• No results found

Resultaten interviews

In document Marokkaanse ouders, jongeren en geld! (pagina 31-37)

DEEL 2: Literatuuronderzoek

9. Resultaten interviews

9.1. Specialist.

Voor dit praktijkgericht onderzoek is een specialist van het Nibud geïnterviewd. Hij is financieel hulpverlener en maatschappelijk werkende en werkt als freelancer voor het Nibud waar hij onder andere de workshop ‘Geld en Opvoeden’ aan allochtonen geeft.

9.1.1. De huidige situatie volgens de specialist

De specialist vertelt dat er behalve verschillen ook veel overeenkomsten zijn tussen de Nederlandse en de Marokkaanse jongeren: “Mijn ervaring is dat de problemen die ik zie of hoor niet zo veel

afwijken van het algemeen.” Bij alle jongeren wordt in de puberteit de invloed van de ouders minder, terwijl de invloed van de peergroup juist groter wordt. Veel jongeren zijn op hun 18e nog niet

financieel zelfstandig. Jongeren bouwen geen reserves op en overzien de consequenties niet van hun eigen beslissingen. Zo nemen zij bijvoorbeeld een duur telefoonabonnement of kopen ze een scooter waar vaste lasten bij komen kijken. Jongeren krijgen bovendien te maken met zogenaamde

‘aanpassingsschulden’. Dit zijn schulden die ontstaan doordat het inkomen daalt of de vaste lasten toenemen, terwijl de levensstandaard niet wordt aangepast. Als thuiswonende heeft de jongere geen vaste lasten en relatief veel te besteden, maar gaat de jongere zelfstandig wonen, dan wordt hij geconfronteerd met meer betalingsverplichtingen. Jongeren komen vaak veel te laat bij de

Kredietbank als de schulden al hoog zijn opgelopen. Bovendien hebben veel jongeren ook verkeerde verwachtingen van de Kredietbank. “Er wordt een verkeerd beeld geschetst, je zou bij de kredietbank binnen drie jaar van je schulden af zijn. Daar wordt ook reclame voor gemaakt. Kom naar de

kredietbank dan lossen wij het voor je op. Zo wordt het niet letterlijk gezegd maar wel

geïnterpreteerd,” aldus de specialist. Jongeren zijn sowieso lastig te bereiken, maar dat geldt voor alle jongeren. Ze vinden het niet stoer om hulp te vragen.

Veder is de specialist van mening dat niet alleen de jongeren lastig te bereiken zijn, maar alle mannen. Vrouwen vragen gemakkelijker hulp dan mannen en ook dit verschilt niet met de meeste andere Nederlanders. Het is wel zo dat Marokkaanse mannen in de opvoeding wat meer op afstand staan. Marokkaanse mannen en vrouwen hebben verschillende rollen en daardoor verschillende verantwoordelijkheden. Vaak heeft vader in financiële situaties een bepalende en beslissende rol. En net als alle andere jongeren, maken Marokkaanse jongeren hier soms misbruik van, want als de communicatie tussen de ouders ontbreekt en het lukt niet bij vader, dan gaan ze naar moeder. In sommige gevallen legt de Marokkaanse ouder het probleem buiten zichzelf en wil de ouder de verantwoordelijkheid voor de schulden van de jongere niet nemen.

Een andere opmerking van de specialist is, dat Marokkaanse ouders moeite hebben met de Nederlandse taal en niet weten waar zij met financiële problemen of financiële opvoedingsvragen terecht kunnen. De voorzieningen worden nauwelijks bereikt. Als de Marokkaanse ouders de instanties wel bereiken, is er vaak door cultuurverschillen een botsing tussen de Marokkaanse klant en de hulpverlener. Ouders en instanties hebben andere verwachtingen van elkaar. Als een

Marokkaanse ouder naar een instantie gaat, gaat deze ervan uit dat zijn problemen voor hem worden oplost. Terwijl de hulpverleners vanuit de ik-cultuur de Marokkaan willen empoweren (leren het zelf te kunnen). Veder kunnen veel Marokkaanse ouders niet met een computer overweg en

31 weten ze niet hoe ze de ingewikkelde formulieren in moeten vullen. Ze kunnen dit daarom ook niet overbrengen aan hun kind. De specialist merkt overigens op dat hij in zijn praktijk alleen de

Marokkaanse ouders ziet die problemen hebben en met een hulpvraag komen, waardoor zijn beeld van ‘de Marokkaanse ouder’ eenzijdig kan zijn.

