• No results found

Relatie tussen innovatie, bekostiging en verslaglegging

Bijlage D: Relatie bekostiging en verantwoording

3. Relatie tussen innovatie, bekostiging en verslaglegging

3.1. Innovatie en bekostiging

De wijze waarop de input en output kunnen worden gekoppeld, heeft gevolgen voor de manier waarop een agentschap bekostigd wordt. Het agentschap krijgt betaald om specifieke producten en diensten te leveren en heeft dus geen direct eigen bud-get. De regeling biedt in de huidige opzet geen ruimte voor bijvoorbeeld de bekosti-ging van innovatie en/of onderzoek, omdat hierbij moeilijk verband kan worden ge-legd tussen uitgaven, kosten en prestaties. In de verschillende practitionerssessies is er aandacht gevraagd voor innovatie, omdat dit een agentschap kan helpen in het toekomstbestendig zijn en daarmee optimaal tot publieke waarden te komen. Er wordt nu onvoldoende ruimte gevoeld om tot innovatie te komen. 3.2. Oplossings-richting

Biedt in de regeling agentschappen ruimte voor innovatie en/of onderzoek. Dit kan door bijvoorbeeld het expliciet toestaan van een voorziening. Benoem bij de verant-woordelijkheden van de opdrachtnemer, opdrachtgever en eigenaar dat de post in-novatie en afspraken daaromtrent een gezamenlijke verantwoordelijkheid is.

Regeling

De artikelen (en bij behorende toelichtingen) die hierbij tenminste aangepast zullen moeten worden zijn:

1. Artikel 10 (Verantwoordelijkheden van de eigenaar) 2. Artikel 11 (Verantwoordelijkheden van de opdrachtnemer) 3. Artikel 12 (Verantwoordelijkheden van de opdrachtgever) 4. Artikel 27 (Nadere bepalingen voor de verslaggeving)

- Ad 1. Voeg bij de verantwoordelijkheden van de eigenaar toe (artikel 10) dat innovatie/onderzoek een gezamenlijke verantwoordelijkheid is van de eige-naar, opdrachtgever en opdrachtnemer.

- Ad 2. Voeg bij de verantwoordelijkheden van de opdrachtnemer toe (artikel 11) dat innovatie/onderzoek een gezamenlijke verantwoordelijkheid is van de eigenaar, opdrachtgever en opdrachtnemer.

- Ad 3. Voeg bij de verantwoordelijkheden van de opdrachtgever toe (artikel 12) dat innovatie/onderzoek een gezamenlijke verantwoordelijkheid is van de eigenaar, opdrachtgever en opdrachtnemer.

- Ad 4. Verduidelijk bij de nadere bepalingen voor de verslaggeving (artikel 27) dat het vormen van een voorziening voor bijvoorbeeld innovatie en/of onderzoek is toegestaan.

Toelichting regeling

In de toelichting op de Regeling Agentschappen wordt in artikel 10, 11 en 12 opge-nomen dat innovatie/ontwikkeling een gezamenlijke verantwoordelijkheid van de rollen in het sturingsmodel is. Verder wordt bij artikel 27 opgenomen dat het is toe-gestaan een voorziening te treffen voor bijvoorbeeld innovatie en/of onderzoek.

Hierbij wordt in de toelichting expliciet gemaakt dat er voor de bijdrage ten behoeve van innovatie en/of onderzoek geen verband hoeft te worden gelegd tussen uitga-ven, kosten en prestaties.

4. Verschillen in definiëring omzet Regeling Agentschappen en de Rijksbegrotingsvoorschriften

4.1. Definiëring van de omzet

Onderdeel van de instellingsvoorwaarde (artikel 4) is dat een dienstonderdeel als toekomstig agentschap een verwachte omzet of verwachte ontvangsten heeft van meer dan € 50 miljoen op jaarbasis. In artikel 27 (Nadere bepalingen voor de ver-slaggeving) is in lid 4 onder sub d. het volgende over de omzet opgenomen: “onder de omzet van een baten-lastenagentschap wordt verstaan: bijdragen van het be-trokken ministerie, bijdragen van overige ministeries en bijdragen van derden”

In de toelichting op de regeling wordt geen nadere duiding en of definitie gegeven van de drie genoemde mogelijke vormen van de omzet. Dat wordt in de Regeling Rijksbegrotingsvoorschriften (RBV) wel gedaan in onder andere model 1.35 (begro-ting baten-lasten agentschap). Echter hier worden andere termen gehanteerd dan in de Regeling Agentschappen.

