• No results found

Respect is toch belangrijk?

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Respect is toch belangrijk?"

Copied!
70
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Avans Hogeschool, Academie voor Pedagogisch onderwijs

Onderzoek kernopgave identiteit

..is toch belangrijk?

Sanne Martens

Klas 4c, leerjaar 2008-2009

Afstudeerwerkstuk voor de akte van bekwaamheid voor een leraar in het

katholiek primair onderwijs.

(2)

Inhoudsopgave

Pagina nr.

Voorwoord

3

Inleiding

4

Theorie

5

• Wat is respect eigenlijk? 5

• Wat wordt er over respect verteld vanuit verschillende invalshoeken? 6

• Welke verbanden en samenhang ontdek ik tussen deze invalshoeken? 9

• Welke visie heeft het Christendom met betrekking tot respect? 12

• Wat vind ik van deze visie? 13

• Hoe zie ik respect terug in verhalen uit het Christendom? 14

• Welke symbolen zijn typerend voor mijn visie? 17

Conclusies; reflectie op de theorie

18

Globale opzet voor de praktijk

19

Praktijk – activiteit met volwassenen

21

Praktijk – activiteiten met kinderen

24

• Beschrijving van de beginsituatie 24

• Beschrijving van de doelen 26

• Overzicht van de activiteiten 28

• Uitwerking van de activiteiten 29

Week 1 – oriëntatie op respect 29

Week 2 – respectonderwerpen en wereldgodsdiensten 33

Week 3 – iedereen heeft waarde, respecteer jezelf en een ander 41

Week 4 – naastenliefde en filosoferen over barmhartig handelen 45

Week 5 en 6 – respect uiten en overbrengen 48 • Reflectie op de uitgevoerde activiteiten 52

Reflectie op de onderzoeksvraag en leerdoelen

58

• Reflectie op mijn onderzoeksvraag vanuit theorie en praktijk 58

Reflectie op mijn verworven competenties voor godsdienst /

levensbeschouwing 59

Reflectie over mijn professionele identiteit

61

Reflectie op het gekregen peergroepfeedback

62

Literatuur

63

Bijlage 1

– Bezinning op professionele identiteit 64

Bijlage 2

– Gesprekken met verschillende mensen uit de directe

(3)

Voorwoord

Aan het begin van dit onderzoek heb ik vanuit mijn godsdienst/levensbeschouwing een reflectie geschreven om dieper in te gaan op ‘wie ben ik als leraar?’ Deze bezinning op professionele identiteit is terug te lezen in bijlage 1.

Hierin kwamen duidelijk mijn waarden en normen naar voren. Vervolgens ben ik vanuit dat opzicht gaan kijken naar verschijnselen en ervaringen in de groep, in de school en in de wereld, die mij raken.

Wat mij echt raakte is dat ik tegenwoordig bij kinderen nog maar weinig respect terug zie; respect voor de leerkracht, maar ook tussen kinderen onderling en tussen verschillende culturen.

Mijn onderzoek is dan ook gericht op het onderwerp/thema respect.

(4)

Inleiding

Het thema respect raakt mij omdat ikzelf respect erg belangrijk vind; ik wil zelf gerespecteerd worden en ik heb ook respect voor anderen en de keuzes van anderen. Ik verwacht daarom van kinderen wederzijds respect.

De mentaliteit is veranderd, kinderen zijn veel mondiger geworden, durven nu gerust ergens tegenin te gaan en dus ook tegen de leerkracht. Hier sta ik van te kijken, want zo heb ik het zelf vroeger niet meegekregen. Kinderen mogen natuurlijk met een leerkracht in discussie gaan wanneer ze het ergens niet mee eens zijn, zolang dit maar respectvol en met waardering gebeurt.

Ik vind het erg dat je tegenwoordig bijna geen respect meer ziet voor de

medemens. Dit zie je in de samenleving (macro), op de gehele school (mezo) maar ook in je eigen klas (micro). Ik wil graag onderzoeken waar dit vandaan komt, wat hierover geschreven wordt en hoe ik dit onder de aandacht van kinderen kan brengen. Want respect is toch belangrijk? Ik vind van wel, maar ik twijfel aan de gedachten van anderen. Uiteindelijk is mijn doel meer respect te creëren tussen de kinderen in mijn stageklas.

Vanuit mijn eigen visie, normen en waarden ben ik dan ook tot de volgende onderzoeksvraag gekomen:

“Respect is toch belangrijk?”

Vervolgens ben ik gaan kijken (ook op levensbeschouwelijk gebied) wat ik nu precies wilde onderzoeken, waaruit de volgende deelvragen zijn ontstaan:

− Wat is respect eigenlijk?

− Wat wordt er over respect verteld vanuit verschillende invalshoeken?

− Welke verbanden en samenhang ontdek ik tussen deze invalshoeken?

− Welke visie heeft het christendom m.b.t. respect?

− Wat vind ik van deze visie?

− Hoe zie ik dit terug in verhalen uit het christendom?

− Welke symbolen zijn typerend voor mijn visie?

Hoe kan ik kinderen leren anderen meer te respecteren? (=> praktijk) Deze deelvragen vormen de leidraad voor mijn onderzoek en geven meteen de opbouw van het theoretische gedeelte weer.

Ik heb bij deze theorie steeds mijn eigen visie hierop weergegeven. Hierbij heb ik me laten leiden door wat ik op mijn stageschool gezien en meegemaakt heb. Mijn stageschool is van origine Rooms-Katholiek, maar er is ruimte voor kinderen met verschillende godsdienstige achtergronden; zo zitten er ook veel allochtone kinderen op deze school. Dit zijn voornamelijk Marokkaanse kinderen. In mijn onderzoek komt dan ook mijn visie naar voren over de houding van met name de Nederlandse en Marokkaanse kinderen zoals ik die gezien en geïnterpreteerd heb. Ik respecteer alle kinderen en dus ook hun geloofsovertuigingen. Omdat ik echter zelf katholiek ben, mijn stageschool van origine katholiek is en ik met dit

onderzoek mijn akte van bekwaamheid voor een leraar in het katholiek primair onderwijs wil halen (in plaats van algemeen levensbeschouwelijk), heb ik mijn onderzoek met name toegespitst op het Christendom.

(5)

Theorie

Wat is respect eigenlijk?

Literatuur:

res·pect het; eerbied, ontzag1

Respect betekent aanzien, eerbied of waardering, die men heeft voor (of ontvangt

van) iemand vanwege zijn kwaliteiten, prestaties of vaardigheden. Het woord betekent oorspronkelijk "omzien naar", en vandaar "rekening houden met".

In het burgerlijk taalgebruik wordt respect vaak verbonden aan iemands positie op de maatschappelijke ladder of de mate waarin iemand een maatschappelijke waardering heeft weten op te roepen.

Men kan respect opbrengen voor iemands opvattingen of rechten, of voor materiële zaken zoals andermans eigendom.

-Zo kan men de opvattingen van een ander respecteren, ook als men die opvattingen niet deelt. Men laat dan de ander in zijn waarde.

-

Wanneer men respect voelt voor de uitzonderlijke kwaliteiten van een persoon, bijvoorbeeld voor de grote virtuositeit van een violist, dan gaat de waardering zelfs over in ontzag.2

Mijn mening:

Voor mij betekent respect 'rekening houden met', 'de ander in zijn waarde laten' en eerbied voor iemand hebben / waardering tonen naar elkaar. Val een ander niet zomaar af en waardeer elkaars mening. Probeer je in te leven in de ander.

Wat betreft iemands positie op de maatschappelijke ladder; ik ben van mening dat je ook respect kan hebben voor iemand die lager op de maatschappelijke ladder staat. Hoe gaat die persoon met het leven om? Je positie brengt een mate van respect met zich mee, maar mensen kunnen je ook respecteren om wie je bent, om de keuzes die je maakt, om jou als persoon. Ik vind het dan ook belangrijk dat de kinderen in mijn klas respect hebben voor mij als hun lerares, maar ook voor mij als persoon.

De mate van respect dat kinderen tonen is denk ik sterk afhankelijk van de opvoeding; wat hebben ze van huis uit meegekregen? Ik heb het bijvoorbeeld meegemaakt dat ik een kind vroeg iets te doen, waarop dit kind antwoordde 'neuj!' Of kinderen die in de klas zitten met een houding van 'ik heb schijt aan alles, ik doe toch niet wat jij zegt'. Dat hebben ze dan misschien meegekregen, maar persoonlijk vind ik dat echt

respectloos.

1 Bron: http://www.vandale.nl/vandale/opzoeken/woordenboek/?zoekwoord=respect 2 Bron: http://nl.wikipedia.org/wiki/Respect

(6)

Wat wordt er over respect verteld vanuit verschillende

invalshoeken?

Ik heb gezien, en tijdens de stage ondervonden, dat er tegenwoordig minder respect is voor de leerkracht. In de samenleving in zijn algemeen lijkt het alsof ik minder respect terug zie. Is ons ego belangrijker geworden dan de medemens? Zijn onze opvattingen in de loop van de tijd echt veranderd? Spelen geloofsovertuigingen nog een belangrijke rol? Op deze vragen hoop ik nu antwoord te vinden, door 'respect' vanuit verschillende invalshoeken te bekijken; wat ligt hieraan ten grondslag?

In de literatuur vond ik hierover het volgende (in eigen woorden):

Historisch

In de tijd dat mijn ouders nog op de basisschool zaten stonden we echt versteld om bepaalde uitlatingen (zoals 'kutmarokkanen'), nu zijn dergelijke termen

ingeburgerd. De grenzen zijn dus duidelijk verlegd.

Wanneer kinderen vroeger van de leraar straf kregen, kregen ze dat thuis daarom nog een keer van de ouders. Tegenwoordig komen de ouders verhaal halen op school en wordt de leraar dus in twijfel getrokken.

