• No results found

RESULTATEN & ANALYSE

In document Vrouwen op de voorpagina (pagina 46-54)

4.1 Kwantitatieve gegevens

Uit het bronmateriaal zijn uiteindelijk 624 artikelen gekomen waarin een persoon geciteerd wordt. In deze artikelen komen in het totaal 1025 mensen aan het woord. Hiervan zijn er 87 vrouwelijk. Dat wil zeggen dat over de hele onderzoeksperiode genomen nog geen 8.5% van de personen die op de voorpagina van de kranten worden geciteerd, vrouwen zijn. En van de 57826 woorden, zijn er 3480 uitgesproken door vrouwen. Dit is net iets meer dan 6% van het totale aantal. Door deze resultaten te bestuderen per krant en per steekjaar, kan de ontwikkeling van de vrouwen op de voorpagina goed in beeld worden gebracht.

Grafiek 4: Aantal mannen en vrouwen aan het woord tussen 1935-2005

In grafiek 4 is te zien hoe het aandeel van vrouwen op de voorpagina’s van kranten is veranderd tussen 1935 en 2005. Zoals verwacht komen er in 1935 vrijwel geen vrouwen in het nieuws. Slechts één vrouw wordt op de voorpagina geciteerd. In 1950 is een flinke groei te zien van het aantal vrouwen, maar ook van het aantal mannen dat op de voorpagina aan het woord komt. Toch stijgt het aantal vrouwen veel harder dan het aantal mannen. In 1970 is vervolgens een lichte daling te zien, niet alleen bij de vrouwen, maar ook bij de mannen. Dit komt doordat de kranten in deze periode steeds minder woorden op de voorpagina gingen gebruiken. Er was dus minder plek en logischerwijs werden er minder personen geciteerd. De verdubbeling van het aantal vrouwen tussen 1970 en 1985 is opvallend en ligt in de lijn der verwachting.

In 1985 was de tweede feministische golf op haar eind en dit had niet alleen invloed op het aantal vrouwelijke onderwerpen in het nieuws, maar op de positie van de vrouw in het algemeen. Tussen 1985 en 2005 is ten slotte weer een stijging waar te nemen, maar de snelle groei die heeft plaatsgevonden tussen 1970 en 1985 lijkt weer te zijn afgezwakt.

Dat deze groei inderdaad afzwakt, laat grafiek 5 goed zien. Hier zijn de vrouwen die aan het woord komen in percentages te zien. Dit geeft een beter beeld, omdat hierbij geen rekening gehouden hoeft te worden met een veranderend aantal woorden op de pagina’s. Er wordt hier alleen gekeken naar het aandeel dat de vrouwen hebben in het totale aantal mensen op de voorpagina. Uit grafiek 5 blijkt dat in 1935 nog geen 1% van de mensen op de voorpagina vrouwelijk was. In 1950 was hun aandeel gegroeid tot iets meer dan 6%. Aan grafiek 5 is goed te zien dat hoewel het absolute aantal vrouwen dat in 1970 aan het woord komt lager is dan in 1950, hun procentuele aandeel vrijwel niet veranderd. Tussen 1950 en 1970 is slechts een halve procent vooruitgang te zien. Dit is opvallend, omdat er in de maatschappij toch zeker al ontwikkelingen gaande waren waardoor er meer vrouwen op hogere posities in het bedrijfsleven en in de politiek kwamen. In 1985 verdubbelt het percentage vrouwen dat op de voorpagina aan het woord komt bijna, maar deze sterke groei zet niet door naar 2005.

Grafiek 5: Aantal mannen en vrouwen aan het woord tussen 1935-2005 in procenten

In de theorie is hiervoor niet direct een goede verklaring te vinden. Zowel in de maatschappij als in de journalistiek zet de opkomst van vrouwen tussen 1985 en 2005 door. Blijkbaar heeft de groei aan het begin van de jaren tachtig veel invloed gehad op het aandeel van vrouwen en is invloed deze hierna afgezwakt. Er lijkt sprake te zijn van een stagnatie van de aandacht die vrouwen op de voorpagina krijgen.

Als wordt gekeken naar de ontwikkeling van het percentage woorden dat afkomstig is van vrouwen, wordt deze stagnatie na 1985 nog duidelijker. De procentuele stijging tussen de voorgaande jaren is echter groter als gekeken wordt naar het aantal woorden dat aan vrouwen en mannen besteed wordt. In grafiek 6 is te zien dat er tussen 1935 en 1950 sprake is een enorme groei. Want was in 1935 nog geen 1% van de woorden op de voorpagina afkomstig van een vrouw, in 1950 was dit al meer dan 5%. Eenzelfde groei is te zien tussen 1950 en 1970, waar het percentage woorden dat aan vrouwen wordt besteed meer dan verdubbelt. Deze groei zwakt iets af in 1985, maar er is nog steeds een duidelijke groei waar te nemen. Maar tussen 1985 en 2005 is een terugval waar te nemen van het aantal woorden dat besteed wordt aan vrouwen op de voorpagina van de drie kranten. Blijkbaar komen er nog wel meer vrouwen aan het woord dan in 1985, maar hun aandeel in het geheel loopt terug.

