• No results found

Resultaten testfase

In document Bachelorproef Leraar Lager Onderwijs (pagina 42-47)

Resultaten deelvragen

-Wat is het vierlademodel?

Het vierlademodel hing zichtbaar aan de muur, visueel gesterkt door de pictogrammen en de kleuren. Er hing ook een poster met wat wel mag.

Samenhangend met het vierlademodel werd ook een beloningssysteem ingevoerd om gedrag te kunnen trainen.

-Wat is gewenst gedrag?

Tijdens de stage is er duidelijk gemaakt geweest dat elke handeling met respect moest gebeuren. Dit aan beide kanten, zowel vanuit de leerlingen als vanuit de leerkracht. Hierdoor benaderden ze mij als er iets aan de hand was.

-Wat wordt gezien als negatief gedrag?

Als een leerling handelde met de intentie om iemand anders schade aan te brengen, heb ik hier als stagiaire op gereageerd.

Als de leerling gewoon echter enthousiast was en hierdoor per ongeluk iemand schade aan bracht, dan werd dit gewoon kort besproken.

-Waar komt bepaald gedrag vandaan?

De meest voorkomende agressie was sociale agressie. Dit in vorm van roddels of rollende ogen. Hierbij horend merk je dat ze veel voorbeeld nemen aan de sociale groep. Zo was er veel groepsdruk om bepaalde activiteiten mee te doen.

Het was ook soms positieve groepsdruk. Als er iemand bleef praten dan reageerden de anderen hierop dat we stil moesten zijn, aangezien ik uitleg aan het geven was.

De verwachtingen die ik had, waren ook positief. Dit deed ik heel bewust, om zo een negatieve “self fulfilling prophecy” te vermijden. Ondanks eerder slecht gedrag of slechte punten bleef ik verwachten dat de leerlingen gingen beteren.

Dit moedigde de leerlingen ook aan hun best te doen.

-Hoe bestraf ik ongewenst gedrag?

Tijdens de testfase ben ik zo rustig mogelijk gebleven, er werd geluisterd naar de mening van de leerlingen. Dit werd ook gedaan bij het maken van de afspraken en de maatregelen. De leerlingen hadden hier hun zegje in. Met de gezamenlijk gevormde maatregelen werd hun gedrag aangepakt. Dit werd ook nog in het begin van de stage duidelijk overlopen.

-Hoe treed ik preventief op tegen probleemgedrag?

Tijdens de testfase is vooral secundaire of tertiaire preventie aan bod gekomen.

Als er werd waargenomen dat iets ging gebeuren of er was iets gebeurd, dan ging ik ingrijpen. Dit aan de hand van gesprekken of de maatregelenlijst die we samen hadden opgesteld.

Er is ook echter gewerkt aan coöperatief leren, zodat ze samen leren werken.

Dit valt dan eerder onder de noemer: primaire preventie.

In de klas heb ik ook wat structurele veranderingen aangebracht, ik heb bepaalde dingen georganiseerd zodat er minder chaos was in de klas en in hun hoofd. Zo voelden de leerlingen zich beter. Voorbeeld: dagplanning hing op aan het bord, boekenkast werd opgeruimd,… .

-Hoe implementeer ik een beleid op school?

Tijdens het maken van het beleid heb ik op deze drie factoren gelet:

- Instrumentaal: affiches en draaiboek werd gemaakt

- Congruentie (loopt het samen met wat de leerkracht doet in de klas): het loopt samen met de gewone gang van zaken bij het nemen van maatregelen bij ongewenst gedrag.

- Prijs (krijg je evenveel resultaat als de inzet): er is op het einde een positief resultaat waargenomen.

Resultaten model

Op deze grafiek zie je de gegevens die verzameld zijn in een periode van 3 weken. Het model is in gebruik geweest voor 4 weken maar zoals eerder vermeld hebben we de eerste week niet laten meetellen. Op de grafiek zie je een kleine daling bij bepaald gedrag. Dit toont aan dat het toch wel een beperkt effect heeft bij sommige leerlingen. In deze periode was het ook duidelijk dat het beter werkte bij de ene leerling dan bij de ander. Over het algemeen had het echter wel effect.

