• No results found

Kritische terugblik op het onderzoek

In document Marokkaanse ouders, jongeren en geld! (pagina 6-88)

Literatuurlijst Bijlagen

6

Inhoud

Inleiding ... 10

DEEL 1: Onderzoeksopzet ... 11

1. Bureau Frontlijn... 12

1.1. Jeugdinterventieteam ... 12

1.2. Werkwijze Bureau Frontlijn ... 12

1.3. Schulden bij Marokkaanse jongeren ... 12

2. Probleembeschrijving ... 13

2.1. Landelijke situatie ... 13

2.2. De situatie in Rotterdam ... 13

2.3. Oorzaken van schulden bij jongeren ... 13

2.4. De probleemhouders... 14

2.4.1. Jongeren en schulden ... 14

2.4.2. Ouders en schulden van jongeren ... 14

2.4.3. Hulpverleners en schulden van jongeren ... 14

2.4.4. De samenleving en schulden van jongeren ... 14

2.5. Mogelijke oplossingsrichtingen ... 14

2.6. Vraagstelling ... 15

2.7. Deelvragen... 15

2.8. Doelstellingen ... 16

3. Onderzoeksmethode ... 17

3.1. Dataverzamelingstechnieken ... 17

3.1.1. Kwalitatieve inhoudsanalyse ... 17

3.1.2. Individuele ondervraging ... 17

3.1.3. Observatie ... 17

3.2. Praktijkonderzoek ... 18

7

3.2.1. Semi gestructureerd interview specialist ... 18

3.2.2. Observatie tijdens workshops door een deskundige ... 18

3.2.3. Semi gestructureerd interview bij de coaches (deskundigen) ... 18

3.2.4. Semi gestructureerd interview bij de ouders ... 18

3.2.5. Semi gestructureerd interview bij de jongeren ... 19

4. Verantwoording ... 20

4.1. Bruikbaarheid ... 20

4.2. Validiteit ... 20

4.3. Betrouwbaarheid ... 20

DEEL 2: Literatuuronderzoek ... 21

5. Financiële opvoeding ... 22

5.1. Problemen bij de financiële opvoeding ... 22

5.2. Marokkaanse ouders en opvoeding ... 22

5.2.1. Rolmodel ... 23

5.2.2. Wij-cultuur ... 23

5.2.3. Trots en schaamte ... 23

5.2.4. Relatie tussen vader en zoon ... 23

5.2.5. De rol van de moeder ... 23

5.2.6. Verantwoordelijkheid van de jongere ... 24

5.2.7. Financiële verplichtingen van het gezin ... 24

5.2.8. Werkloosheid en armoede ... 24

5.3. Fasen van gedragsverandering. ... 24

6. Financiële problemen bij jongeren ... 25

6.1. Oorzaak van schulden bij jongeren ... 25

6.1.1. Onverantwoord financieel gedrag ... 25

6.1.2. Het straatcircuit en de cultuur ... 25

6.1.3. Schulden aflossen ... 26

8

7. Instanties die een rol spelen bij schulden ... 27

7.1. Kredietbank Rotterdam ... 27

7.2. Bureau Krediet Registratie ... 27

7.3. Schuldhulpverlening aan jongeren ... 27

8. Oplossingsrichtingen ... 28

DEEL 3: Praktijkonderzoek ... 29

9. Resultaten interviews ... 30

9.1. Specialist. ... 30

9.1.1. De huidige situatie volgens de specialist ... 30

9.1.2. Gemis volgens de specialist ... 31

9.1.3. Gewenste situatie volgens de specialist ... 31

9.2. De ouders ... 31

9.2.1. De huidige situatie bij de ouders ... 31

9.2.2. Gemis bij de ouders ... 32

9.3. Jongeren ... 32

9.3.1 De huidige situatie volgens de jongeren ... 33

9.3.2 Gemis volgens de jongeren ... 33

9.3.3 Gewenste situatie volgens de jongeren ... 33

9.4 Coaches ... 34

9.4.1 De huidige situatie volgens de coaches ... 34

9.4.2 Gemis volgens de coaches ... 35

9.4.3 Gewenste situatie volgens de coaches ... 35

10 Resultaten observaties ... 36

DEEL 4: Conclusie ... 37

11 Conclusie en discussie ... 38

