• No results found

Geïnspireerd door de theorie van Philpott onderzoek ik in dit hoofdstuk op welke wijze Nederlandse kranten publiceerden over het rapport van de Club van Rome. Zoals al aangegeven werd het rapport in Nederland massaal verkocht. Na de officiële publicatie van het rapport vloog het over de Nederlandse toonbanken en bleef het lang in de Nederlandse top van meest verkochte boeken in staan.80 Dat het rapport enorm populair was, blijkt ook wanneer wordt gekeken naar de

hoeveelheid artikelen in Nederlandse kranten over de Club van Rome. In de onderzochte periode (1971-1972) zijn bijna 950 artikelen aan de Club van Rome gewijd en begon de nieuwsstroom in augustus 1971 en nam het eind 1972 steeds verder af.81 In de volgende paragrafen wordt uitgebreid

stilgestaan bij de artikelen uit de NRC, de Volkskrant en De Telegraaf om de reacties in deze Nederlandse kranten op het rapport van de Club van Rome te onderzoeken.

3.1 Reacties uit de NRC

Wetenschapsredacteur Arie de Kool, van NRC Handelsblad, had de primeur te pakken. Hij had het ontwerprapport van de Club van Rome in handen weten te krijgen. Op de voorpagina ging De Kool voor het eerst in op het rapport met ‘Ramp bedreigt wereld’. Het rapport voorspelde volgens De Kool ‘een geweldige catastrofe’. De catastrofe zou binnen enkele tientallen jaren komen: ‘De enige vraag daaromtrent is of de catastrofe wordt veroorzaakt door honger, door uitputting van essentiële grondstof of door de vervuiling van de aarde’. De boodschap was duidelijk: ‘Er zijn – nu! – ingrijpende maatregelen nodig om dat onheil te voorkomen’.82 De Kool pakte vervolgens

op de opiniepagina uit met de titel ‘Club van Rome wil bedreiging van de wereld aanpakken. Computer brengt catastrofe in beeld’.83 In dit artikel werden de gevaren die in het rapport stonden

uitvoerig beschreven in een paginavullend artikel. De geschiedenis van de Club van Rome, welke leden bij deze club waren aangesloten en de hoofdpunten uit het rapport werden door De Kool besproken.84 Maar vanaf het eerste uur was er kritiek op het model dat was gebruikt voor het

80 Kunstredactie, ‘Herinneringen aan Godfried Bomans meest verkocht,’ 13. 81 Zie hiervoor Bijlage Tabel 1 en 2.

82 Arie de Kool, ‘Ramp bedreigt wereld,’ 31 augustus 1971. NRC Handelsblad, 1.

83 Arie de Kool, ‘Club van Rome wil bedreiging van de wereld aanpakken. Computer brengt catastrofe in beeld,’ 31

augustus 1971. NRC Handelsblad, 7.

onderzoek. Volgens De Kool werden sociale-, politieke en technologische ontwikkelingen in het rapport buiten beschouwing gelaten. Een kritische noot die vaker was te horen. Het rapport bood geen definitieve antwoorden voor hoe het wel beter zou moeten. De Kool stelde dat het duidelijk werd gemaakt dat de manier waarop de maatschappij was ingericht drastisch zou moeten veranderen.85

De NRC bood lezers vanaf het begin verschillende standpunten over het rapport van de Club van Rome aan. In een van de eerste artikelen over de Club van Rome ‘Haalt de wereld 1984’ werden bijvoorbeeld verschillende standpunten rondom de conclusies van het rapport uitgelicht. In dit artikel haalde journalist J.J. Godschalk enkele intellectuelen aan. Zo citeerde Godschalk de Britse wetenschapper J. Platt dat: ‘de Club van Rome weinig nieuws meldt’.86 Toch was Platt

volgens Godschalk positief dat de mensheid de problemen zou overwinnen. Daarnaast schreef Godschalk over filosoof Robert Heilbroner. Heilbroner achtte de kans juist als gering dat de mensheid de dreigende ontwikkelingen een halt zou weten toe te roepen. Volgens Godschalk kwam Heilbroner met harde feiten, die waren aangedragen door de Amerikaanse wetenschappers Paul en Anne Ehrlich. De Ehrlich’s hadden in 1970 de problematiek al naar buiten gebracht in hun boek Population, Resources, Environments: Issues in Human Ecology.87 De Club van Rome kwam

