• No results found

4. Het fitten van de leiderschapsstijlen en -rollen op de top 3 van situaties/ contexten

4.1.2.1 Regressieanalyse surveys

Alle regressieanalyses zijn stepwise uitgevoerd per combinatie van situatie en performancetype. Zie voor de details van deze analyses bijlage 3. De volgende constateringen zijn gedaan met betrekking tot welke leiderschapsgedragingen in de Logistieke & Supply Chain-sector als ideaal worden gezien:

1) Instabiel: ‘Verbeteren’:

 In deze situatie is geen enkele leiderschaprol uit het CVF-model gevonden met een significant positief effect op de performance. Wel blijkt de mentorrol (‘Enter’ analyse: T=-2.392, P=0.022, zie bijlage B.3.4.3.) in deze situatie een negatieve invloed te kunnen hebben op de organisatieperformance. Het zorgzame, empathische en inschikkelijke karakter van deze rol zal er juist in deze situatie toe leiden dat de door te voeren verbeteringen juist niet kunnen worden gerealiseerd. Ondanks het feit dat voor deze rol in deze situatie geen adjusted R square is

gevonden, is de rol wel meegenomen vanwege het feit dat deze een negatieve invloed op de performance heeft en significant is bij de ‘Enter’analyse. Het inzetten van deze rol in deze situatie kan een afbreukrisico betekenen;

 Het feit dat er geen enkele rol is die in deze situatie een significant positief effect heeft op de performance, komt niet geheel overeen met de verwachting. Het was de verwachting dat de director-rol hier als

effectieve rol naar boven zou komen. Mogelijk is de mate van

verandering bij deze laagste gradatie van een verandersituatie dusdanig beperkt dat het vormen van een visie, het stellen van doelen, het

organiseren, besluiten nemen en delegeren niet nodig zijn;

 Mogelijk is hier de laisser faire-tactiek het best toe te passen leiderschapsgedrag.

2) Instabiel: ‘Herijken’:

 In deze situatie heeft zoals verwacht de broker-rol (R²=0.221, T=2.131, P=0.046, zie bijlage B.3.5.1.) een significant positief effect op de

Pagina | 89

performance, te weten de effectieve performance. De verklaring hiervoor is reeds in paragraaf 4.1.1.1. gegeven;

 In deze situatie heeft zoals verwacht de director-rol (R²=0.196, T=2.400, P=0.027, zie bijlage B.3.5.3.) een significant positief effect op de

performance, te weten de organisatieperformance. De verklaring hiervoor is reeds in paragraaf 4.1.1.1. gegeven;

 In deze situatie komt de innovator-rol niet zoals verwacht naar boven met een positieve invloed op de performance. Mogelijk dragen het creatieve karakter en het vermogen om verandering te creëren juist niet bij aan de performance vanwege het gegeven dat de organisatie al in een verandersituatie zit en de verandering dus niet meer hoeft te worden gecreëerd.

3) Instabiel: ‘Vernieuwen’:

 In deze situatie heeft zoals verwacht de director-rol een significant positief effect op de performance, te weten zowel op de effectieve performance (R²=0.667, T=5.531, P=0.000, zie bijlage B.3.6.1.) als op de organisatieperformance (R²=0.350, T=2.364, P=0.038, zie bijlage B.3.6.3.). De verklaring hiervoor is reeds in paragraaf 4.1.1.1. gegeven;

 Onverwacht heeft in deze situatie de producerrol (R²=0.111, T=3.665, P=0.004, zie bijlage B.3.6.1.) een significant positief effect op de effectieve performance. Het feit dat de ‘producer’ actiegericht en taakgericht is, staat voor het stimuleren van productief werken en

motiveren, een productieve werkomgeving stimuleert en de factoren tijd en stress beheert, kan ertoe leiden dat in het vernieuwende situatie de medewerkers dusdanig worden geactiveerd dat het effect op de performance toeneemt;

 In deze situatie komt de innovatorrol niet zoals verwacht naar boven met een significant positieve invloed op de performance. Mogelijk dragen het creatieve karakter en het vermogen om verandering te creëren juist niet bij aan de performance vanwege het gegeven dat de organisatie al in een

Pagina | 90

verandersituatie zit en de verandering dus niet meer hoeft te worden gecreëerd.

 In deze situatie komt de broker-rol niet zoals verwacht naar boven met een significant positieve invloed op de performance. Blijkbaar wordt politiek scherpzinnig zijn, georiënteerd zijn op middelen en het op willen bouwen van een machtsbasis niet gezien als iets wat een bijdrage levert aan een betere performance in een vrij heftige verandersituatie.

4) Instabiel totaal: Voor deze groep van situaties is vooraf geen aanname gedaan. Ze zijn echter wel meegenomen in de resultaten omdat het interessant is om vast te stellen welke leiderschapsgedraging in algemene zin bij een instabiele situatie worden gezien als gedrag dat een positieve invloed heeft op de

performance:

 De director-rol (R²=0.129, T=3.538, P=0.001, zie bijlage B.3.3.3.) blijkt bij een instabiele situatie als enige een significant positief effect op de performance te hebben, te weten de organisatieperformance.

5) ‘Stabiel’:

 In deze situatie blijkt zoals verwacht de producerrol (R²=0.177, T=2.924, P=0.005, zie bijlage B.3.2.1.) een significant positieve invloed op de effectieve performance te hebben. De verklaring hiervoor is reeds in paragraaf 4.1.1.1. gegeven;

 In deze situatie blijkt zoals verwacht de coördinatorrol (R²=0.160, T=3.010, P=0.004, zie bijlage B.3.2.2.) een significant positieve invloed op de efficiënte performance te hebben. De verklaring hiervoor is reeds in paragraaf 4.1.1.1. gegeven;

 In deze situatie blijkt zoals verwacht de innovatorrol (R²=0.036,

T=2.128, P=0.037, zie bijlage B.3.2.1.) een significant positieve invloed op de effectieve performance te hebben. De verklaring hiervoor is reeds in paragraaf 4.1.1.1. gegeven;

 Verder is het opvallend dat de monitorrol (R²=0.197, T=-2.265, P=0.027, zie bijlage B.3.2.2.) wordt gezien als een rol met een significant

Pagina | 91

benadering van verzamelen, organiseren en evalueren waarbij het individu en de organisatie nauwlettend in de gaten worden gehouden, draagt blijkbaar niet bij aan het optimaal laten functioneren van het individu in een omgeving die vraagt om rust, zelfstandigheid en het vervolmaken van de prestatie.

6) Alle situaties: Er is in de analyse van de beide surveys ook gekeken naar welke rollen in de structurele sociale context van de Logistieke & Supply Chain-branche en los van de incidentele contexten (situaties) in het algemeen als ideaal worden gezien:

 De producerrol (R²=0.189, T=3.523, P=0.001, bijlage B.3.1.1.) met een significant positief effect op de effectieve performance;

 De innovatorrol (R²=0.028, T=2.096, P=0.038, bijlage B.3.1.1.) met een significant positief effect op de effectieve performance;

 De coördinatorrol (R²=0.02, T=2.405, P=0.017, bijlage B.3.1.2.) met een significant positief effect op de efficiënte performance.

Zie hieronder in figuur 25 een samenvatting van de resultaten uit de regressieanalyses. De rood weergegeven rollen worden in betreffende situaties gezien als niet ideaal met een negatief effect op de performance.

Pagina | 92