Opvattingen over goed en kwaad, tussen gepast en ongepast zijn in de loop der tijd door verschillende invloeden gewijzigd/vervaagd. Handelingen en situaties, waar ik nog een morele waarde aan zou toekennen, vindt de (meeste) jeugd van

tegenwoordig niet meer belangrijk. Dat komt onder andere omdat onze kijk op medemensen is veranderd. Vroeger gebeurde alles veelal maatschappelijk, tegenwoordig bepaalt ieder individu voor zichzelf. Wat daarop van invloed is zijn veranderingen in concrete leefomstandigheden, het klimaat, de economie, de handel en de wetenschap en techniek.

Een beschouwende houding, belangrijk tot in de Middeleeuwen, is vervangen door een houding van steeds maar weer willen ingrijpen en verbeteren. Door de

wetenschap en techniek krijgen we steeds meer greep op de omgeving. Het aanzien van de wereld is veranderd. We zijn daardoor in een omgeving komen te leven die niet alleen in haar verschijning, maar ook in haar organisatie anders is dan ooit. Hierdoor maken oude morele vragen en dilemma's plaats voor nieuwe. Daarnaast was er de ontzuiling, ontkerkelijking en de opkomst van de

communicatiemedia. Voor tal van mensen is het heden ten dag zo dat moraal niet meer met godsdienst of religie is verbonden. Maar godsdienst was ooit wel het fundament van de moraal. Goed was immers datgene wat door God gewild werd en dat wat Hij wilde, vertelde de kerk of konden de mensen zelf lezen in Zijn Woord. Ieder was voor zijn daden aan Hem verantwoording schuldig. Godsdienst was de innige verbinding tussen moraal en religie. Deze overtuiging zijn in de loop der tijd de meeste mensen kwijtgeraakt. Dat is niet van de ene op de andere dag gebeurd. Dit proces heeft eeuwen in beslag genomen. Heel langzaam is de moraal losgeraakt uit de religieuze grond. Velen zijn daar gelukkig mee en hebben niet het gevoel dat hun normen en waarden daardoor in de lucht zijn komen te hangen. Andere maken zich zorgen. Zij vrezen dat als God, Schepper en Rechter niet meer bestaat, alles geoorloofd is. Deze verandering op onze morele overtuigingen kan immers tot nieuwe wet- en regelgeving leiden.

Politiek

Zijn de ouders of is de samenleving verantwoordelijk voor opvoeding? Politieke partijen denken hier verschillend over. Feit is wel dat het aantal probleemjongeren sterk toeneemt; de regie ontbreekt. Het kabinet vindt dat we ongewenst gedrag

(7)

van jonge kinderen tijdig moeten corrigeren. De regering wil ouders dwingender aanspreken op het gedrag van hun kinderen. Het kabinet roept nadrukkelijk op tot meer onderling respect. Hieruit komt naar voren dat er in de loop der tijd veel veranderd is. De politiek zoekt oplossingen in onderzoeken en rapporten, terwijl er ondertussen bijzonder weinig aan dit probleem wordt gedaan. Respect, veiligheid en vertrouwen zijn kernwaarden. Strenger optreden van de overheid is hard nodig. Op die manier kan het gevoel van vertrouwen tussen burgers en de overheid weer worden versterkt.

Cultureel

Door de media zien we beelden van uiteenlopende levenswijzen en krijgen we soms zeer tegenstrijdige morele boodschappen. Deze confrontatie met verschillende culturen draagt bij aan het uiteenvallen van het geweten. Traditionele

gemeenschappen zijn vervangen door verschillende, stedelijke levenswijzen. Vroeger leefden we in een omgeving met een homogene opvatting, nu is daar geen sprake meer van.

Onze samenleving wordt steeds meer multicultureel. Dit leidt tot een toename aan leefstijlen en de komst van allochtonen. Hierdoor worden we geconfronteerd met andere opvattingen dan we gewend zijn. Abstracte waarden delen we, maar normen en gewoonten niet altijd.

In bijvoorbeeld een sterk hiërarchisch georiënteerde samenleving zal men het als onaanvaardbaar aanmerken wanneer een hoger geplaatste niet met de nodige rituelen wordt benaderd. En binnen een samenleving waar men van mening is dat (ook vanuit godsdienst) de ongelijkheid tussen man en vrouw meer dan alleen de lichamelijkheid betreft, zal men een gelijke behandeling van man en vrouw als zonde zien.

Sociaal-maatschappelijk

Een persoon leeft in verbanden met andere mensen. Je kan in bepaalde verbanden terechtkomen, dit kan door toeval, maar ook door de keuzes die je in de loop van je leven maakt. Verbanden waar je automatisch (per toeval) in terechtkomt zijn bijvoorbeeld het gezin, de basisschool en de (politieke) gemeenschap. Hierin handel en oordeel je en laat je je leiden door waarden. Iedereen in de

gemeenschap heeft bepaalde rechten en plichten en deze hebben consequenties wanneer je ze niet navolgt.

Respect is een belangrijke waarde die ook in de gemeenschap van belang is. In de jongerencultuur wordt respect echter wat anders opgevat: ‘iemand in zijn waarde laten’, met de negatieve bijbetekenis: ‘tonen dat je niet op iemand neerziet’. Vaak gaat het om het eisen van respect. Respect wordt afgedwongen; wie respect eist, wil niet worden tegengesproken. Men gaat het conflict aan met het doel te winnen. De nieuwe norm wordt dan respect krijgen in plaats van respect geven. Dit is ook zo bij Marokkaanse jongeren in de straatcultuur. Zij leren elke dag om voor zichzelf op te komen met geweld of dreigementen. Ze willen aan elkaar laten zien wie de grootste bek heeft en de mooiste spullen. Publiek hebben ze nodig om te laten zien wie het meeste macho is. Er is vaak geen binding meer met familie, moskee of onderwijs.

Doordat de betekenis van het woord respect veranderd en doordat steeds meer jongeren respect eisen, zal de criminaliteit, het vandalisme en het geweld

toenemen. Nog meer oorzaken hiervan zijn de bevolkingsgroei, de industrialisering, de informatisering en de toenemende arbeidsindeling. Mensen komen steeds

minder met elkaar in contact, waardoor er vervreemding ontstaat en men elkaar niet meer herkent als medemens. Zoals eerst 'meeleven' centraal stond, staat nu

(8)

‘naast elkaar leven’ centraal.

Pedagogisch

Je moet de verschillen tussen jou en je kind begrijpen. En je kind moet begrijpen wat het is om dingen met jou te ondernemen. Dan krijg je een relatie, gebaseerd op wederzijds respect. En respect is binnen de opvoeding heel belangrijk, want als dat ontbreekt, zal je kind jouw lessen niet aannemen.

Voorbeelden van goede gewoonten die we al snel bij kinderen veronderstellen zijn regels respecteren, respect hebben voor jezelf, rekening houden met anderen, respect tonen voor wat een ander kan enzovoorts. Het gaat erom dat kinderen goede gewoonten en vaardigheden worden bijgebracht. Als dat lukt zijn kinderen moreel competent.

Kinderen leren eerst dàt er waarden en normen zijn door ze met regels/normen te confronteren; er wordt betekenis gegeven aan hun gedrag. Door de reacties op hun gedragingen krijgen ze inzicht dat er regels zijn. Vervolgens gaan ze deze regels zelf in de praktijk brengen. Ze krijgen begrip van het 'hoe'; ze gaan handelen volgens normen. Hierbij volgen ze het voorbeeld van de opvoeder. Tijdens de basisschooltijd wordt dit handelen steeds adequater en doen kinderen praktische kennis op omtrent waarden. Waarden en normen worden geleerd in samen doen. De opvoeder geeft gaandeweg ook redenen, zegt waarom je dingen zus en zo behoort te doen. Wat we jonge kinderen in de eerste plaats willen leren, is dat ze anderen behandelen zoals ze zelf ook behandeld willen worden (“zedenwet”). Als we kinderen waarden en normen willen bijbrengen, moeten we ze ook morele emoties aanleren. Deze dagen immers uit tot handelen. Morele emoties horen bij de mens. Kinderen kunnen later reflecteren op datgene wat geleerd is, op eigen gewoonten en morele keuzes die ze maken.

Economisch

Vooral in buurten waar veel lager opgeleiden en migranten wonen zie je de problematiek terug. Mijn stageschool staat ook in een wat minder welvarender buurt met veel migranten, en hier zie ik dit dan ook terug. Op andere scholen in de gemeente is dit veel minder. Deze scholen staan in (over het algemeen)

welvarender buurten en hier zie je bijvoorbeeld vrijwel geen allochtone kinderen. Ik denk dat de economische situatie dus ook meespeelt.

Levensbeschouwelijk

Tot moraal rekenen velen ook godsdienstige en/of levensbeschouwelijke waarden en inzichten. Het 'geweten' is bijna twee millennia lang in de christelijke traditie verbonden geweest met schuld tegenover God en zondebesef. Pas vanaf de derde eeuw na Christus verbond het christendom het geweten met de 'stem van God', een 'rechterstoel' en een 'Laatste Oordeel', en ook met een individueel ingeschapen ziel.

Mondiale invloeden

Dat het heden ten dage toch mogelijk blijkt om als burgers samen te leven, is te danken aan de rol die de waarden tolerantie, solidariteit en vrijheid spelen. Die rol is van zo'n groot belang dat deze waarden zijn vastgelegd in onze Grondwet.

Dezelfde rechten vinden we ook in het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens en de Fundamentele Vrijheden (1950) en de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (1948). Deze laatste is door alle landen ter wereld

(9)

Welke verbanden en samenhang ontdek ik tussen deze

invalshoeken? (conclusies)

Ik heb 'respect' nu verklaard vanuit verschillende invalshoeken, alleen is het nu nog niet zinvol voor mezelf. Ik wil deze inzichten nu verklaren en verbinden middels het

(bio)ecologisch model van Bronfenbrenner. Hoe hangen deze invalshoeken samen op micro-, mezo- en macro-niveau ook gezien vanuit het chronosysteem (historische veranderingen)? Iedere laag heeft immers een andere omgevingsinvloed.

Op deze manier haal ik conclusies uit het voorgaande theoretische deel.