deels tot gelijke conclusies als de Amerikaanse wetenschappers, stelde de journalist van de NRC. In de NRC werd de berichtgeving daarna steeds breder getrokken. Dit kwam ook terug in de plek in de krant waar over het rapport werd geschreven. Waar in het begin veel artikelen op de opiniepagina terechtkwamen met meningen van verschillende auteurs, kwamen in de loop van de tijd steeds meer artikelen in verschillende rubrieken zoals ‘Mens en bedrijf’, ‘Binnenland’ en het ‘Zaterdags Bijvoegsel’. Hieruit blijkt dat binnen de NRC zelf op verschillende plekken aandacht is besteed aan het rapport. Dit is te verklaren. Het rapport had niet alleen betrekking op het milieu, maar ook op industrialisatie en bevolkingsgroei. De Club van Rome had met het rapport proberen aan te tonen dat de aan huidige groei op den duur een einde zou komen. Met dit sombere vooruitzicht was een andere manier van denken over groei van letterlijk levensbelang. Een van de belangrijkste pijlers van het rapport was dat een halt werd toegeroepen aan de groei van de populatie. In de NRC werd geboortebeperking als een van de oplossingen besproken. In het artikel van de redactie ‘Pil nu aan de vrouw brengen’ werd deze oplossing kritisch bekeken. Dit artikel verscheen naar aanleiding van een discussie over betere voorlichting over anticonceptie. In dit

85 De Kool, ‘Club van Rome wil bedreiging van de wereld aanpakken,’, 7.

86 J.J. Godschalk, ‘Haalt de wereld 1984,’ 11 september 1971. NRC Handelsblad, Zaterdags Bijvoegsel 1. 87 Godschalk, ‘Haalt de wereld 1984,’ Zaterdags Bijvoegsel 1.

artikel wordt het rapport van de Club van Rome aangehaald om aan te geven dat dergelijke oplossingen de problemen niet zouden oplossen. Volgens de redactie moesten de conclusies uit het rapport kritischer bekeken worden om dergelijke ingrijpende veranderingen door te voeren.88

Nadat het rapport officieel werd uitgegeven ging de NRC nog een keer diep in op het rapport van de Club van Rome. In het ‘Zaterdags Bijvoegsel’ van 18 maart besteedde de NRC op één pagina enkele artikelen over het rapport. Het artikel van De Kool was het meest in het oog springend. In het artikel staat dat het rapport voornamelijk in Nederland een succes is geweest en het voor veel opwinding heeft gezorgd.89 Maar De Kool schreef ook dat de onofficiële, maar al

tamelijk ruime circulatie van het eerste ontwerp aanleiding was geweest tot vrij veel kritiek. De Club van Rome noemde de kritiek ‘serieus’ en had geprobeerd de kritiek in de definitieve versie te beantwoorden. De Kool stipte aan dat de Club zich bleef verzetten tegen het feit dat technologische ontwikkelingen de wereld zouden gaan redden.90 Ook minister Langman liet zich

na de officiële publicatie nog steeds kritisch uit over het rapport in de Nederlandse kranten. In een artikel van de parlementaire redactie wordt de minister geciteerd: ‘Rapport van Rome is geen evangelie’. Volgens de minister moest het rapport eerst nog kritisch bekeken worden om er daadwerkelijk beleid op te baseren.91

Zodoende bleef de NRC een brede blik werpen op de conclusies uit het rapport van de Club van Rome. Inhoudelijk werd steeds minder aandacht besteed aan wat in het rapport stond. Veel meer werd het rapport gebruikt om bepaalde standpunten kracht bij te zetten. Een jaar na het uitlekken van het rapport schreef journalist Wouter van Dieren, later lid van de Club van Rome, in de NRC een speciaal artikel in het ‘Zaterdags Bijvoegsel’. Van Dieren schreef dat hem het gevoel bekroop dat de onrust omtrent het rapport was bedaard en zelfs in vergeetachtigheid scheen om te slaan.92 Het kabinet Biesheuvel was eigenlijk niet verder gekomen dan de uitlatingen van

minister Langman, zo stelde Van Dieren vast.93

88 Redacteur, ‘,,Pil nu aan de vrouw brengen”,’ 17 maart 1972. NRC Handelsblad, 8.

89 Arie de Kool, ‘Club van Rome heeft kritiek verwerkt,’ 18 maart 1972. NRC Handelsblad, Zaterdags Bijvoegsel 4. 90 De Kool, ‘Club van Rome heeft kritiek verwerkt,’ 4.

91 Parlementaire redactie, ‘Minister Langman: Rapport van Rome is geen evangelie,’ 24 maart 1972. NRC

Handelsblad, Mens en bedrijf, 10.