11.1 Conclusies ... 38

9

11.2 Discussie ... 40

12. Aanbevelingen voor Bureau Frontlijn, Jeugdinterventieteam ... 41

Deel 5: Kritische terugblik op het onderzoek ... 42

13. Kritische terugblik op het onderzoek ... 43

Woordenlijst ... 45

Literatuur ... 46

Bijlagen ... 48

10

Inleiding

De schuldsaneerders zijn de wijk nog niet uit of de abonnementverkopers komen al binnen. Met andere woorden: het is dweilen met de kraan open. Tijdens haar stage bij Bureau Frontlijn ondervond de studente aan den lijve hoe moeilijk het is om jongeren te helpen bij financiële problemen. Toen zij een jongere net een beetje op de rails had, bestelde hij bij Neckermann op afbetaling zijn hele interieur. Gelukkig kon zij dit met hem nog annuleren. Het is niet alleen een gevecht met het probleem en met de cliënt, maar met de hele consumptiemaatschappij en hun (asociale) verkoopmethoden.

De problemen van Marokkaanse jongeren rijzen de pan uit, het lukt maar niet om de Marokkaanse Rotterdammers weer aansluiting te laten krijgen, mee te laten doen, zodat zij zelfstandig kunnen functioneren in de samenleving. De tot nu toe gehanteerde methodes van de overheid om de problemen op te lossen, leveren onvoldoende resultaat. De gemeente Rotterdam beschouwt dit als een groot probleem (Gemeente Rotterdam, 2010). Veel begeleidingstrajecten waarbij men zich bezig houdt met risicojongeren, lopen stuk, omdat schulden en een labiele huisvestigingssituatie blijven of verergeren. Hoe kunnen jongeren zich op school of tijdens een zinvolle dagbesteding concentreren en zich goed inzetten op een beter leven, als zij geen zicht hebben op het aflossen van schulden en zij geen rustige woonplek hebben? (Noorda & Pehlivan, 2009)

Een van de problemen waar de Marokkaanse jeugd en haar gezin mee kampt, is het omgaan met geld en schulden bij jongeren. Als een jongere niet met geld leert omgaan, is de kans groot dat hij/zij hierdoor in de problemen komt (Gemeente Groningen, 2010).

De Marokkaanse ouders zouden meer betrokken moeten worden bij de financiële opvoeding van hun kinderen. Dat is dan ook het onderwerp waar dit afstudeeronderzoek zich op richt. Ter afronding van het onderzoek wordt een relevant eindproduct opgesteld voor de coaches van het

Jeugdinterventieteam.

In deel 1 is een toelichting gegeven op de onderzoeksopzet. De situatieanalyse is beschreven, de probleemanalyse, vraagstelling en bijbehorende deelvragen en doelstellingen zijn beschreven, daarna volgen de onderzoeksmethode, het literatuuronderzoek en het praktijkonderzoek en het deel is afgesloten met een verantwoording.

In deel 2 is te lezen wat in de literatuur te vinden is over financiële opvoeding, welke financiële problemen er spelen en hoe financieel gedrag wordt aangeleerd. Verder is aandacht besteed aan financiële hulpverlening en welke begeleiding jongeren nodig hebben.

Deel 3 gaat in op het praktijkgedeelte van het onderzoek ‘Marokkaanse ouders, jongeren en geld’.

Hierin zijn de resultaten uit de interviews terug te vinden.

In deel 4 is te lezen welke conclusies er uit deel 2 en 3 getrokken zijn en wordt de hoofdvraag van het onderzoek ‘Marokkaanse ouders, jongeren en geld’ beantwoord. Deel 4 is afgesloten met een aantal aanbevelingen.

