• No results found

Samenvatting en conclusies

Almere is een snelgroeiende, nieuwe stad. Voelen mensen in zo’n nieuwe stad zich verbonden met elkaar en met hun woonplaats? In dit onderzoek staan de immigranten in Almere centraal. Door de sociale netwerken te bestuderen kan inzicht verworven worden in de mate waarin er relaties en samenhang zijn in de locale samenleving van Almere. In dit onderzoek staat de volgende probleemstelling centraal:

Wat is de aard en de betekenis van sociale netwerken van immigranten binnen de samenleving van Almere?

De deelvragen die hierbij zijn geformuleerd worden hieronder besproken, voorafgegaan door een korte schets van de immigrantenbevolking van Almere. Daarna wordt ingegaan op de theoretische relevantie van de onderzoeksgegevens. Ten slotte worden enkele praktische en theoretische conclusies geformuleerd.

1. Immigranten in Almere

In hoofdstuk 4 is een beeld geschetst van de immigrantenpopulatie van Almere. Hieruit komt een beeld van grote diversiteit naar voren. Almere is een kleurrijke stad aan het worden, de bevolking representeert zeer veel verschillende landen van herkomst. In januari 2000 was er sprake van 197 verschillende geboortelanden! Dit is een grote bron van cultureel kapitaal. De immigranten uit niet-westerse landen vormen met elkaar bijna 15% van de inwoners van Almere. Dit percentage ligt hoger als het geboorteland van één van de ouders meetelt in de bepaling of iemand immigrant is. In dat geval telt Almere 22% immigranten afkomstig uit niet-westerse landen. De grootste groep wordt gevormd door Surinamers, namelijk 7%. Alle andere groepen zijn substantieel klein, zoals bijvoorbeeld Antillianen (1.7%), Marokkanen (2.1%) en Turken (0.8%). Er is dus sprake van zeer veel kleine immigrantengroepen.

Immigranten wonen verspreidt over de drie stadskernen van Almere. In Almere Stad wonen iets meer immigranten dan in de beide andere kernen. Er zijn 10 wijken waar meer dan 30% immigranten wonen. Deze wijken liggen centraal in de stadskernen, 4 in Almere Stad, 2 in

58

Almere Haven en 3 in Almere Buiten en in de nieuwe wijk Tussen de Vaarten. De

Staatsliedenwijk in Almere Stad spant de kroon met 55%, de anderen liggen net iets boven 30%. Er wonen naar verhouding weinig Surinamers in Almere Haven en weinig

Marokkanen in Almere Buiten.

De immigrantenpopulatie is jong, slechts 3% van de immigranten is boven 65 jaar, tegenover 9% van de autochtonen. Van de totale beroepsbevolking is 2.7% niet werkende werkzoekende immigrant. Zij vormen 30% van alle werkzoekenden, dit aandeel is relatief hoog. Het betreft met name laag opgeleiden, waarvoor het aanbod van passende

arbeidsplaatsen in Almere gering is. 30 tot 40% van de Antillianen, Arubanen, Aziaten, Marokkanen en Zuid-Europeanen behoren tot de minima. Van de gezinnen die langdurig (langer dan 3 jaar) op een bestaansminimum leven is 50% immigrant. Deze groep maakt 1.2% van de totale bevolking uit.

Wat betreft specifieke voorzieningen is er één multiculturele woonvoorziening voor ouderen, één islamitische basisschool en één verzamelgebouw voor vrijwillige organisaties om te vergaderen en als cursusruimte te gebruiken. Er zijn in ieder geval 19

geloofsgemeenschappen die op een of ander manier met immigranten te maken hebben. 3 daarvan beheren een eigen moskee, anderen gebruiken een bestaand kerkgebouw of komen in een ander ruimte bijeen.

Er zijn 3 islamitische (Marokkaanse) slagers, 2 Iranese groothandels, 1 Surinaamse winkel en een schap met exotische producten in een natuurvoedingswinkel. Een groentekar op de woensdagmarkt in Almere stad verkoopt Surinaamse groente.