92 Wouter van Dieren, ‘Eén jaar Club van Rome: het vergeten is begonnen,’ 30 september 1972. NRC Handelsblad,

Zaterdags Bijvoegsel, 2.

3.2 Reacties uit de Volkskrant

In de Volkskrant was de focus meer gericht op politieke consequenties van het rapport. Het eerste relevante artikel over de Club van Rome, geschreven door Lockefeer – volgens Van Vree de persoon achter de belangstelling voor onder andere dit soort nieuwe onderwerpen van de krant – was inhoudelijk van aard. De conclusies van het rapport werden nauw uiteengezet. In dit artikel werd door Lockefeer verontrustend gereageerd over de toenemende honger en armoede, sociale onrust en milieubederf.94 De crisissen werden mogelijk gemaakt door bevolkingsgroei,

milieuvervuiling, uitputting van de aardse bronnen, tekortschieten van de voedselproductie en de voortgaande industrialisatie. De waarschuwingen werden zeer serieus genomen: ‘Ze kunnen voorkomen worden als de mens zijn doen en laten snel ingrijpend wijzigt. Dat kan des te beter als men weet wat er gebeuren kan als we niets doen’.95 Ook door Lockefeer werd kritisch gekeken

naar de onderzoeksmethode die gebruikt werd bij de totstandkoming van het rapport. Lockefeer stelde dat de conclusies niet voor waarheid aangenomen moesten worden. De grootste verdienste van het rapport werd de imposante waarschuwing genoemd, zo valt uit het artikel van de journalist te halen:

De kaleidoscopische toekomstschets van het MIT, en ook van andere soortgelijke prognoses, zal onophoudelijk discussie veroorzaken. Dat is de functie van dit soort werk. Want er zal zeker een moment moeten komen, waarop burgers en politici gaan inzien, dat doorgaan met het verrijken van onszelf in een, wat welvaart betreft, zo scheefgetrokken wereld, op den duur fout moet lopen.96

Het bovengenoemde artikel was één van de drie artikelen die een hele pagina vulde met het nieuws over het rapport. In de Volkskrant werden verschillende meningen met de lezer gedeeld. Niet alleen schreven journalisten over het rapport. Een voorbeeld is een kort ingezonden artikel in de rubriek ‘Geachte Redactie’. In deze reactie noemde R. v.d. Heiligenberg de Club van Rome: ‘[een] eng stelletje vreemde intellectuelen dat elkaar de hand boven het hoofd houdt’.97 Dat de redactie van

de Volkskrant ingezonden brieven over het onderwerp in de krant opnam, laat zien dat de krant dit onderwerp van belang achtte. In de Volkskrant werden aan het eind van het jaar 1971 veel artikelen

94 Harry Lockefeer, ‘Gaat de wereld rond 2000 aan crises ten onder,’ 25 september 1971. de Volkskrant, 15. 95 Lockefeer, ‘Gaat de wereld rond 2000 aan crises ten onder,’ 15.

96 Ibidem, 15.

geschreven over het rapport. In enkele artikelen werd de Club van Rome aangehaald om beleid te verantwoorden.98 Maar kritiek op het rapport werd niet uit de weg gegaan. ‘Conclusies studie Club

van Rome twijfelactief’ was een artikel waarin met name de onderzoeksmethode in twijfel werd getrokken. Verbeteringen in het model waren nodig om ‘vast te stellen wat de daadwerkelijke gevaren zijn van een voortgaande groei van de bevolking alsmede van vervuiling, toenemende investeringen en uitputting van hulpbronnen’.99

Het volgende artikel over de Club van Rome in de Volkskrant verscheen op 18 december 1971. Voor dit artikel werd kamerlid Piet de Ruiter van de PvdA geïnterviewd.100 Volgens De

Ruiter bewees geschiedenis dat er steeds menselijke oplossingen werden gevonden voor naderende problemen. Alleen was actie nu echt noodzakelijk. De Ruiter gaat mee in de conclusies van het rapport dat nieuwe technologische ontwikkelingen en oplossingen niet genoeg zouden zijn om de dreigende gevaren het hoofd te doen laten buigen. Het rapport van de Club van Rome zou ‘als een mooi voorbeeld kunnen dienen, maar dit moet verder worden uitgedacht’.101 Maar dat het rapport

iets teweegbracht werd in het eerste artikel van 1972 duidelijk gemaakt door journalist Ton Jacobs. In dit korte artikel werd de Club van Rome een ‘onheilsprofeet’ genoemd. Maar de ‘onheilsprofeet’ zorgde ervoor dat iedereen het over het milieu had.102

