstelling voor kunst hebben en niet (direct) betrokken zijn bij de activiteiten van

de bank. Omdat ook relaties en (potentiële) klanten tot de lezers behoren spelen zeker ook

aspecten als marketing en doelgerichte communicatie een rol in de teksten. Daarnaast bieden

de publicaties de mogelijkheid om zich buiten de zakelijke taal van banken te bewegen. In deze

context zijn zowel begrippen buiten die zakelijke taal (“DNA”, “beschermvrouwe”) opvallend,

alsook de begrippen die juist tot het financiële jargon behoren (“investeren”, “resultaten”). Bij

het lezen van de interne bronnen bestaat er geen twijfel over dat de teksten voor medewerkers

en betrokkenen zijn geschreven. Opvallende passages die kunst meer als attractie dan als

maatschappelijk goed neerzetten of kunst als promotiemiddel beschrijven, zijn in deze context

48

goed te verklaren: hier staat de bedrijfsstrategie op de voorgrond en ligt de focus op de vraag

wat de bank ten goede komt. Medewerkers en direct betrokkenen moeten immers de indruk

krijgen dat hun werkgever of zakenpartner de juiste beslissingen neemt om het bedrijf goed te

laten draaien.