Ten slotte geeft de onderzoeker in deel 5 een kritische terugblik op het onderzoek ‘Marokkaanse ouders, jongeren en geld’. Te lezen is wat de onderzoeker heeft geleerd tijdens dit praktijkgericht onderzoek.

11

DEEL 1: Onderzoeksopzet

12

1. Bureau Frontlijn

In de Gemeente Rotterdam is in 2006 Bureau Frontlijn opgezet als een pilot. Het projectbureau heeft als doel om innovatieve oplossingen te zoeken voor problemen in achterstandswijken, waarbij het bureau knelpunten aan de ‘frontlijn’ signaleert en uitgaat van de vraag van de burger. Bij het begeleiden van de burger is de praktijk belangrijker dan theoretische modellen en de medewerker van Frontlijn staat bij het ontwikkelen en uitvoeren van passende oplossingen het liefst ‘met de poten in de modder’. Uiteindelijk wordt de begeleiding – bij een succesvolle aanpak – overgenomen door de reguliere diensten (Jong, Kaouachi, Rombout & Wapenaar, 2010).

1.1. Jeugdinterventieteam

Bureau Frontlijn heeft verschillende projecten en tijdens de onderzoeksperiode werkt de

onderzoeker als coach (in opleiding) in het Jeugdinterventieteam. Dit team richt zich met name op jongeren die uit de jeugddetentie komen, maar ze kunnen ook om andere redenen in een

zorgwekkende situatie zitten of ernstige overlast veroorzaken. Behalve de jongeren wordt ook het gezin begeleid. Daarbij wordt ernaar gestreefd om de jongere weer een zinvolle dagbesteding te geven en de problematische gezinssituatie te stabiliseren. (Jong, et al., 2010).

1.2. Werkwijze Bureau Frontlijn

Men werkt bij Bureau Frontlijn volgens de 1-op-1 aanpak, waarbij nieuw gedrag eerst wordt

voorgedaan, dan samen en ten slotte laat men het de jongere zelf doen (Jong, et al., 2010). Dit werkt beter dan gesprekken op kantoor (Acker, 1998). Het doel is om het leven van de jongere en het gezin weer te structureren, de jongere weer zelfvertrouwen te geven en sterker te maken. Als de situatie stabiel is, draagt men de begeleiding over aan een reguliere instantie (Jong, et al., 2010).

1.3. Schulden bij Marokkaanse jongeren

Het Jeugdinterventieteam is onderverdeeld in drie subgroepen: Kralingen/Crooswijk, Rotterdam Noord en Nazorg. De onderzoeker werkt in het team dat zich richt op Rotterdam Noord, met jongeren tussen 12 en 27 jaar die van Marokkaanse afkomst zijn en vaak schulden hebben. Bij deze jongeren spelen behalve psychische problemen en armoede in het gezin ook schaamte en taboe een rol.

13

2. Probleembeschrijving

2.1. Landelijke situatie

Uit onderzoek van het Ministerie van Sociale Zaken blijkt dat landelijk gezien dertig procent van de jongeren schulden heeft. Hierbij gaat het meestal om kleine bedragen, maar uit eerder onderzoek blijkt dat vijf procent van alle Amsterdamse ROC-scholieren schulden heeft van soms meer dan 10.000 euro (Binnenlands Bestuur, 2009). Uit onderzoek van het Nibud (2010b) blijkt dat jongeren in 2010 meer te besteden hebben, er hard voor werken en meer geld uitgeven, maar ook meer

schulden hebben. Twee van de drie werkende jongeren hebben een schuld van gemiddeld 1.700 euro.

