• No results found

In dit hoofdstuk worden de resultaten van het onderzoek besproken. Eerst kijk ik of er demografische gegevens zijn die de resultaten kunnen vertroebelen. Daarna worden de resultaten van de verschillende elementen onderzocht.

4.1 Interfererende variabelen

In dit onderzoek zijn de mogelijke interfererende variabelen leeftijd, geslacht, levensfase en nieuwsleeservaring onderscheiden. Deze interfererende variabelen worden zoveel mogelijk meegenomen in de analyses.

Omdat de variabele geslacht praktisch gezien binair is – slechts één iemand heeft ‘anders’ aangegeven – kan deze niet goed meegenomen worden in de tweewegs ANOVA. Daarom is het geslacht los onderzocht. De rol van de variabele geslacht wordt in paragraaf 4.2.4 besproken.

4.2 De effecten van de verschillende varianten van de nieuwstekst

In deze paragraaf zijn de invloeden van de vier verhaalversies op de waardering, de begrijpelijkheid, de mate van transportatie en de mate van identificatie onderzocht.

4.2.1 Verschil tussen chronologische en omgekeerde piramidestructuur

De invloed van de tekststructuur van de nieuwstekst is gemeten op de variabelen aantrekkelijkheid, acceptatie, toegankelijkheid, algeheel begrip, begrip van de chronologie, transportatie en identificatie.

4.2.1.1 Waardering

Over de invloed van de tekststructuur op waardering is uit het literatuuronderzoek gebleken dat de chronologische volgorde vaak beter wordt gewaardeerd. Recent Nederlands onderzoek van Kleemans, Schaap en Suijkerbuijk (2017) liet echter een positievere waardering zien bij de tekst met de omgekeerde piramide. In dat onderzoek werd waardering echter gemeten met slechts één vraag.

Waardering is in dit onderzoek uitgesplitst in drie componenten: toegankelijkheid, acceptatie en waardering. Deze componenten zijn gemeten met vragen op een zevenpunts Likertschaal. Beide tekststructuren scoren boven het midden van de schaal. Er zitten echter wel verschillen tussen de chronologische volgorde en de omgekeerde piramide. Waar de verschillen bij aantrekkelijkheid en acceptatie echter niet significant zijn, is de toegankelijkheid van de nieuwstekst met chronologische volgorde wel significant beter (F = 4,664, p = 0,032) dan de toegankelijkheid van de nieuwstekst met een omgekeerde piramidestructuur.

38

De resultaten uit het onderzoek van Kleemans, Suijkerbuijk en Schaap (2017) worden in dit onderzoek dus niet onderschreven voor deze componenten.

Chronologische volgorde Omgekeerde piramide Significantie

Toegankelijkheid 5,36 (1,29) 4,83 (1,50) 0,032

Acceptatie 4,88 (1,17) 4,68 (1,08) 0,429

Aantrekkelijkheid 5,27 (1,24) 4,90 (1,33) 0,151

Tabel 4.1: Gemiddelde scores en standaarddeviaties (sd) waardering tekststructuur.

4.2.1.2 Begrip

Uit het literatuuronderzoek bleek dat een chronologische tekststructuur vaak een positieve invloed had op het tekstbegrip. Enkele andere onderzoeken vonden echter geen verband. Het meten van begrip is echter moeilijk, waardoor verschillende methodes worden gebruikt. Zo is er in onderzoek onder andere gebruik gemaakt van reactievermogen en het herinneren van teksten. Mijns inziens sluit dat niet volledig aan bij de term begrip. In dit onderzoek is gekozen om aan te sluiten bij Kamalski et al. (2005), die aanraden om een sorteertaak te doen. In dit onderzoek is het begrip van de lezer op twee manieren gemeten. In de eerste opdracht is gevraagd om vijf gebeurtenissen in de goede chronologische volgorde te zetten. De juiste volgorde werd met een 1 beoordeeld, elke onjuiste volgorde kreeg een 0. De tweede opdracht was het plaatsen van de locatie en de betrokken personen bij de gebeurtenissen uit de eerste opdracht. Voor elk correct antwoord kon ook daar één punt worden behaald. De maximumscore was daarom 5 gebeurtenissen * 2 vragen = 10 punten.

De eerste opdracht werd veel beter (F = 30,424, p = 0,000) gemaakt door de lezers van een nieuwstekst met de chronologische volgorde. Van alle lezers van een tekst met de chronologische volgorde had 72 procent de volgorde juist, terwijl dit bij de lezers van de teksten met de omgekeerde piramide maar 33 procent was.

Ook bij de tweede opdracht scoorde de chronologische volgorde beter, maar dit verschil is niet significant. Het vertellen van een verhaal in de chronologische volgorde heeft dus een positieve invloed op het begrip van deze volgorde. Voor het algehele begrip heeft de volgorde geen significante invloed.

Chronologische volgorde Omgekeerde piramide Significantie

Begrip Chronologie 0,72 (0,44) 0,33 (0,47) 0,000

Begrip Algemeen 6,90 (1,99) 6,46 (2,55) 0,495

39

4.2.1.3 Transportatie en identificatie

Uit het literatuuronderzoek blijkt dat veel narratieve teksten een positieve invloed hebben op de transportatie en identificatie van de lezers. Omdat narratieve teksten vaak in een chronologische volgorde worden verteld, kan er verwacht worden dat de chronologische volgorde een positieve invloed heeft op de transportatie en identificatie.

In dit onderzoek scoren zowel de chronologische volgorde als de omgekeerde piramide echter laag, met een gemiddelde score tussen de 3 en 3,5 op een schaal van 7. Opvallend daarbij is ook dat de omgekeerde piramide beter scoort dan de chronologische volgorde. De verschillen zijn echter niet significant.