Dat de berichtgeving, over dit thema, in de Volkskrant een politieke lading had, kwam naar voren in een interview met professor Frits Böttcher, destijds het enige Nederlandse lid van de Club van Rome. De problematieken die door de Club van Rome werden aangekaart konden niet worden opgelost met het huidige verouderde overheidsapparaat. Dit was te veel naar binnen gericht en internationale samenwerking was noodzakelijk om de milieuvervuiling tegen te gaan, stelde Böttcher.103 ‘Moedige visie’ was een ander artikel waarin de politieke lading nadrukkelijk naar

voren kwam. In dit artikel werd gesproken over de Progressieve Drie.104 De drie politieke partijen

hadden een commissie ingesteld onder leiding van Sicco Mansholt. Het rapport van de Club van Rome nam een belangrijke positie in binnen het samenwerkingsverband. Interessant is dat in dit artikel wordt gesproken dat niemand de waarschuwingen van de Club van Rome nog had kunnen

98 Speciale verslaggever, ‘Waarschuwing werkgevers: Prijzen afhankelijk van loonstijgingen,’ 6 oktober 1971. de

Volkskrant, 3.

99 Correspondent, ‘,,Conclusies studie Club van Rome twijfelachtig’’,’ 11 december 1971. de Volkskrant, 5.

100 Harry Lockefeer, ‘De Ruiter over groei en milieu: “Je moet durven ingrijpen”,’ 18 december 1971. de Volkskrant,

9.

101 Lockefeer, ‘De Ruiter over groei en milieu: “Je moet durven ingrijpen”,’ 9. 102 Ton Jacobs, ‘Tranen bij zorg om het leefmilieu,’ 11 januari 1972. de Volkskrant, 7.

103 ANP, ‘Prof. Böttcher: Overheidsapparaat machteloos tegen milieuvervuiling,’ 20 januari 1972. de Volkskrant, 7. 104 Ten geleide, ‘Moedige visie,’ 7 maart 1972. de Volkskrant, 3.

of durven weerspreken.105 Maar toch waren er niet altijd maar positieve geluiden over het rapport

in de Volkskrant. Een interview met de Amerikaanse bioloog Barry Commoner door journalist Hans Friedman ging op een totaal andere benadering van de toenemende vervuiling in. Niet bevolkings- en economische groei maar nieuwe technologische ontwikkelingen na de Tweede Wereldoorlog waren debet aan de milieucrisis. Uit het artikel blijkt, dat het in ieder geval duidelijk was dat moest worden ingegrepen.106

De Volkskrant besteedde rondom de officiële publicatie van het rapport verschillende artikelen aan de Club van Rome. Opnieuw werd nadrukkelijk de koppeling tussen de milieuproblematiek en de nieuwe taken voor politici naar voren gebracht. In de rubriek ‘Ten geleide’ werd een uitdaging gezien voor politici. Voor hun was de taak weggelegd om verandering teweeg te brengen. Dat zou nog een hele kluif worden voor politici. Aangezien de Club van Rome geen ideeën aandroeg om een ombuiging te realiseren. Daarnaast werd een veel eerder gehoorde kanttekening bij het rapport geplaatst. Zo waren sociale factoren niet meegenomen in het rapport van de Club van Rome. Mocht daadwerkelijk een mentaliteitsverandering plaatsvinden dan waren de uitkomsten daarvan niet meegenomen.107 In dezelfde krant van die dag werd nog een artikel

gewijd aan de officiële publicatie. ‘Onderzoek model nog te simpel. Club van Rome bezorgd maar niet wanhopig’ was de titel van dit artikel. Het model waar het onderzoek mee werd uitgevoerd was nog te simpel. Echter, een meer verfijnd model zou niet zorgen voor minder alarmerendere resultaten. Namelijk ‘in elk geval zal een bewuste bevolkingspolitiek moeten worden gevoerd, gecombineerd met bescherming van het milieu en matiging van de groei in sommige sectoren van de industriële productie’, is uit het artikel te halen.108 Ook in de Volkskrant werd stilgestaan bij de

uitspraak van minister Langman. Hij noemde het rapport van de Club van Rome: ‘noch bla-bla nog een evangelie’.109

Net zoals in de NRC werd in de Volkskrant inhoudelijk steeds minder aandacht besteed aan de inhoud van het rapport. In het tweede gedeelte van 1972 bleef de politieke lading van het rapport centraal staan. Een illustratie is het artikel ‘Milieucrisis brengt politici uit balans’ van journalist Jan Joost Linder. De milieukwestie had door de het rapport van de Club van Rome een schokkende

105 Ten geleide, ‘Moedige visie,’ 3.

106 Hans Friedman, ‘Technologie bron van milieucrisis,’ de Volkskrant, 10. 107 Ten Geleide, ‘Kluif voor politici,’ 21 maart 1972. de Volkskrant, 3.

