• No results found

Reflectie op de uitgevoerde activiteiten:

In document Respect is toch belangrijk? (pagina 52-58)

In hoeverre zijn de concrete doelen voor de kinderen behaald?

Week 1 – Oriëntatie op respect Maandag

Deze week was een oriëntatie op het begrip respect. Hierbij zijn we begonnen met het maken van een woordveld. Er hing al een hele tijd een poster van de ‘Dag van respect’ in de klas. Wanneer we het dan over respect hadden zag je dat de kinderen toch wel meteen naar deze poster keken. ‘Dag van respect’ en ‘box’ (dit symbool staat groot afgebeeld op deze poster) werden dan ook snel genoemd. Elkaar de hand geven zeiden ze ook meteen, omdat dit in mijn inleidend verhaaltje naar voren kwam. Daarnaast konden ze ‘sorry zeggen’, ‘niet pesten’ en ‘lief doen’ vrij snel bedenken. Hierna moesten ze toch wel even nadenken.. wat is dat eigenlijk, respect? Ik vond wel dat de kinderen, toen ze er dieper over na hadden gedacht, al mooie dingen konden noemen als ‘accepteren hoe anderen eruit zien’, ‘iemand niet kwetsen’ en ‘elkaar helpen’.

Ik zag nu dat de kinderen eigenlijk dus al wel weten wat er met respect bedoeld wordt en wat er dus van hen verwacht wordt, alleen zijn ze het niet gewend om hier ook altijd naar te handelen. Daar wil ik de komende lessen aan gaan werken.

Dinsdag

We hebben het woordveld vergeleken met wat in het ‘respectwerkboekje’ staat. De kinderen konden dus al best wat aspecten van respect noemen. ‘Respect is niet voor iedereen hetzelfde’ konden ze in eerste instantie niet goed begrijpen “Respect is toch gewoon respect..?”. Toen we het echter over de opa’s en oma’s hadden snapten ze het wel “ja die vinden heel andere dingen belangrijk.” Ik zag hierbij dat je via de leefwereld dus echt pas dingen aan de kinderen duidelijk kan maken. Het respectlied vonden ze leuk om te zingen, dit was weer een heel andere manier om respect ter sprake te brengen. Van de tips om te ‘leren respecteren’ hebben we er een paar besproken. Een mooie opmerking van een meisje hierbij was: “Dat zijn dingen die ik van mijn moeder ook altijd moet doen.” Hierdoor leerden ze dat respect dus al in kleine, alledaagse dingen

terugkomt. Woensdag

De respectquiz vonden de kinderen erg leuk om in te vullen. De meeste kinderen kozen steeds wel een ‘respectvol’ antwoord . Af en toe schrok ik wel van een reactie van een kind, zoals bij de vraag ‘Je struikelt tijdens een voetbalwedstrijd over je eigen benen. Wat doe je?’ Een paar kinderen gaven hierbij het antwoord ‘Ik probeer mijn tegenstander in mijn val ook onderuit te schoppen.’ Ik wist eigenlijk niet goed of ze dat zeiden om stoer over te komen, of omdat ze tijdens het voetballen zo fanatiek zijn, of omdat ze dat de normaalste zaak van de wereld vonden. Ik ging hier dan ook op door; toen we hierover praatten zeiden ze dat ze dat in het echt misschien toch niet zouden doen…

De gemiddelde score van de klas was 65: ‘Tja, je bent op de goede weg, maar er is zeker nog verbetering mogelijk.’ Het was in ieder geval een leuke afsluiting van deze eerste week.

De kinderen hebben zich goed kunnen oriënteren op respect en geleerd hoe je heel basaal, door met kleine dingen rekening te houden, al respect kunt tonen.