Chronologische volgorde Omgekeerde piramide Significantie

Transportatie 3,16 (1,26) 3,34 (1,32) 0,316

Identificatie 3,42 (1,11) 3,45 (1,07) 0,532

Tabel 4.3: Gemiddelde scores en standaarddeviaties (sd) transportatie en identificatie tekststructuur.

4.2.2 Verschil tussen reportage en nieuwsverhaal

De invloed van het genre van de nieuwstekst is gemeten op de variabelen aantrekkelijkheid, acceptatie, toegankelijkheid, algeheel begrip, begrip van de chronologie, transportatie en identificatie.

4.2.2.1 Waardering

Tussen reportages en nieuwsverhalen zit voornamelijk een verschil in de mate van subjectiviteit. Er is veel meer sprake van emotionaliteit en personalisatie in een reportage en er is meer ruimte om de belangrijkste feiten te omkleden met details. Omdat er dus meer ruimte is voor uitleg en er relatief minder harde informatie staat in een reportage, ligt een hogere waardering voor de reportage dus in de lijn der verwachting.

In dit onderzoek zijn drie componenten van waardering onderzocht op een zevenpunts Likertschaal. De resultaten voor beide teksten zijn relatief hoog met scores rond de 5. De reportage en het nieuwsverhaal verschillen echter niet veel van elkaar en zeker niet significant.

Reportage Nieuwsverhaal Significantie

Toegankelijkheid 5,08 (1,51) 5,10 (1,35) 0,682

Acceptatie 4,86 (1,22) 4,70 (1,03) 0,628

Aantrekkelijkheid 5,09 (1,44) 5,07 (1,16) 0,610

40

4.2.2.2 Begrip

In een reportage is er meer ruimte om de gebeurtenissen te omschrijven met details, emotionaliteit en personalisatie. Te verwachten is dat dit een positieve invloed heeft op het begrip van de lezer, omdat er ook meer uitleg gegeven kan worden.

In dit onderzoek is het begrip met twee opdrachten onderzocht. Bij de eerste opdracht moesten vijf gebeurtenissen in chronologische volgorde worden gezet en kon 0 of 1 punt behaald worden. In de tweede opdracht moesten bij de vijf gebeurtenissen zowel de betrokken personen als de locatie genoemd worden. Daarvoor waren in totaal 10 punten te behalen.

Uit de eerste opdracht blijkt, in tegenstelling tot de verwachting, dat het nieuwsverhaal beter scoort (F = 18,822, p = 0,000) bij het begrip van de chronologie. Wellicht is de lezer door de details sneller afgeleid, of de lijn van het verhaal kwijt. Het algemene begrip, gemeten bij de tweede opdracht, is wel iets hoger bij de reportage. Dit verschil is echter niet significant.

Reportage Nieuwsverhaal Significantie

Begrip Chronologie 0,39 (0,49) 0,64 (0,48) 0,000

Begrip Algemeen 6,85 (2,18) 6,52 (2,40) 0,670

Tabel 4.5: Gemiddelde scores en standaarddeviaties (sd) begrip genre.

4.2.2.2 Transportatie en identificatie

Hebben de details, de personalisatie en de emotionaliteit in een reportage dan amper invloed op de lezer? Nee, er is wel degelijk een verband tussen genre en perceptie van de lezer. De scores voor een reportage, gemeten op een zevenpunts Likertschaal, zijn zowel bij transportatie als bij identificatie vrij laag, maar het nieuwsverhaal scoort nog een stuk lager. Deze verschillen zijn zowel voor identificatie (F = 14,424, p = 0,000) als voor transportatie (F = 7,648, p = 0,007) significant.

Reportage Nieuwsverhaal Significantie

Transportatie 3,60 (1,27) 2,99 (1,25) 0,007

Identificatie 3,85 (0,99) 3,11 (1,05) 0,000

Tabel 4.6: Gemiddelde scores en standaarddeviaties (sd) transportatie en identificatie genre.

4.2.3. Interactie-effecten genre en tekststructuur

Er zijn geen significante interactie-effecten gevonden tussen genre en tekststructuur. De twee onafhankelijke variabelen in dit onderzoek hebben in dit onderzoek dus geen verband met elkaar. Er is dus geen sprake van dat een bepaalde tekststructuur beter bij een bepaalde genre past.

41

Opmerkelijk is te noemen dat zowel genre als tekststructuur een sterk significant verband hebben met het begrip van de chronologie, maar dit geheel niets met elkaar te maken heeft.

4.2.4. Patroon interfererende variabelen

Bij de interfererende variabelen is duidelijk de invloed van leeftijd te zien, voornamelijk op de waardering. Hoe ouder de lezer is, hoe hoger de gemiddelde score bij sommige variabelen is. Het gaat hierbij om de invloed op aantrekkelijkheid en acceptatie, bij beide onafhankelijke variabelen, tekststructuur en genre. Zoals bij de eerdere analyses ook al het geval is, zijn de resultaten van de component toegankelijkheid niet in lijn met de resultaten van aantrekkelijkheid en acceptatie. Geslacht heeft dus geen significante invloed op toegankelijkheid. Zie voor de resultaten van de interfererende variabelen Bijlage F.

Ook in eerder onderzoek is al aangetoond dat jongere lezers een tekst minder positief waarderen dan ouderen. Uit dit onderzoek blijkt dat dit ligt bij de componenten acceptatie en aantrekkelijkheid en niet bij de toegankelijkheid van de tekst. Naast geslacht zijn er geen significante interfererende variabelen die een significant resultaat hebben veroorzaakt.

42