• No results found

van 218 De restwaarde van het mobiliteitshulpmiddel, vermeld in het eerste lid, 4°, is

gelijk aan de vermenigvuldiging van de volgende factoren:

1° de tegemoetkoming die voor het mobiliteitshulpmiddel zou zijn verleend in geval van aankoop van het mobiliteitshulpmiddel;

2° een breuk waarvan de teller gelijk is aan 84 verminderd met het aantal maanden van de huur van het mobiliteitshulpmiddel dat al is verstreken en waarvan de noemer gelijk is aan 84.

§2. De huurovereenkomst bevat in het kader van de aflevering van het mobiliteitshulpmiddel de verplichting voor de gebruiker om:

1° de rolstoel normaal te gebruiken;

2° de rolstoel in propere staat te houden;

3° de rolstoel niet te vervreemden;

4° het onderhoud van de rolstoel toe te staan;

5° alleen de verstrekker van mobiliteitshulpmiddelen die de huurovereenkomst heeft ondertekend, te contacteren voor aanpassingen, onderhoud of herstellingen, of terugname;

6° de door de verstrekker van mobiliteitshulpmiddelen aangerekende schade die te wijten is aan de ernstige nalatigheid van de gebruiker, te vergoeden.

Art. 266. §1. Bij de ondertekening van de huurovereenkomst, vermeld in artikel 264,

§2, kan de verstrekker van mobiliteitshulpmiddelen een waarborg aanrekenen aan de gebruiker.

Het bedrag van de waarborg, vermeld in het eerste lid, is gelijk aan de omvang van het maandelijks huurforfait dat voor het mobiliteitshulpmiddel in kwestie is voorzien maar mag in geen geval hoger zijn dan het maandelijks huurforfait dat is bepaald voor een verzorgingsrolstoel.

§2. In afwijking van paragraaf 1 kan de verstrekker van mobiliteitshulpmiddelen geen waarborg aanrekenen aan de volgende categorieën van gebruikers:

1° gebruikers die recht hebben op de verhoogde verzekeringstegemoetkoming, vermeld in artikel 37, §19, van de Ziekteverzekeringswet;

2° gebruikers die zich bevinden in een behartigenswaardige situatie, vermeld in artikel 46 van het decreet van 18 mei 2018.

§3. De verstrekker van mobiliteitshulpmiddelen kan de waarborg, vermeld in paragraaf 1, alleen aanwenden ingeval van ernstige nalatigheid van de gebruiker of in geval van vervreemding van het mobiliteitshulpmiddel door de gebruiker.

§4. Dit artikel is niet van toepassing in het kader van de verhuur van rolstoelen aan gebruikers, vermeld in artikel 261, 1°.

Art. 267. §1. Zowel de gebruiker als de verstrekker van mobiliteitshulpmiddelen kan op elk ogenblik met een aangetekende brief een einde maken aan de huurovereenkomst, vermeld in artikel 264, §2, met een opzeggingstermijn van drie maanden, die ingaat op de eerste dag van de maand volgend op de ontvangst van de aangetekende brief.

In afwijking van het eerste lid, kan de gebruiker met een aangetekende brief een einde maken aan de huurovereenkomst zonder opzeggingstermijn als de verstrekker van mobiliteitshulpmiddelen zijn verplichtingen op functioneel, hygiënisch en technisch vlak niet nakomt.

De beëindiging van een huurovereenkomst conform het eerste en het tweede lid, wordt ook schriftelijk gemeld aan de zorgkas waarbij de gebruiker is aangesloten door, naargelang het geval, de verstrekker van mobiliteitshulpmiddelen of de gebruiker.

Pagina 76 van 218

§2. De verstrekker van mobiliteitshulpmiddelen kan met een aangetekende brief een einde maken aan de huurovereenkomst zonder opzeggingstermijn als schade aan de rolstoel wordt vastgesteld, die te wijten is aan onvoldoende zorgzaamheid en

onverantwoorde behandeling van de rolstoel door de gebruiker.

De beëindiging van een huurovereenkomst conform het eerste lid, wordt ook schriftelijk gemeld aan de zorgkas waarbij de gebruiker is aangesloten door de verstrekker van mobiliteitshulpmiddelen.

§3. De huurovereenkomst eindigt van rechtswege in de volgende gevallen:

1° bij het overlijden van de gebruiker;

2° als de behoefte van de gebruiker aan het mobiliteitshulpmiddel ophoudt te bestaan;

3° als de gebruiker niet langer onder het toepassingsgebied valt van dit hoofdstuk, als vermeld in artikel 261;

4° als de persoon in kwestie niet langer onder het toepassingsgebied valt van de Vlaamse sociale bescherming of niet langer is aangesloten bij een zorgkas;

5° indien de activiteiten van de onderneming in opdracht waarvan de verstrekker van mobiliteitshulpmiddel werkt, worden stopgezet.

