• No results found

De rol van vrouwen

In document Vrouwen op de voorpagina (pagina 54-78)

In de kranten van 1935 staat slechts één uitspraak die gedaan is door een vrouw, namelijk in NRC van 7 januari. Het artikel gaat over de hertogin van Kent, deze dame valt dus in de categorie royalty. Zij heeft voor het eerst een reis per vliegtuig heeft gemaakt. De krant schrijft hierover het volgende: “Bij haar aankomst op Le Bourget verklaarde de hertogin zeer van het tochtje genoten te hebben.”

Over de rol van vrouwen in de openbaarheid in 1935 zegt deze korte uitspraak erg weinig, en tegelijkertijd eigenlijk alles. De rol van vrouwen in het nieuws was vrijwel onbetekenend. Uit de kwantitatieve gegevens bleek al dat vrouwen vrijwel onzichtbaar waren in het nieuws. Hieruit is af te leiden dat vrouwen in het publieke leven nog geen rol hadden. In ieder geval niet voor het oog van de media. Vrouwen waren bovenal echtgenotes, moeder en minnaressen en werden in het nieuws dan ook voornamelijk beschreven aan de hand van hun relatie tot mannen. Uitzondering hierop vormt de groep vrouwen die deel uitmaakt van de royalty, waaronder ook deze hertogin. In het bestudeerde bronnenmateriaal uit 1935 is dit de enige groep vrouwen die regelmatig als onderwerp van het nieuws aan bod komt. De meeste artikelen beperken zich echter tot een beschrijving van de gebeurtenissen en vaak ook een beschrijving van het uiterlijk van de vrouwen.

Zo ook het artikel over het bezoek van koningin Wilhelmina aan de Schotse Hooglanden op de voorpagina van De Volkskrant van 7 augustus 1935. Er is veel ruimte voor het artikel over het bezoek, ook staat er een foto van de koningin bij afgedrukt. De auteur van het artikel beperkt zich echter alleen tot een beschrijving van de activiteiten die de koningin onderneemt en ook de kleding van Wilhelmina en prinses Juliana wordt besproken. Dat het artikel een plek op de voorpagina krijgt en voorzien is van een foto, betekent dat het koningshuis een belangrijk onderwerp was in 1935. De reis van de koningin krijgen veel aandacht, maar Wilhelmina zelf komt niet aan het woord. Waarschijnlijk heeft dit echter niets te maken met haar vrouw-zijn, maar is dit te verklaren door haar hoge afkomst. Concluderend kan dus worden gezegd dat alleen vrouwen van hoge afkomst in 1935 de voorpagina halen.

Om ondanks deze afwezigheid van vrouwen toch iets te kunnen zeggen over hun rol in de samenleving, worden uit het bronnenmateriaal een paar artikelen gekozen waarin de vrouw als onderwerp van het nieuws toch aan bod komen. Zij komen hierin alleen niet zelf aan het woord, hun situatie wordt door mannen omschreven. Dat dit zowel gematigd progressief als stereotyperend gebeurt, blijkt uit de volgende twee voorbeelden. Het eerste artikel gaat over de bespreking van de 40-urige werkweek op de voorpagina van De Volkskrant van 13 juni 1935. De Nederlandse arbeidsafgevaardigde Kupers spreekt over een “unfaire daad tegenover de arbeidende vrouw”, wanneer hij het heeft over het verschijnsel dat vrouwen hun banen in moeten leveren om meer mannen aan het werk te krijgen. Hij vraagt dan ook om een studie naar de maatregelen ter bescherming van de rechten van de vrouw op arbeid. Dit onderwerp is dus geen taboe in de Nederlandse kranten. Er wordt wel degelijk gesproken over onderwerpen die vrouwen aangaan, maar het zijn vooral de mannen die hierover iets zeggen. De werkende vrouwen zelf zijn nog onzichtbaar in het nieuws.