2.2. De situatie in Rotterdam

In 2011 wonen er volgens de Gemeentelijke Basis Administratie (GBA) in Rotterdam Noord 50.495 inwoners, waarvan 4.958 (9,8%) van Marokkaanse afkomst zijn. In totaal staan er bij het Centrum Werk Inkomen (CWI) 1.450 inwoners uit Rotterdam Noord ingeschreven die langer dan 1 jaar niet werken of werkzoekenden zijn. Over heel Rotterdam zijn dit 17.575 inwoners. In Rotterdam Noord ontvangen 2.991 inwoners een uitkering. Over heel Rotterdam hebben 33.836 inwoners een uitkering. Vijftig procent van de gezinnen in Rotterdam Noord leeft in 2008 met een besteedbaar huishoudinkomen waarmee ze tot de onderste 40% (tot €16.600) behoren. Ongeveer vijftien procent van de Marokkaanse Rotterdammers heeft een uitkering (gemeente Rotterdam, 2010). Met een groot gedeelte van deze inwoners gaat het goed, maar een deel van hen heeft en geeft problemen (gemeente Rotterdam, 2010). Eén van die problemen is het omgaan met geld en schulden bij jongeren.

Vijf procent van de inwoners uit Noord is tussen de 15 en 19 jaar en vierendertig procent tussen de 20 en de 34 jaar oud. In Rotterdam Noord hebben 1.494 van de 19.994 jongeren in Rotterdam tussen de 19 en 22 jaar geen startkwalificatie (Gemeente Rotterdam, 2011).

In 2009 is vierenzeventig procent van de 50.495 inwoners in Rotterdam Noord tevreden met zijn eigen buurt. In 2010 zijn in Rotterdam 49.465 aangiften gedaan van criminaliteit en 3.747 hiervan komen uit Rotterdam Noord. In dat zelfde jaar zijn in Rotterdam 121.098 meldingen gedaan van overlast, waarvan 9.928 meldingen uit Rotterdam Noord komen (Gemeente Rotterdam, 2011).

2.3. Oorzaken van schulden bij jongeren

Er zijn verschillende redenen waarom schulden voor jongeren moeilijk aan te pakken zijn, aldus het Nibud (2010b). Allereerst hebben jongeren meestal een beperkt inkomen dat ook niet vast is. Het bestaat uit studiefinanciering, zorgtoeslag (wanneer dit is aangevraagd), inkomen uit een uitkering (wanneer dit is aangevraagd) en eventueel een bijbaan. Als er een schuld is, kan er per maand weinig afgelost worden en daar gaan schuldeisers meestal niet mee akkoord. Dit laatste is voor de jongere, de ouders, bemiddelaars en hulpverleners lastig, omdat je dan moeilijk tot een structurele oplossing komt (Nibud, 2010b). Een tweede bijkomend probleem is dat jongeren van achttien jaar volgens de wet zelf verantwoordelijk zijn voor hun zorgverzekering. Veel jongeren zijn er niet van op de hoogte dat ze verplicht zijn dit vaste bedrag per maand zelf te betalen, dus wanneer de zorgverzekeraar een incasso stuurt voor betalingsachterstanden, lopen de kosten snel hoog op. Ten slotte hebben banken zoals de ING en de ABN-AMRO ook een rol in het ontstaan van schuldproblemen bij jongeren, omdat

14 ze de mogelijkheid bieden om tot een bepaald bedrag in de min te staan, terwijl niet alle jongeren van 18 jaar of ouder al in staat zijn deze verantwoordelijkheid op zich te nemen (Noorda & Pehlivan, 2009).