Tot slot geeft de specialist aan dat de ouders en de jongeren zich in Nederland verschillend

ontwikkelen. “De ouders zijn nog Marokkaans terwijl de jongeren vernederlandst zijn. Er is niet alleen een generatieverschil tussen de ouders en de jongeren, maar ook een cultuurverschil tussen de ouders en de jongeren”, aldus de specialist. Dit kan botsen. Als er bijvoorbeeld opeens familie op bezoek komt, die de hele week wil blijven, vindt de jongere dat je best tegen het familielid kunt zeggen dat het niet goed uitkomt, terwijl dat voor de oudere generatie onmogelijk is.

9.1.2. Gemis volgens de specialist

Volgens de specialist missen ouders de vaardigheden om de jongere te corrigeren. Hoe ouder het kind, hoe minder gezag de ouder krijgt. Een ander belangrijk gemis is dat ouders niet weten hoe zij om moeten gaan met het generatie- en cultuurverschil binnen hun eigen familie. De specialist is in het algemeen niet goed op de hoogte van de financiële kennis binnen de Marokkaanse gezinnen.

9.1.3. Gewenste situatie volgens de specialist

De specialist vindt dat Marokkaanse ouders meer financiële kennis zouden moeten opdoen en dat de ouders moeten weten waar en bij wie ze met hun vragen terecht kunnen. Mogelijk zou een

Marokkaanse hulpverlener meer mensen kunnen bereiken, zoals (groot)ouders die geen Nederlands spreken. Jongeren kunnen volgens de specialist het beste via de ouders bereikt worden, omdat zij voor financiële hulpverleners heel moeilijk te vinden zijn. Een preventieve aanpak kan hierbij helpen door outreachend en vindplaatsgericht te werken, via buurthuizen en scholen. Scholen zouden ook meer aandacht kunnen besteden aan financiële opvoeding.

De specialist geeft de voorkeur aan financiële opvoedingsworkshops in oudergroepen. Het voordeel hiervan is dat de Marokkaanse ouders met elkaar in discussie gaan en van elkaar kunnen leren. Door dezelfde culturele achtergrond is er meer begrip voor elkaar, maar ze kunnen elkaar ook

gemakkelijker kritisch toespreken. Een ander voordeel van groepsbijeenkomsten is dat er meerdere oplossingen komen, zodat iemand kan kiezen.

9.2. De ouders

Voor het praktijkgericht onderzoek zijn vier interviews afgenomen. Drie interviews met alleen vader, één interview met vader en moeder samen.

9.2.1. De huidige situatie bij de ouders

De geïnterviewde ouders vinden het niet makkelijk om van een uitkering rond te komen, zeker niet als de gezinnen groot zijn en de kinderen onder invloed komen te staan van hun peergroup. Zo vertelt een ouder: “Als alle vaste lasten zijn betaald, hou ik een klein bedrag over van 180 euro. Hier moet het hele gezin mee onderhouden worden en ons gezin bestaat uit zeven personen. Wanneer één van de kinderen op schoolreisje gaat, wordt er ingekort op de boodschappen waardoor de koelkast half leeg komt te staan, maar ik wil niet dat mijn kinderen tekort komen, tegenover andere kinderen uit hun omgeving.” In een interview vertelt één vader dat hij zich heeft aanpast aan de situatie.

32 Vader is een keertje stiekem gaan kijken of het klopte wat zijn zoon zei, dat alle kinderen op school een beetje geld meekregen om iets lekkers te kunnen kopen op school. Vader zag dat dit klopte en gaf zijn zoon daarna ook een beetje geld.