Dit is gemeten geweest door te turven.

9. Conclusies

De onderzoeksvraag van dit praktijkonderzoek was:

Hoe kunnen we het vierlademodel op een gepaste manier in de lagere school implementeren?

Alvorens we een model kunnen implementeren is het belangrijk om er voor te zorgen dat de randvoorwaarden gewaarborgd blijven:

1. Rol van het leerkrachtenteam

Iedereen moet er voor openstaan om dit model uit te werken aangezien iedereen hierna er mee aan de slag gaat. Als er iets gevraagd wordt aan het team, dan moet het team dit ook willen doen.

2. Rol van een begeleider/ meerdere begeleiders

Als dit model gaat worden uitgewerkt is het belangrijk dat 1 of meerdere mensen dit leiden en opvolgen in het team. Dit kunnen de leerkrachten zelf zijn, directie of externen.

3. Rol van management

Er moet hiervoor expliciet tijd worden vrijgemaakt tijdens vergaderingen.

Indien dit gedaan wordt kan je pas beginnen met het opstellen en

implementeren van het vierlademodel. De eerste stap is om aan het hele team uit te leggen wat het vierlademodel is. Zo begrijpt iedereen waar ze mee aan gaan werken. Het is dan belangrijk om hun klasregels die ze samen met de leerlingen hebben gemaakt mee te laten brengen op een vergadering. Deze klasregels worden daar samengenomen tot ongeveer 10 klasregels d ie in elke klas gaat gelden. Deze regels worden hierna gecategoriseerd in de vier laden van het vierlademodel. Is het ernstig of niet ernstig, is de onderverdeling die van belang is. Hier bij horend moet ook nog eens verwoord worden wat wel verwacht wordt van de leerlingen op een ander blad. Deze regels en verwachtingen worden voorgesteld via pictogrammen zodat degene die de Nederlandse taal minder machtig zijn, het ook kunnen begrijpen. Dit zet je dan allemaal op de affiches.

De volgende belangrijke stap is om de maatregelen op te stellen die horen bij het overtreden van de regels. Dit wordt per graad gedaan omdat er een groot verschil is tussen de eerste graad en de derde graad. Laat de oudere

leerlingen ook hun mening geven over de maatregelen. Indien je in de klas nog geen beloningssysteem hebt, dan wordt dit ook aangeraden om dit te doen. Dit is een makkelijke manier om gedrag aan te leren en te trainen.

De belangrijkste stap is dat je dit alles met de leerlingen overloopt. Zo vermijd

10. Vooruitblik

Dit onderzoek heeft plaatsgevonden op de hele school maar is slechts uitgetest geweest in één klas. Om dit onderzoek verder uit te breiden en meer data te verzamelen, zouden er metingen moeten gedaan worden in alle leerjaren en eventueel zelfs verschillende scholen op verschillende plaatsen. Zo kan er een uitgebreide conclusie gevormd worden of dit model wel een effect heeft. Dit was een selectieve proef die werd uitgevoerd dus dit garandeert geen positieve resultaten, het kan ook geluk zijn.

Deze proef is ook uitgetest in een klas met maar 18 leerlingen waar niet veel probleemgedrag voorkwam. Daarom zou het dus een meerwaarde zijn voor het onderzoek moest dit uitgetest worden met een ander publiek.

Eventueel kan er een vergelijking gemaakt worden met een a nder sanctiebeleid ( bestaand of nog 1 dat moet worden gemaakt). Om te kijken welk beleid het beste werkt en het beste toenadering zoekt tot de leerlingen.

De enquête die gedaan is om te kijken hoe leerkrachten denken over maatregelen had ook beperkte respons. Deze enquête, of iets wat hier op verder gebouwd is, laten beantwoorden door meer leerkrachten zou ook een correcter beeld kunnen vormen over de beginsituatie waar je mee aan de slag kunt gaan.

In document Bachelorproef Leraar Lager Onderwijs (pagina 42-47)