2.4. De probleemhouders

2.4.1. Jongeren en schulden

Veel jongeren hebben grote moeite met financiële verantwoordelijkheid, zeker nu de Nederlandse samenleving vol zit met commerciële verleidingen (Werdmölder, 2005), bovendien kan de

groepsdruk groot zijn: “Zonder geld heb je geen vrienden” (Noorda & Pehlivan, 2009, p. 29). Vaak negeren jongeren dat ze schulden hebben: “Problemen van andere jongeren zijn nog veel erger dan de mijne,” (Jurrius, 2010 p. 130) of vinden ze het pas een probleem als ze er zelf last van hebben, bijvoorbeeld omdat ze geen telefoonabonnement meer kunnen afsluiten of als de jongere gekort wordt op de zorgtoeslag. Wanneer ouders ook problemen hebben met geld, kunnen jongeren het hebben van schulden zelfs normaal vinden. Ernstige schulden leiden tot concentratieproblemen, onrust, beslaglegging en een uitzichtloze situatie, maar ook tot schaamte, isolement, criminaliteit, slapeloosheid, stress of zelfmoord (Gemeente Groningen, 2010).

2.4.2. Ouders en schulden van jongeren

Ouders van jongeren met schulden raken de grip op hun kind kwijt. Ze zijn niet (meer) in staat om hun kind te begeleiden of weten misschien niet eens van de schuldproblemen. Als de schulden erg hoog zijn, wordt het gezin gekort op de uitkering of het inkomen, zorg- en kindertoeslagen worden niet meer uitgekeerd en deurwaarders verschijnen aan de deur. Als taboes en schaamte een rol spelen, kan de familie het probleem van de jongere helpen toedekken.

2.4.3. Hulpverleners en schulden van jongeren

Voor hulpverleners zijn schulden lastig omdat het invloed heeft op de aanpak van andere problemen van de jongere die ook opgelost moeten worden. Veel begeleidingstrajecten lopen namelijk stuk, omdat jongeren schulden hebben en zich hierdoor niet kunnen inzetten en concentreren op een leerwerktraject of zinvolle dagbesteding (Noorda & Pehlivan, 2009).

2.4.4. De samenleving en schulden van jongeren

Het spreekt voor zich dat schulden de samenleving geld kosten, onder andere door schuldsanering, hulpverlening, schooluitval, criminaliteit, vandalisme en overlast. Het inzetten van

schuldhulpverlening kost de maatschappij een enorm bedrag, maar de grootste onkostenpost bestaat uit huisuitzetting (Volkskredietbank, 2007).

2.5. Mogelijke oplossingsrichtingen

Binnen de Marokkaanse gemeenschap is het niet gebruikelijk om over geldproblemen te praten. In combinatie met opvoeding kan het onderwerp misschien makkelijker aangesneden worden. In Marokkaanse gezinnen gaan de vrouwen over de opvoeding, terwijl de mannen over het geld gaan.

Door opvoeding en geld samen te koppelen, kan wellicht een ingang gevonden worden om zowel de vrouwen als de mannen bij de financiële opvoeding te betrekken (Nibud, 2010c).

Een probleem daarbij is dat ouders van Marokkaanse afkomst volgens Yerden (2010) een kenmerkend eigen opvoedgedrag laten zien. Ouders leggen de opvoedingsproblemen in eerste

15 instantie bij de kinderen en hebben geen oog voor de omgevingsfactoren die eventueel ook een rol zouden kunnen spelen. Een ouder in het boek van Yerden (2010, p.36) vertelt: ‘Kinderen hebben tegenwoordig alles; ze hebben onderdak, voeding, kleding, en alles wat nodig (en niet nodig) is.‘ Hij begrijpt niet waarom het niet goed gaat met de kinderen.

Jongeren die door het Jeugdinterventieteam worden begeleid, hebben onvoldoende geleerd met geld om te gaan en in combinatie met de puberteit vergroot dit de kans dat jongeren in de

problemen raken. Ouders houden weinig toezicht en stellen geen duidelijke grenzen. Moeders zijn vaak de spil in het gezin, maar hebben geen zicht op de financiën, terwijl de vaders nauwelijks bij de opvoeding betrokken zijn of soms zelfs geheel afwezig (Gemeente Rotterdam, 2010). Als vader wel aanwezig is, houdt moeder vaak de hand boven het hoofd van de kinderen, waarmee ze het gezag van vader ondermijnt (Gemeente Rotterdam, 2010). In de workshop ´Over geld en opvoeden´ van het Nibud (2010c) wordt gesteld dat er rond geld in de Marokkaanse gemeenschap vaak een taboe heerst. Werdmölder (2005) stelt dat ouders meer tegenwicht zouden kunnen geven in het uitgavenpatroon van hun kinderen.