Grafiek 6: Aantal woorden van mannen en vrouwen tussen 1935-2005 in procenten

Grafieken 4,5 en 6 schetsen een algemene ontwikkeling voor de drie onderzochte kranten samen. Hier wordt al goed duidelijk hoe vaak vrouwen op de voorpagina’s van kranten aan het woord komen. Maar door de resultaten per krant uit te splitsen, ontstaat er een nog duidelijker beeld van de aandacht voor vrouwen bij de verschillende kranten. Zo kan ook gekeken worden welke krant(en) verantwoordelijk zijn voor de grote terugval in het aandeel van de vrouwen in 2005 of dat deze terugloop juist bij alle drie de kranten waar te nemen is. Hierbij zal gekeken worden naar het aantal woorden dat aan vrouwen en mannen wordt besteed, want dit geeft de meeste objectieve weergave.

Zoals verwacht, is uit grafiek 7 af te lezen dat De Telegraaf tussen 1950 en 1985 van de drie kranten de meeste ruimte besteed aan citaten van vrouwen. De Telegraaf laat van 1950 naar 1970 en van 1970 naar 1985 een groei zien van het vrouwelijke aandeel van meer dan honderd procent. Hoewel het aantal woorden dat aan vrouwen wordt besteed absoluut gezien niet veel veranderd in deze jaren, stijgt het aandeel van hun woorden wel degelijk erg snel. Zoals al eerder gezegd en ook is af te lezen uit grafiek 7 is dit te wijzen aan een grote afname van het aantal woorden op de voorpagina van deze krant. In 1935 telde een voorpagina van deze krant gemiddeld ongeveer 2500 woorden. Maar in 1970 was het aantal woorden op de voorpagina al flink teruggelopen naar 1500. Zodoende groeit het aandeel woorden van vrouwen toch flink, terwijl het absolute aantal ongeveer gelijk blijft.

Grafiek 7: Aantal woorden van mannen en vrouwen tussen 1935-2005 in De Telegraaf

Wat in de grafieken van alle drie de kranten samen ook al bleek, namelijk een terugloop van het aantal woorden tussen 1985 en 2005, blijkt bij De Telegraaf wel hele ernstige vormen aan te nemen. Het is dan ook te stellen dat de terugval uit grafiek 6 vooral te wijten is aan De Telegraaf. In grafiek 7 is duidelijk te zien dat het aandeel van de vrouwen in 2005 terugloopt, naar nog onder het niveau van 1970. Dit kan te wijten zijn aan het feit dat De Telegraaf een populaire krant is, die erg inspeelt op wat er leeft in de samenleving. In 1985 waren dit dankzij de tweede feministische golf veel onderwerpen die vooral vrouwen aangingen en waar vrouwen dus ook iets over te zeggen hadden. De inhoudsanalyse van de onderwerpen waarover vrouwen in 1985 en 2005 in De Telegraaf spreken in de volgende paragraaf, kan over deze hypothese misschien meer licht laten schijnen.

In grafiek 8 is de ontwikkeling bij NRC te zien. Wat hier opvalt, is dat vrouwen het grootste aandeel hebben in 1970. In 1985 en 2005 loop dit licht terug. Het verschil tussen 1950 en 1970 is verder erg groot. Dit is goed te verklaren als gekeken wordt naar het karakter van deze krant in 1935 en 1950. Het was een zakelijke krant, die zich vooral op het leven in de Rotterdamse haven richtte. Hier hadden vrouwen in deze tijd nog geen belangrijke plek.

Grafiek 8: Aantal woorden van mannen en vrouwen tussen 1935-2005 in NRC

In 1970 stijgt het aandeel van de vrouwen ineens enorm. Dit was het jaar waarin het Algemeen Handelsblad fuseerde met de Nieuwe Rotterdamsche Courant tot het NRC Handelsblad. Dit gebeurde echter pas in oktober en uit de kwantitatieve gegevens is al te zien dat deze fusie alleen niet voldoende verklaring biedt voor de enorme groei in het aantal woorden dat aan vrouwen besteed wordt op de voorpagina. Want van de vier quotes die in 1970 van vrouwen afkomstig zijn, is er slechts één gedaan na deze fusie, dus in NRC Handelsblad.

Wat een verklaring kan geven voor de grote groei van het aantal vrouwen op de voorpagina, is dat de handelskrant internationaal georiënteerd was. De krant gaf relatief veel aandacht aan buitenlands nieuws, omdat dit de belangstelling had van hun hoogopgeleide lezerskring. Zij waren voor hun handelsondernemingen immers afhankelijk van de ontwikkelingen in het buitenland. En omdat de emancipatie in landen als Engeland en de Verenigde Staten vooral op politiek gebied voorliep op die in Nederland, zou dit een goede verklaring kunnen bieden voor de snel stijgende aandacht voor vrouwen op de voorpagina van de NRC in 1970. De uitgebreide inhoudsanalyse in de volgende paragraaf zal hiervoor ondersteuning kunnen bieden, als hieruit blijkt dat er vooral buitenlandse vrouwen op hoge politieke of maatschappelijke posities aan het woord kwamen in de NRC van 1970.

