• No results found

61 200140 - Systeemstudie energie-infrastructuur Zuid-Holland - December 2020 Figuur 28 – Weergave van het 380 kV-net en 150 kV-net (blauw) in Zuid-Holland

Er zijn 150 kV-tracés door heel Zuid-Holland, met verbindingen naar Rotterdam en het havengebied, naar Goeree-Overflakkee, Gouda en Alphen a/d Rijn, Delft, Den Haag en Leiden.

Regionale elektriciteitsnetten

De regionale netbeheerders beheren de lagere netvlakken. Eerst wordt er een tussenstap gezet naar 23 tot 66 kV (tussenspanning), daarna 10-20 kV (middenspanning) en ten slotte laagspanning (400 V). Grof gezegd valt Holland Rijnland onder beheer van Liander, het Westland en Midden-Delfland onder Westland Infra en de rest onder Stedin. We stippen hier enkele knelpunten aan die zij reeds verwachten en plannen waar ze aan werken; voor een volledig overzicht verwijzen we naar hun Investeringsplannen.

— Liander voorziet in zijn Investeringsplan verzwaring van de onderstations Alphen West, Zoeterwoude, Leiden Zuidwest, Leiden Rijksuniversiteit, Leiderdorp, Noordwijk en Leimuiden, waarvoor in de komende jaren eerst de benodigde ruimte moet worden gevonden. Tevens wordt gewerkt aan een nieuw onderstation bij Boskoop en nieuwe invoedingspunten vanuit TenneT in Zuidplaspolder en Leiden Oost.

— Westland Infra noteert momenteel geen knelpunten.

— Stedin voorziet in zijn Investeringsplan en in de interne elektriciteitsmasterplannen een aantal knelpunten, met name Middelharnis (Goeree-Overflakkee), Geervliet (Voorne-Putten), Dordrecht Zuid en diverse plekken bij Rotterdam en het havengebied Rotterdam.

De volgende tabel geeft een overzicht van het aantal elektriciteitsstations, opgesplitst per netvlak. Om een indruk van de grote omvang van het elektriciteitsnet te geven: alleen al de MS- en LS-kabels van Stedin in Zuid-Holland hebben een lengte die bijna net zo groot is als de omtrek van de gehele aarde (i.e. 35.500 km netwerk t.o.v. 40.000 km omtrek van de aarde (aan de evenaar)).

62 200140 - Systeemstudie energie-infrastructuur Zuid-Holland - December 2020

Tabel 10 – Overzicht aantallen huidige elektriciteitsstations van de regionale netbeheerders Zuid-Holland Stedin Liander Westland

Infra

Totaal Eenheid

Koppelpunten met TenneT 2423 3 2 29 #

TS-MS-stations 101 16 26 143 #

MS-MS-stations 8 8 #

MS-LS-stations 11.411 3.215 1.242 15.868 #

5.2.2 Gasnet

Door heel de provincie zijn er buisleidingen, voor verschillende gassen. Allereerst voor transport en distributie van aardgas. Verder zijn er (private) buisleidingen voor uitwisseling van industriële gassen (waaronder CO2 en waterstof) en vloeistoffen.

Het Nederlandse publieke gastransportnet wordt beheerd door GTS. Op basis van druk is het onder te verdelen in het hoofdtransportleidingnet (HTL) en een regionaal transportleiding-net (RTL). Het HTL en RTL is weer te verdelen in transport van laagcalorisch gas (G-gas), zoals uit het Groningen-gasveld, en hoogcalorisch gas (H-gas), zoals uit kleine gasvelden, import over land en over zee (via LNG-tankers). Het laagcalorische gas wordt in Nederland gebruikt in onder andere de gebouwde omgeving. Het hoogcalorische gas wordt geleverd aan elektriciteitscentrales, raffinaderijen en hoogovens, en het wordt ook met stikstof gemengd tot de kwaliteit van laagcalorisch gas.

________________________________

23 Dit aantal is inclusief koppelpunt Tinte (in Stedin-gebied). Dit station is niet goed meegenomen in de berekeningen, en daarom niet meegenomen in de resultaten.

63 200140 - Systeemstudie energie-infrastructuur Zuid-Holland - December 2020 Figuur 29 – Huidige aardgastransportnetten in Zuid-Holland

Bron: risicokaart.nl

De regionale netbeheerders zijn verantwoordelijk voor de distributie van laagcalorisch aardgas naar individuele gebruikers. De distributienetten zijn via gasontvangststations (GOS) verbonden met het transportnet. Er zijn geen knelpunten momenteel. Er zit al flexibiliteit in de gasnetten doordat de druk en de dichtheid gefluctueerd kan worden.