Veel allochtone jongeren die door Bureau Frontlijn begeleid worden, hebben schulden. De coaches gaan met de jongeren aan de slag, door samen een plan op te stellen. De coaches merken dat de jongeren nauwelijks een financiële opvoeding hebben gehad. Bureau Frontlijn ziet het als gewenste situatie dat de ouders hun kinderen zelf begeleiden bij het budgetteren en weten hoe zij dit aan moeten pakken. De coaches zouden de ouders hierin moeten begeleiden, maar tot nu toe gebeurt dit nog niet gestructureerd, omdat de coaches handvatten missen om de ouders te ondersteunen. De organisatie wil daarom weten waar de behoefte van de ouders ligt. De organisatie wil weten wat de ouders wel en niet kunnen, wil weten wat jongeren missen in de financiële opvoeding en wil weten waar het mis gaat. Ouders zouden extra empowered kunnen worden door de coaches, om deze financiële opvoedingstaak op zich te nemen.

2.6. Vraagstelling

De vraagstelling van het onderzoek is als volgt:

Hoe kunnen Marokkaanse ouders (van overlastgevende jongeren tussen de 17 en 22 jaar van Marokkaanse afkomst wonende in Rotterdam Noord die bij Bureau Frontlijn komen) hun kinderen leren met geld om te gaan (financiële opvoeding)?

2.7. Deelvragen

Uit de vraagstelling zijn de volgende deelvragen afgeleid:

1. Hoe leren ouders (in het algemeen) hun kinderen met geld om te gaan (financiële opvoeding)?

2. a. Welke problemen ervaren Marokkaanse ouders (die bij Bureau Frontlijn komen) bij de opvoeding van hun kinderen?

b. Welke problemen ervaren Marokkaanse ouders (die bij Bureau Frontlijn komen) bij de financiële opvoeding van hun kinderen?

3. a. Hoe staan Marokkaanse ouders ten opzichte van financiële problemen?

b. Wat vinden zij eigenlijk van financiële problemen?

4. a. Welke hulp hebben de Marokkaanse jongeren nodig van hun ouders?

16 b. Spelen er financiële problemen bij hen zelf?

5. Welke rol zouden de coaches hierin kunnen hebben?

2.8. Doelstellingen

Het onderzoek heeft de volgende doelen:

 Inzicht krijgen in de behoefte die er is bij Marokkaanse ouders om opvoedingsondersteuning te krijgen en welke handvatten coaches hen hierbij kunnen aanbieden.

 Het bieden van handvatten aan de coaches van Bureau Frontlijn, zodat zij de Marokkaanse ouders (die bij Bureau Frontlijn komen) kunnen begeleiden bij hun financiële

opvoedingstaak.

17

3. Onderzoeksmethode

Om de financiële opvoeding van Marokkaanse ouders in kaart te brengen en om vervolgens handvatten te kunnen aanreiken aan de coaches van Bureau Frontlijn Jeugdinterventieteam, is gekozen voor een beschrijvend kwalitatief behoefteonderzoek.

Het onderzoek bestaat uit een documentonderzoek; een literatuurstudie; een semi gestructureerd interview met een specialist; een observatie bij een cursus die werd gegeven door een deskundige;

semi gestructureerde interviews met Marokkaanse ouders, Marokkaanse jongeren en met de coaches van Bureau Frontlijn. De interviews zijn afgenomen in maart en april 2011. In verband met privacy redenen zijn alle namen van de ouders en jongeren geanonimiseerd.