Micro-niveau

Het gezin is een verband waarin je automatisch terechtkomt, deze heb je niet voor het kiezen.

Als ouder moet je een relatie met je kind opbouwen, gebaseerd op wederzijds respect. Als dat binnen de opvoeding ontbreekt, zal je kind jouw lessen niet aannemen en kan je hem/haar als opvoeder dus niks leren.

Taak van de ouders (en leerkrachten) is om kinderen goede gewoonten en

vaardigheden bij te brengen; moreel competent maken. Dit doe je door het goede voorbeeld te geven, regels te stellen en betekenis te geven aan hun gedrag; leren dàt er waarden en normen zijn. Vervolgens gaan kinderen deze regels zelf in de praktijk brengen. Ze krijgen begrip van het 'hoe'; ze gaan handelen volgens normen. Hierbij volgen ze dus het voorbeeld van de opvoeder.

Kinderen zien daarnaast ook de gedragingen van vriendjes en nemen die over, via de media zien ze beelden van uiteenlopende levenswijzen en krijgen ze

tegenstrijdige boodschappen. Het is aan de opvoeder om hier goedkeuring of afwijzing aan te verbinden. Wanneer de relatie met je kind goed is kan je dan je normen en waarden overbrengen. Kinderen krijgen dus eenzijdig (alleen vanuit de ouders) te horen wat belangrijk is in het leven en wat goed en kwaad is. Kinderen kunnen later reflecteren op datgene wat geleerd is, en eigen morele keuzes maken.

De opvoeding is wel cultureel, geografisch (woon je in een grote stad of op het platteland?) en godsdienstig bepaald en dus ook de normen en waarden die kinderen aangeleerd krijgen. Kinderen met Nederlandse ouders zullen andere waarden en normen aanleren dan bijvoorbeeld kinderen met Marokkaanse ouders. Zij zullen ook andere waarde toekennen aan respect. Om een voorbeeld te noemen is de positie van de vrouw bij de Marokkaanse cultuur heel anders dan bij ons. Daarnaast is het binnen die cultuur vooral respect krijgen in plaats van respect geven. Dergelijke opvattingen krijgen die kinderen dus van jongs af aan mee en worden er 'met de paplepel ingegoten'.

Mezo-niveau

De basisschool wordt gekozen door de ouders en is dus een gekozen verband waarin je terecht komt. De school handelt volgens een visie/concept, al dan niet

godsdienstig bepaald. Kinderen krijgen dan hieraan verbonden waarden en normen aangeleerd. Op basisscholen is wederzijds respect een belangrijke waarde.

Kinderen leren met elkaar om te gaan, regels respecteren, respect hebben voor zichzelf, rekening houden met anderen, respect tonen voor wat een ander kan enz. Een belangrijk verschil tussen vroeger (toen mijn ouders nog op de basisschool zaten) en nu, is dat wanneer de kinderen vroeger van de leraar straf kregen, ze thuis daarom nog een keer straf kregen van de ouders. Tegenwoordig komen de ouders verhaal halen op school en wordt de leraar dus in twijfel getrokken. Naar mijn mening is de invloed en status van de school in de loop der tijd dus verzwakt.

(10)

Persoonlijk vind ik dat een kwalijke constatering, want het respect tegenover de leerkracht is verminderd. Maar wij als leerkrachten proberen kinderen toch juist goede dingen te leren?

Kinderen komen op de basisschool ook voor het eerst echt in aanraking met andere opvattingen (dan van hun ouders) en, wanneer er kinderen met verschillende culturele achtergronden op één school zitten, met andere culturen. Hier zie je dus ook verschillende omgangsvormen. Het gedrag kenmerkt zich aan de

omgangsvormen die ze van huis uit hebben mee gekregen. Scholen proberen hierop in te spelen en het gedrag toch om te buigen volgens de visie die zij nastreven. Dit kan al voor conflicten/morele botsingen zorgen. De basisschool is wat dat betreft denk ik een goede afspiegeling van de samenleving.

Wat ik op mijn stageschool terug heb gezien, en wat mij echt heeft verwonderd / betreurd is dat ik bij veel Marokkaanse jongens al vanaf lage groepen een houding terug zie alsof ze alles maar kunnen maken (bij de meisjes minder, want die zijn ondergeschikt binnen deze cultuur). Daarnaast zullen ze nooit de schuld op zich nemen, het is altijd 'ja, maar hij..' Het is niet zo dat alleen de Marokkaanse kinderen dit doen (al zie ik dit bij hen in extreme mate), bij de Nederlandse kinderen zie je dit ook steeds vaker terug. De mentaliteit is dan ook veranderd; kinderen gaan tegen je in, hebben een grote mond en lijken zich nergens meer voor te schamen.

Het aangeleerde gedrag uit het micro-niveau (respect krijgen in plaats van geven) beïnvloed dus zeker de omgang in het mezo-niveau en dit zie je ook duidelijk terug in de maatschappij (macro-niveau).

Het zou een grote overwinning zijn om bij kinderen op de basisschool (bij alle kinderen, dus zowel Nederlandse als allochtone) meer respect voor anderen (respect geven) bij te kunnen brengen. Wanneer we dít met z'n allen voor elkaar krijgen kunnen we denk ik pas zorgen voor een betere samenleving; meer respect voor elkaar en met name voor elkaars (culturele) verschillen. De kinderen van nu zijn immers de samenleving van later.

Macro-niveau

De grenzen zijn duidelijk verlegd. Dat komt onder andere doordat onze kijk op medemensen is veranderd. Vroeger gebeurde alles veelal maatschappelijk,

tegenwoordig bepaalt ieder individu voor zichzelf. Daarnaast was er de ontzuiling, ontkerkelijking en de opkomst van de communicatiemedia. De maatschappij was vóór die tijd veel meer godsdienstig bepaald; goed was met God verbonden. Deze overtuiging leeft nu over het algemeen niet meer. Hierdoor lijkt het soms alsof alles geoorloofd is. Vroeger leefden we in een omgeving met een homogene opvatting, nu is daar geen sprake meer van.

Van de andere kant speelt bij andere culturen godsdienst juist wel een grote rol (denk bijvoorbeeld aan de Islam). Alleen botst dit door de radicaliteit vaak met onze cultuur.

De samenleving is multicultureel. Dit leidt tot een toename van leefstijlen en de komst van allochtonen. Hierdoor worden we geconfronteerd met andere

opvattingen dan we gewend zijn. Abstracte waarden delen we, maar normen en gewoonten niet altijd.

De opvattingen van deze verschillende mensen worden voornamelijk op micro-niveau bepaald, op mezo-micro-niveau lijdt dit al tot botsingen, waarna het op macro-niveau vaak helemaal mis gaat.

Maar het komt niet alleen vanuit de opvoeding, het zijn ook eigen beslissingen beïnvloed door vrienden, een mentaliteit dat overal kritiek tegen geuit mag

worden en zich afzetten tegen de geldende waarden en normen, eigenlijk weer dat gedrag van 'ik kan alles maken'. Opvattingen zijn veranderd en waarden vervagen.

(11)

Handelingen en situaties, waar ik (met name door mijn opvoeding) een morele waarde aan zou toekennen, vinden de meeste jongeren nu niet meer belangrijk. Er komen dan ook steeds meer 'probleemjongeren' en men wil middels gevechten respect krijgen (in plaats van geven). Doordat de betekenis van het woord respect dus verandert, doordat steeds meer jongeren respect eisen neemt de criminaliteit, het vandalisme en het geweld in de maatschappij toe. Zoals eerst ‘meeleven’ centraal stond, staat nu ‘naast elkaar leven’ centraal.

Iedereen in de gemeenschap heeft bepaalde rechten en plichten en deze hebben consequenties wanneer je ze niet navolgt. Hoe kan het dan dat de overheid deze 'probleemjongeren' geen halt toe kan zeggen?

Willen we de samenleving echt ten goede veranderen, dan moeten we denk ik sterk op basisscholen (mezo-niveau) beginnen met het zorgen voor wederzijds respect. Waar het echter vaak fout gaat is net na de basisschool. Dan gaan kinderen zich afzetten en krijgen hier ook de kans voor doordat op middelbare scholen de sociaal-emotionele ontwikkeling minder in de gaten gehouden wordt.

Laten we dan als leerkrachten in ieder geval zorgen dat de basis goed is. Want zoals ik al zei, naar mijn mening is het tegenwoordig een overwinning wanneer we op de basisschool kinderen meer respect voor anderen (respect geven) bij kunnen brengen. Dat is toch wel een doel wat ik persoonlijk na wil streven.

Respecteer elkaar en accepteer elkaars verschillen. Maar misschien verschillen we juist niet zo veel als dat we denken. Kunnen we niet op een andere manier naar elkaar leren kijken?

Hier zou ik met kinderen middels filosofische activiteiten graag aan willen werken. En kan de christelijke levensvisie hier niet een belangrijke rol in spelen? Een belangrijke christelijke waarde is toch naastenliefde en dus wederzijds respect?

(12)

Welke visie heeft het Christendom met betrekking tot respect?

Mijn stageschool is van origine Rooms-Katholiek, maar er is ruimte voor kinderen met verschillende godsdienstige achtergronden; zo zitten er ook veel allochtone kinderen op deze school. Dit zijn voornamelijk Marokkaanse kinderen. Ik respecteer deze kinderen en dus ook hun geloofsovertuigingen. Omdat ik echter zelf katholiek ben, mijn

stageschool van origine katholiek is en ik met dit onderzoek mijn akte van bekwaamheid voor een leraar in het katholiek primair onderwijs wil halen (in plaats van algemeen levensbeschouwelijk), zal ik mijn onderzoek toespitsen op het Christendom.

Ik wil nu nagaan welke visie het Christendom heeft met betrekking tot respect, want een belangrijke christelijke waarde is toch naastenliefde en dus wederzijds respect?

