• No results found

De Irak rapporten: lessen uit de geschiedenis?

2.2. Het Rodman-memo: Geen Duits of Japans model maar een Frans-Afghaans model

Op 15 augustus 2002 stuurde assistent Minister van Defensie van Internationale Veiligheidszaken Peter W. Rodman een memo naar Rumsfeld met de titel Who Will Govern Iraq?. Het baarde Rodman zorgen dat de State Department voorstelde om een overgangsregering in te stellen bestaande uit niet- Irakese beleidsmedewerkers. De State Department overwoog dit, omdat de Irakese oppositiepartijen te verdeeld waren, hetgeen al duidelijk werd in de discussies binnen deze groepen rondom het

102 CIA rapport over de naoorlogse bezettingen van Duitsland en Japan en diens implicaties voor Irak, 7 augustus 2002. National Security Archive,

http://nsarchive.gwu.edu/NSAEBB/NSAEBB328/II-Doc17.pdf(laatst bekeken op 18 April 2017). 4. 103 Ibidem, II.

104 Ibidem, 5. 105 Ibidem.

32 instellen van een deba’athificatieproces. Deze verdeeldheid maakte het volgens de State Department onmogelijk voor deze oppositie om het machtsvacuüm na een eventueel deba’athificatieprogramma op te vullen. Zij stelden daarom voor om een militaire Amerikaanse interim regering in te stellen zoals in naoorlogs Duitsland en Japan. Hiernaast was het volgens Rodman van belang dat de VS na de invasie de volledige controle over de Irakese kernprogramma’s en olie kregen. Een verdeelde interim regering zou niet functioneren en volgens Rodman de toegang van verkeerde mensen tot de regering faciliteren.106 Het belang van Rodman was zijn uitgebreide visie over het gebruik van de geschiedenis in de beleidstukken van de State Department en de CIA.

Rodman had met zijn stuk vooral kritiek op het te snel afschrijven van het Afghaanse model State Department in het ‘Future of Iraq Project’. Volgens hem was dit omdat de Afghanen tijdens de oorlog zelf een grote rol hebben gespeeld in de gevechten tegen de Taliban. In Irak zouden de Irakezen niet meevechten aan de zijde van de Amerikanen. Ook was de State Department van mening dat de Iraakse oppositiegroepen nog een lange weg hadden te gaan voordat zij het land zelf zouden kunnen regeren. De beleidsmakers van de State Department stelden daarom voor om rechtstreeks het Duitse en Japanse model van een militaire regering toe te passen op Irak. In beide casussen was sprake van een Amerikaanse militaire regering die de landen bestuurde tot deze er zelf toe in staat waren. Volgens Rodman was dit voorstel gebrekkig; het was onmogelijk om dezelfde totale controle over de Iraakse maatschappij te verkrijgen zoals in Duitsland en Japan wel was gebeurd.107

Ondanks deze kritiek schreef Rodman het gebruik van historische analogieën voor beleidsvorming niet af. Integendeel, hij stelde zelfs een nieuw historisch voorbeeld voor; namelijk naoorlogs Frankrijk:108

‘’Historical analogies have been invoked, especially a comparison with recent experience in Afghanistan and the model of occupied Germany and Japan after WII (…) a more interesting analogy is with postwar France’’109

Na de Franse overgave aan Nazi-Duitsland werd het land gesplitst in twee delen; een bezet gebied en een vrije zone onder leiding van Phillippe Pétain. Deze vrije zone zou onder de noemer Vichy-Frankrijk

106 Memorandum van assistent Minister van Defensie van Internationale Veiligheidszaken Peter W. Rodman aan Minister van Defensie Donald S. Rumsfeld over het naoorlogse bestuur van Irak, 15 augustus 2002, National

Security Archive,

http://nsarchive.gwu.edu/NSAEBB/NSAEBB328/II-Doc18.pdf (laatst bekeken op 19 april 2017). 107 Ibidem.