Wat opvallend is aan de grafiek 9, waarin het aandeel woorden van vrouwen in de Volkskrant te zien is, is dat in de grafiek erg duidelijk het verschil te zien is tussen de periode waarin de krant een katholieke achtergrond had en de periode waarin deze identiteit losgelaten werd. In 1950 en 1970 was de krant nog een echt katholiek dagblad. Want hoewel het verdwijnen van de ondertitel Katholiek dagblad van Nederland in 1965 achteraf door veel historici wordt beschouwd als een eerste aanwijzing voor de koersverandering, duurde het nog enkele jaren voordat de krant de katholieke insteek echt liet varen. De katholieke zuil was erg conservatief en legde veel nadruk op de rol van de vrouw als hoeksteen van het gezin. Het ligt dus in de lijn der verwachting dat er in de katholieke krant weinig voorbeelden te vinden zijn van succesvolle zakenvrouwen of feministes. In de jaren 1950 en 1970 is het aandeel van vrouwen op de voorpagina van de Volkskrant dus erg klein. De inhoudsanalyse in de volgende paragraaf zal laten zien of de onderwerpen waarover vrouwen die in deze periode aan het woord kwamen inderdaad ook pasten in deze katholieke achtergrond.

Grafiek 9: Aantal woorden van mannen en vrouwen tussen 1935-2005 in de Volkskrant

In 1985 is het aandeel van vrouwen in vergelijking met 1970 explosief gestegen, wat waarschijnlijk niet alleen te maken heeft met het afschudden van de katholieke identiteit, maar ook met de maatschappelijke aandacht voor emancipatie. Deze groei laten namelijk ook de andere twee kranten zien tussen 1970 en 1985. Opvallend is wel dat de Volkskrant de enige krant is waarbij het aandeel woorden van vrouwen op de voorpagina tussen 1985 en 2005 niet terugloopt, maar stabiel blijft. De inhoudsanalyse uit de volgende paragraaf kan hier wellicht een verklaring voor geven door te bestuderen welke vrouwen over welke onderwerpen aan het woord komen op de voorpagina van de Volkskrant.

4.2 De ontwikkeling van vrouwen op de voorpagina tussen 1935-2005

In grafiek 10 is goed te zien hoe de rol van vrouwen op de voorpagina van de drie kranten zich heeft ontwikkeld tussen 1935 en 2005.

Grafiek 10: De rol van vrouwen op de voorpagina van 1935-2005 per krant

In grafiek 11 is te zien over welke onderwerpen de vrouwen aan het woord kwamen in de verschillende jaren.

Grafiek 12, waarin de ontwikkeling van de invalshoeken geschetst wordt tussen 1935 en 2005, zegt misschien niet veel over de rol van vrouwen in de journalistiek, maar des te meer over de houding van journalisten ten opzichte van de vrouw. Want het is de journalist die uiteindelijk de invalshoek van een artikel bepaalt.

Grafiek 12: De invalshoek van artikelen waarin vrouwen aan het woord komen tussen 1935-2005 per krant

Natuurlijk zijn deze drie kwalitatieve eigenschappen van de verschillende quotes niet opzichzelfstaand, maar hebben zij met elkaar te maken en ze hebben alle drie invloed op de manier waarop de vrouwen in het artikel worden neergezet. Zo zal een vrouwelijke burger die over politiek spreekt een ander beeld geven dan een burger die in een human interest verhaal aan bod komt. Hetzelfde geldt voor een artikel over misdaad met een feitelijke invalshoek in vergelijking met een artikel over misdaad dat uit compassie is geschreven.

Aan de hand van deze grafieken kan een algemene analyse worden gemaakt over de ontwikkeling van de rol, de onderwerpen en de invalshoek van artikelen waarin vrouwen aan het woord komen tussen 1935 en 2005. Ook de verschillen tussen de drie kranten kunnen hier goed worden gezien. Omdat de drie eigenschappen nauw met elkaar verbonden zijn, zullen deze waar nodig aan elkaar worden gekoppeld.

4.2.1 In 1935

In 1935 komt er slechts één vrouw aan het woord in het bronmateriaal. De analyse van de rol van vrouwen in dit jaar kan dus slechts gebaseerd worden op één voorbeeld. Hoewel dit weinig is voor een gedegen analyse, vertelt de afwezigheid van vrouwen waarschijnlijk al alles over de positie van vrouwen in het nieuws in deze tijd. Zij waren afwezig uit het nieuws en speelden hierin vrijwel geen rol. Het is aannemelijk om te stellen dat dit voor alledrie de kranten gold.

In document Vrouwen op de voorpagina (pagina 46-54)