Er zijn 30 vrijwillige organisaties van immigranten, waarvan er in ieder geval 12 actief zijn in het organiseren van activiteiten op niet-commerciële en locale basis. Veel organisaties zijn niet meer actief, maar sommigen koesteren wel ambities om dat in de toekomst weer te worden. De organisaties vertegenwoordigen 14 verschillend landen van herkomst. De meeste organisaties kennen een religieuze of een politieke achtergrond, maar de activiteiten die georganiseerd worden liggen met name in de sociaal-culturele sfeer en hebben tot doel ontmoeting, educatie en behoud van de eigen cultuur. Groepsgenoten vinden een herkenning van de eigen cultuur, gezelligheid, hulp en steun.

2. De sociale netwerken van immigranten

De persoonlijke netwerken van immigranten worden gekenmerkt door een grote binding aan familie. Niet alleen het eigen gezin, maar ook een bredere kring van familieleden

59

Familierelaties zijn niet aan de woonplaats gebonden maar worden over grote afstanden onderhouden. Vriendenschappen komen niet veel voor, behalve bij jonge mensen die zijn opgegroeid in Almere. Kennissen zijn er wel binnen de netwerken. Deze heeft men leren kennen op het werk, in de buurt, in de moskee, kerk of buurthuis of bij de vrijwillige organisaties van immigranten. Met buren worden weinig relaties onderhouden. Werk, opleiding en religie zijn plaatsen waar men kennissen, of in geval van de jonge mensen, vrienden ontmoet. Immigranten participeren nauwelijks in politiek, sport en

verenigingsleven. Dit zijn dan ook niet de plaatsen waar men relaties legt. Vrijwillige organisaties van immigranten vormen hierop een bescheiden uitzondering. Hier worden relaties binnen de eigen etnisch-culturele groep gelegd. Deze organisaties zijn kleine, lokaal gerichte organisaties. Zij beschikken over weinig relaties met andere organisaties, instanties en overheden. Met de Welzijnsstichting en de gemeentelijke Afdeling Welzijn worden de meeste contacten onderhouden, maar vooral met de Gemeente zijn deze contacten niet veelvuldig. Er is sprake van kleine, geïsoleerde netwerken. Toch hebben de organisaties van immigranten een belangrijke functie voor de betreffende immigrantengroep: zij versterken de identiteit en zijn een bron van identificatie. Zij zorgen voor opvang en steun en

herkenning en vormen een stimulans voor de emancipatie van de betreffende immigrantengroepen.

3. De locatiegebonden netwerken

De locatiegebonden netwerken worden maar voor een klein deel gevormd door familie, dit is dan veelal het eigen gezin. De rest van de familie, die tot de belangrijkste onderdeel van de primaire relaties behoort, woont veelal verspreid over de Randstad, maar soms ook in andere delen van Nederland, of nog verder weg. Jonge mensen die in Almere zijn

opgegroeid, hebben ook een vriendenkring in Almere. Maar het zijn vooral kennissen die een belangrijke plaats innemen in de locatiegebonden netwerken. De kennissen heeft men leren kennen via de buurt, de school of de school van de kinderen, het werk, het buurthuis, de kerk, de moskee of de vrijwillige organisaties van immigranten. Sport, politiek en verenigingsleven spelen hierin tot op heden geen rol. Opleiding en werk zijn geen

locatiegebonden zaken, maar leveren wel relaties op met kennissen. Als werk of opleiding in Almere liggen dan levert dit relaties binnen de locatiegebonden netwerken.

De relaties die men heeft met kennissen zijn over het algemeen vormen van zwakke bindingen die niet emotioneel en intensief zijn. Volgens Granovetter (1973) zijn deze relaties van groot belang zijn voor integratie in de samenleving. Zij vormen verbindingen

60

met andere onderdelen van de samenleving buiten de eigen etnisch-culturele groep en vergroten daarmee de maatschappelijk participatie.

De vrijwillige organisaties van immigranten zijn met name locale organisaties. Zij hebben geen structureel groot bereik onder de immigranten in Almere, maar hebben wel een belangrijke functie in het emancipatie en integratieproces. Door zich te organiseren wordt, volgens Putnam (1999), een bepaalde mate van civil society opgebouwd. De aard en het doel van de organisatie, of dit nu gezelligheid, politiek, sport of educatie is, is hierbij van minder belang. Civil society leidt tot een grotere politieke betrokkenheid en politiek vertrouwen.

4. De betekenis van deze locatiegebonden netwerken en de beoordeling daarvan. Spelen eventuele tekorten een rol bij de beleving van de woonsituatie?

