• No results found

Risico’s loan based en equity based crowdfunding

8.1 Geen secundaire markt

Een risico van investeren bij loan based crowdfunding is dat geldgevers vaak voor lange tijd vastzitten aan hun investering. Dit levert een probleem op wanneer de financiële situatie van de geldgever verandert. De leningen zijn niet opgezet met als doel deze te verhandelen, er bestaat op dit moment dan ook geen secundaire markt waar deze investeringen in leningen verhandeld kunnen worden. Zowel in Nederland door de AFM64 als op Europees niveau door de Europese Commissie65 wordt het niet hebben van een secundaire markt gezien als een barrière voor de verdere ontwikkeling van crowdfunding.

8.2 Niet passende investering geldgever

Bij crowdfunding wordt vaak geïnvesteerd in projecten waarmee de geldgever affiniteit heeft. Dit hoeft niet het project te zijn dat het beste past bij de financiële situatie of risicobereidheid van de geldgever. Doordat crowdfunding zich online afspeelt, is het laagdrempelig voor de ‘crowd’ om te investeren. De AFM vermoedt dat geldgevers te weinig nadenken over de risico’s.66

8.3 Risicokwalificatie

Veel crowdfundingplatformen maken onderscheid tussen investeringen met hoge en lage risico’s. Voorbeelden zijn Kapitaal Op Maat, Geldvoorelkaar.nl en OnderlingKrediet. Geldvoorelkaar.nl gebruikt naast haar eigen systeem een rating afkomstig van Graydon. Niet alle platformen maken gebruik van Graydon en hanteren enkel hun eigen risicoclassificatie. Hierdoor bestaat de mogelijkheid dat eenzelfde (soort) investering per platform een andere risicokwalificatie krijgt. Uit onderzoek van de AFM in samenwerking met crowdfundingplatformen is gebleken dat de risicokwalificatie belangrijk is voor geldgevers

63 Opinion of the European Banking Authority on lending-based crowdfunding, 2015, p.3 64 AFM Crowdfunding – Naar een duurzame sector 2014

65

Commission Staff Working Document - Crowdfunding in the EU Capital Markets Union 2016

38

bij het nemen van een beslissing.67 Het is derhalve van belang dat crowdfundingplatformen een gelijke risicokwalificatie hanteren die is gebaseerd op deugdelijke informatie. De AFM heeft te kennen gegevens extra toe te zien op de kwaliteit van de informatie waarmee een risicokwalificatie wordt gegeven.68 Wanneer crowdfundingplatformen hun eigen kwalificatie hanteren, blijft het risico dat gelijke investeringen een andere risicokwalificatie krijgen. Er kunnen voldoende gronden zijn om een hogere risicokwalificatie te koppelen aan een investering, maar voor hetzelfde product kunnen ook voldoende gronden zijn om een lagere kwalificatie te koppelen. Het zal lastig zijn voor de AFM om toe te zien op de kwalificatie die platformen geven en het valt dan ook te betwijfelen of toezicht daadwerkelijk zal bijdragen aan gelijke risicokwalificatie voor gelijke investeringen.

8.4 Uitzondering provisieverbod

8.4.1 Algemeen

Met het Wijziging Besluit is er voor platformen die kwalificeren als een belegginsonderneming een uitzondering gekomen op het provisieverbod.69 Het provisieverbod strekte ertoe de beleggers te beschermen tegen de prikkels ontstaan door te ontvangen provisies die ertoe kunnen leiden dat beleggingsondernemingen niet in het belang van de beleggers handelen. In de nota van toelichting Wijziging Besluit wordt geconcludeerd dat dit soort prikkels niet of nauwelijks een rol spelen bij crowdfunding. Wanneer een platform projecten selecteert zou er weinig prikkel zijn om sturend op te treden. Bovendien is een platform gebaat bij een aanbod van zoveel mogelijk projecten, zo kan immers een grote groep potentiële geldgevers worden aangetrokken.70

8.4.2 Enkele kanttekeningen

Is het wel zo dat provisies geen prikkel zijn om sturend op te treden? Platformen hebben er baat bij zoveel mogelijk geldgevers aan te trekken omdat zo meer financieringen kunnen worden aangetrokken, schaalgrootte trekt weer nieuwe geldgevers en bovendien ontvangen de platformen een vergoeding per financiering of per geldgever of per geldnemer. Volgens Noordam lijken platformen liever de aandacht te vestigen op de meer rooskleurige aspecten van een project en blijven de risico’s onderbelicht.71

Het is derhalve ook mogelijk dat een platform een project wegens de hoge(re) vergoeding een lagere risicokwalificatie geeft dan

