• No results found

Resultaten representatie mannelijke en vrouwelijke politici in televisienieuws

4. Kwalitatief onderzoek: reconstructie-interviews met politiek journalisten uit het televisienieuws

4.6. Resultaten representatie mannelijke en vrouwelijke politici in televisienieuws

4.6.1. Woordkeuze gehanteerd door journalisten en vraagstelling naar politici toe in politieke nieuwsitems

Uit de kwalitatieve analyse bleek dat in sommige bevraagde nieuwsitems (onder andere items 1,6 en 7) journalisten af en toe een specifieke (soms negatieve) woordkeuze hanteren wanneer men spreekt over een politicus. Het is duidelijk dat de meeste journalisten beseffen dat typische genderstereotiepe vragen stellen aan een politicus niet meer door de beugel kan en dat men zich hier wel over bewust is. Zo vertelde een journalist van VTM (M,36) hierover: “da lijkt me toch straf mocht dat nu nog gebeuren eigenlijk he, da zou dan toch iets zijn waar onze chef deontologie die zou daar dan toch wel een opmerking over maken mocht dat gebeuren”. Bij VTM is het namelijk zo dat ze met vragen over hun reportage (en dit kan dus ook over woordkeuzes en vraagstelling zijn, maar evengoed de opbouw van een stuk), ten rade kunnen gaan bij een coach die hun daarbij helpt op een informele manier. Ook is er een chef deontologie die mee waakt over zo’n genderstereotiepe berichtgeving, dus bij VTM wordt daar in het algemeen wel op gelet. Een andere journaliste bij VTM (V,29) gaf ook aan dat ze vaak stilstaat bij de vragen die ze stelt en dat ze niet wil vervallen in het patroon van stereotiepe vragen te stellen:

48

“Ik probeer gelijk hier bijvoorbeeld ambities, ik denk dage u heel snel laat betrappen op de vraag, ma gebt ook kinderen, jongeren kinderen en das iets wa ik wel heel bewust, ik vind da zelf degoutant als mensen da doen bij een vrouw, da ik heel bewust ni ni doe ofzo, da maakt ook ni uit, want ik, ma sommige kranten kunnen da doen of zelfs TV ook denk ik ze, ma ik vind da echt een degoutante vraag.”

In item 5, gemaakt door deze journaliste wordt er specifiek naar de ambities van Gwendolyn Rutten gepeild na haar voorzitterschap van Open VLD. De reden hiervoor was omdat hier een aanleiding voor was: ze werd eerder als premier genoemd of als eventuele minister in de Vlaamse of federale regering. Daarom vond de journaliste het belangrijk om te peilen naar haar ambities na deze functie. Hier vervalt de journaliste dus niet in genderstereotiepe vraagstelling zoals het peilen naar het gezinsleven en hoe de politicus dat combineert waarover men spreekt in de literatuur (Muir, 2005). Ook werkt deze journaliste op een bepaalde manier dat zij nooit haar vragen op voorhand aan de politicus voorlegt. Ze hanteert naar eigen zeggen een kritische interviewstijl bij doorgaans puur politieke items. Enkel omdat tijdens de coronacrisis het voornamelijk gaat over het informeren van het publiek, legt ze hier wel sneller de vragen eerst voor aan een politicus om zo duidelijk mogelijk te kunnen communiceren in haar nieuwsitems.

In items 6 en 7, nieuwsitems uit Het Journaal op VRT, zegt de journalist (M,43) die ze gemaakt heeft dat Sophie Wilmès (MR) “te zwak” is om de corona crisis te kunnen oplossen als premier. Bij de vraag om welke reden dat dit zo verwoord was, bleek dat de originele bron van dat statement (N- VA) dit lichtjes anders had verwoord (dat Sophie Wilmès ‘te licht weegt’) en dat hij er zelf ‘zwak’ van had gemaakt. Hij vond dat deze twee verwoordingen uiteindelijk hetzelfde betekenen. Door dit soort van taalgebruik te hanteren kan men dus kijkers eventueel gaan beïnvloeden om ook zo over die politicus te gaan denken, terwijl dit eigenlijk niet de correcte oorspronkelijke woordkeuze is die door een andere politicus werd gehanteerd. Hier heeft de journalist dus een bepaalde macht om invloed uit te oefenen. Over Sophie Wilmès (MR) is zijn persoonlijke mening dat zij heel empathisch is tijdens de coronacrisis, maar toch ook wel een leidster en staatsvrouw kan zijn. Volgens hem zouden andere, mannelijke politici als Jan Jambon (N-VA) of Bart De Wever (N-VA) de crisis veel minder empathisch aanpakken. Maar dit zou in twee richtingen kunnen werken volgens hem: “het kan natuurlijk ook zijn dat het een vrouw is, omdat het een vrouw is, dat ik haar die kwaliteiten ook toedicht”. Charles Michel (MR), de vorige eerste minister, zou dan wel weer meer

49 empathisch zijn in zijn communicatie volgens hem, dus ook hier primeert de persoonlijkheid van een politicus meer dan haar of zijn gender. De manier waarop de journalist persoonlijk denkt over deze politici kan mogelijks ook een invloed hebben op de berichtgeving over hen. Dit bevestigt onderzoek uit de literatuur: genderstereotiep denken bij een journalist kan dus invloed hebben op de representatie van politici (Vu et al., 2017).

Diezelfde journalist van VRT (M,43) haalt in item 1, wanneer hem de vraag wordt gesteld door het nieuwsanker (bij dit item een vrouw) welke ‘man of vrouw’ de regeringscrisis nog kan oplossen, enkel mannelijke politici aan die die rol eventueel zouden kunnen vervullen. Volgens hem waren er op dat ogenblik en politieke context ook enkel mannen die deze functie zouden kunnen bekleden. Ook al werd er dus expliciet gepeild naar vrouwelijke mogelijkheden, werd er enkel met mannen geantwoord, terwijl er toch één of twee mogelijkheden waren. Dit kan ook weer een bepaalde invloed hebben op het publiek.

Enkele journalisten benadrukken dat televisie verschillend is als medium dan kranten en dat daar een heel ander productieproces achter schuil gaat. Omdat televisie een vluchtig medium is moet alles beknopt en helder moeten worden uitgelegd op een manier dat het voor de kijker duidelijk is. Een journaliste van FOCUS/WTV (V,42) zegt dat mensen nooit gaan terugkijken naar een reportage op televisie, wat bijvoorbeeld met krantenartikels vaker gebeurt. Het publiek moet de boodschap onmiddellijk meehebben en daarom is het zo belangrijk dat er klare taal gehanteerd wordt en daarom is het vaak moeilijk om nuance te leggen. Een journaliste bij VTM (V,29) haalt ook aan dat een politicus bij kranteninterviews het artikel eerst kan nalezen voor het gepubliceerd wordt. Bij televisiereportages is die mogelijkheid er vaak niet wegens de vluchtigheid van het medium en omdat er strakke deadlines gehanteerd worden.