Respect is een heel belangrijk punt binnen het Christendom; zonder respect voor elkaar valt de betekenis en geheel van het Christendom weg. Je ziet dit terug in de tien geboden, deze worden afgesloten met de volgende woorden: ‘Heb u naaste lief als u zelf.' Je kunt dit lezen als respect naar en voor elkaar zoals je bent. De drie fundamentele aspecten van het christelijke levensgevoel zijn hoop, geloof en liefde, of 'verbondenheid beleven', 'fundamenteel vertrouwen' en

'transcendentie zien'. Onder verbondenheid beleven verstaat men liefde voor mensen en voor alles wat bestaat, of terwijl naastenliefde.

Respect betekent achting, eerbied en waardering, maar de invulling daarvan verschilt nogal in de diverse culturen en tijden. Voor de oudere generatie wordt respect anders ingevuld dan voor de jongeren.

Rooms Katholieken gronden het respect voor anderen op het geloof dat God de schepper is. Je hoeft het niet altijd eens te zijn, maar je kunt toch eerbied opbrengen voor een ander.

De Bijbel spreekt met veel respect over de ouderdom (“eert uw vader en uw moe-der”). Dit zie je terug in de hele Bijbelse visie op de samenleving.

De Bijbel neemt het ook op voor zwakkeren, alleenstaanden en vreemdelingen. Veel wetten van Mozes waren bedoeld om kwetsbare groepen in de samenleving te beschermen. Ruth mag bijvoorbeeld gratis aren rapen op de akker van Boaz om zichzelf en haar schoonmoeder van eten te kunnen voorzien.

Paulus zeg bijvoorbeeld: “Je moet de ander uitnemender achten dan onszelf.” Daar heeft respect ook mee te maken.

Het is echter niet zo dat je in de Bijbel alleen maar respect terug ziet. Je ziet een realistisch beeld van samenleven en leest bijvoorbeeld hoe volken onderdrukt of gediscrimineerd worden. Maar wél met de oproep daar iets aan te doen, dat niet te tolereren. Heb respect!

(13)

Wat vind ik van deze visie?

Het aspect naastenliefde vind ik erg mooi en belangrijk. Dit betekent automatisch dat mensen elkaar moeten respecteren. Je ziet dit aspect bovendien in veel verschillende verhalen terug.

Wanneer je Bijbelverhalen leest en gaat zoeken naar de diepere betekenis en de zin van het verhaal voor jezelf zie je respect voor de ander bijna altijd terug komen. Dit zit dus eigenlijk in de 'algemene boodschap' van het Christendom. Want zelfs wanneer allerlei vormen van onrecht en kwaad worden beschreven is de boodschap ‘doe hier iets aan, heb je naaste lief, heb respect!’ Hier zouden we tegenwoordig ook meer aan moeten denken; de realiteit toont helaas vaak anders.

Die boodschap vind ik persoonlijk wel erg mooi en streef ik graag na. Ik vind het ook belangrijk om deze over te brengen. De Bijbel ondersteunt hierin eigenlijk mijn visie. Verhalen waarin respect en naastenliefde nadrukkelijk naar voren komt spreken mij wel meer aan dan verhalen over onrecht en kwaad. Ik lees liever over hoe het zou moeten zijn, een utopie..

(14)

Hoe zie ik respect terug in verhalen uit het Christendom?

‘In gesprek’ met een verhaal uit de kinderbijbel dat mij erg aanspreekt:

Een mens die wilde helpen

(Lucas 10)

Vertaling van 'De BarmHartige Samaritaan' (Lucas10: 25-37)

Jezus en zijn vrienden waren al een eind op weg. Ze waren al dicht in de buurt van Jeruzalem. In een van de dorpen onderweg kwam een man naar hen toe.

'U bent Jezus,' zei hij. 'Van Nazaret of zo? Ik kom uit Jeruzalem. Ik ben een bijbelgeleerde bij de grote tempel in Jeruzalem. Ja, we hebben zo al wat van u gehoord, maar ik zou u graag enige vragen willen stellen. Zou dat kunnen?'

Er kwamen allemaal mensen omheen staan. Want als zo'n knappe man Jezus moeilijke vragen zou stellen, dan kon het spannend worden. Er was één koopman die niet

meeluisterde. Het was een norse man. Hij liep aan de overkant voorbij. Hij haalde zijn schouders op.

'Let maar niet op hem,' zei de geleerde man. 'Dat is een van de Samaritanen. Die vinden Jeruzalem niet goed genoeg. Ze hebben een eigen, heilig gebouw. Die Samaritanen zijn zo ouderwets, die lezen alleen de oudste stukken van de bijbel. Maar ik, ik kom uit Jeruzalem, en dat is de belangrijkste plaats voor God. En ik vraag u: Wat moet ik doen om gedaan te krijgen dat ik heel dicht bij God leef?'

'Makkelijke vraag,' zei Jezus. 'Wat staat er in de bijbel?'

'Hou van God en van wie je naaste is,' zei de man, 'dat weet ik heus wel.' 'Goed zo,' zei Jezus. Doe dat, dan krijg je gedaan dat je echt leeft.'

'Ja maar,' zei de man, 'van God houden, dat weet ik wel, maar wie is nou mijn naaste? Is dat degeen die naast mij is? Is dat maar iedereen, een goddeloos en slecht mens ook?' 'Goede vraag,' zei Jezus, 'je zult het wel merken.'

Toen vertelde Jezus dit verhaal: 'Iemand loopt over de weg van Jeruzalem naar Jericho. Hij heeft goed verdiend in Jeruzalem. Maar in de bergen wonen mannen die tegen de Romeinse soldaten vechten. Ze hebben geld nodig voor wapens en eten. Die mannen overvallen hem, slaan hem neer en gaan er met het geld vandoor. Ze laten hem half dood liggen. Dan komt er een priester langs. Hij heeft in de tempel van Jeruzalem van alles voor God gedaan. Daar denkt hij nog over na want het is belangrijk. Dan ziet hij de man liggen. Die man kan wel dood zijn, denkt hij. Laat ik hem niet aanraken. Dat mag niet als ik net uit de tempel kom. Het is vies. En hij loopt aan de overkant van de weg voorbij.

Achter hem aan komt even later nog een hulp van de priester. Die ziet de man ook liggen. Die man kan wel dood zijn, denkt hij. Ik heb net in de tempel met schone handen gouden schalen voor God gedragen. Dan mag ik mijn handen niet vuil maken. Ook hij loopt aan de overkant van de weg voorbij.

Maar nu komt er zo'n Samaritaan langs, zo iemand die een hekel heeft aan al dat gedoe in Jeruzalem.

Die ziet de man en denkt alleen maar: Ik hoop dat hij in leven blijft.

Hij zorgt voor hem. Hij tilt hem op zijn ezel en neemt hem mee naar een pension waar voor hem gezorgd wordt. De Samaritaan betaalt alles vooruit en gaat gauw verder.'

'En zo,' zei Jezus tegen de geleerde man, 'kan het mij niet schelen wie voor jou je naaste is. Maar als jij die man bent die neergeslagen is, wie is dan het dichtst bij je? Wie hoort het meest bij jou?

'Die eh Samari... ik bedoel die geholpen heeft,' zei de bijbelgeleerde. 'Dat dacht ik ook,' zei Jezus.

(15)

Dit verhaal stond in de kinderbijbel en inspireert dus mensen. Dit verhaal heeft mij van begin af aan geboeid, en in zekere zin ook geïnspireerd. Ik zal het eerst nader proberen te verklaren; verwoorden hoe ik het verhaal opvat, wat mijn interpretaties zijn:

Mijn verklaring van het verhaal:

De bijbelgeleerde zegt: 'Ja, we hebben zo al wat van u gehoord, maar ik zou u graag enige vragen willen stellen. Zou dat kunnen?'

=> Hij wil naar mijn mening Jezus dus op de proef stellen en zelf ondervinden wat Jezus te zeggen heeft.

Er was één koopman die niet meeluisterde. Het was een norse man. Hij liep aan de overkant voorbij. Hij haalde zijn schouders op.

'Let maar niet op hem,' zei de geleerde man. 'Dat is een van de Samaritanen. Die vinden Jeruzalem niet goed genoeg. Ze hebben een eigen, heilig gebouw. Die Samaritanen zijn zo ouderwets, die lezen alleen de oudste stukken van de bijbel. Maar ik, ik kom uit Jeruzalem, en dat is de belangrijkste plaats voor God. En ik vraag u: Wat moet ik doen om gedaan te krijgen dat ik heel dicht bij God leef?'

=> Deze geleerde voelt zichzelf kennelijk beter dan de Samaritanen, zij zijn

ondergeschikt. Er is denk ik ook strijd/conflict tussen de Joden en de Samaritanen. Daarnaast voelt de geleerde zich beter omdat hij uit Jeruzalem komt. Maar het maakt toch niet uit waar je vandaan komt? Dat is iets wat Jezus de bijbelgeleerde in dit verhaal ook duidelijk probeert te maken (tenminste, zo interpreteer ik het).

'Wat moet ik doen om gedaan te krijgen dat ik heel dicht bij God leef?' 'Makkelijke vraag,' zei Jezus. 'Wat staat er in de bijbel?'

'Hou van God en van wie je naaste is,' zei de man, 'dat weet ik heus wel.' 'Goed zo,' zei Jezus. Doe dat, dan krijg je gedaan dat je echt leeft.'

'Ja maar,' zei de man, 'van God houden, dat weet ik wel, maar wie is nou mijn naaste? Is dat degeen die naast mij is? Is dat maar iedereen, een goddeloos en slecht mens ook?'

=> De Bijbelgeleerde weet dus goed wat er in de bijbel staat, maar kan het toch niet goed verklaren, want hij begrijpt het niet. Hij staat er denk ik niet open genoeg voor. Zijn blik is niet ruim genoeg om te begrijpen wie je naaste is, want hij vat het op als degene die naast je staat, met wie je omgaat. Hij wil eigenlijk dat dit alleen mensen zijn met hetzelfde geloof en mensen die volgens hem goed leven. Vandaar de vraag 'is dat maar iedereen, een goddeloos en slecht mens ook?' Dat kan hij niet goed begrijpen. Daarom legt Jezus dit uit middels het verhaal over de Samaritaan.

