• No results found

Resultaten doorlooptijden per ketenpartner van misdrijven met een volwassen verdachte

In document Doorlooptijden in de strafrechtsketen (pagina 75-78)

Resultaten deel 1: Volwassenen

5 Resultaten doorlooptijden per ketenpartner van misdrijven met een volwassen verdachte

In dit hoofdstuk worden resultaten gepresenteerd over de doorlooptijden per keten-partner (van strafzaken met een jeugdige verdachte), en de resultaten in dit hoofd-stuk vormen dus een verdieping van de resultaten van het vorige hoofdhoofd-stuk. Zoals in hoofdstuk 1 al werd gesteld, wordt het onderzoek naar doorlooptijden per keten-partner niet voor alle ketenketen-partners uitgevoerd. Het onderzoek naar doorlooptijden per ketenpartner richt zich op de politie, het OM, de ZM, de 3RO, het NIFP en het CJIB wat betreft boetevonnissen en niet-voltooide transacties die zonder inmenging van het OM door de politie worden opgelegd. Een andere afbakening betreft het peiljaar: alle in dit hoofdstuk gepresenteerde resultaten hebben betrekking op mis-drijven met het peiljaar 2008.

Hieronder wordt allereerst aangegeven welke aspecten belangrijk zijn bij de inter-pretatie van de resultaten. Vervolgens wordt ingegaan op resultaten van standaard-zaken (paragraaf 5.2) en complexe standaard-zaken (paragraaf 5.3), die in paragraaf 5.4 met elkaar worden vergeleken. Nadere uitleg over de uitsplitsing naar behandeltijd, transfertijd en verplichte wachttijd komt aan bod in paragraaf 5.5.

De overeenkomsten en verschillen tussen het peiljaar 2005 en het peiljaar 2008 worden in paragraaf 5.6 behandeld. Ten slotte wordt ingegaan op de spreiding van de doorlooptijd (paragraaf 5.7) en wordt een korte samenvatting weergegeven (paragraaf 5.8).

Waar in dit hoofdstuk gesproken wordt over doorlooptijd, betreft het de doorlooptijd per ketenpartner.

5.1 Interpretatie van doorlooptijden per ketenpartner

De in dit hoofdstuk getoonde schema’s met resultaten van doorlooptijden per keten-partner zijn stroomdiagrammen, en geven aan hoe zaken door (een deel van de) keten stromen. In de schema’s staat ieder blokje voor een event (gebeurtenis) in de analysedatabase. Een pijl van een event naar een ander event geeft aan dat het tweede event later heeft plaatsgevonden dan het eerste event. Bij iedere stroom wordt de grootte van de stroom vermeld (het aantal zaken dat tot de stroom be-hoort) en de gemiddelde doorlooptijd die gemoeid is met deze processtap. Bij de pijl staat aangegeven of de doorlooptijd tot de behandeltijd (BT) of tot de transfertijd (TT) wordt gerekend. De verplichte wachttijd (VW) van een aantal processtappen staat ook vermeld in de schema’s. Verder zijn de volgende opmerkingen van belang: • Alleen veelvoorkomende processtappen worden in de stroomdiagrammen

weer-gegeven. De grootte van de werkstroom moet substantieel zijn in relatie tot het totale aantal strafzaken. Bij complexe zaken worden de transacties bijvoorbeeld niet worden getoond. Kleine stromen kunnen ontstaan omdat het uitzonderlijke gevallen betreft (bijvoorbeeld een aangeboden taakstraftransactie na een aan-geboden geldsomtransactie) of vanwege registratiefouten (bijvoorbeeld waarbij de registratie aangeeft dat een dagvaarding na het vonnis wordt verstuurd), maar worden dus niet in de schema’s opgenomen.

• Op een aantal plekken tellen de groottes van de stromen niet op of is de stroom van een processtap groter dan in een vorige processtap. Een deel daarvan is te verklaren met de hierboven genoemde oorzaken (niet weergegeven werkproces-sen; registratiefouten). Ook gebeurt het een enkele keer dat twee events in een ongebruikelijke volgorde voorkomen.

Een goed voorbeeld hiervan is de verhouding tussen het ontvangen van het PV door het OM en de administratieve instroom bij het OM. Bij het grootste deel van de zaken stroomt de zaak pas in bij het OM als het PV ontvangen is. In een aantal gevallen gebeurt dat omgekeerd, bijvoorbeeld omdat het OM of de rechter-com-missaris toestemming moet geven voor bepaalde typen onderzoek. In dergelijke gevallen stroomt de zaak administratief in voordat het PV naar het OM wordt gestuurd. Om de leesbaarheid van het schema te bevorderen, is deze stroom zaken niet weergegeven.

• Relatief kleine stappen die vrijwel gelijktijdig worden uitgevoerd, worden niet op-genomen in het schema. Bijvoorbeeld, tussen de afronding van een rapport van de 3RO en de administratieve sluiting van het dossier in het registratiesysteem verloopt bijna geen tijd. Slechts één van de twee events wordt in dit geval weer-gegeven.

• Voor sommige delen van het werkproces bleek het niet mogelijk te zijn om de transfertijden goed te modelleren, omdat niet voor alle datumvelden gegevens worden geregistreerd (zie hiervoor ook paragraaf 5.5).