In de meeste gezinnen is vader dominant aanwezig. Een vader geeft aan dat hij verwacht dat zijn kinderen met 18 jaar volwassen zijn en dat ze dan zichzelf staande kunnen houden. Tijdens een interview met een van de vaders ontstond er een stukje bewustwording over de financiële

opvoeding. Hij had er nog niet over nagedacht om zijn dochter van 17 voor te gaan bereiden op wat zij allemaal kan tegenkomen op financieel gebied als zij 18 jaar wordt. Een andere ouder is actief bezig met financiële opvoeding. Hij vertelt dat hij aan zijn kinderen uitlegt wat de kosten zijn voor huur, gas, water en licht. Twee moeders zijn ook actief bezig met financiële opvoeding en vertellen hun kinderen waar ze geen geld aan mogen uitgeven en waar ze op moeten letten. Deze moeders zeggen ook tegen hun kinderen dat ze moeten sparen, bijvoorbeeld “Hey jongens, we gaan op vakantie naar Marokko. Ga je geld sparen en aan de kant zetten dan kun je leuke dingen doen als we daar zijn. En in Marokko is je geld nog meer waard”. In een ander gezin worden de financiële

problemen niet met de kinderen besproken, maar doen de ouders dat onderling.

Bij financiële opvoeding speelt het geloof niet echt een rol. Wel geven de ouders aan dat ze er waarde aan hechten dat hun kinderen het geld eerlijk verdienen en dit niet besteden aan drugs, alcohol en sigaretten. Daarnaast wordt er extra druk gelegd op de jongens, want van hen wordt verwacht dat zij een man zijn en hun eigen financiële problemen oplossen wanneer zij volwassen zijn.

9.2.2. Gemis bij de ouders

Een belangrijk gemis in de financiële opvoeding is dat de ouders niet goed weten hoe ze hun kind moeten corrigeren, ze missen deze vaardigheden. Ze gebruiken hun eigen ouders uit Marokko als rolmodel, maar in Nederland is dat niet passend of niet geoorloofd. Een ouder zegt: "Voor ouders is het moeilijk om hun kinderen op te voeden omdat kinderen vanuit de overheid alles kunnen krijgen.

Bijvoorbeeld als je kinderen wilt straffen door ze het huis uit te zetten. Zoals dat in Marokko gebeurt, komen kinderen altijd weer terug en luisteren dan weer, omdat je er in Marokko echt alleen voor staat. Maar in Nederland is dat niet zo. Als je als ouder je kind op straat zet, grijpt de overheid in.

Kinderen krijgen een uitkering, crisisbed, woning. Dan worden kinderen onafhankelijk van hun ouders.”

2.3. Gewenste situatie voor de ouders

Alle deelnemende ouders willen het liefst individuele begeleiding van hulpinstanties ontvangen en niet in een groep, want ze willen hun problemen niet delen met andere mensen. Voor Marokkaanse mensen is hulp vragen al een hele grote stap. Ouders zouden graag meer tips willen krijgen over wat jongeren moeilijk vinden en hoe zij hun kinderen kunnen voorbereiden, zodat ze financieel

volwassen het leven in gaan.

9.3. Jongeren

Voor het praktijkgericht onderzoek zijn vijf jongeren van Marokkaanse afkomst geïnterviewd, één meisje en vier jongens. Ze zijn tussen 17 tot 22 jaar oud. Vier jongeren zijn thuiswonend en één jongere woont sinds drie maanden op zichzelf.

33 9.3.1 De huidige situatie volgens de jongeren

Drie van de vijf jongeren geven aan dat ze van hun ouders een financiële opvoeding hebben gekregen. “Mijn ouders zeggen tegen mij dat je zuinig moet zijn, geen domme dingen moet doen.

Bijvoorbeeld ze zeggen tegen mij dat ik niet moet gaan gokken of zo. Sinds kleins af aan zijn mijn ouders hiermee begonnen, vanaf vier jaar”. Een meisje vertelt: “ Ik kreeg vanaf mijn 13e/14e jaar zelf geld om kleding te kopen. Het was niet zo dat als ik geld voor kleding vroeg, ik het ook altijd kreeg.

Soms gaven mijn ouders ook aan dat ik er voor kon gaan werken”.

De jongeren vinden dat ouders onvoldoende op de hoogte zijn van de prijzen. Een jongere zegt hierover: “Ik wilde heel graag een Australian pak (trainingspak) hebben. Ik heb het toen gewoon gekocht zonder dat mijn ouders dat wisten. Ik zorgde dat mijn ouders niet zagen dat ik dure dingen kocht. Mijn moeder waste mijn kleding wel, maar ze wist niet dat het een duur trainingspak was. Ik denk dat ze dacht dat het trainingspak gewoon 50 euro of zo koste. Mijn ouders weten niet wat alles kost. Ik kocht die dure spullen in de tijd dat ik nog verkeerde dingen deed”. Eén jongere vertelt dat zeuren helpt om bij zijn ouders iets voor elkaar te krijgen. “Ik wou graag een playstation 2. Toen ging ik bij mijn ouders zeuren en uiteindelijk hadden ze het voor mij gekocht”.