'Dan komt er een priester langs. Hij heeft in de tempel van Jeruzalem van alles voor God gedaan. Daar denkt hij nog over na want het is belangrijk. Dan ziet hij de man liggen. Die man kan wel dood zijn, denkt hij. Laat ik hem niet aanraken. Dat mag niet als ik net uit de tempel kom. Het is vies. En hij loopt aan de overkant van de weg voorbij.

Achter hem aan komt even later nog een hulp van de priester. Die ziet de man ook liggen. Die man kan wel dood zijn, denkt hij. Ik heb net in de tempel met schone handen gouden schalen voor God gedragen. Dan mag ik mijn handen niet vuil maken. Ook hij loopt aan de overkant van de weg voorbij.'

=> Jezus zal niet voor niets verteld hebben dat er priesters voorbij kwamen. Van een priester zou je toch juist verwachten dat hij hulpbehoevende mensen (ongeacht

(16)

geloof e.d.) helpt, dat is toch zijn taak? Hoeveel heb je nu over voor je naaste? Zelfs deze (Joodse) priesters hebben dus niet genoeg over voor de naaste, want ze laten de man liggen. Ze willen niet onrein worden, want priesters hebben de taak om rein te blijven. Maar ze zijn toch al klaar, want ze lopen toch van de tempel weg? Waarom helpen ze de man dan niet? Kennelijk vind ze reinheid belangrijker dan de man. Ze volgen dus niet hun hart, maar ze gaan alleen uit van wat hun taak is.

Daarnaast zie je dat de hulp van de priester in de voetsporen van zijn heer (de priester) treedt, want ze laten hem allebei liggen.

'Maar nu komt er zo'n Samaritaan langs, zo iemand die een hekel heeft aan al

dat gedoe in Jeruzalem. Die ziet de man en denkt alleen maar: Ik hoop dat hij in leven blijft. Hij zorgt voor hem. Hij tilt hem op zijn ezel en neemt hem mee naar een pension waar voor hem gezorgd wordt. De Samaritaan betaalt alles vooruit en gaat gauw verder.'

=> Nu begint Jezus dus over een Samaritaan, over het volk dat de Joden, waaronder de bijbelgeleerde, zo haten. De Samaritaan had dus haast, en toch helpt juist híj de man. De Samaritaan vind al dat 'gedoe' in Jeruzalem maar onnodig en volgt puur zijn hart. Het komt over alsof voor hem het helpen van een ander (ongeacht wie het is of wat zijn geloof is) de normaalste zaak van de wereld is, hij ziet dat dus eigenlijk als zijn plicht. Hij toont dus pas echt naastenliefde, aan iedereen en niet alleen aan mensen met hetzelfde geloof als hemzelf.

'En zo,' zei Jezus tegen de geleerde man, 'kan het mij niet schelen wie voor jou je naaste is. Maar als jij die man bent die neergeslagen is, wie is dan het dichtst bij je? Wie hoort het meest bij jou? 'Die eh Samari... ik bedoel die geholpen heeft,' zei de bijbelgeleerde. 'Dat dacht ik ook,' zei Jezus.'

=> De bijbelgeleerde durft nu niet meer minachtend over de Samaritanen te praten en durft deze zelfs niet meer zo te noemen. Jezus heeft hem eigenlijk in laten zien dat je niet alleen met de bijbel en met het 'echte geloof' bezig moet zijn; je moet je hart volgen. Het gaat om naastenliefde, ongeacht wie dat dan is. Het gaat om wat jij voor anderen kan betekenen.

Hoe komt respect in dit verhaal naar voren?

In dit verhaal komt sterk naar voren dat naastenliefde heel belangrijk is, en dat je naaste iedereen is, ook al heeft iemand een ander geloof. Het maakt juist helemaal niet uit wat het geloof van die persoon is, of waar diegene vandaan komt. Het gaat erom dat deze man ook een mens is, een medemens die hulp nodig heeft. Je moet elkaar

liefhebben en helpen, heb respect voor elkaar en beschouw elkaar als medemens en niet als 'iemand die ik niet help, want hij is niet gelijk aan mijzelf'. Kijk ook niet naar wat (toevallig) je taak is, maar volg je hart.

Dit verhaal heeft mij een goede richting gegeven hoe je op een andere manier naar elkaar kan leren kijken. Het heeft mijn blik over naastenliefde ondersteund, maar daarnaast zeker verhelderd/verruimd.

(17)

Welke symbolen zijn typerend voor mijn visie?

Er komen voor mij in bovenstaand verhaal geen echte hele duidelijke symbolen naar voren. Ik denk dat veel symboliek door de vertaling naar kinderen uit het verhaal weggelaten is.

Het gaat mij vooral om de boodschap en om de waarde die ik hieraan hecht. Dat heb ik hierboven al proberen te beschrijven.

Daarnaast heb ik gezocht naar algemene symbolen, plaatjes die ik typerend vind voor mijn visie:

Met betrekking tot naastenliefde:

3

Dit symbool spreekt denk ik al voor zich. Werk elkaar niet tegen, maar werk juist samen, pak elkaars hand en bied elkaar hulp waar dat mogelijk is.

Met betrekking tot respect:

4

Geef respect, dan zal je het ook krijgen. Eis het dus niet, maar verkrijg het door het eerst zelf te geven.

3 Bron: http://www.ywema.com/yweblog/?p=228

(18)

Conclusies; reflectie op de theorie

In de theorie kwam naar voren dat er veel conflicten zijn, doordat we samenleven met mensen uit verschillende culturen en met verschillende (geloofs)overtuigingen.

Ouders leren kinderen (op micro-niveau) wat belangrijk is in het leven en wat goed en kwaad is. Deze opvoeding is echter cultureel, geografisch en godsdienstig bepaald, waardoor mensen een verschillende 'boodschap' en manier van leven meekrijgen. Kinderen komen op de basisschool (mezo-niveau) voor het eerst echt in aanraking met andere culturen en opvattingen dan die van hun ouders. Wederzijds respect is hier een belangrijke waarde; kinderen leren met elkaar om te gaan, regels respecteren, respect hebben voor zichzelf, rekening houden met anderen, respect tonen voor wat een ander kan enzovoorts.

In de loop der jaren is onze kijk op medemensen veranderd. Vroeger gebeurde alles veelal maatschappelijk, tegenwoordig bepaalt ieder individu voor zichzelf.

Onze multiculturele samenleving leidt tot een toename van leefstijlen en de komst van allochtonen. Opvattingen zijn veranderd en waarden vervagen. Handelingen en situaties, waar ik (met name door mijn opvoeding) een morele waarde aan zou toekennen, vinden de meeste jongeren nu niet meer belangrijk.

De mentaliteit is dus veranderd en grenzen zijn duidelijk verlegd. Kinderen gaan tegen je in, hebben een grote mond en lijken zich nergens meer voor te schamen. Het aangeleerde gedrag uit het micro-niveau beïnvloed de omgang in het mezo-niveau en dit zie je

vervolgens terug in de maatschappij (macro-niveau).

Willen we de samenleving echt ten goede veranderen, dan moeten we denk ik op basisscholen beginnen met het zorgen voor wederzijds respect.

Respecteer elkaar en accepteer elkaars verschillen. Maar misschien verschillen we niet zoveel als dat we denken. Kunnen we niet op een andere manier naar elkaar leren kijken? Hier zou ik met kinderen graag aan willen werken.

De christelijke levensvisie kan hierin een belangrijke rol spelen. Respect is immers erg belangrijk binnen het Christendom. Zonder respect en naastenliefde valt de betekenis en het geheel van het Christendom weg.

Wanneer je Bijbelverhalen leest en gaat zoeken naar de diepere betekenis en de zin van het verhaal voor jezelf zie je respect voor de ander ook bijna altijd terugkomen. Zelfs wanneer in de Bijbel allerlei vormen van onrecht en kwaad worden beschreven is de boodschap ‘doe hier iets aan, heb je naaste lief, heb respect!’

Het verhaal over de ‘Barmhartige Samaritaan’ bevestigt waar het (naar mijn mening) om gaat: het maakt niet uit wat onze opvattingen zijn, of we andere dingen geloven, of we er anders uitzien, het gaat erom dat we allemaal medemensen zijn. We moeten elkaar liefhebben om wie we zijn en niet om wat we geloven. Heb respect voor elkaar en voor elkaars verschillen. Stop mensen niet in hokjes, want uiteindelijk zijn we allemaal gelijk. Respecteer elkaar! Heb je naaste lief; respecteer elkaars opvattingen en help elkaar waar dat mogelijk is.

Dat is de boodschap die ik aan kinderen mee wil geven, dat wil ik graag overbrengen. Hier wil ik dan ook middels verschillende godsdienstige en filosofische activiteiten met kinderen aan gaan werken. De gevonden symbolen kan ik hierbij inzetten.

(19)

Globale opzet voor de praktijk

Met volwassenen:

• Ik wil met de directeur van mijn stageschool eens door de wijk lopen en praten met verschillende mensen (zowel Nederlandse als allochtone). Ik wil hierdoor nagaan hoe zij tegen dit onderwerp aankijken, wat zij kinderen proberen mee te geven, wat zij gemerkt hebben aan eventuele veranderingen in de afgelopen jaren en vooral ook hoe zij tegenover elkaar staan. Op die manier probeer ikzelf respect te uiten naar verschillende culturen. Daarnaast hoor ik op deze manier verschillende visies, wat mijn eigen visie alleen maar meer diepgang zal geven (misschien wordt deze hierdoor zelfs nog wel bijgesteld).

Ook krijg ik zo een beter beeld van de fysieke omgeving van de kinderen. Hierdoor leer ik de 'verschijnselen' op mijn stageschool nog beter te begrijpen. Dit zal dus een verdieping geven van wat ik in de theorie gelezen en zelf in de praktijk bij kinderen gezien heb.

Met kinderen:

• Met kinderen nagaan wat respect eigenlijk is.

• Filosofisch gesprek houden over: 'zijn we eigenlijk allemaal wel anders?'