§4. In afwijking van paragraaf 3, 4°, vindt de beëindiging van de huurovereenkomst plaats maximaal drie maanden na de dag waarop de persoon in kwestie is gaan wonen in het Franse taalgebied, het Duitse taalgebied of het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad en niet langer onder het toepassingsgebied valt van de VSB of er in voorkomend geval voor kiest om niet langer aangesloten te zijn bij een zorgkas.

Artikel 262, §2, is van overeenkomstige toepassing in het kader van de ophaling van het mobiliteitshulpmiddel na afloop van de periode, vermeld in het eerste lid.

Art. 268. Mobiliteitshulpmiddelen die verhuurd worden conform dit hoofdstuk, moeten nieuw zijn op het ogenblik van de eerste ingebruikname van het mobiliteitshulpmiddel in het kader van het verhuursysteem. De productiedatum van het mobiliteitshulpmiddel mag op dat moment niet ouder zijn dan twaalf maanden.

Een mobiliteitshulpmiddel dat ouder is dan zeven jaar, mag niet meer aan een nieuwe gebruiker worden verhuurd.

De bewijslast met betrekking tot de in dit artikel opgenomen vereisten rust op de verstrekker van mobiliteitshulpmiddelen.

Art. 269. De verstrekker van mobiliteitshulpmiddelen houdt de volgende gegevens bij per mobiliteitshulpmiddel dat door hem wordt verhuurd en per gebruiker:

1° de huurovereenkomst;

2° het serienummer van het afgeleverde mobiliteitshulpmiddel;

3° de productiedatum van het mobiliteitshulpmiddel;

4° de datum van eerste ingebruikname van het mobiliteitshulpmiddel;

5° de aanpassingen voorzien op het afgeleverde mobiliteitshulpmiddel;

6° de data van de aflevering en van de onderhouds- en herstellingsbeurten van het mobiliteitshulpmiddel;

7° de identificatie van de gebruiker;

8° de identificatie van het woonzorgcentrum waar de gebruiker verblijft;

9° de begin- en einddatum van verhuur van het mobiliteitshulpmiddel aan de gebruiker;

10° de datum waarop het mobiliteitshulpmiddel uit het verhuursysteem wordt gehaald.

Pagina 77 van 218 Art. 270. Voor de gebruiker die onder het toepassingsgebied valt van dit hoofdstuk conform artikel 261, 1°, vervalt noch de ingediende aanvraag, noch de beslissing tot goedkeuring van de aangevraagde tegemoetkoming op het ogenblik dat hij niet langer voldoet aan de toepassingsvoorwaarde, vermeld in artikel 261, 1°, maar onder het toepassingsgebied blijft vallen omdat hij voldoet aan de toepassingsvoorwaarde, vermeld in artikel 261, 2°.

Voor de gebruiker die onder het toepassingsgebied valt van dit hoofdstuk conform artikel 261, 2°, vervalt noch de ingediende aanvraag, noch de beslissing tot goedkeuring van de aangevraagde tegemoetkoming op het ogenblik dat hij niet langer voldoet aan de toepassingsvoorwaarde, vermeld in artikel 261, 2°, maar onder het toepassingsgebied blijft vallen omdat hij voldoet aan de toepassingsvoorwaarde, vermeld in artikel 261, 1°.

Art. 271. Voor een mobiliteitshulpmiddel waarvoor in het verleden aan de gebruiker een tegemoetkoming voor aankoop is toegekend, zijn de regels inzake hernieuwing, vermeld in artikel 322 tot en met 327, of in voorkomend geval de regels inzake hernieuwing opgelegd conform artikel 298, §1, eerste lid, van toepassing. Vanaf het ogenblik van hernieuwing of voortijdige hernieuwing zijn de bepalingen van deze afdeling van toepassing voor de gebruikers, vermeld in afdeling 1.

Art. 272. Als de toestand van de gebruiker ongewijzigd is gebleven maar het

mobiliteitshulpmiddel dat verhuurd is aan de gebruiker, moet worden vervangen omdat het mobiliteitshulpmiddel niet meer op een economisch verantwoorde wijze te herstellen is, brengt de verstrekker van mobiliteitshulpmiddelen dit ter kennis van de zorgkas. Die kennisgeving omvat een kopie van de huurovereenkomst en het serienummer van de nieuwe rolstoel.

Art. 273. Als de gebruiker aan wie een mobiliteitshulpmiddel wordt verhuurd conform deze afdeling, nood heeft aan een ander mobiliteitshulpmiddel waarop de bepalingen van deze afdeling van toepassing zijn, dient de hij een nieuwe aanvraag in conform artikel 263.