• Binnen één stroomdiagram worden geen parallelle processen weergegeven. Dit kan het geval zijn bij bijvoorbeeld rapportages van de 3RO of de RvdK, die tegelijk met het OM aan een strafdossier werken. Deze werkprocessen worden daarom in aparte schema’s getoond.

• De schema’s richten zich op het peiljaar 2008. De schema’s voor het peiljaar 2005 worden in deze rapportage niet gepresenteerd, maar de verschillen tussen de peiljaren zullen in paragraaf 5.6 worden besproken.

• De afkorting PR staat voor (enkelvoudige) politierechter, KR voor (enkelvoudige) kinderrechter en MK voor meervoudige kamer. De afkortingen OH en NOH staan respectievelijk voor onherroepelijk en niet-onherroepelijk.

• De schema’s bevatten een aantal genummerde vakjes omsloten door een gebro-ken lijn. Dit betreft processen of processtappen die een toelichting vragen, en de nummers verwijzen naar de voetnoten die aan het eind van de paragraaf zijn weergegeven.

5.2 Resultaten standaardzaken

In deze paragraaf wordt ingegaan op de doorlooptijden per ketenpartner van standaardzaken. Allereerst wordt een beschrijving gegeven van de belangrijkste doorlooptijden per ketenpartner voor verschillende processtappen. Deze resultaten worden vervolgens grafisch weergegeven. Om duiding te geven aan de resultaten zijn aan het eind van de paragraaf gedetailleerde voetnoten weergegeven.

Resultaten voor het centrale proces binnen de strafrechtsketen

Op basis van het eerste processchema kunnen de volgende opmerkingen gemaakt worden (zie figuren 5.1 en 5.2). In 2008 stromen 162.000 standaardzaken bij de politie in voor een eerste verhoor. Er verlopen gemiddeld 5 weken tussen de datum waarop het strafbare feit wordt gepleegd en de datum waarop het eerste verhoor bij de politie plaatsvindt.

Deze tijd wordt in het schema weergegeven als transfertijd. Na het eerste verhoor wordt een deel van de zaken doorgestuurd naar het CJIB, wat een transfertijd oplevert van 4 weken (6.900 zaken).16

Deze 6.900 zaken worden door het CJIB in het registratiesysteem TRIAS geregis-treerd (figuur 5.1). Vanaf dit instroommoment zijn er 3 mogelijkheden voor het vervolg:

1 Voor 900 zaken wordt direct een politietransactie aangeboden. Tussen de regis-tratiedatum in TRIAS en de datum waarop de politietransactie wordt aangeboden, verlopen gemiddeld 2 weken. Als de politietransactie niet wordt betaald, wordt een OM-transactie aangeboden, waarbij 9 weken verlopen tussen deze twee transacties. In deze periode zijn ook standaard behandeltermijnen van het CJIB opgenomen (zie noot 2 in paragraaf 3.4.3). Nadat de OM-transactie is aangebo-den, verlopen nog 8 weken tot het moment waarop het PV bij de politie wordt opgevraagd.

2 Voor 1.500 zaken wordt na de inschrijving in TRIAS direct een OM-transactie aangeboden. Dit duurt gemiddeld 2 weken. Hierna wordt evenals bij de eerste mogelijkheid het PV opgevraagd bij de politie, wat gemiddeld 8 weken duurt. 3 Voor de meeste zaken die in TRIAS worden geregistreerd, wordt in het geheel

geen transactie aangeboden, maar wordt direct het PV opgevraagd (4.300 za-ken). Dit duurt gemiddeld 1 week.

Voor alle drie de hierboven beschreven paden, wordt binnen gemiddeld 1 week het PV gesloten door de politie (6.200 zaken). Vervolgens wordt het PV door de politie naar het CJIB gestuurd en wordt door het CJIB geregistreerd dat het PV over wordt gedragen aan het OM (6.700 zaken). Dit duurt in totaal 5 weken. Eén week later registreert het OM dat het PV daadwerkelijk is ontvangen.

16 Uit informatie van wijkbureaus en Bovis blijkt dat een deel van deze tijd kan worden gezien als de administra-tieve verwerkingstijd die binnen de wijkbureaus en Bovis nodig is. Gemiddeld wordt een PV binnen 10 dagen naar Bovis gestuurd. Bovis zorgt er voor dat het PV vervolgens binnen 1,5 dagen digitaal is verwerkt en bij CJIB bekend is (TRIAS).

Figuur 5.1 Grootte van de verschillende stromen en gemiddelde door-looptijd voor politietransacties. (volwassen verdachten; misdrijven; standaardzaken; peiljaar 2008)

Registratie TRIAS Aanbieden politietransactie Aanbieden OM-transactie Opvragen pv Sluiten pv Overdracht aan OM 900 zk BT = 2 wk 900 zk BT = 9 wk 2.400 zk BT = 8 wk 6.200 zk BT = 1 wk 6.700 zk BT = 5 wk 1.500 zk BT = 2 wk 4.300 zk BT = 1 wk CJIB 2 Politie CJIB

In document Doorlooptijden in de strafrechtsketen (pagina 75-78)