• Bijbelverhaal 'een mens die wilde helpen' voorlezen en hier uitvoerig met elkaar over praten, wat vinden de kinderen hiervan? Kunnen we dit verbinden met het nu?

• Bovenstaande symbolen naar voren brengen in de klas, hoe staan de kinderen hier tegenover, wat vinden ze hiervan? Waar denken ze aan wanneer ze dit zien? Vinden ze dit belangrijk?

Met dergelijke activiteiten wil ik werken aan bewustwording bij de kinderen.

Daarnaast vond ik op de site van 'Stichting Dag van Respect' activiteiten rondom dit thema. Deze zal ik mogelijk ook met de kinderen uitvoeren. De volgende

activiteiten spraken mij dan ook aan:

Vers van de pers!

Maak een speciale uitgave van de schoolkrant waarin het begrip respect

centraal staat, leerlingen en leraren vertellen in deze krant hun eigen verhalen over respect.

Applaus voor jezelf

Maak een voorstelling met de kinderen uit de klas die gaat over het thema respect; deze kan bijvoorbeeld bij de jaaropening worden opgevoerd.

Pimp de kerstboom

Bij het versieren van de kerstboom kan ieder kind een kerstbal maken met een respectboodschap daarop. Bespreek de wensen van de kinderen in de klas.

Het begon allemaal toen ik…

De kinderen maken een werkstuk over het begrip respect. Hierbij dragen ze zelf onderwerpen aan die zij hebben meegemaakt die over respect gingen. Laat de kinderen ook vertellen wat de gewenste manier is om met elkaar om te gaan.

Klieder kladder

(20)

respect. De bedoeling is dat de kinderen de kaart aan iemand geven voor wie zij respect hebben.

Gezocht: Mensen die respect geven

Maak samen met de kinderen posters waarin het belang van respect duidelijk naar voren komt en hang deze op in de school en vraag ook of ze bijvoorbeeld bij de plaatselijke supermarkt opgehangen mogen worden, zodat ook ouders met het begrip in aanraking komen.

Misschien kan ik ook enkele volwassenen uitnodigen die iets in de klas willen vertellen over respect (misschien een pastoraal medewerker?)

Respectometer

Hoe respectvol is de klas met elkaar omgegaan? Maak een grote versierde lat in de klas en noem deze de respectometer. Neem op een vaste dag in de week met de kinderen door hoe respectvol iedereen met elkaar is omgegaan en beslis samen hoe hoog de klas scoort.5

(21)

Praktijk – activiteit met volwassenen

In gesprek met verschillende mensen uit de omgeving van de

school.

Doelstelling:

Verschijnselen op mijn stageschool nog beter leren begrijpen door in gesprek te gaan met verschillende mensen uit de directe omgeving van de school.

Leervragen:

− Hoe zit het in deze wijk met de sociale contacten, hoe gaan de mensen met elkaar om?

− Hoe kijken deze mensen aan tegen het onderwerp ‘respect’?

− Speelt het geloof in deze (multiculturele) wijk een belangrijke rol?

− Kan ik op deze manier zelf respect uiten naar verschillende culturen?

− Ondersteunen de visies van deze mensen wat ik in de theorie gelezen heb?

Inhoud activiteit:

Ik ben met de directeur van mijn stageschool door de wijk ‘De Berk’ gelopen (= fysieke omgeving van de kinderen) en ben met hem op bezoek geweest bij vier mensen uit deze wijk (drie Nederlandse vrouwen, een Marokkaanse vrouw). Ik heb met hen een gesprek gehad en stelde onder andere de volgende vragen:

− Wat maak je in deze wijk mee, hoe gaan mensen met elkaar om?

− Hoe was dit vroeger; zie je maatschappelijke ontwikkelingen?

− Hoe sta je zelf tegenover respect? Wat wil je je kinderen meegeven?

− Speelt godsdienst of een bepaalde overtuiging hierbij een rol?

Gesprekken:

De totale uitwerking van deze gesprekken heb ik weergegeven in bijlage 2. Samenvatting van de gesprekken, per vraag:

-

Wat maak je in deze wijk mee, hoe gaan mensen met elkaar om?

De wijk ‘De Berk’ bestaat uit ‘ringen’ en ‘hofjes’. De mensen in deze wijk gaan onderling goed met elkaar om, al zijn de contacten niet erg nauw. In de

‘hofjes’, zijn de contacten wel wat hechter dan in de ‘ringen’.

De Marokkaanse gezinnen zijn over het algemeen wat meer op zichzelf dan de Nederlandse gezinnen, maar er wordt een vriendelijke sfeer ervaren. De kinderen zitten ook allemaal bij elkaar op school en spelen met elkaar. De mensen die ik gesproken heb spreken van acceptatie en onderling respect. De Marokkaanse mensen hebben natuurlijk wel hun eigen gebruiken en gewoontes. Zij zijn bijvoorbeeld veel minder betrokken bij Bloemencorso; dat leeft echt onder de Nederlandse gezinnen in deze wijk.

Je ziet wel een verschil in opvoeding terug; Marokkaanse kinderen krijgen minder sturing. Zij zijn vaak tot heel laat buiten en trekken onderling toch wel naar elkaar toe.

(22)

-

Hoe was dit vroeger; zie je maatschappelijke ontwikkelingen?

Doordat de verschillende mensen steeds meer ervaringen met elkaar krijgen wordt de drempel tot het maken van contact lager. Mensen spreken elkaar aan, zeggen ‘goede dag’. De contacten zijn wel oppervlakkiger geworden, minder hecht. Het is steeds meer ‘ieder voor zich’.

Af en toe vloeken mensen ook over elkaar, maar dat is onvermijdelijk. Dit komt meestal doordat Marokkaanse mensen toch anders met dingen omgaan dan Nederlanders. Zij krijgen een andere opvoeding en daar komen soms (over en weer) irritaties vandaan.

De maatschappij is in de loop der tijd harder geworden. Je ziet hangjeugd en kinderen roepen nu (in tegenstelling tot vroeger) gewoon wat in ze opkomt; zijn veel mondiger. Je ziet ook veel minder kinderen buitenspelen, met name door computers en dergelijke.

Tegenwoordig zijn de ouders minder thuis en zijn er dus allerlei instanties bij de opvoeding betrokken. Kinderen blijven nu bijvoorbeeld vaak van jongs af aan over. Vroeger was dat niet zo, toen bleven alleen oudere kinderen over. Het contact met ouders is ook zakelijker. Daarnaast was het vertrouwen in de school vroeger veel groter dan nu.

Je ziet dus duidelijk maatschappelijke ontwikkelingen.

-

Hoe staat u zelf tegenover respect? Wat wil je je kinderen meegeven?

De mensen die ik gesproken heb hadden bij dit punt allemaal ongeveer dezelfde visie: “Waardeer en respecteer een mens zoals die is, laat elkaar in zijn waarde en oordeel niet te snel.”

Mevrouw Sbaï (van Marokkaanse komaf), vroeg ik ook nog hoe zij tegenover pesten staat: “Ze mogen zich niet laten pesten; niet over zich heen laten lopen. Wanneer een ander kind iets doet mogen ze dat terug doen. Pesten vind ik fout, dat mogen ze absoluut niet, maar ze moeten niet over zich heen laten lopen.”

-

Speelt godsdienst of een bepaalde overtuiging een rol?

Toen de (katholieke) mensen die ik gesproken heb klein waren, moesten ze van hun ouders verplicht naar de kerk. Tegenwoordig is dat niet meer belangrijk en speelt godsdienst eigenlijk geen rol meer. Diep in hen zit geworteld wat ze van vroeger hebben meegekregen. Hun eigen visie en gevoel brengen ze over op hun kinderen, vanuit het hart. Mevrouw Sbaï (islamitisch) spreekt hier hetzelfde over. In de omgang met elkaar speelt de godsdienst ook geen belangrijke rol.

Reflectie:

In deze wijk gaan de mensen goed met elkaar om, er wordt een vriendelijke sfeer ervaren. Ik was hier erg benieuwd naar, omdat dit in Zundert eigenlijk de enige wijk is met vrij veel allochtone mensen. De mensen die ik gesproken heb spreken van acceptatie en onderling respect, dat vind ik erg mooi en belangrijk. Op die manier krijgen de

kinderen dat ook mee. Dat zie je ook wel terug op de Annaschool, alle kinderen gaan met elkaar om en spelen met elkaar.

Waar je wel verschil in ziet is dat de Marokkaanse kinderen vaak tot ’s avonds laat op straat te vinden zijn. Hier ben ik persoonlijk geen voorstander van. Je ziet dat deze ouders toch op een andere manier met hun kinderen omgaan. Ik denk ook dat deze kinderen over het algemeen minder aandacht van hun ouders krijgen dan bij Nederlandse

(23)

gezinnen het geval is (ook gezien het feit dat de meeste Marokkaanse gezinnen erg groot zijn). Dit is van invloed op het gedrag van deze kinderen.

De sociale contacten in deze wijk zijn goed, maar over het algemeen wel wat oppervlakkig (maar dat is denk ik in iedere wijk het geval). Er wordt wel ervaren dat het steeds meer ‘ieder voor zich’ is. Dit ondersteunt wat ik in de theorie had gevonden; er is steeds minder ‘groepsgevoel’.

Daarnaast kwam in de theorie naar voren dat de maatschappij in de loop der tijd ‘harder’ is geworden. Dat hebben deze mensen ook ervaren; je ziet hangjeugd en kinderen roepen nu (in tegenstelling tot vroeger) gewoon wat in ze opkomt; zijn veel mondiger. Je ziet ook veel minder kinderen buitenspelen, met name door computers en dergelijke.

Wat ook terugkomt is het feit dat de ouders tegenwoordig veel minder thuis zijn en er dus allerlei instanties bij de opvoeding betrokken zijn. Mevrouw Mathijssen

(overblijfmoeder op de Annaschool) gaf dat duidelijk aan; kinderen blijven nu, in tegenstelling tot vroeger, vaak van jongs af aan over.