3.1. Dataverzamelingstechnieken 3.1.1. Kwalitatieve inhoudsanalyse

Via een kwalitatieve inhoudsanalyse is gebruik gemaakt van documenten en literatuur (Migchelbrink, 2009), waarbij gericht is gezocht op de volgende zoektermen: geld, geldproblemen, kredietcrisis, Marokkaanse cultuur, financiële opvoeding en ‘geld en gedrag’. Deze informatie is gevonden in literatuur en via websites, databanken en jaarverslagen van relevante instanties, organisaties en instituten.

3.1.2. Individuele ondervraging

Naast documenten en literatuur is gebruik gemaakt van individuele ondervraging. In het boek van Migchelbrink (2009), dat zich richt op praktijkgericht onderzoek in zorg en welzijn, wordt aangegeven dat de kracht van de individuele ondervraging ligt in de mogelijkheid om diep in te kunnen gaan op de gedachten van de geïnterviewde. Er is gekozen om de ondervragingen face to face (mondeling) via een half gestructureerde vorm van interviewen af te nemen, omdat er in verband met taalproblemen soms een flexibele manier van vragen stellen nodig was.

Bij ouders waarbij de Nederlandse taal een belemmering opleverde, is – met toestemming van de ouder(s) – gebruik gemaakt van een coach die zowel Arabisch als Berbers spreekt. Ouders die moeite hebben met de Nederlandse taal geven aan dat ze dit prettig vinden. Er is gekozen voor face to face ondervraging, zodat ook gelet kon worden op non-verbale informatie. Hierdoor kan de onderzoeker checken of de vragen worden begrepen door de geïnterviewde en of de onderzoeker de

geïnterviewde goed begrijpt.

3.1.3. Observatie

Via de Gemeentelijke Kredietbank Rotterdam heeft de onderzoeker een workshop bijgewoond. De workshop werd door een deskundige gegeven aan professionals (medeopvoeders) in Schiedam. Later is deze workshop ook aan de coaches van het Jeugdinterventieteam gegeven en heeft de

onderzoeker de coaches geobserveerd. Daarbij werd een ongestructureerde methode van observeren toegepast, omdat de onderzoeker ter plekke wilde zien wat er tijdens de cursus werd besproken en hoe de deelnemers hierop zouden reageren.

18 3.2. Praktijkonderzoek

Om een beeld te krijgen van de financiële opvoeding binnen Marokkaanse gezinnen die wonen in Rotterdam Noord zijn verschillende half gestructureerde interviews afgenomen. Er werd gestart met een interview met een specialist, daarna volgden de interviews met Marokkaanse ouders,

Marokkaanse jongeren en coaches van Bureau Frontlijn. Verder is het Nibud bezocht en is er geobserveerd tijdens twee workshops die door een deskundige werden verzorgd.

3.2.1. Semi gestructureerd interview specialist

Er is een semi gestructureerd interview afgenomen bij een specialist van het Nibud. De specialist is financieel hulpverlener en maatschappelijk werkende, hij heeft veel kennis op het gebied van financiële opvoeding en allochtone ouders. Gevraagd is naar zijn ervaringen die hij onder andere opdoet bij het geven van de workshop ‘Geld en Opvoeden’.

3.2.2. Observatie tijdens workshops door een deskundige

Er is geobserveerd tijdens twee workshops die werden verzorgd door een deskundige van de

Gemeentelijk Kredietbank Rotterdam. De deskundige is trainer en voorlichter en verzorgt workshops aan professionals. De deskundige verzorgt ook workshops aan jongeren en ouderen. Er is

geobserveerd tijdens een workshop die werd gegeven aan professionals in Schiedam en tijdens een workshop die werd gegeven aan de coaches van Bureau Frontlijn. Het doel van de observatie was om

geobserveerd tijdens een workshop die werd gegeven aan professionals in Schiedam en tijdens een workshop die werd gegeven aan de coaches van Bureau Frontlijn. Het doel van de observatie was om

In document Marokkaanse ouders, jongeren en geld! (pagina 6-88)