Regeling Agentschappen Regeling Rijksbegrotingsvoor-schriften

Bijdragen van het betrokken ministe-rie

Omzet moederdepartement Bijdragen van overige ministeries Omzet overige departementen Bijdragen van derden Omzet derden

De RBV hanteert de volgende omschrijvingen:

- Omzet moederdepartement: omzet moederdepartement, inclusief de daar-onder vallende baten-lastenagentschappen en/of SSO’s. Let op;

◦bijdragen van het moederdepartement om het agentschap te ondersteunen als gevolg van het maximeren van doorberekende tarieven vallen niet onder omzet, maar worden als bijzondere baten verwerkt.

◦Bijdragen van het moederdepartement om het agentschap te ondersteunen in de bedrijfvoering vallen niet onder omzet, maar zijn directe vermogens-mutaties en worden bij het agentschap verwerkt in de exploitatiereserve.

- Omzet overige departementen: omzet alle departementen niet zijnde het moederdepartement, inclusief de bij deze departementen horende baten-las-tenagentschappen en/of SSO’s.

- Omzet derden: alle overige omzet niet afkomstig van moederdepartement , overige departementen en de hierbij horende baten-lastenagentschappen.

Derden zijn bijvoorbeeld zbo’s, burgers (leges) en bedrijfsleven (retributies).

4.2. Knelpunt

De terminologie die gehanteerd wordt in de Regeling Agentschappen sluit niet volle-dig aan op de terminologie die in de Rijksbegrotingsvoorschriften (RBV) gebruikt worden. Hiermee kan er onduidelijkheden ontstaan bij de verantwoording. Concreet betekent dit dat in de Regeling Agentschappen de term omzet moederdepartement niet goed omschreven en/of toegelicht is. Ook is geen invulling gegeven aan hoe de bijdragen van het betrokken ministerie (artikel 27, lid 4, sub d.) zich verhouden tot de opdrachtgever, zoals bedoeld in artikel 12 en tot de eigenaar zoals bedoeld in ar-tikel 10 van de regeling agentschappen. Dit geeft onduidelijkheden wanneer omzet moederdepartement een bijdrage van de opdrachtgever betreft, of wanneer dit een eigenaarsbijdrage is. . Verder volgt uit de Regeling Agentschappen in de relatie tot de omzet niet expliciet dat er sprake is van opdrachtgevers van het eigen ministerie en opdrachtgevers van buiten het ministerie (overige departementen en derden). Dit is onder meer relevant bij het in rekening brengen van bedrijfsvoeringskosten.

4.3. Oplossingsrichting

Hanteer in de Regeling Agentschappen en in de regeling Rijksbegrotingsvoorschrif-ten dezelfde terminologie. Expliciteer in de Regeling Agentschappen en in de RBV de relatie tussen de bijdrage van de eigenaar, de bijdrage van opdrachtgevers van het betrokken ministerie en de omzet. Maak duidelijk hoe er meerdere opdrachtgevers worden onderscheiden (zowel van het betrokken ministerie (interne opdrachtgever) als daarbuiten (externe opdrachtgever) en wanneer de bijdrage door een eigenaar wel een bijdrage van het betrokken ministerie betreft, en wanneer dit niet gelijk staat aan de bijdrage verstrekt door een opdrachtgever van het betrokken ministerie en daarmee een andere betekenis heeft. Dit kan door de begrippen als ‘omzet’,

‘moederdepartement’, ‘betrokken ministerie’, ‘overige ministeries’, ‘derden’, ‘interne opdrachtgever’ en ‘externe opdrachtgever’ op te nemen in de begrippenlijst van de

Regeling Agentschappen. Verder zal in verschillende artikelen (Instellingsvoorwaar-den, Sturingsmodel, Nadere bepalingen voor de verslaggeving) bekeken moeten worden hoe de terminologie wordt gehanteerd en of dit duidelijk aansluit op de RBV.