Twee jongeren hebben hun broer of zus als voorbeeld (rolmodel) en volgen de adviezen van hun oudere broer of zus op. “Mijn oudere zus is echt een voorbeeld voor mij. Als ik iets niet weet of onzeker ben, ga ik altijd naar haar toe om een bevestiging van haar te ontvangen of het goed is”.

Twee jongeren schamen zich voor hun schuldproblemen. “Ik leen nooit van mijn ouders, ik zou mij schamen als ik geld van mijn ouders zou lenen”.

Voor één jongere is de Islam belangrijk, omdat het hem structuur biedt en grenzen, die zijn ouders hem wellicht te weinig bieden.

9.3.2 Gemis volgens de jongeren

Alle geïnterviewde jongeren geven aan dat ze kennis missen op het gebied van financiën. Alles is duurder dan de jongeren hadden gedacht, ze vinden het moeilijk om een inschatting te maken van inkomsten en uitgaven. Eén jongere heeft de begeleiding naar zelfstandig wonen van zijn ouders gemist, hij werd nu aan zijn lot over gelaten. Hij had beter voorbereid willen worden op wat er allemaal bij komt kijken als je op jezelf gaat wonen. Bovendien had hij meer door zijn vader gestimuleerd willen worden om te zoeken naar een bijbaan.

9.3.3 Gewenste situatie volgens de jongeren

Twee jongeren vinden dat Marokkaanse ouders bij de opvoeding meer aandacht zouden moeten geven aan hun kinderen. Jongeren vinden dat ouders een goed inzicht moeten hebben in financiën, instanties en mogelijkheden in Nederland en ze moeten de jongeren kunnen overtuigen en

motiveren om stappen te nemen om hun financiële zaken op orde te krijgen en bij te houden.

Jongeren zouden graag een ouder als rolmodel hebben en ze vinden dat ouders hun kinderen beter zouden moeten begeleiden als ze rekeningen krijgen en andere administratieve post. De ouders moeten meer praten en meer uitleg geven, aldus de jongeren. Vier van de vijf jongeren zouden het handig vinden als hun ouders de Nederlandse taal beter spreken.

34 Vier van de vijf jongeren geven aan dat zij zelf goed naar hun ouders moeten luisteren als hun ouders financiële opvoeding geven en dat ze de adviezen ter harte nemen. De jongere moet dus ook

aandacht en interesse tonen naar de ouder toe, zegt één van de jongeren.

Ten slotte vindt één van de jongeren het belangrijk dat er op een vertrouwelijke manier met zijn gegevens omgegaan wordt. “Als ik later ouder zou zijn en mijn kind zou schulden hebben, zou ik kennis opdoen bij instanties en hulpverleners, maar niet zeggen dat het om mijn kind gaat, omdat het kind het misschien niet fijn vindt als zijn naam direct benoemd wordt. Ik vind dat zelf ook niet fijn”.

Jongeren hebben behoefte aan (financiële) voorlichting, maar ook aan controle, zeggen twee andere jongeren.

Ze hebben hulp nodig bij het krijgen en houden van overzicht over de financiën en zouden meer begeleiding van hun ouder(s) willen ontvangen.

9.4 Coaches

Tijdens het praktijkgericht onderzoek zijn de assistent projectleider en drie coaches geïnterviewd. De coaches werken bij het Jeugdinterventieteam en richten zich op Rotterdam Noord.