De veelal mannelijke journalisten kunnen zich met betrekking tot vrouwen nog een grote vrijheid permitteren. Zo schrijft een journalist op de voorpagina van NRC van 2 februari 1935:

“Zij danken er een paar uren aan van het hoogste geluk dat er voor den getrouwden man bestaat: een korte poos van vrijheid buiten en boven toezicht van de echtgenoote. Ja, als de dames van welken landaard, welk ras ook, het bridgespel gaan beoefenen, worden zij er natuurlijk meer verzot op, dan bij mannen ooit het geval zou kunnen zijn. Immers, de man is intellectueel, heeft belangstellingen, voelt voor het welzijn van de stad, staat, wereld, is nu ja, laat het ons maar bekennen, fijner bewerktuigd, geestelijk volmaakter, van nobeler stof gevormd dan een vrouw.”

In 1935 zag de hoofdredacteur van NRC geen reden om dit niet op de voorpagina te plaatsen. Het zal dan ook in veel opzichten aansluiten bij de heersende beeldvorming van vrouwen in die tijd. Zo wordt er gesproken over ‘moeder de vrouw’. Hierbij moet wel in aanmerking genomen worden dat het niet gaat om een objectief nieuwsbericht, want het artikel is schertsend van toon. Toch kan hierin duidelijk worden gezien welke ideeën er leefden ten opzichte van vrouwen.

De onderwerpen

Het artikel uit NRC over het vliegtochtje van de hertogin is het beste in te delen in de categorie cultuur. In de eerste plaats omdat zij uitsluitend de voorpagina heeft gehaald omdat ze van hoge afkomst is. Ten tweede omdat het betrekking heeft op een nieuwe ontwikkeling in de maatschappij, namelijk het vliegtuig. De noemer cultuur was daarom het meest voor de hand liggend om deze uitspraak te in te delen.

Dit onderwerp zal ook kenmerkend zijn voor de rol van de vrouw in 1935. Omdat er voornamelijk vrouwen van hoge afkomst in het nieuws komen, speelt cultuur hier altijd een grote rol bij. Of het nu gaat om een staatsbezoek of een plezierreisje: het gaat om het koningshuis en dat heeft altijd een culturele inslag.

De invalshoek

Veel artikelen in dit jaar waren lang en feitelijk. Aan het begin van de twintigste eeuw waren journalisten gewend om te werken als verslaggever. Zij citeerden hele parlementsvergaderingen en namen toespraken van ministers integraal over in de krant. Dit leidt vanzelf tot een feitelijke invalshoek. Interpretatie zag je in deze periode nog vrijwel niet, met uitzondering van in het commentaar van de hoofdredacteur. De quotes waren in deze tijd dus erg lang. Ook in de onderzochte kranten staan dergelijke citaten. Bijvoorbeeld in artikel van NRC van 15 oktober 35 over gemeentepolitiek. Vrijwel alles wat er op de vergadering van gemeenteraad is besproken, lijkt in het artikel te staan. Zodoende zijn twee sprekers goed voor bijna zeshonderd woorden.

Ook over de toon van het citaat uit de NRC kan gezegd worden dat het een feitelijke weergave is. De enige kanttekening die hierbij geplaatst kan worden, is de omschrijving van haar gemoedsrust. Door de aandacht erop te leggen dat de hertogin kalm was en vrolijk lachte, kan de veronderstelling doorklinken dat dit tegen de verwachting is. Maar in hoeverre dit te maken heeft met haar vrouwelijkheid of slechts met het feit dat ze voor het eerst een vliegtochtje heeft gemaakt, blijft in het artikel onduidelijk.

Wat dat betreft kan een ander artikel op dezelfde pagina hier misschien licht op laten schijnen. Dit stuk gaat over de eerste sportvlieg-zondag en ook in dit artikel komen vrouwen voor. Het artikel geeft een beschrijving van een open dag op een vliegbasis, waar veel proeflessen plaatsvonden. Een kleine passage uit dit artikel luidt als volgt: “Het is dan ook verwonderlijk hoe zelfs oudere dames der clublieden zich uitlaten wel eens in zoo’n luchtauto te willen rondtoeren. Hiermede doen wij niet te kort aan het enthousiasme der jonge dames, die eenvoudig branden van verlangen om het vliegen te leeren.” In dit stukje worden een paar dingen duidelijk. Ten eerste worden de oudere dames omschreven aan de hand van een relatie tot mannen. Ten tweede wordt het verwonderlijk genoemd dat ook deze vrouwen wel eens in een vliegtuig zouden willen zitten. Dit er op zou kunnen wijzen dat de journalist van mening is dat vliegtuigen niet voor vrouwen zijn. Verder zou het ook kunnen dat de journalist verrast is dat de doorgaans voorzichtige vrouwen, toch wel eens een vluchtje zouden willen maken. Maar deze veronderstelling wordt verzwakt door de tweede zin, waarin de jonge dames vol enthousiasme zijn over het vliegen. Hier worden geen kanttekeningen bij gemaakt, dus dat kan betekenen dat jonge vrouwen wél in de vliegmachines plaats zouden mogen nemen.