108 Verslaggever, ‘Onderzoek model nog te simpel. Club van Rome bezorgd maar niet wanhopig,’ 21 maart 1972. de

Volkskrant, 6.

109 Correspondent, ‘Economisch herstel buurlanden. Kabinet: Opleving export mogelijk,’ 24 maart 1972. de

politieke dimensie gekregen, zo stelde Linder vast.110 In het artikel ‘PvdA, PPR, D’66:

Milieurapport landelijk in discussie’ kwam dit beeld ook terug. Het rapport van de Club van Rome was een van de belangrijkste uitgangspunten voor het rapport van de Progressieve Drie.111 3.3 Reacties uit De Telegraaf

In de eerste twee artikelen ‘Uit de Gooise lucht gegrepen’112 en ‘Ernstige waarschuwingen van

,,Club van Rome” op expositie in Rotterdam. Nederland op bres voor toekomst van de mens’113

werden de conclusies uit het rapport van de Club van Rome in De Telegraaf serieus genomen. Het derde artikel was een stuk minder positief over het rapport van de Club van Rome. De kop van het artikel luidde: ‘Maatschappij ,,ombuigen” is helemaal niet nodig’. In dit artikel werd de Club van Rome door journalist André de Kromme omschreven als: ‘meest curieuze club ter wereld’. Volgens de journalist was er na het eerste halfjaar van het uitlekken van het rapport eigenlijk geen aandacht meer voor het rapport, op slechts een paar interviews en tv-opnamen na. De mensheid was namelijk weer overgegaan op de orde van de dag. Typerend aan dit artikel is dat de Club van Rome volgens ‘de meesten’ wordt neergezet als een ‘stel paniekzaaiers’.114 In dit artikel is een

interview gehouden met Böttcher. De Kromme stelde dat de Club van Rome bepaald niet zo pessimistisch bleek als uit de eerste publicaties naar voren kwam. Volgens Böttcher moest de Club van Rome ook helemaal niet worden neergezet als een stel pessimisten:

We zijn geen van allen zure pessimisten, want dan waren we zelfs niet meer aan een onderzoek begonnen. Wel realisten. En als realist moet je gewoon erkennen dat de oceanen tientallen jaren geleden nog tamelijk schoon waren en nu steeds meer vervuilen. […] Politieke leiders willen daar soms omheen praten, als ze menen dat andere ,,belangen’’ zwaarder wegen, terwijl nu eindelijk topmensen uit de grote industrie die dingen reëel beginnen te zien.115

110 Jan Joost Linder, ‘Milieucrisis brengt politici uit balans,’ 2 juni 1972. de Volkskrant, 25.

111 Verslaggever, ‘PvdA, PPR, D’66: Milieurapport landelijk in discussie,’ 15 augustus 1972. de Volkskrant, 3. 112 Van Vonderen, ‘Uit de Gooise lucht gegrepen,’ 1 september 1971. De Telegraaf, 2.

113 André de Kromme, ‘Ernstige waarschuwingen van ,,Club van Rome” op expositie in Rotterdam. Nederland op bres

voor toekomst van de mens,’ 8 december 1971. De Telegraaf, 5.

114 De Kromme, ‘“Maatschappij ,,ombuigen’’ is helemaal niet nodig!,’ 5. 114 Ibidem, 5.

In de loop van de tijd werden er niet veel positieve artikelen over het rapport geschreven. Koppen van artikelen met een negatieve houding ten opzichte van de Club van Rome zoals ‘Geen paniekpolitiek’, ‘Langman na onthutsend milieu-rapport: Economische groei blijft nummer één’, ‘Lid van de Club van Rome dr. Knoppers waarschuwt voor rapport: Halfbakken conclusies kunnen groot onheil veroorzaken’ en ‘Welvaart als middel’ waren in grotere getalen aanwezig, dan positieve artikelen zoals ‘Rapport van de Club van Rome ,,verslonden’’’ in De Telegraaf. Net zoals in de NRC en de Volkskrant werd een artikel besteed aan de verkoopresultaten van het rapport na de officiële publicatie. 116

In De Telegraaf werden de waarschuwingen uit het rapport meer serieus genomen na de officiële publicatie. In het artikel van journalist Kees Roos ‘Nederlandse vertaling van rapport van