108 Ibidem.

109 Memorandum van assistent Minister van Defensie van Internationale Veiligheidszaken Peter W. Rodman aan Minister van Defensie Donald S. Rumsfeld over het naoorlogse bestuur van Irak, 15 augustus 2002, National

Security Archive,

33 berucht worden om het collaboreren met nazi-Duitsland en fascistisch-Italië. Roosevelt en Churchill hadden daarom besloten dat naoorlogs Frankrijk moest worden bestuurd door een militaire regering totdat er een zelfstandige Franse regering kon worden geïnstalleerd. Volgens Rodman namen zij de leider van de Franse regering in ballingschap Charles de Gaulle niet voldoende serieus om hem de totale controle over naoorlogs Frankrijk toe te kennen. Dit veranderde toen De Gaulle door miljoenen Fransen enthousiast begroet werd na zijn terugkeer in 1945, wat Roosevelt en Churchill deed concluderen dat De Gaulle het vrije Frankrijk vertegenwoordigde. Op deze manier kreeg De Gaulle van de geallieerden de kans om zelf het staatsvormingsproject in naoorlogs Frankrijk met succes vorm te geven, aldus Rodman.110

In naoorlogs Frankrijk was er volgens Rodman sprake van een vergelijkbare situatie als in naoorlogs Irak. Binnen het Franse verzet waren namelijk vooral communisten aanwezig. Als er een militaire regering bestaande uit geallieerden ingesteld zou worden, zouden de communisten het gehele Franse platteland hebben overgenomen. Dit hadden zij eenvoudig kunnen doen, omdat de geallieerden in Parijs rondom de tekentafel stonden om het staatsvormingsproject te plannen. De Gaullisten waren anticommunistisch en daarom was het noodzakelijk om hun de macht toe te kennen.111 Ook in Irak waren er overal ‘’bad guys’’ aanwezig die zouden proberen het politieke vacuüm op te vullen. De VS moesten en zouden een regering van ‘’good guys’’ in Irak instellen die hun interesses behartigde. Ondanks dat er in Irak geen sprake was van een volksheld als De Gaulle, zag Rodman de Franse casus als beter voorbeeld voor Irak. Er moest geen militaire Amerikaanse overgangsregering komen om het politieke vacuüm op te vullen, maar een interim-regering bestaande uit Irakazen. Rodman stond met dit betoog dicht bij het voorstel van de CIA die een gemengde Irakese regering bestaande uit vertegenwoordigers van alle etnische groepen voorstond. Om deze reden betoogde Rodman dat het noodzakelijk was om het Afghaanse model toe te passen op Irak. Ook al waren de Irakezen nog niet klaar om het land te besturen, voor de stabiliteit in naoorlogs Irak was het belangrijk om een Irakese regering in te stellen. Prioriteit binnen staatsvormingsproject lag volgens Rodman dus bij het zo snel mogelijk verenigen van de verschillende oppositiegroepen.112

Rodman hechtte belang aan andere elementen uit het historische verhaal van staatsvorming en wederopbouw. De State Department adviseerde om het denazificatiemodel uit naoorlogs Duitsland toe te passen omdat de Ba’ath Partij vergelijkbaar was met Nazi Partij. De CIA was voor een mildere

110 Memorandum van assistent Minister van Defensie van Internationale Veiligheidszaken Peter W. Rodman aan Minister van Defensie Donald S. Rumsfeld over het naoorlogse bestuur van Irak, 15 augustus 2002, National

Security Archive,

http://nsarchive.gwu.edu/NSAEBB/NSAEBB328/II-Doc18.pdf (laatst bekeken op 19 april 2017). 111 Ibidem.

34 aanpak en betoogde dat de leden van de Ba’ath Partij door hun expertise nodig waren in een nieuwe regering. De Sjiitische oppositiegroeperingen misten door hun uitsluiting tijdens Saddam’s regime de ervaring om een nieuw bestuurlijk apparaat te laten functioneren. Volgens Rodman was het van belang om zo snel mogelijk een nationale regering in stellen. Deze moest dan wel bestaan uit de Sjiitische oppositiepartijen, omdat deze Amerikaanse belangen behartigden. De situatie van naoorlogs Irak zou volgens Rodman meer overeenkomsten vertonen met naoorlogs Frankrijk dan naoorlogs Duitsland of Japan. Elementen uit deze historische verhalen waren daarom beter te gebruiken dan de lessen uit de Duitse en Japanse staatsvormingscasussen.