De locatiegebonden netwerken bestaan slechts voor een deel uit primaire relaties. Het betreft voor een klein deel de relaties die van emotionele en affectieve waarde zijn, namelijk de relaties met gezinsleden en vrienden. Als familie, of een goede vriend, ver weg woont wordt dit over het algemeen betreurd. De aan- of afwezigheid van dergelijke intieme relaties kan een rol spelen in de beleving van de woonomgeving. Het gemis van familie kan van invloed zijn op de mate waarin men met plezier ergens woont en kan in het sommige gevallen tot problemen leiden. In de meeste gevallen is de afstand tot de familie echter niet van invloed op het plezier waarmee men in Almere woont.

Grotendeels betreffen de locale relaties echter de oppervlakkige en onregelmatige relaties tussen kennissen van de eigen etnische groep of van een andere herkomst. Als men over dergelijke relaties beschikt betekent dit dat men onderdeel uitmaakt van een groter geheel. Hoe minder van deze relaties, hoe meer geïsoleerd het netwerk van de persoon is. Hoe meer van dergelijke relaties, en hoe diverser deze zijn, hoe geïntegreerder het netwerk. Het aantal van dergelijke oppervlakkige contacten lijkt geen rol te spelen in de beleving van de woonomgeving, omdat daarbij de kwaliteit van de woning en van de woonomgeving bepalend zijn.

5. Factoren waarmee de aanwezigheid van locatiegebonden netwerken samenhangen

De aanwezigheid van locatiegebonden netwerken wordt in eerste instantie bepaald door de keuze om in Almere te gaan wonen. Voor alle respondenten geldt als reden het gunstige vestigingsklimaat. In tegenstelling tot omringende gemeenten is het in Almere

61

startende gezinnen is dit een reden om naar Almere te trekken. Slechts in een enkel geval is de reden van verhuizing ingegeven door daar reeds woonachtige familieleden.

Persoonskenmerken zijn bepalend voor de samenstelling van de netwerken. Leeftijd, sekse, etniciteit en religie zijn bepalende factoren. Kinderen die hun schooltijd doorbrengen in Almere zijn op de locatie gericht en leggen daar hun relaties. Zo beschikken jonge mensen die opgegroeid zijn in Almere over uitgebreidere locale netwerken dan mensen die zich er later in hun leven vestigen. Oudere mensen die niet meer actief zijn op de arbeidsmarkt en die minder mobiel zijn, zijn meer in de buurt aanwezig. De oudere Marokkaanse mannen in Almere Haven, bijvoorbeeld, bezoeken dagelijks de moskee en ontmoeten daar hun

bekenden. Het is discutabel in hoeverre sekse een bepaalde factor is.Vrouwen die voor het gezin zorgen en niet buitenshuis werken zijn meer in de buurt aanwezig. Zij leggen onder andere contacten door de school van de kinderen en door de bijeenkomsten in het buurthuis. Hierbij is echter de positie als huisvrouw meer bepalend dan sekse. Etniciteit speelt

eveneens een rol. Dit is in de persoonlijke netwerken te zien, maar het meest duidelijk bij de vrijwillige organisaties die betrokkenen op lokaal niveau binden op basis van hun etnisch- culturele achtergrond. Ook religie is een bindende factor. Door het bezoek aan kerk of moskee leert men anderen kennen.

Situatiekenmerken zoals werk en opleiding zijn eveneens bepalende factoren voor zover zij zich in Almere bevinden. Zowel werk als opleiding leveren relaties op.

Tenslotte speelt ook woonduur een rol. Hoe langer men in een buurt woont des te meer mensen men leert kennen, ten minste van gezicht, die worden gegroet en waarmee soms een praatje wordt gemaakt. Dit kan een langdurig proces zijn. De ervaring van geïnterviewden leert dat nieuwkomers in bestaande wijken met terughoudendheid worden benaderd door de bewoners die reeds langer in zo’n buurt wonen. Mensen die gezamenlijk in een nieuw opgeleverde wijk komen wonen leggen gemakkelijker en meer onderlinge relaties.

6. Tekorten in de locatiegebonden netwerken en de gevolgen daarvan voor het individu of voor de Almeerse samenleving

Tekorten in het sociale netwerk duiden op onvoldoende relaties waardoor individuele- of maatschappelijke druk kan ontstaan.