67

Nieuwsbrief AFM 8 augustus 2016

68 Nieusbrief AFM 8 augustus 2016 69 Kamerstukken II, 2016 nr 98 nota p. 12 70

Kamerstukken II, 2016 nr 98 nota p. 13

39

een soortgelijk project waarbij een lagere fee wordt ontvangen. Wanneer het platform veel kan verdienen aan een project, is het mogelijk dat het platform net iets soepeler omgaat met de kwalificatie van de risico’s om ervoor te zorgen dat zoveel mogelijk geldgevers zich inschrijven op dat project. Immers, uiteindelijk heeft het platform iedere aansprakelijkheid voor het slagen van een project uitgesloten.72 Buiten beschouwing laat ik of dit stand zal houden in rechte. Het geven van een dergelijke kwalificatie van de risico’s is geen advies maar lijkt hier advies te raken. Het platform geeft een bepaalde kwalificatie van risico’s maar sluit iedere aansprakelijkheid uit. Is dit wel wenselijk wanneer wij de bescherming van de geldgever centraal stellen?

Zoals eerder vermeld, heeft de AFM te kennen gegeven extra toe te zien op de kwaliteit van de informatie waarmee een risicokwalificatie wordt gegeven.73 Wanneer crowdfundingplatformen eigen kwalificaties hanteren, blijft het risico dat gelijke investeringen een andere risicokwalificatie krijgen. Er kunnen voldoende gronden zijn om een hogere risicokwalificatie te koppelen aan een investering, maar voor hetzelfde product kunnen ook voldoende gronden zijn om een lagere kwalificatie te koppelen. Ik vraag mij dan ook af hoe de AFM erop zal toezien dat de juiste kwalificaties gegeven worden.

8.5 Investeerderstoets

Om ervoor te zorgen dat geïnvesteerd wordt in een passend project, is met het Wijziging Besluit de investeerderstoets uitgebreid. De investeerderstoets is van toepassing vanaf een bedrag van EUR 500 en daarna voor elke volgende EUR 5000 die ze willen investeren. De investeerderstoets wordt door het crowdfundingplatform zelf ontwikkeld en hiermee dient informatie te worden ingewonnen met betrekking tot de kennis, ervaring en het besteedbaar vermogen van de investeerder. Bij de herhaalde toets van elke EUR 5000 kan worden volstaan met vragen met betrekking tot het vrij belegbaar vermogen. Kortom, uit de investeerderstoets moet blijken of de investering passend is voor de consument of niet. Het platform beoordeelt de uitkomst van de investeerderstoets waarbij de AFM heeft meegegeven dat zij een investering verantwoord acht wanneer dit maximaal tien procent van het vrij belegbaar vermogen is. Deze investeerderstoets dient ertoe bij te dragen dat de investering passend is voor de consument. Wanneer het platform naar aanleiding van de investeerderstoets concludeert dat de investering niet passend is, dan geldt een waarschuwingsplicht ten aanzien van de risico’s. Let wel, er is geen weigeringsplicht van

72 Vaessen 2015, p. 12

40

toepassing. Ondanks de waarschuwing voor de risico’s worden consumenten hiermee nog niet volledig beschermd tegen een niet passende investering. Een consument kan te lichtzinnig denken over de risico’s en daarom ondanks de waarschuwing van het platform investeren. Dit is overigens vergelijkbaar met execution only dienstverlening door een beleggingsinstelling.

8.6 Bedenktijd

8.6.1 Algemeen

De AFM stelt een bedenktijd verplicht omdat de consument bewust moet investeren en tijd moet krijgen om te kunnen reflecteren. Hierbij bestaan twee opties, de consument moet de investering achteraf bevestigen of heeft de mogelijkheid tot achteraf annuleren.74 Bij actief bevestigen dient de consument 24 uur de tijd te krijgen de investering te bevestigen. Dit is na het ontvangen van een e-mail waarin de risico’s en kenmerken, zoals die tevens op het platform staan vermeld, worden toegestuurd. Indien de consument niet bevestigt, wordt de investering geannuleerd. Bij achteraf annuleren heeft de consument tevens 24 uur bedenktijd na het ontvangen van de risico’s en kenmerken, zoals die tevens op het platform staan vermeld, maar dient de consument zelf actie te ondernemen. Als de investering niet binnen 24 uur door de consument wordt geannuleerd, dan is de investering definitief.

8.6.2 Enkele kanttekeningen

De AFM stelt dat 24 uur bedenktijd van toepassing is, hoe verhoudt dit zich tot de regels die gelden voor een overeenkomst op afstand en het ontbindingsrecht? Bij het ontbindingsrecht dient, net als bij de optie van achteraf annuleren, de consument zelf actie te ondernemen. De 24 uur bedenktijd waarbij de consument zelf actie moet ondernemen om te annuleren lijkt voorbij te gaan aan wettelijke bepalingen. De 24 uur bedenktijd waarbij de consument moet bevestigen mist een wettelijke grondslag maar zou een extra maatregel zijn ter bescherming van consumenten.