Week 2 – Respectonderwerpen en wereldgodsdiensten Maandag

Door gewoon achter mijn bureau te gaan zitten en een krant door te bladeren kon ik de nieuwsgierigheid van de kinderen wekken (al duurde dit wel vrij lang, want ze hadden dit niet meteen door). De kinderen waren enthousiast dat ze allemaal een eigen krant kregen. Vervolgens hebben we de onderwerpen ‘respect’, ‘identiteit’ en ‘luisteren’ uit deze respectkrant besproken. Op het stukje van ‘respect’ ben ik niet zo diep ingegaan, hier stonden geen echt nieuwe dingen in. Bij ‘identiteit’ en ‘luisteren’ ontstond wel een goed gesprek. Vooral bij ‘luisteren’ konden de kinderen veel vertellen over situaties waarin ze zelf iets wilden vertellen, maar een ander toch al een oordeel over hen had. Dat vonden ze erg vervelend en respectloos. Door deze concrete ervaringen van kinderen ontstond herkenning en verruiming. De kinderen gingen echt nadenken of ze zelf ook wel eens zoiets hadden meegemaakt en stonden open voor verhalen van anderen.

Dinsdag

Vandaag werden bij de dagopening in een kringgesprek ‘moed’ en ‘pesten’ besproken. Pesten is een onderwerp wat erg leeft bij de kinderen, ze hebben hier allemaal al wel eens (direct of indirect) mee te maken gehad. Er kwam dan ook veel naar boven, bijvoorbeeld ook verhalen over voorvallen via MSN. Het is goed dat dit onderwerp besproken werd. We hebben pesten in zijn algemeen besproken, zodat het niet op een of enkele kinderen gericht was; er werd met heel de klas over gepraat. Het is wel mooi om te zien welke kinderen dan wel reageren en welke helemaal niet. In deze groep komt pesten af en toe ook voor, dus het is goed om dit in de gaten te houden. In het kader van respect hebben we nog besproken wat je dan kan doen om respect te tonen aan degene die gepest wordt, dus hoe je die kan helpen. Hierbij ging het er bijvoorbeeld om dat meelopers eigenlijk net zo erg zijn.

Woensdag

Vandaag kwam aan bod wat godsdiensten zijn en hebben de kinderen kennisgemaakt met vijf grote wereldgodsdiensten. Toen ik de kinderen vertelde dat we het vandaag over ‘godsdienst’ gingen hebben waren ze erg enthousiast, omdat dit eigenlijk totaal nieuw is voor ze. Ze waren hier toch wel erg nieuwsgierig naar. Het filmpje over ‘Een godsdienst, wat is dat?’ was een leuke opening. De kinderen hadden bijvoorbeeld al wel eens gehoord van het christendom, maar wisten verder eigenlijk niet wat dit nou inhoudt. Aan de hand van het werkblad hebben de kinderen zelf van alles zelf opgezocht en ontdekt over de wereldgodsdiensten. De islamitische kinderen kenden al basisideeën van de Islam en doordat de kinderen in groepjes zaten hebben ze hierover van elkaar geleerd. Doordat ze zelf dingen op moesten zoeken over de verschillende godsdiensten waren ze ook echt betrokken, waarschijnlijk meer dan wanneer we hier alleen over gepraat hadden.

Donderdag

Nadat we het werkblad besproken hadden ben ik dieper ingegaan op het christendom en heb ik samen met de kinderen een kruisteken gemaakt. Dat vonden ze wel vreemd om te doen. Sommigen wilden dit in eerste instantie ook niet meedoen, maar uiteindelijk hebben we dat toch allemaal samen gedaan. Dit was een directe ervaring met dit ritueel en een mooie afsluiting van deze week.

Week 3 – Iedereen heeft waarde, respecteer jezelf en een ander Maandag

Week 3 van deze lessenserie zijn we begonnen met het invullen van de bladzijde ‘Wie ben jij?’ Dit was een korte, maar leuke activiteit. Opvallend vond ik het dat jongens hier hele korte antwoorden gaven, meisjes schrijven juist lange zinnen op. De meeste dingen wisten de kinderen al wel van elkaar, maar bij de laatste vragen (‘wat is jouw

toekomstdroom’ en ‘heb jij respect voor jezelf? Waarom wel/niet?’) hoorde ik soms toch wel verwondering. De kinderen moesten echt nadenken over zichzelf, waardoor de ontwikkeling van de eigen identiteit werd gestimuleerd.

