• No results found

Samengevat – What’s next?

10/ Conclusies en aanbevelingen

10.3 Samengevat – What’s next?

Deze studie toont dat de deeleconomie een beperkt, maar snel groeiend deel van de bevolking bereikt en dat het fenomeen niet zomaar zal verdwijnen. Integendeel, er wordt algemeen uitgegaan van verdere groei. Om ervoor te zorgen dat die ontwikkeling op een duurzame manier gebeurt, zien we in deze fase van het groeiproces drie prioritaire acties voor beleidsactoren, die ertoe zouden bijdragen dat Vlamingen willen en kunnen deelnemen aan de deeleconomie: het creëren van duidelijkheid, investeren in flankerend beleid en het actief opvolgen van de ontwikkeling van deelplatformen.

Drie prioritaire pistes voor beleidsactoren om de ontwikkeling van de deeleconomie te ondersteunen.

1. Voldoende transparantie creëren voor deelplatformen en voor (potentiële) aanbieders en gebruikers.

De onduidelijkheid die momenteel bestaat rond aansprakelijkheid bij schade en andere verantwoordelijkheden van aanbieders, gebruikers en deelplatformen, schrikt vele Vlamingen af om te delen via digitale platformen. De heersende onzekerheid kan ook investeerders afschrikken om te investeren in deelplatformen. Dit verklaart de waargenomen nood aan transparante informatie. Om hieraan tegemoet te komen, dienen beleidsactoren klaarheid te scheppen en de beschikbare informatie te bundelen, bijvoorbeeld via een digitaal portaal. Ook het creëren van een gelijk speelveld voor gelijkaardige professionele activiteiten, zou de transparantie ten goede komen. Een grondige doorlichting van de huidige regelgeving is daarvoor een aangewezen stap om te komen tot een kader dat de economische realiteit weerspiegelt. Zo kunnen de heersende verwarring en discussie gereduceerd worden, niet alleen bij personen die al actief zijn in de deeleconomie, maar ook bij de brede bevolking. Zij zijn zich er vaak niet van bewust dat het een optie is om iets te delen via digitale platformen.

De resultaten van de panelbevraging toonden dat een aanzienlijke groep Vlamingen afgeschrikt wordt om te delen omdat ze het niet vertrouwen of schrik hebben om aansprakelijk gesteld te worden. Wanneer zij weten waar ze aan toe zijn, kan deze drempel voor een aantal personen weggenomen worden. Anderzijds kunnen werkzoekenden minder actief worden wanneer ze de impact op hun uitkering kunnen inschatten. Duidelijkheid over deelactiviteiten kan er ook toe bijdragen dat Vlamingen zich bewust worden van de mogelijkheid om iets met anderen te delen via digitale platformen. Dit biedt extra zuurstof voor de vraag- en aanbodzijde van deelplatformen, wat hun slaagkansen verhoogt in de tweezijdige markt.

2. Oog hebben voor flankerend beleid

Het creëren van voldoende duidelijkheid zal niet volstaan om Vlamingen massaal toe te leiden naar deelplatformen, ook al tonen Europese cijfers dat er in België nog meer potentieel is voor verdere groei dan in andere Europese landen. Twee belangrijke aspecten in dit opzicht zijn het beleid rond ondernemerschap en digitale geletterdheid.

 Verschillende personen appreciëren deelplatformen omdat ze hen toelaten om goederen of diensten aan te bieden zonder het statuut van zelfstandige in hoofd- of bijberoep te moeten aannemen. De drempel naar zelfstandig ondernemerschap is nog aanzienlijk hoog, bijvoorbeeld in termen van administratie en investeringskapitaal. Het verlagen van die drempels kan personen ertoe aanzetten om meer actief te zijn in de deeleconomie. Ook uitbreiding van het fiscaal gunsttarief naar andere deelactiviteiten kan een stimulans zijn.