Met betrekking tot respect hebben deze mensen ongeveer dezelfde visie: “Waardeer en respecteer een mens zoals die is, laat elkaar in zijn waarde en oordeel niet te snel.” Dit komt overeen met mijn eigen visie en hier sluit ik me dus graag bij aan.

Opvallend vond ik de opmerking van Mevrouw Sbaï, toen ik haar vroeg hoe zij tegenover pesten staat: “Ze mogen zich niet laten pesten; niet over zich heen laten lopen. Wanneer

een ander kind iets doet mogen ze dat terug doen. Pesten vind ik fout, dat mogen ze absoluut niet, maar ze moeten niet over zich heen laten lopen.”

‘Niet over zich heen laten lopen’ is denk ik een heel kenmerkend aspect uit de Marokkaanse cultuur. Dat zie ik ook sterk terug bij haar dochter in mijn stageklas. Tegenover andere kinderen kan zij vrij dominant zijn en wanneer het haar niet zint laat ze dat meteen weten. Ze laat dus niet over zich heen lopen, dat heeft ze zeker

meegekregen in haar opvoeding en dat zie ik bij de meeste Marokkaanse kinderen terug. Dat heeft in die cultuur denk ik toch met eer en trots te maken.

‘De Berk’ is een multiculturele wijk, maar godsdienst speelt (volgens deze mensen) eigenlijk geen grote rol. Hier sta ik niet van te kijken. Zundert is immers een soortgelijk dorp als Rijsbergen (waar ik zelf woon) en bij ons in het dorp speelt godsdienst ook geen belangrijke rol meer. Van de andere kant had ik eigenlijk wel verwacht dat bij de

islamitische mensen godsdienst een belangrijke rol zou spelen. Dit komt misschien wel terug bij bepaalde gebruiken/rituelen, maar het heeft in ieder geval geen duidelijke invloed op de manier hoe de mensen in deze wijk met elkaar omgaan.

Tijdens de gesprekken heb ik geluisterd naar de visies van deze verschillende mensen en belangstelling getoond. Ik vond dat zij zich open opstelden en graag vertelden hoe zij erover dachten. Ik heb hen open vragen gesteld en echt geluisterd naar hún visie, zonder zelf een invulling te geven. Op die manier heb ik respect naar hen kunnen uiten. Goed naar iemand luisteren is (naar mijn mening) immers ook een teken van respect.

Door deze gesprekken en verschillende visies weet ik nu beter wat er in deze wijk leeft en onderling speelt; hoe de mensen met elkaar omgaan. Daarnaast heb ik een beeld gekregen wat de kinderen van huis uit aan opvattingen meekrijgen waardoor ik het gedrag van de kinderen op mijn stageschool nog beter begrijp. Bovendien hebben de visies van deze mensen voor een groot deel ondersteund wat ik in de theorie gelezen had. Dit alles neem ik mee bij het ontwerpen van activiteiten met kinderen.

(24)

Praktijk – activiteiten met kinderen

Beschrijving van de beginsituatie:

Ontwikkeling van het kind

De kinderen in mijn stageklas (groep 7) begrijpen dat andere kinderen of

volwassenen andere gedachten en gevoelens hebben. Ze zijn ook steeds beter in staat zich in te denken wat een ander voelt en denkt, al is dat tijdens conflicten nog wel erg lastig.

Het valt me op dat ze nog vaak denken vanuit datgene wat voor henzelf van belang is en minder in het belang van de groep.

De kinderen hebben nu een leeftijd dat ze zich niet meer zo gemakkelijk mee laten voeren in een verhaal; ze willen weten, benoemen en onderscheiden.

Cognitief gezien groeit het vermogen om onderscheid te maken tussen de letterlijke en symbolische betekenis van het verhaal, en om een relatie tussen beide betekenissen te leggen. Abstract denken is vaak nog wel moeilijk; ze zien het liever concreet.

De kinderen krijgen steeds meer levensvragen en leren ook beter om te gaan met vragen naar zin en naar goed en kwaad in hun eigen leven. Ze worden hierin

gevormd door bijvoorbeeld de concrete situatie in de klas, de omgang met anderen en gebeurtenissen in de directe omgeving.

Het oudere kind gaat ook beseffen, dat er verschillende keuzen zijn zowel binnen de eigen traditie als tussen verschillende levensbeschouwingen ten opzichte van elkaar. De kinderen kunnen zich echter (nog) niet goed identificeren met andere tradities.

Respect bij de kinderen in mijn stageklas

In mijn stageklas zitten kinderen met verschillende culturele achtergronden, maar dit lijkt voor hen niets uit te maken; er wordt geen onderscheid gemaakt en verschillende kinderen spelen met elkaar. Ik vraag me wel af in hoeverre zij écht bekend zijn met elkaars cultuur.

De Marokkaanse kinderen krijgen van huis uit een andere opvoeding mee dan de Nederlandse kinderen, wat van invloed is op het gedrag. ‘Niet over zich heen laten lopen’, ‘eer’ en ‘trots’ zie je duidelijk terug. Bij hen zie ik echter vaak wel meer respect voor de leerkracht dan bij sommige andere (Nederlandse) kinderen.

Zoals ik in het eerste deel van dit onderzoek ook al beschreven heb merk ik verder bijvoorbeeld sterk dat de kinderen altijd zeggen ‘ja, maar hij..’ Hierin komt weer het eigen belang terug. Respect is tegenwoordig geen vanzelfsprekendheid meer. Kinderen zijn ook veel mondiger geworden en zullen niet zomaar iets voor een ander doen. Ik hoop hier middels verschillende activiteiten verandering in te kunnen brengen.

Godsdienst/levensbeschouwing op mijn stageschool

Mijn stageschool is van origine Rooms-katholiek, maar er is ruimte voor kinderen met verschillende godsdienstige achtergronden. Ongeveer 15 – 20% van de kinderen heeft een andere komaf, zij zijn voornamelijk van islamitische huize. Dit geeft een vrij goede weerspiegeling van onze multiculturele en multireligieuze samenleving. In mijn LIO-klas zitten 25 kinderen, waarvan 2 van Marokkaanse en 1 van Poolse komaf.

De kinderen op mijn stageschool zijn van huis uit echter niet/nauwelijks

(25)

bij de ‘katholieke’ kinderen, maar godsdienst speelt bij geen van beiden een erg grote rol.

Op mijn stageschool wordt daarnaast nauwelijks aandacht besteed aan het vak godsdienst/levensbeschouwing. In de schoolgids6 vond ik o.a. het volgende:

De visie van de school

Wij hanteren bij de opvoeding van onze kinderen o.a. de volgende uitgangspunten:

- Ontwikkeling is een proces van twee kanten: kinderen hebben eigen ontwikkelingskracht en zijn tegelijk afhankelijk van de omgeving, met name de volwassenen.

- Het eigene van ieder kind respecteren en zijn gevoelsleven, eigenwaarde en zelfvertrouwen beschermen.

- De kinderen veiligheid bieden en ook zo veel mogelijk zelfstandig, weerbaar en zelfredzaam maken.

- De kinderen een houding van respect bijbrengen voor anderen. - De kinderen leren een positieve kijk op de samenleving te ontwikkelen. - Kinderen leren zich te ontspannen en te genieten van het leven.

- Onderwijs geven vanuit katholiek perspectief en op systematische wijze aandacht geven aan de emotionele ontwikkeling en identiteit van kinderen. Ontwikkeling is sociaal-cultureel bepaald: kinderen leren door deelname aan de sociaal-culturele wereld.

- Ontwikkeling en leren vinden plaats op basis van activiteiten en inhouden die voor kinderen persoonlijk zinvol zijn en betekenis hebben of kunnen krijgen.

De leeractiviteiten voor de kinderen Catechese

Voor de periode rondom Kerstmis en Pasen werken we met aparte projecten. De methode ‘Trefwoord’ wordt bij verschillende thema’s en projecten ingezet.

In groep 4 kunnen de leerlingen aan de eerste Heilige Communie meedoen. Een aparte werkgroep bereidt de kinderen buiten school voor op hun Communie. In de klas begeleidt de leerkracht het communieproject. Alle kinderen doen dan mee.

In groep 8 doen alle leerlingen mee met het Vormselproject.

Hieruit blijkt (en ik heb zelf ervaren) dat op mijn stageschool het vak godsdienst/levensbeschouwing maar een zeer kleine plaats heeft. Hierdoor stagneert de verrijking van de religieuze ontwikkeling / godsdienstige identiteit van kinderen.

Ik denk dan ook dat vrijwel alle kinderen de christelijke traditie zullen benaderen vanuit het perspectief van toeschouwer. Mijn activiteiten zullen een vorm van precatechese, een eerste introductie met het vak godsdienst/levensbeschouwing zijn.

De kinderen zijn wel bekend met kringgesprekken, maar bijvoorbeeld niet met filosofie. Bijbelverhalen worden over het algemeen op mijn stageschool ook niet gebruikt, maar er worden wel verhalen voorgelezen, waarin de leraren zoeken naar de morele boodschap. Deze boodschap geeft kinderen inzicht hoe zij goed kunnen handelen.

Kinderen hebben hierdoor (en bijvoorbeeld door de opvoeding, ervaringen en de media) al wel opvattingen, over bijvoorbeeld de omgang met anderen. Deze zijn mogelijk anders dan vanuit een godsdienst of levensbeschouwing wordt aangereikt. Ik zal dan ook een soort verbinding tot stand moeten brengen tussen de

betekeniswereld van het christendom en de eigen leefwereld van het kind.

(26)

Beschrijving van de doelen:

Doelen voor de kinderen

Algemene, uiteindelijke doelen:

- Verdieping en verrijking van de godsdienstige en morele identiteit van

kinderen. Dit door kennismaking met het christendom en andere godsdiensten/levensbeschouwingen.

- Leren op een goede manier met elkaar om te gaan, elkaars (culturele)

verschillen accepteren, elkaar in de waarde te laten en respect aan een ander te tonen.

Concreet:

- De kinderen ervaren de lessen en zijn betrokken door verhalen, gesprekken,

liedjes, rituelen, symbolen en opdrachten met betrekking tot respect.