De ervaren tekorten in sociale netwerken liggen voor een belangrijk deel in gemis aan familie op bereikbare afstand. Als er daarnaast ook zeer weinig relaties buiten het eigen gezin bestaan kan men hierdoor in problematische situaties terecht komen. Hulpverleners maken dit in de praktijk van hun werk mee. Voor veel immigranten is het moeilijk om hun

62

weg in de Almeerse samenleving te vinden. Sociale netwerken zijn hierbij van essentieel belang. Zij vormen het sociale kapitaal dat uiteindelijk bepalend is voor de mate van inbedding in de sociale structuur van de nieuwe woonplaats. Individuele druk kan een maatschappelijke uitwerking krijgen als hierdoor immigranten in een geïsoleerde positie geraken.

Tekorten zijn ook op indirecte wijze te herleiden. Als er bijvoorbeeld een (kwalitatief) tekort is in het aanbod van taallessen voor immigranten is er ook geen mogelijkheid om via deze activiteit relaties te leggen. Evenmin worden de benodigde vaardigheden hiervoor vergroot. Het zelfde geldt voor de activiteiten van de organisaties van immigranten: als zij door welke omstandigheid dan ook minder activiteiten organiseren, zijn ook daar minder mogelijkheden voor het ontwikkelen van sociale netwerken.

Risico’s voor uitsluiting liggen in de onwelkome sfeer die immigranten soms ervaren, maar zijn bijvoorbeeld ook te vinden in omgevingsfactoren. Uitsluiting ligt in Almere in aspecten als vormgeving van openbare ruimte en de sfeer waarin immigranten en hun initiatieven tegemoet getreden worden.

Theoretische relevantie van de onderzoeksgegevens

Sociale netwerken vormen het sociale kapitaal van immigranten. Het is ondermeer gebaseerd op de gebonden solidariteit en het afgedwongen vertrouwen binnen de eigen (etnische) groep, en is bepalend voor de mate van inbedding in de samenleving (Portes e.a.; Rath e.a.). Sociale netwerken van immigranten onderscheiden zich door de factor etniciteit. Door de gemeenschappelijke afstamming, geschiedenis en cultuur (Vermeulen 1984) en door de verbondenheid die men daardoor voelt, vormt een dergelijke groep een imagened

community (Anderson 1990 in: Blokland Potters 1998). Deze gemeenschap kent geen

fysieke grenzen, de relaties kunnen, onder andere door de moderne technologie, over grote afstanden onderhouden worden. De sociale netwerken kunnen daardoor enorm uitgestrekt zijn en verschillende continenten beslaan. Familie en religie spelen een belangrijke rol in deze netwerken (Niekerk 1990; Doomerik 1991). Bij immigranten in Almere is dit beeld duidelijk terug te zien. Familierelaties zijn verreweg de belangrijkste relaties die over grote afstanden en frequent onderhouden worden. De betekenis van deze relaties is groot. Zij bieden emotionele- en zo nodig ook materiële steun. De relaties die ontstaan door een gedeelde religieuze achtergrond reiken soms tot over de stadsgrenzen. Verbondenheid binnen de eigen etnisch - culturele groep is, naast de familieverbanden, zichtbaar in de vorm van de vrijwillige organisaties, maar ook doordat men speciale winkels bezoekt om

63

producten uit het eigen land te kopen. Hiervoor reist men in veel gevallen naar Amsterdam of Utrecht omdat Almere niet in dit aanbod voorziet.

Immigranten die zich in Almere vestigen zijn niet in alle gevallen stijgers op de

maatschappelijke ladder, zoals Park in zijn tijd constateerde voor immigranten in nieuwe wijken van steden in Amerika (Park in Niekerk 1980). Er zijn ook groepen immigranten die tot de minima en zelfs tot de langdurige minima behoren, hoewel deze groep niet erg groot is. De successietheorie van Park gaat hier dan ook maar ten dele op. Immigranten vestigen zich ook niet volgens een patroon van segregatie in bepaalde wijken, zoals Park zag

gebeuren. In Almere wonen immigranten van verschillende herkomst verspreid over de hele stad, maar er zijn wel wijken waarin meer immigranten wonen dan in andere. Er is echter geen sprake van concentraties van bepaalde groepen met eenzelfde land van herkomst. De 10 wijken met het hoogste percentage immigranten liggen centraal in de drie stadskernen. Er wonen daar meer dan 30% ruim dubbel zoveel immigranten als gemiddeld in Nederland. De Staatsliedenwijk met zijn hoge percentage (55%) immigranten springt hieruit. Dit is de enig wijk waar sprake zou kunnen zijn van het systeem van invasie en overname, zoals

Bovenkerk (1985) beschrijft. Nieuwe bewoners verdringen oude bewoners uit een bepaald woongebied, waardoor de samenstelling van de populatie van een wijk verandert.