Dinsdag

Voordat de kinderen de klas in kwamen had ik overal al kaarsjes weggezet, en in de kerstboom waren de lichtjes aan. Hierdoor was de sfeer in het lokaal bij binnenkomst meteen al heel anders. Dat merk je ook aan de reacties van kinderen; ze voelden echt de gezelligheid en toen we rond de kerstboom zaten ook de saamhorigheid. Het verhaal over ‘licht en donker’ vonden de kinderen mooi en ze snapten dat het verhaal symbolisch was, maar ik kon merken dat ze de betekenis hiervan op het begin niet meteen begrepen. Enkele eerste reacties waren dan ook:

- “Ik vond het verhaal een beetje raar.”

- “Ik vond het een beetje gek, want het is een verhaal over twee mensen die Donker en

Licht heten ofzo, en dan gaan ze ineens praten over dat het donker is en dat het licht is, dat snapte ik niet echt.”

- “Ik vond het wel grappig dat die twee mensen donker en licht heten.”

De kinderen zoeken dus toch naar een letterlijke verklaring; abstract en symbolisch denken vinden ze moeilijk. Door de vragen die ik stelde werd het wel echt een

levensbeschouwelijk gesprek. Een meisje zei bijvoorbeeld ook: “zijn koffer werd lichter, doordat er een ‘last’ van hem afviel.” Hierdoor kon ik doorvragen naar de ervaringen van kinderen en vervolgens naar de uiteindelijke zin van die ervaringen. Zo kwamen we bij de conclusie ‘iedereen hoort erbij, iedereen heeft waarde. Respecteer dus jezelf en een ander! ‘ Ook heb ik dit verbonden met de term ‘naastenliefde’ uit het christendom. Ik vond dit een hele mooie ervaring met de kinderen; door de sfeer voelde het ook als een soort viering. Daarnaast kwam ethiek duidelijk aan bod. De kinderen stonden hier- voor open en konden het ook betrekken op zichzelf. Daardoor kreeg het echt betekenis. Woensdag

De kinderen hadden gisteren op een indirecte manier ervaringen met respect; nu werd dit concreet en hebben ze zelf een respectboodschap voor een ander geschreven. Het ene kind reageerde hier enthousiaster op dan het andere; bij sommigen duurde het heel lang voor ze een ‘boodschap’ hadden bedacht terwijl anderen dit zo wisten. De kinderen vonden het leuk om een kerstbal te maken die ze in de kersboom mochten hangen. Dit sloot goed aan bij de sfeer van gisteren. Ze hebben echt mooie

boodschappen voor elkaar opgeschreven en je zag de kinderen glunderen toen ze hoorden dat iemand een boodschap voor hem of haar had. Ze hebben echt respect getoond:

- “Ik wens jou geluk omdat we elkaar al van de peuterspeelzaal kennen en hebben nooit

ruzie met elkaar en dat wil ik zo houden.”

- “Jij respecteert iedereen en je doet altijd heel aardig tegen iedereen, dus ik wens

dat iedereen ook aardig tegen jou is.”

Week 4 – Naastenliefde en filosoferen over barmhartig handelen

Deze week ben ik gaan filosoferen met de kinderen. Ik heb eerst het Bijbelverhaal voorgelezen en deze uitvoerig met de kinderen besproken. Hierdoor leerden de kinderen de betekenis van barmhartig handelen ten opzichte van andere mensen. Vervolgens heb ik de kinderen in groepjes na laten denken over de vragen ‘wie is mijn naaste’ en ‘zijn we eigenlijk allemaal wel anders?’