4.2.2. In 1950

In 1950 zijn er veel meer citaten van vrouwen te vinden, wat al direct laat zien dat de rol van vrouwen ten opzichte van 1935 duidelijk veranderd is. Omdat in alledrie de kranten nu vrouwen aan het woord komen, is in dit jaar ook te zien hoe de aanpak tussen de dagbladen verschilt en waar deze juist overeenkomt. Drie nieuwsonderwerpen waarin vrouwen aan het woord komen, komen in alle drie de kranten ter sprake. Door deze met elkaar te vergelijken kan duidelijk gemaakt worden hoe de aanpak van de kranten verschilt.

De rol van vrouwen

Het eerste wat opvalt aan de rol van vrouwen, is dat er al veel verschillende vrouwen aan het woord komen. In vergelijking met 1935 is dat een grote verandering, want toen werden vrouwen vooral eenzijdig benaderd en kwamen ze alleen in de rol van royalty aan het woord. Dat deze groep is in 1950 zeker niet weg uit het nieuws, blijkt uit het volgende nieuwsonderwerp, dat in meerdere kranten te vinden is.

Het is een artikel over het vertrek koningin Juliana en de prinsessen uit St. Anton, waar zij vakantie gehouden hadden. Op de voorpagina van NRC van 14 maart 1950 staat hierover:“De koningin uitte haar bijzondere tevredenheid over het verblijf.” Ook in de Volkskrant van 14 maart 1950 staat het bericht dat de koningin en prinsessen weer naar Nederland zijn vertrokken na hun vakantieverblijf in Sankt Anton. Het citaat geeft net iets meer informatie: “In een kort afscheidswoord betuigde de Koningin haar bijzondere tevredenheid over de in Sankt Anton genoten gastvrijheid.” Opvallend is dat De Telegraaf ook een bericht heeft over hetzelfde onderwerp, maar deze krant heeft de uitspraak van koningin weggelaten. De vrouw in de rol van royalty is dus nog steeds aanwezig in de kranten van 1950 en het is duidelijk een belangrijk nieuwsonderwerp voor alle drie de kranten, want zij besteden er aandacht aan op de voorpagina.

Maar deze groep is niet meer alleen. Er komen vrouwen aan bod in verschillende rollen en dat laat zien dat het beeldvorming rond de vrouw langzaam begint te verschuiven. Hoewel rol van de ‘gewone’ vrouw als huismoeder en echtgenote in de kranten en in de maatschappij meestal nog standaard was, konden er op andere gebieden veranderingen worden waargenomen. De eerste is bijvoorbeeld de politiek. Als gekeken wordt naar de groep politica’s, komen er in 1950 vier aan het woord. Opvallend is het in drie van deze vier gevallen gaat om dezelfde vrouw en hetzelfde onderwerp. Blijkbaar was dit nieuws voor alle drie de kranten voorpaginawaardig. Toch hebben alle kranten een andere aanpak, wat inzicht kan geven aan de rol van vrouwen in de verschillende kranten.

De artikelen gaan over de schadeloosstelling van leden uit de Tweede Kamer. In NRC staat het artikel op de voorpagina van de krant van 8 juni. Hierin zegt mejuffrouw Tendeloo, lid van de Tweede Kamer: “Begrijpelijk is het, dat enige der afgevaardigden die het woord over het ontwerp hebben gevoerd, zeiden dit met enige schroom te doen, zo mejuffrouw Tendeloo.”