Verschillen in status en cultuur en het tempo van de invasie bepalen de mate van harmonie of conflict bij dit proces, volgens Bovenkerk. In Almere lijken de processen van

veranderingen in buurten zich zonder conflicten af te spelen. Hierbij moet in ogenschouw genomen worden dat er, over het geheel van de stad genomen, sprake is van veel

verhuisbewegingen, waardoor de bevolking van wijken en buurten voortdurend aan een bepaalde mate van flexibiliteit onderhevig is. Het is goed mogelijk dat de Staatsliedenwijk, met zijn uitzonderlijke hoge percentage immigranten, maar tevens met zijn relatief

goedkope woningen, een starterfunctie heeft. In deze buurt is de verhuisbeweging namelijk ook erg groot.

Zoals we gezien hebben is er in Almere op buurtniveau weinig sprake van relaties. Tussen buren bestaat slechts summier contact dat voornamelijk bestaat uit groeten en eventueel een klein praatje, maar men gaat over het algemeen niet bij elkaar op bezoek en leent geen spullen van elkaar. De buren zijn wel “mensen zoals wij” in sociaal-economisch opzicht, maar kennen een andere herkomst. Elias en Scotson (1965, in Niekerk 1990) stellen dat relaties op wijkniveau worden bepaald door macht en cultuur. Gelijkheid of verschil bepalen

64

het gemak waarmee relaties worden aangegaan. Immigranten hebben als uitgangspositie een andere cultuur. Daarin onderscheiden zij zich, sterker dan op hun sociaal-economische positie, van de andere buurtbewoners die voor het merendeel Nederlanders zijn. In dit verschil zou volgens de redenering van Elias en Scotson een verklaring kunnen liggen voor de geringe relaties op buurtniveau. Buurtrelaties worden volgens Elias en Scotson ook bepaald door de woonduur. Hoe langer men ergens woont, over hoe meer relaties men kan beschikken. Deze relaties die het sociale kapitaal vormen bepalen de mate van macht ten opzichte van de anderen. In Almere zijn dergelijke patronen onder de immigranten nauwelijks terug te vinden, ook niet bij de mensen die al lange tijd in Almere wonen. Een reden hiervoor is te vinden is het feit dat er regelmatig verhuisd wordt, en elke verhuizing betekent een nieuwe start in een nieuwe buurt.

Sekse en leeftijd werden door Niekerk (1990) genoemd als bepalende factoren voor relaties op buurtniveau. Voor kinderen en ouderen die niet meer zo mobiel zijn is dit voorstelbaar, maar uit de geïnterviewde (volwassen) immigranten kwam dit beeld slechts ten dele naar voren. Dat vrouwen die hun gezin verzorgen en geen baan buitenshuis hebben meer op de buurt gericht zijn is duidelijk. Dit heeft echter meer met hun positie (als huisvrouw) dan met hun sekse te maken. Zij beschikken echter niet méér over relaties op lokaal niveau dan de vrouwen die een betaalde baan hebben in Almere.

In termen van Blokland-Potters (1998) is er op buurtniveau met name sprake van relaties die zij verbindingen noemt. Deze relaties zijn niet affectief of emotioneel bepaald en bestaan tussen relatief onbekenden. In tegenstelling tot de bevindingen van Blokland-Potters werden in Almere geen relaties aangetroffen die gekenmerkt worden door dienst en wederdienst,

transacties genaamd. Ook banden, de intieme relaties met familie en vrienden, treffen we,

behalve binnen het eigen gezin, slechts in gering mate aan op buurtniveau. Het betreft de summiere contacten met buren en de oppervlakkige relaties met kennissen via de school van de kinderen, het buurthuis, de kerk, de moskee of de organisaties van immigranten.

Blokland-Potters zag al deze vormen van relaties binnen verschillende burencontacten. In Almere is dit niet zo duidelijk terug te zien in de relaties van de immigranten in dit onderzoek. De aangetroffen relaties op buurtniveau, hoewel niet diepgaand en zonder