• No results found

1 Jongeren op het internet

1.5 Relevantie en structuur

De relevantie van dit onderzoek ligt zowel op wetenschappelijk als maatschappelijk terrein. Deze twee aspecten staan niet geheel los van elkaar: zowel het gedrag van jongeren als het gebruik van

web-sites valt vooral binnen het veld van toegepaste kennis.

Een eerste relevantie van dit onderzoek bestaat uit de be-schrijving van de mogelijkheden van etnische websites. Het aantal analyses van etnische websites in Nederland is beperkt (Brouwer, 2004; Brouwer & Wijma, 2006; Bink & Serkei, 2009; Leurs, 2012). Het bestaande onderzoek richt zich op een enkele website en maakt geen vergelijking tussen websites van verschillende etnische groe-pen. De onderhavige studie onderscheidt zich van eerder onderzoek door een meer gedetailleerde beschrijving van de etnische websites en door verschillende etnische websites te vergelijken. Daarmee draagt dit onderzoek bij aan de kennis van etnische websites en het specifieke gebruik ervan.

Theoretisch relevant is de actualisering van het gratificatie-schema van McQuail (1987). Dat leidt tot kennis van de gratifi-caties die etnische websites bieden, tot een actuele uitbreiding van de analyse van de behoeften van jongeren en tot een specificatie van de behoeften van verschillende categorieën etnische jongeren. Deze aanvulling, update en specificatie van de gratificaties beves-tigt bovendien dat de mediabehoeften van de etnische jongeren in belangrijke mate groepsspecifiek zijn.

Dit onderzoek onderscheidt zich van de meeste andere net-werkstudies. Die kenmerken zich door een focus op de vervulling

41

van ‘doelspecifieke’ functies. Mijn onderzoek brengt in beeld dat concrete behoeften leiden tot specifieke relaties. Deze relaties evo-lueren in beperkte mate tot face to face contacten, tenzij de

betrok-kenen elkaar (al) kennen. Vooral in het laatste geval versterken en herbevestigen bestaande contacten de digitale relaties. Hoewel de data voor dit onderdeel slechts in beperkte mate generaliseerbaar zijn, hebben de resultaten wel geleid tot interessante vragen voor vervolgonderzoek. Met name de vraag naar de condities waaronder een omzetting van online naar offline relaties plaatsvindt en naar de duurzaamheid van die relaties dringt zich op.

Het onderzoek heeft ook maatschappelijke relevantie. De snel veranderende digitale wereld heeft een toenemende invloed op jongeren, op de manier waarop zij leren, hun vrije tijd besteden en contacten onderhouden. Deze kennis is nog onvoldoende spe-cifiek, maar ouders, onderwijsinstellingen, commerciële bedrijven zoals discotheken en andere organisaties kunnen hun voordeel doen met de toepassing van deze kennis over het internetgedrag van et-nische jongeren. Dat geldt ook voor de etet-nische instellingen en zelforganisaties op terreinen als sport, godsdienst en dating. Door kennis te produceren over etnische websites en die te combineren met het gedrag van etnische jongeren wordt voorzien in een kennis-hiaat. Toepassing van inzichten uit netwerk- en internetstudies, met name met betrekking tot jongeren, is van nut voor alle instellingen die zich met deze doelgroep bezighouden. Voor deze toepassingen moeten de resultaten van dit onderzoek echter vertaald worden naar specifieke domeinen als gezin en school.

Naast dit inleidende, eerste hoofdstuk telt het proefschrift nog vijf hoofdstukken.

In Hoofdstuk 2 wordt de methodologie van het onderzoek uiteengezet. Daar wordt op gedetailleerde wijze geëxpliciteerd hoe de dataverzameling tot stand is gekomen en worden de toegepaste onderzoeksmethoden verantwoord. Daarbij geef ik inzicht in het proces van de selectie van de etnische groepen jongeren en de etni-sche websites. Ook beschrijf ik hoe de verwerving van data via het internet en de bestudering van websites zijn uitgevoerd.

In Hoofdstuk 3 worden de voor dit onderzoek geselecteerde websites besproken. De terminologie om websites te beschrijven wordt toegelicht alsmede de toepassingsmogelijkheden van web-sites. Verder is nagegaan welke van deze toepassingsmogelijkheden de bezoekers vooral gebruiken. Ook wordt in dit hoofdstuk de eerste

42

deelvraag over het cultuurspecifieke gebruik van de etnische web-sites beantwoord.

In Hoofdstuk 4 wordt nagegaan vanuit welke motieven of be-hoeften de websites worden bezocht. Dit wordt gedaan door de mo-tieven van de websitebezoekers in kaart te brengen en daarvan de gratificaties af te leiden. Hierbij maak ik niet alleen gebruik van het gratificatiesschema van McQuail (1987), maar kom ik ook tot een ac-tualisering en specificering van McQuails schema. Met behulp hier-van kan ik in dit hoofdstuk deelvraag twee beantwoorden.

In Hoofdstuk 5 is nagegaan welke relaties er op de etnische websites ontstaan en of die relaties zich voortzetten in de offline wereld. Ook is geëxploreerd welke gratificaties de jongeren ver-krijgen uit beide typen relaties. Daarmee wordt een verband gelegd tussen gratificaties en netwerken op internet. Daarnaast wordt het schema van McQuail, dat zich beperkte tot mediagratificaties, uit-gebreid met behoeften en gratificaties in de offline wereld. Om deze betrekkingen tussen bezoekers in beeld te krijgen wordt het begrip sociaal kapitaal geïntroduceerd. Tegelijkertijd wordt nagegaan of het begrip sociabiliteit, dat de laatste jaren steeds gebruikt wordt om internetrelaties te duiden, geen betere verklaring biedt. Daarmee is het mogelijk in dit hoofdstuk het antwoord op de derde deelvraag te formuleren.

Hoofdstuk 6, ten slotte, geeft antwoord op de centrale onder-zoeksvraag. Daar worden de onderzoeksbevindingen geconfron-teerd met enkele besproken theorieën en worden enkele suggesties gedaan voor verder onderzoek.