Dat deze vrouw wordt geïntroduceerd als mejuffrouw is niet afwijkend, want een mannelijke collega Tweede Kamerlid en andere mannelijke politici worden in het bestudeerde bronnenmateriaal uit 1950 regelmatig ‘de heer’ genoemd. Wat wel opvalt, is dat NRC ervoor kiest om de titel van deze vrouw niet te vermelden. Zowel De Telegraaf als de Volkskrant doet dit wel. Zij hebben het dan ook over mej. mr. Tendeloo. Het is in dit opzicht opvallend dat NRC dit nalaat, juist omdat deze krant een zakelijk en feitelijk imago heeft. Door de titel van dit Kamerlid niet te vermelden, krijgt zij een lagere status toebedeeld dan zij eigenlijk heeft.

Naast de politica’s komen er in 1950 ook opvallend veel burgers aan het woord, maar alleen nog in de populaire Telegraaf. Dit sluit goed aan bij het karakter van deze populaire krant, die zich al echt op het hele volk richtte als doelgroep. Dit terwijl de NRC en de Volkskrant nog vooral voor een selecte groep lezers schreef, waarbij de vrouw als burger nog niet in aanmerking kwam als onderwerp van het nieuws. De artikelen met burgervrouwen uit De Telegraaf geven een goed inzicht in de rol die de gewone vrouw speelt in dit steekjaar. Deze is meestal te beschrijven als moeder en huisvrouw en de vrouwen hebben over het algemeen een ondersteunende rol.

Een voorbeeld hiervan is te vinden in een artikel uit De Telegraaf van woensdag 17 mei. Het artikel gaat over de emigratie van Nederlanders richting Canada. Eén van de vrouwen die met de boot meegaat, mevrouw Rijpstra, wordt als volgt geciteerd: “Jan, de kinderen worden ouder, zou dit niet iets voor ons zijn?” De rol waarin deze vrouw wordt neergezet is duidelijk die van een gewone burger, die nu in een bijzondere positie zit. Wat opvallend is, is dat het idee om naar Canada te vertrekken afkomstig is van de vrouw, maar de beslissing wordt genomen door de man. Hier is dus duidelijk te zien dat de knopen door de man worden doorgehakt. Wat ook bijdraagt aan de afhankelijke positie van deze vrouw is dat zij nergens met voornaam genoemd wordt. Er wordt over haar alleen gezegd dat ze de oproep in ‘de bladen’ las. Hiermee zullen waarschijnlijk de vrouwenbladen bedoeld worden, die in die tijd onder de vrouwen erg populair waren. De rest van het verhaal wordt verteld vanuit de heer Rijpstra.

Opvallend is ten slotte nog het aandeel van vrouwen in een hoge maatschappelijke positie. Hierbij moet worden opgemerkt dat zij alledrie uit het buitenland afkomstig zijn. Mevrouw Edith Sampson is Amerikaanse gedelegeerde bij de sociale en culturele commissie van de Algemene Vergadering der Verenigde Naties. Mej. Patty Jons is lid van de Londense Ambtenarenbond en Olga Strojevka is een oud-docente Frans aan de universiteit van Riga

De onderwerpen

Wat opvalt aan de onderwerpen waarover vrouwen in 1950 spreken, is dat het onderwerp cultuur, net als in 1935, goed is vertegenwoordigd. Verder heeft alleen De Telegraaf veelvuldig voor het onderwerp human interest gekozen in de stukken over vrouwen, een kenmerkend onderwerp voor deze populaire krant. Een voorbeeld hiervan is het volgende artikel, afkomstig uit De Telegraaf van 8 juli 1950.

