• No results found

S CHRIJFBOEK IN DE PRAKTIJK

6. R ESULTATEN INTERVIEW MET A.

6.5 S CHRIJFBOEK IN DE PRAKTIJK

Trouw is nog te weinig onderscheidend volgens Vermaat. En hoewel het Schrijfboek op de redactie aanwezig is, wordt het maar zelden gebruikt.

Vermaat: ’’Iedereen heeft een Schrijfboek, en iedereen heeft die zover

aanwezig, in een la of in een tas. En er zal best weleens in gekeken worden, bij bepaalde spelling, maar goed, tegenwoordig kan je de spelling ook via internet [opzoeken].’’

Vermaat vindt dat het Schrijfboek verkeerd wordt gebruikt. Hij zou willen dat redacteuren zich strenger aan het Schrijfboek houden. Op deze manier is de ‘Trouw-koers’ beter te volgen en kunnen rare fouten worden voorkomen.

Vermaat: ’’Het kan net iets scherper zijn. Scherper in de zin van alerter.

achteraf zegt: nou, dat was helemaal onnodig. Waarom hebben we dat zo gedaan?' Dat stellen we nu nog weleens achteraf vast. Het Schrijfboek kan daar best aan bijdragen.’’

Vermaat geeft aan dat de brief van J. Brandt Corstius op de Trouw- voorpagina een voorbeeld is waarbij de redactie alerter had kunnen zijn.

Vermaat: ’’Ik heb nog steeds moeite met die brief van Jelle Brandt Corstius

op de voorpagina. Ook de hele gang van zaken. Idioot dat we dat op de voorpagina zetten. Echt een brief die daar in mijn ogen nooit had mogen staan.’’

Na een onderzoek van de Raad voor de Journalistiek waarin staat dat Trouw deels onzorgvuldig heeft gehandeld, schrijft Trouw een bericht waarin het deze uitkomst tegenspreekt. Vermaat snapt dit niet.

Vermaat: ’’Ik heb navraag gedaan bij de hoofdredactie waarom we nou

eigenlijk zo fier waren om te schrijven dat Trouw zorgvuldig had gehandeld. Terwijl er toch echt stond: Raad voor de Journalistiek, conclusie: deels onzorgvuldig. Daar maken wij ‘zorgvuldig’ van. Het onzorgvuldige deel dat de Raad voor de Journalistiek concludeerde dat is eigenlijk op eigen gezag. Dat stond niet in die klacht van die Van Dam, dus dat telt eigenlijk niet mee. Ja, dag.’’

Verder heeft Vermaat kritiek op de instelling van de Trouw-redactie. Ze zouden meer identiteit kunnen tonen, en harder voor elkaar kunnen zijn.

Vermaat: ’’Het is geen werkkamp. Maar men is natuurlijk bij Trouw... een

van die uitkomsten van de commissie na Ramesar was dat de redactie erg lief voor elkaar is. Dat vind ik eerlijk gezegd sinds die affaire niet

noemenswaardig veranderd…’’

Vermaat is erg te spreken over het fenomeen ‘Schrijfboek’. Hij ziet vooral met betrekking tot identiteit en ethiek veel mogelijkheden en toepassingen voor het Schrijfboek. Maar het in gebruik nemen van de verouderde versie is lastig. De hele organisatie moet vierkant achter de waarden in het Schrijfboek staan. Dat is nu nog niet het geval.

Vermaat: ’’Een Schrijfboek is eigenlijk een Bijbeltje, een Bijbel voor elke

journalist. Daar staat in wat je moet doen. Maar dat wordt ook van bovenaf niet of onvoldoende ingepeperd. Een Schrijfboek is echt van waarde, alleen het vervelende is: we zijn mensen. Dus niet iedereen wil dat. We hebben het gehad over correcties: erken je fouten ruiterlijk: doe daar niet moeilijk over. Dat staat echt in het Schrijfboek. Maar dat wordt niet nageleefd. Want correcties worden weggemoffeld. Ook door de hoofdredactie hoor. Die

vinden het helemaal niks, die correcties. Ze balen ervan dus ze moffelen die het liefst weg in een hoek van de krant. Dus als je een Schrijfboek maakt, dan moet je daar als hoofdredactie volledig achter staan. De hoofdredactie

moet nog voordat het Schrijfboek naar de drukker gaat, achter de inhoud staan. Niet alleen in woorden, maar ook in daden. Over transparantie gesproken, als de hoofdredactie zegt: 'Weg met correcties tenzij het niet anders kan', ja dan maak je dit Schrijfboek op een onderdeel al tamelijk nutteloos. Want dan staat de hoofdredactie er dus kennelijk niet zelf achter. Ja, wat kan je dan van de anderen verwachten?’’

Hier geeft Vermaat aan dat de transparante houding van Trouw, soms een schijntransparantie is, of schone schijn. De krant leeft eigen (fundamentele) adviezen niet altijd na. De transparantie als kwaliteitsborging wordt hierdoor ondermijnd.

Het niet naleven van kernwaarden doet Trouw met name ten behoeve van gezichtsbehoud. Het merk Trouw moet sterk blijven en de autonomie van journalisten moet worden beschermd.

Vermaat: ’’Er is ook altijd nog een eigenbelang. Eigenbelang daar bedoel

ik geen persoonlijk belang mee, maar wel belang van de hoofdredactie. De hoofdredactie vindt het niet leuk als er een correctie in de krant staat. Dan kan je wel zeggen dat in het Schrijfboek duidelijk staat dat we transparant moeten zijn, maar ja dan lachen ze zoiets weg. Dat is niet deze

hoofdredactie alleen, maar dat was ook de voorgaande hoofdredactie, en de die daarvoor ook al. Echt ideaal zal dat nooit zijn. Je kan ook niet

helemaal leven naar een Schrijfboek. Ook gelovige mensen leven niet helemaal naar de Bijbel. Maar Trouw zal dat wel iets meer onder de aandacht mogen brengen.’’

Columnisten bijvoorbeeld hoeven van Vermaat niet altijd naar de letter van het Schrijfboek te handelen. Maar ook voor hun gelden de algemene waarden die Trouw uitdraagt: wars van sensatie maar niet terughoudend. Vermaat: ’’Columnisten hebben alle vrijheid. Columnisten die voor ons

schrijven weten heus wel hoe ver ze kunnen gaan. Ze schrijven onafhankelijk en maken zelf hun onderwerpen. Ze hebben volledige vrijheid. Dat het niet altijd in de smaak valt, ook bij de redactie niet, is wat anders maar ze worden niet op de huid gezeten. Ze schrijven wat ze willen. Maar ze weten ook wel dat ze niet moeten gaan vloeken in die columns. En dat kan best een keer gebeuren, maar je houdt je wel een beetje aan het gevoel dat je hebt bij de krant. Dat zouden de redacteuren soms misschien ook wat meer mogen hebben.’’