- Ze zullen zo via directe en indirecte manieren ‘ervaringen van zin’ opdoen en

in de praktijk leren wat respect is, en hoe je dit zelf kan uiten.

- De kinderen ervaren de (positieve) reactie van anderen wanneer ze zelf respect

geven. Dit stimuleert wederzijds respect.

- De kinderen moeten onderscheid kunnen maken tussen de letterlijke en

symbolische betekenis van een verhaal en een relatie tussen beide betekenissen kunnen leggen.

- De kinderen maken kennis met een filosofisch gesprek. Hierin moeten ze naar

elkaar luisteren en hun eigen mening kunnen geven.

- De kinderen maken kennis met verschillende verhalen, opvattingen,

basisideeën, normen en gebruiken van het christendom en andere belangrijke wereldgodsdiensten.

- Ze maken kennis met een christelijk ritueel (het maken van een kruisteken). - De kinderen leren dat naastenliefde een ‘algemene boodschap’ van het

Christendom is en ze leren dat je naaste iedereen is, ook al heeft iemand een ander geloof.

- De kinderen leren wat de betekenis is van barmhartig handelen ten opzichte

van andere mensen (zoals de barmhartige Samaritaan uit het evangelie).

- Via levenservaringen en –vragen verrijken de kinderen hun religieuze

ontwikkeling/godsdienstige identiteit. Zo wordt ook vanuit een niet-godsdienstige levensbeschouwing een niet-godsdienstige levensbeschouwing gestimuleerd.

- De kinderen leren van elkaar door herkenning en verruiming van eigen en

elkaars ervaringen, bijvoorbeeld in een (kring)gesprek. Op die manier ontstaat begrip en acceptatie voor elkaars overeenkomsten en verschillen.

- Door de kinderen stil te laten staan bij dingen waar ze normaal niet over na

zouden denken ontwikkelen ze hun eigen denkvaardigheden en ontstaat inzicht. Ik wil ze bijvoorbeeld in laten zien dat we uiteindelijk allemaal niet zo

verschillend zijn.

- Doordat ethiek, waarden en normen aan de orde komen ontwikkelen kinderen

hun eigen moraal.

- De kinderen ervaren consequenties van hun opvattingen in het leven van

alledag doordat in concrete situaties teruggegrepen wordt op wat ze in de lessen geleerd hebben m.b.t. respect.

(27)

Doelen voor mijzelf als leerkracht

- Aandacht krijgen voor wat fundamenteel leeft bij de kinderen.

- Middels verschillende communicatievormen (verhalen, gesprekken, liedjes,

rituelen, symbolen, normen/gebruiken) kinderen toegang geven tot ‘ervaringen van zin’ m.b.t. respect; ze leren wat respect is en hoe ze dit zelf kunnen uiten.

- De christelijke traditie doorgeven door o.a. verhalen voor te lezen / te

vertellen.

- Een godsdienstige levensbeschouwing stimuleren.

- Kinderen laten zien hoe mensen omgaan met levensvragen. - In een continu proces van interactie met de omgeving en middels

levenservaringen en –vragen van kinderen bijdragen aan de ontwikkeling van de eigen identiteit van de kinderen.

- Ervaringen van kinderen in verband brengen met de betekeniswereld en

communicatievormen van de christelijke en andere levensvisies.

- De leefwereld ook ter sprake brengen vanuit levensthema’s en levensvragen

zoals kinderen die stellen; kinderen dus begeleiden bij het leren kijken naar de werkelijkheid vanuit zingeving.

- Kinderen door middel van godsdienst/levensbeschouwing op een goede manier

om leren gaan met grenzen.

- Een filosofisch gesprek met kinderen leiden en verschillende vraagsoorten

gebruiken die ik van tevoren gedeeltelijk heb bedacht als leidraad. Zo door kunnen vragen dat bij de kinderen inzicht ontstaat.

- De levensbeschouwelijke en morele ontwikkeling van kinderen stimuleren door

met gevoel, verstand en verbeelding aandacht te besteden aan de zin van dingen en gebeurtenissen.

(28)

Overzicht van de activiteiten:

Ik wil middels een lessenserie gedurende zes weken (in de maanden december en januari)

het thema ‘respect’ bij de kinderen onder de aandacht brengen:

Week 1 is een oriëntatie op het begrip respect. Wat is dat volgens de kinderen? Waarin komt respect tot uiting? Hoe respectvol vinden ze zelf dat ze zijn? In week 2 beginnen we iedere dag met een kringgesprek over een

respectonderwerp. Daarnaast maken de kinderen kennis met basisideeën van vijf grote wereldgodsdiensten en voeren we zelf een christelijke ritueel uit.

In week 3 moeten de kinderen na gaan denken over ‘wie ben ik?’. Vervolgens ontdekken ze in een levensbeschouwelijk gesprek n.a.v. een symbolisch verhaal dat iedereen erbij hoort, dat iedereen waarde heeft en dat je dus jezelf én een ander moet respecteren. In het christendom zeggen ze dan ‘heb je naaste lief’.

Dit brengen ze hierna meteen tot uiting door een ‘respectboodschap’ voor een ander kind te schrijven.

Kunnen we nu ook barmhartig handelen ten opzichte van elkaar (zoals de barmhartige Samaritaan uit het evangelie)? Dit komt in week 4 aan de orde. Via filosoferen over levensvragen krijgen de kinderen inzicht hoe anderen over

alledaagse dingen denken en gaan we in op ‘zijn we eigenlijk allemaal wel anders?’ Zo ga ik nog dieper in op bewustwording, naastenliefde en onderling respect.

De kinderen zijn door de verschillende activiteiten gegroeid in het respecteren. Kunnen ze tijdens week 5 en 6 nu uiten wat ze geleerd hebben en dit overbrengen naar anderen door middel van symbolen, posters en buttons?

Kortom:

Week Inhoud Didactiek

1 Oriëntatie op respect - Woordveld

- Muziek; respectlied

- Tips voor ‘leren respecteren’

- Respectquiz 2 Respectonderwerpen en

wereldgodsdiensten - Dagopeningen: kringgesprek met aandacht voor respectonderwerpen

- Werkblad wereldgodsdiensten

- Ritueel uit het Christendom 3 Iedereen heeft waarde,

respecteer jezelf en een ander

- Werkblad ‘wie ben jij’

- Levensbeschouwelijk gesprek n.a.v. een verhaal - Zelf een respectboodschap schrijven

4 Naastenliefde en filosoferen

over barmhartig handelen - Filosoferen met kinderen n.a.v. eenBijbelverhaal 5-6 Respect uiten en

overbrengen -- Werken met symbolenPosters maken: tekenen, schrijven

(29)

Uitwerking van de activiteiten:

“Kinderen helpen zoeken naar de betekenis en zin van alledaagse gegevens, in

dialoog met verhalen, beelden en symbolen uit het Christendom.”

Week 1

– oriëntatie op respect Doelen

- De kinderen krijgen op een indirecte manier (door een lied, teksten,

gesprekken, en opdrachten) ervaringen met respect.

- Ze leren hierdoor (in theorie) wat respect is en hoe je dit zelf kan uiten. - Doordat ethiek, waarden en normen aan de orde komen ontwikkelen kinderen

hun eigen moraal. Materialen

- Groot A3 vel en een stift om een woordveld te kunnen maken. - Voor ieder kind een kopie van het ‘respectlied’

- Per kind een werkboekje van de ‘Dag van Respect’.

Inleiding (maandag)

Ik vertel de kinderen het volgende verhaal: “Ik was laatst een wedstrijd aan het tennissen voor de competitie. Mijn tegenstander kende ik van tevoren nog niet. Ik was die dag goed in vorm en haalde veel punten. Bij mijn tegenstander ging het minder goed, want ze maakte veel fouten en ging steeds meer vloeken op zichzelf. Uiteindelijk won ik in twee sets. Na het laatste punt liep ik naar het net toe om het meisje een hand te geven, maar ze pakte haar spullen en liep gewoon weg zonder een hand te geven of mij te feliciteren! Dat vond ik echt onsportief en respectloos.”

Wie heeft er zelf ook wel eens een situatie meegemaakt waarin iemand anders, of misschien wel jijzelf respectloos was?

De komende weken zullen we verschillende activiteiten uitvoeren rondom ‘respect’. Maar wat is dat eigenlijk precies? Dit wordt klassikaal besproken en genoteerd in een woordveld. Samen met de kinderen kies ik vervolgens een mooi plekje om deze op te hangen in de klas.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Voor Moshé heeft het vasten niet altijd iets met zijn geloof te maken: ‘Ik weet niet zeker of ik het vasten uit religieuze overtuiging doe.. Het is

• Vraag: hoe gaan huisartsen bij oudere patiënten met afnemende beslissingsvaardigheid om met dilemma’s tussen respect voor autonomie en ingrijpen in de zorgsituatie om schade

voorafgaan en beïnvloeden worden toch nog te vaak eenzijdig - zonder overleg - door ons artsen en andere zorgverleners genomen met veel frustraties en rouwproblemen als gevolg..

Voor alle duidelijkheid: voorstanders van euthanasie, zoals ik, zijn óók voor verdere ontwikkeling van palliatieve zorg.. Palliatieve zorg ontstond trouwens aan de VUB en in het

De openbare en algemeen toegankelijke scholen doen dat op basis van hun kernwaarden: gelijkwaardigheid, vrijheid en ontmoeting. Gelijkwaardigheid kunnen leerlingen ervaren in

Wij van de Respect Education Foundation (REF) vinden het belangrijk dat jongeren betrokken worden in het vormgeven van onderwijs en lesmaterialen.. Zo willen wij ook dat onze

Ook voor de uitstra- ling van jouw vereniging is het belangrijk om externe partijen (bezoekende verenigingen, sponsoren, gemeente, andere sportverenigingen, lokale media of je

Maak mensen verantwoordelijk Maak één of een aantal personen of een commissie verantwoordelijk voor het beleid over sportiviteit en respect of een deel ervan?. Zorg dat je