In dit artikel wordt mevrouw Van Doorninck, de vrouw van een legercommandant, geïnterviewd. Het is duidelijk dat zij spreekt omdat zij de vrouw is van een belangrijke man. Het gesprek gaat dan ook voor het grootste gedeelte over deze man. Het onderwerp waarover zij spreekt is echter vrij persoonlijk. Ze vertelt hoe het is om te leven als vrouw van een belangrijke legercommandant. Het artikel is het beste te bestempelen als human interest, omdat duidelijk wordt gemaakt hoe moeilijk het leven is als vrouw van een luitenant. Zo wordt er meermalen de nadruk op gelegd dat deze vrouw het zwaar moet hebben, omdat haar man elfduizend zeemijlen bij haar vandaan zit. De invalshoek en de rol die deze vrouw krijgt in dit artikel, zorgen ervoor dat ze wordt neergezet als een zelfstandige vrouw, maar wel een vrouw die leeft voor haar kinderen en haar man. Over haar eventuele werkzaamheden wordt niets gezegd. Mevrouw van Doorninck wordt overigens nergens bij haar voornaam genoemd. Over haar uiterlijk wordt gezegd dat zij bruin van huid is, net als haar zoon. En ook over haar stem heeft de journalist twee opmerkingen. Ze heeft een ‘helder lachje’ en een ‘zachte stem met merkwaardig accent’. Ook vermeldt de journalist dat zij ‘haar kalmte niet is verloren’.

Wat ook opvalt bij de onderwerpskeuze, is dat wanneer er wordt gekozen voor een vrouwelijke bron, het onderwerp nog vaak vrouwelijk blijft. Een goed voorbeeld hiervan is een artikel uit De Telegraaf van 18 november, waarin een opzienbarende vrouw aan het woord komt. Het gaat om Sytje Boes, die –volgens de journalist- altijd op een mijl afstand scheen te ruiken waar er voor haar werk aan de winkel was. Verder wordt er over haar gezegd dat Marken ‘het eiland van Sytje Boes’ was. Volgens het Nederlands Dagblad was Sytje Boes een voortvarende zakenvrouw en had zij een souvenirwinkeltje.106 Maar terwijl de rol van deze vrouw dus erg zelfstandig en zelf mannelijk te noemen is –zij heeft immers een eigen onderneming- valt het onderwerp in de vrouwelijke categorie. Het artikel gaat namelijk over het bezoek van een Franse modekoning en zijn vrouw aan het eiland. Over Sytje Boes wordt vervolgens geschreven: “Gedecideerd stak zij haar arm door die van de modekoning, vroeg in haar sappig Nederlands, doorspekt met een enkel woordje Frans of, … “die daar” -Genevieve- “…een van die mannequins soms is?” Een sterke vrouw dus, maar in een vrouwelijke setting.

Maar de onderwerpen die in 1950 aan bod komen, laten ook een ander geluid horen. Zo staat op de voorpagina van de Volkskrant van vrijdag 8 september 1950 het eerste citaat dat verbonden kan worden met het feminisme. Het is afkomstig uit Engeland en de vrouw in kwestie spreekt vurig over een gelijk loon voor mannen en vrouwen: “Mej. Patty Jons van de Londense Ambtenarenbond dreigde dat de vrouwen de methodes zullen toepassen, waarmee zij het kiesrecht gekregen hebben als de vrome wensen niet worden uitgevoerd.” Weliswaar is deze vrouw afkomstig uit het buitenland, maar dit artikel geeft wel aan dat de verhoudingen tussen mannen en vrouwen beginnen te verschuiven.

De invalshoek

Naast de feitelijke invalshoek, die al in 1935 werd gezien, zijn er in 1950 veel artikelen met een invalshoek van compassie. De verschillende invalshoeken tussen de kranten zijn goed te zien bij een analyse van de artikelen uit de kranten waarin de schadeloosstelling van de leden van de Tweede Kamer wordt besproken. Alle drie de kranten hebben een verschillend citaat gekozen. Zo schrijft de journalist van NRC dat het begrijpelijk is dat Tendeloo zegt met schroom te spreken. De schrijver neemt het dus op voor de politica en zegt dat zij terechte bezwaren heeft. De schrijver gaat zelfs nog een stap verder door te stellen dat het een troost is dat ook velen buiten de Kamer de geldende schadeloosstelling te laag vinden. Het is een invalshoek van compassie, die in dit jaar meerdere malen gevonden kan worden in artikelen met vrouwen.

De aanpak van het artikel in De Telegraaf is duidelijk anders. Zo maakt deze krant er melding van dat een mede-Kamerlid Tendeloo een ‘berekenende burger-juffrouw’ noemt, omdat zij een opsomming had gegeven van de omvangrijke werkzaamheden van een Kamerlid. Deze auteur

In document Vrouwen op de voorpagina (pagina 54-78)