 Eén op zes Vlamingen weet niet hoe hij of zij iets kan delen via digitale platformen. Ruim het dubbel is zich er niet van bewust dat ze onderbenutte goederen of diensten met anderen kunnen delen. Er is m.a.w. nog veel ruimte om de digitale geletterdheid van Vlamingen verder te ontwikkelen zodat ze zelfredzaam worden in de maatschappij, die steeds meer onderhevig is aan digitalisering. Ook op de traditionele arbeidsmarkt moeten arbeidskrachten inzetbaar zijn in een digitale omgeving. Hier ligt bijgevolg een belangrijk aandachtspunt.

3. Ontwikkeling van de deeleconomie proactief opvolgen

Verdere monitoring is nodig om na te gaan hoe de deeleconomie zich verder ontwikkelt in Vlaanderen. Zo kunnen beleidsactoren op een geïnformeerde manier beslissen of het nodig is om van overheidswege tussen te komen, en zo ja, hoe dat best gebeurt. Hierbij verwijzen we naar de proactieve aanpak die het stadsbestuur van Amsterdam hanteert. Zij treden actief in dialoog met deelplatformen en zetten pilootprojecten op om de mogelijkheden te verkennen en tijdig te kunnen ingrijpen bij onwenselijke situaties. Ook voor het Vlaamse arbeidsmarktbeleid is dergelijke opvolging cruciaal, gekoppeld aan verdere monitoring.

Samenwerking met deelplatformen zou het mogelijk maken om aanbieders te identificeren en dieper door te vragen naar hun activiteiten in de deeleconomie, wat in deze studie slechts één luik van de bevraging was. Doorheen het onderzoek was het algemene discours dat de meeste dienstverleners momenteel nog onvoldoende taken uitvoeren om de aangeboden activiteiten als job te beschouwen. Het blijft vaak bij occasionele taken die zich in de hobbysfeer bevinden. Weinig aanbieders ambiëren bovendien een loopbaan in de richting van hun deelactiviteiten. Toch zijn

er enkele indicaties dat het aanbieden van activiteiten in de deeleconomie voor verschillende personen een opstap is naar een zelfstandigenstatuut. Mogelijk is er ook een groep aanbieders die de deeleconomie als toevlucht ziet wegens een gebrek aan kansen in de reguliere arbeidsmarkt. Deze groep kan nog groeien wanneer Vlamingen zich meer bewust worden van het bestaan en de werking van de deeleconomie. Door klaarheid te scheppen over de situatie van aanbieders en drempels naar ondernemerschap te verlagen, kunnen beleidsactoren ertoe bijdragen dat steeds meer personen diensten aanbieden via de deeleconomie.

Nog niet meteen het einde van de arbeidsmarkt zoals we ze kennen

Toch lijkt de kans klein dat elke Vlaamse arbeidskracht freelancer of zelfstandige wordt. Enerzijds door de verantwoordelijkheid die met het statuut gepaard gaat. Verschillende Vlamingen kiezen bewust voor een job in loondienst, en dat zal de deeleconomie niet veranderen. Anderzijds is een grote groep Vlamingen niet bereid om zaken te delen met vreemden en vertrouwen ze het niet om iets via online platformen te delen. Dergelijke principiële bezwaren zijn zeer moeilijk we te werken. Bovendien bieden deelactiviteiten geen werkzekerheid, waardoor de aanbieders ook niet kunnen inschatten welke inkomsten eruit voort zullen komen, terwijl ze maandelijks wel vaste uitgaven hebben. Dat zal er wellicht voor zorgen dat de activiteiten vaak gecombineerd worden met een job in loondienst om inkomenszekerheid te hebben. De aantrekkelijkheid van het statuut van zelfstandige in bijberoep zal mee bepalen in welke mate Vlaamse werknemers op deze kar springen.

Dit alles doet ons besluiten dat de deeleconomie nog veel onbenut potentieel bevat in Vlaanderen, maar in de nabije toekomst eerder een complementair aanbod van werk zal voorzien dan voltijdse banen als freelancer.

BIJLAGEN