5.2.3 Warmtenetten

Op diverse plekken in Zuid-Holland is de gebouwde omgeving aangesloten op een warmte-net. Het gaat bijvoorbeeld om delen van Rotterdam, Den Haag, Leiden en Dordrecht. In de provincie wordt bovendien gewerkt aan uitbreiding en het koppelen van warmtenetten.

De hoofdstructuur voor warmte voorziet om te beginnen in een warmtenet rondom

Rotterdam. Vandaar zijn aan de westelijke kant een leiding door de Rotterdamse haven en een leiding van de noordkant van Rotterdam via Delft en Rijswijk naar Den Haag voorzien.

De mogelijkheid om het Westland aan te takken op de leiding van Rotterdam naar Den Haag wordt onderzocht, alsook het aftakken van de leiding tussen Rotterdam-Den Haag ter hoogte van Rijswijk, die dan via Voorschoten naar Leiden gaat. Ook wordt voor de regio Drechtsteden gewerkt aan de doorontwikkeling van een regionaal warmtenet.

buisleiding aardgas

64 200140 - Systeemstudie energie-infrastructuur Zuid-Holland - December 2020

Figuur 30 - Warmtenetten (bron: provincie Zuid-Holland). NB: De in studie zijnde warmtetransportleidingen naar Leiden zijn nog niet opgenomen in deze figuur

5.2.4 CO

2

-netten

CO2-netten zijn een relatief nieuw fenomeen. In Zuid-Holland ligt de OCAP-leiding, het is een leiding in privaat eigendom die CO2 transporteert dat afkomstig is van enkele indus-triële bronnen in het Rotterdams havengebied, naar momenteel circa 600 tuinders, groten-deels in Zuid-Holland en daarnaast in het zuidelijk deel van Noord-Holland, die de CO2

gebruiken als grondstof bij hun teelt.

Daarnaast wordt in het havengebied Rotterdam gewerkt aan het Porthos-project, dat afgevangen CO2 zal gaan transporteren naar lege aardgasvelden onder de Noordzee.

De volgende figuur geeft de huidige en geplande CO2-infrastructuur in Zuid-Holland weer.

bestaand warmtenet mogelijk toekomstig warmtenet

65 200140 - Systeemstudie energie-infrastructuur Zuid-Holland - December 2020 Figuur 31 – Overzicht huidige en geplande CO2-infrastructuur Zuid-Holland

Bron: www.volkerwessels.com/nl/nieuws/minister-huizinga-geeft-startsein-voor-aanleg-co2-netwerk-in-zuidplaspolder

Er is in deze systeemstudie niet gerekend aan de benodigde capaciteiten van CO2 -infra-structuur. Wel is in de scenario’s gekeken naar potentiële vraag in de glastuinbouw naar CO2 en potentieel aanbod vanuit de industrie. Die cijfers staan in Tabel 11.

Tabel 11 - Overzicht vraag een aanbod van CO2 in alle scenario’s

2020 2030 2050 Reg 2050 Nat 2050 EU 2050 Int

Vraag CO2 glastuinbouw N.a. 3,6 1,7 1,7 1,7 2,3

Aanbod CO2 uit industrie 0,1 1,7 2,9 3,1 2,9 2,3

5.3 Impact op het hoogspanningsnet

TenneT heeft de impact van alle scenario’s op het hoogspanningsnet doorgerekend. Voor TenneT zijn met name de scenario’s inclusief flex van belang. Bijvoorbeeld een scenario met groot aanbod vanuit wind op zee zonder bestemming (dat is: zonder elektrolyser), zou zeker tot grote onbalans in het elektriciteitssysteem leiden en daarmee niet doorrekenbaar zijn.

66 200140 - Systeemstudie energie-infrastructuur Zuid-Holland - December 2020 Knelpunten elektriciteitsnetten: N-0 en N-1

De netbeheerders van de elektriciteitsnetten houden er rekening mee dat een netonderdeel in onderhoud of in storing kan zijn. De situatie waarin het net volledig in bedrijf is heet de N-0-situatie. In dat geval kan er worden omgeschakeld om een storings- of onderhoudssituatie op te vangen. Een situatie waarin één netonderdeel uit bedrijf is, heet een N-1-situatie. Het kan zijn dat bij de doorrekeningen van de scenario’s blijkt dat er geen knelpunten ontstaan in de N-0-situatie, maar wel in de N-1-situatie.