Ik ben bij de groepjes gaan zitten en het viel me op dat de kinderen dan in eerste instantie toch naar het uiterlijk kijken. Dat ging ongeveer zo: “ik ben anders dan jou, want ik zie er anders uit. Jij hebt bijvoorbeeld sproeten en ik niet. Dus we zijn allemaal anders.” Ik heb ze vervolgens aan kunnen sporen verder te kijken en er dieper over na te denken, maar dat vonden ze niet gemakkelijk. Nadat ze wat ideeën uitgewisseld hadden zijn we weer in een kring gaan zitten en hebben we een filosofisch gesprek gevoerd aan de hand van een aantal levensvragen die ik de kinderen voorlegde. Dit gesprek heb ik voor het grootste deel gefilmd. Hierdoor kon ik het goed analyseren. Een gedeelte van dit gesprek heb ik hieronder weergegeven:

Waarom worden mensen die zich anders gedragen dan 'normaal' gepest? (L:) “Ik snap niet waarom ze die zouden pesten”

(K:)“Nou, een vriend van mijn broer is bijvoorbeeld Gothic en die ging vorig jaar met ons mee op vakantie en dan hoor je wel eens van 'vuile gothic' ofzo, of dan schelden ze. Dan denken mensen juist dat hun slecht zijn, maar dat hoeft helemaal niet, want die vriend is wel gewoon hartstikke lief. Mensen beoordelen andere mensen te veel”

Ok, goed over nagedacht. Want wanneer kan je bijvoorbeeld dan ieders hulp gebruiken?

(Ka:) “Als je op sterven ligt” (M:) “Als je in de gevangenis zit” (L:) “Eigenlijk altijd wel”

Vertel eens dan, waarom altijd wel? (L:) “Beter dan dat je geen hulp krijgt”

(K:) “Als je in de problemen zit heb je gewoon iemand nodig.”

En maakt het dan uit van wie de hulp dan komt? (K:) “Nee, dat maakt dan niet uit”

Ok, kan je nu antwoord geven op de vraag 'wat is gelijkwaardigheid'? (Ka:) “Dat iedereen gelijkwaardig is”

En wanneer ben je dan gelijkwaardig? (Ka:) “Als je hetzelfde doet”

Alleen als je hetzelfde doet? Dus als jij gaat voetballen en ik niet, dan zijn wij niet gelijkwaardig?

(kinderen moesten hierom lachen) (Ka:) “Nee, hoe moet ik dat uitleggen?”

(L:) “Je staat gelijk, bijvoorbeeld, ja dat is moeilijk uit te leggen. Je staat altijd gelijk”

Maar is iemand die bijvoorbeeld een andere huidskleur heeft dus ook gelijk, of is die minder dan ons?

(K:) “Nee, want iedereen is hetzelfde, of het nou een Nederlander, Marokkaan of Turk is, je bent toch hetzelfde, want je bent allemaal een mens.”

Het gesprek liep goed, en het was een leuke activiteit. De kinderen deden goed mee en wilden erover nadenken. Al waren er wel kinderen die voornamelijk alleen maar luisterden en anderen namen juist vaker het woord. Ik heb wel geprobeerd iedereen antwoord te laten geven, door gerichte vragen te stellen.

De kinderen koppelden de vragen bijna altijd meteen aan situaties die ze zelf

meegemaakt hadden, dus aan de directe leefwereld. Op die manier probeerden ze het te begrijpen; dan is het concreter. Je zag dat ze door de antwoorden van andere kinderen toch wel vaak zoiets hadden van 'o, ja'. Bijvoorbeeld bij dat laatste over

gelijkwaardigheid; ze wisten allemaal wat dat was, maar konden het eigenlijk niet uitleggen. Ik heb op dat moment denk ik toch wel goede vragen kunnen stellen, want uiteindelijk kwamen ze samen op een antwoord waarvan ze zeiden 'ja dát is

gelijkwaardigheid'.

Wel vond ik het doorvragen lastig. Ik denk dat ik hier zeker nog meer geoefend in kan worden. De kinderen geven vaak korte antwoorden; ze zeggen het eerste wat in ze opkomt en denken er verder niet echt over na. Ik vond het lastig om ze dan toch dieper na te laten denken. Ik denk dat ik misschien te snel andere kinderen aan het woord liet, want het gaat er juist om, dat het kind op zoek naar een antwoord, zijn gedachten zo helder mogelijk leert formuleren. Daarvoor is doorvragen nodig. Ik moet een kind dus echt proberen goed te laten verwoorden wat zijn/haar gedachte is. Op deze manier kunnen denkvaardigheden ontwikkelen. Dus niet te snel genoegen nemen met een antwoord, maar echt door blijven vragen. Hierin moet ik nog groeien.