Afdeling 3. Aankoop

Art. 274. In afwijking van artikel 262 kunnen de gebruikers, vermeld in artikel 261, 2°, met een erkenning als persoon met een handicap die is verleend door het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap, opteren voor de indiening van een aanvraag van een tegemoetkoming voor de aankoop van een standaardrolstoel, een modulaire rolstoel of een verzorgingsrolstoel.

Art. 275. In afwijking van artikel 262 kunnen de gebruikers, vermeld in artikel 261, 2°, die feitelijk verblijven in een andere deelstaat of in een andere lidstaat en die geen verstrekker van mobiliteitshulpmiddelen vinden die bereid is een rolstoel te verhuren, opteren voor de indiening van een aanvraag van een tegemoetkoming voor de aankoop van een rolstoel.

Art. 276. Aanvragen van tegemoetkomingen voor de aankoop van

mobiliteitshulpmiddelen als vermeld in artikel 274 of 275, en aanvragen van tegemoetkomingen voor de aankoop van andere mobiliteitshulpmiddelen dan een

standaardrolstoel, een modulaire rolstoel of een verzorgingsrolstoel, worden ingediend en behandeld conform de voorwaarden en de procedures die gelden voor de

mobiliteitshulpmiddelen in kwestie, vermeld in titel 4.

Hoofdstuk 2. Gebruikers met snel degeneratieve aandoeningen Afdeling 1. Toepassingsgebied

Pagina 78 van 218 Art. 277. §1. Dit hoofdstuk is van toepassing op gebruikers met een snel degeneratieve aandoening.

De volgende aandoeningen worden van rechtswege beschouwd als snel degeneratieve aandoeningen:

1° amyotrofe lateraal sclerose;

2° primaire lateraal sclerose;

3° progressieve spinale musculaire atrofie;

4° multisysteem atrofie.

§2. Andere aandoeningen kunnen door het gespecialiseerd rolstoeladviesteam waartoe de gebruiker zich heeft gewend, gelijkgesteld worden met een snel degeneratieve aandoening als vermeld in paragraaf 1, als dat omstandig gemotiveerd wordt in het rolstoeladviesrapport.

In de omstandige motivering, vermeld in het eerste lid, dient het gespecialiseerd rolstoeladviesteam aan te tonen dat aan de volgende voorwaarden is voldaan:

1° er zijn een snelle negatieve prognose van het ziektebeeld of toenemende beperkingen te verwachten, wat betreft de mobiliteit en verplaatsing: van zelfstandig stappen naar de onmogelijkheid om zonder hulp van derden op te staan en zich te verplaatsen;

2° door de snelle evolutie zal de gebruiker snel en opeenvolgend verschillende aangepaste oplossingen nodig hebben, waardoor de hulpmiddelen niet voor de voorziene levensduur van het hulpmiddel kunnen worden ingezet.

In het tweede lid, 1°, wordt verstaan onder snel: een progressie van het ziektebeeld kan worden verwacht binnen een jaar of minder.

Afdeling 2. Huur van een standaardrolstoel, een modulaire rolstoel, een

verzorgingsrolstoel, een actief rolstoel, een elektronische rolstoel of een elektronische scooter

Art. 278. De tegemoetkoming voor een standaardrolstoel, een modulaire rolstoel, een verzorgingsrolstoel, een actief rolstoel, een elektronische rolstoel of een elektronische scooter die wordt aangevraagd door een gebruiker als vermeld in afdeling 1, wordt toegekend in de vorm van periodieke huurforfaits. De huurforfaits dekken de maandelijkse huur van het mobiliteitshulpmiddel, met inbegrip van alle kosten die samengaan met het verstrekken, het onderhoud, de herstelling en de reconditionering van het mobiliteitshulpmiddel, alsook de vereiste aanpassingen en de

verplaatsingskosten.

De omvang van de huurforfaits, vermeld in het eerste lid, wordt bepaald door de minister.

Er mogen geen supplementen worden aangerekend ten laste van de gebruiker voor kosten die worden gedekt door het huurforfait.

Art. 279. De tegemoetkoming voor een mobiliteitshulpmiddel, vermeld in artikel 278, wordt toegekend op basis van een indicatiestelling.

Voor de aanvraag van een tegemoetkoming voor een standaardrolstoel, een modulaire rolstoel, een verzorgingsrolstoel of een actief rolstoel betreft de

indicatiestelling, naar keuze van de gebruiker, de invulling van een medisch voorschrift snel degeneratieve aandoening door een neuroloog of een gespecialiseerd

rolstoeladviesteam of de opstelling van een rolstoeladviesrapport door een gespecialiseerd rolstoeladviesteam.

Pagina 79 van 218