9.4.1 De huidige situatie volgens de coaches

De coaches vertellen dat Marokkaanse ouders te maken hebben met een generatieverschil, een cultuurverschil en een opvoedingsverschil, waardoor het moeilijk is om een rolmodel te zijn voor hun kinderen. Een coach zegt hierover: “De opvoeding van Marokkaanse kinderen is nu anders dan vroeger. De ouders van de 1e generatie en soms ook van de 2e generatie hebben in Marokko een andere opvoeding gehad: streng en dominant.” Twee coaches geven aan dat de Marokkaanse ouders de confrontatie uit de weg gaan, omdat ze bang zijn het als ouder niet goed te doen. “Ouders zij bang dat de Raad van de Kinderbescherming zich er mee gaat bemoeien en dat hun kind uit huis wordt geplaatst”. Ouders weten niet hoe het anders kan. Eén van de coaches vertelt: “Ouders

communiceren op een dwingende manier met hun kinderen, en wanneer de jongeren ouder worden, nemen zij het rolgedrag van de ouder over en gaan ze op een zelfde dwingende manier tegen de ouder praten”. Ouders hebben op een gegeven moment geen gezag meer over hun kinderen. “Er is onmacht bij de ouders, maar ze houden zelf het systeem in stand. Ze willen rust en geen hoofdpijn, ze willen niet dat het kind naar buiten gaat, geen burengeruchten, of er is schaamte om ruzie. Ze willen niet dat de vuile was buiten komt te hangen”.

Twee coaches geven aan dat Marokkaanse jongeren vaak niet worden aangenomen bij een sollicitatiegesprek omdat ze van hun ouders andere normen en waarden hebben aangeleerd.

Jongeren hebben bijvoorbeeld geleerd om uit respect naar beneden te kijken als iemand tegen je praat, maar tijdens een sollicitatiegesprek wordt van je verwacht dat je de persoon aankijkt met wie je een gesprek voert. De jongeren weten niet hoe zij de Nederlandse en de Marokkaanse cultuur met elkaar kunnen combineren. De ouders dragen de wij-cultuur uit en school en de maatschappij dragen de ik-cultuur uit. Er is een merkbaar verschil tussen de ik-cultuur van de jongeren en de wij-cultuur van de ouders, aldus één van de coaches, terwijl de Marokkaanse ouders de ik-cultuur niet begrijpen.

Een ander cultuurverschil is, dat Marokkaanse ouders binnenshuis verantwoordelijk zijn voor hun kinderen, maar dat buitenshuis de maatschappij verantwoordelijk is.

35 Alle coaches vinden dat de ouders weinig sociale vaardigheden hebben, waardoor ze de jongeren onvoldoende corrigeren op hun sociale vaardigheden, zoals zich aan afspraken houden, op tijd komen of legaal geld verdienen. De jongeren verwachten te veel van hun ouders, terwijl de ouders onvoldoende op de hoogte zijn van de kosten die een jongere van 18 jaar heeft.

9.4.2 Gemis volgens de coaches

Alle coaches geven aan dat de jongeren onvoldoende zelfredzaam worden opgevoed. De jongeren worden niet begeleid in het bijhouden van de eigen financiële administratie zoals bijvoorbeeld belastingaangifte. Ouders weten vaak zelf niet hoe het moet.

- Ouders weten niet waar ze voor financiële hulp terecht kunnen.

- Ouders weten niet dat ze hun kind in de financiële opvoeding tekort schieten.

- Ouders weten niet wat de jongere allemaal moet doen en kunnen als hij 18 jaar is.

- Ouders weten niet hoe zij het gedrag van het kind moeten corrigeren.

9.4.3 Gewenste situatie volgens de coaches

Alle coaches zijn het er over eens dat voldoende beheersing van de Nederlandse taal, kunnen rekenen en de administratie kunnen bijhouden belangrijke competenties zijn, waar de ouders over moeten beschikken voor een goede financiële opvoeding. Daarnaast zijn ook alle coaches het er over eens dat een gesprek voeren met het kind hierover van belang is.

Voor financiële opvoeding is een corrigerende houding van belang, die bestaat uit het stellen van grenzen en uitleggen waar de grenzen voor zijn bedoeld en wat de gevolgen zijn als de jongere zich niet aan de grenzen houdt. De coaches vinden ook dat ouders meer kennis zouden moeten hebben over bijvoorbeeld zorgtoeslag en studiefinanciering, zodat ze hun kind hierop kunnen voorbereiden.

Ouders moeten zich volgens de coaches bewust worden van de cultuurverschillen en vaardigheden aangereikt krijgen hoe dit te overbruggen.

Als gewenste situatie zouden Marokkaanse ouders simpele opvoedingsvaardigheden kunnen leren van de coaches op financieel gebied. Zodat de ouders een rolmodel kunnen zijn naar hun kind.

In document Marokkaanse ouders, jongeren en geld! (pagina 31-37)