Het was goed dat ik van tevoren al wat vragen had genoteerd; hierdoor kon ik het gesprek goed op gang houden. Ik heb de kinderen naar mijn mening kunnen stimuleren en ze niets opgelegd. Ik heb ook steeds benadrukt 'er is geen goed of fout antwoord'. Het was voor de kinderen een eerste ervaring met een filosofisch gesprek en voor mij was dit ook vrij nieuw. Ik denk dat we dit vooral veel vaker moeten doen, zodat we samen steeds meer inzicht krijgen; dat heb je niet zomaar, dat groeien.

Ik vind dat de kinderen goed naar elkaar hebben geluisterd, hun eigen mening hebben gegeven en goed na hebben gedacht over de vragen die ik stelde. Ik had bijvoorbeeld ook nog de vraag gesteld 'wat maakt jou uniek?' In deze groep zit een meisje dat zich als gothic kleed en dit kon voor haar natuurlijk best confronterend zijn. De kinderen stelden zich heel open op en stelden haar op een gegeven moment ook vragen als 'waarom heb je ervoor gekozen je zo te kleden?' en 'als wij ons allemaal zo zouden kleden, zou je dat leuk vinden?' Dit meisje reageerde hierop dat dit haar juist uniek maakte en ze vond het dus juist leuk dat zij de enige in de klas was. Je zag echt dat de kinderen haar nu beter begrepen en er (denk ik) nu pas echt over nadachten waarom zij zich zo kleedt. Hierdoor hebben ze elkaar dus echt beter leren kennen en beter leren begrijpen. Wanneer ik een dergelijke activiteit vaker met de kinderen doe, kan er zeker meer respect voor elkaar ontstaan. Bovendien verrijken de kinderen hierdoor hun (godsdienstige) identiteit.

Week 5-6 – Respect uiten en overbrengen Begin week 5

Week 5 zijn we begonnen met symbolen; hiermee kan je erg veel zeggen. De kinderen hebben dan ook zelf symbolen bedacht die weergaven wat ze de afgelopen weken over respect hebben geleerd. Ze vonden het over het algemeen moeilijk om zelf symbolen te bedenken; de kinderen zijn toch geneigd om voorbeelden na te tekenen. Uiteindelijk werden er veel hartjes, handen, smiley’s en bloemen getekend.

Week 5 en 6

Ter afsluiting van de gehele lessenserie mochten de kinderen in groepjes posters maken over respect. Op die manier konden ze aan anderen uiten en overbrengen wat ze geleerd hadden. De kinderen zijn hier met veel enthousiasme mee aan de slag gegaan. Tijdens het samenwerken werd ook meteen het onderlinge respect getest, want de kinderen waren het niet altijd met elkaar eens (al mochten ze zelf groepjes vormen). Ik vind dat ze uiteindelijk goed hebben samengewerkt en er zijn mooie posters ontstaan. De symbolen die ze aan het begin van de week hadden ontworpen zag je hier ook op terug. Over het algemeen hebben de kinderen basale dingen weergegeven over hoe je respect kan uiten. Ieder groepje heeft hun eigen poster op een mooi plekje binnen de school opgehangen. Na afloop kon je zien dat de kinderen er echt wel trots op waren.

Dit was echt een mooie, creatieve, opdracht om te uiten wat ze geleerd hadden. Eind week 6

Aan het eind van deze week hebben we samen de posters bekeken en hierop

gereflecteerd. Ter afsluiting mocht ieder kind nog een respectbutton weggeven met een respectboodschap voor iemand die zijn/haar respect verdient. De kinderen hebben hierdoor de positieve reactie ervaren van degene die ze respect hebben gegeven. Dit heeft wederzijds respect denk ik extra gestimuleerd en dit was een mooie afsluiting van de lessenserie.

Als verrassing hebben ze mij namens de hele groep ook een respectbutton gegeven. Dit heeft mij op dat moment best geraakt. De lessenserie heeft denk ik zowel op mijzelf als op de kinderen indruk gemaakt.

In document Respect is toch belangrijk? (pagina 52-58)