• No results found

Psychiaters, artsen, psychologen en winti

In document De Schaduw van de winti (pagina 52-60)

Hoofdstuk 6   Hulpverleners en winti in Suriname

6.5  Psychiaters, artsen, psychologen en winti

“En dan ga je proberen een soort middenweg te bewandelen, dat de religieuze dingen  van de familie op zich neemt,  of ze nou een Pandit erbij halen of een kerkdienst of..  god  weet ik veel wat, buiten het PCS om. Maar wel zodat jij je werk hier nog kan doen. Dat  evenwicht moet je aaaaaaltijd voor ogen houden, altijd” (psychiater2). 

 

Ik heb geprobeerd zoveel mogelijk psychiaters, artsen en psychologen te spreken  te krijgen. Uiteindelijk heb ik vier van de zes psychiaters kunnen bereiken, twee  van  de  drie  psychologen,  twee  van  de  drie  zaalartsen  en  de  hoofdzuster.  Elke  participant  heb  ik  een  aantal  vragen  gesteld  over  hun  houding,  ervaring  en  omgang met (traditionele) religie tijdens hun werk48.  

“Men  weet  dat  we  hier  therapie  hebben  in  de  vorm  van  begeleiding,  in  de  vorm  van  medicatie,  dat  is  waarvoor  men  zich  hier  aanmeld.  Dat  is  duidelijk.  Dat  andere  (traditionele behandeling), dat verwachten ze niet hier, dus dan moet je ook niet, denk  ik, daar gaan” (psychiater4). 

 

Er is geen geschreven beleid dat winti praktijken verbiedt op het PCS. Toch zijn  de hulpverleners het er unaniem over eens dat winti praktijken niet thuis horen  in het psychiatrisch centrum.  

“Cliënten  komen  hier  om  geholpen  te  worden  aan  hun  psychische  problemen. 

Oplossingen  voor  culturele  problematiek  zoeken  ze  elders.  Het  wordt  veel  gedaan,  er  wordt veel gezocht naar alternatieve genezing, en niet alleen in de psychiatrie hoor, er  zijn  allerlei  ziektes  die  men  op  een  alternatieve  manier  probeert  te  genezen.  Lukt  dat  niet, dan gaan ze naar het ziekenhuis.”(psychiater1) 

 

De  psychiaters  hebben  hun  opleiding  volledig,  of  grotendeels  in  Suriname  gevolgd.  De  psychologen  hebben  hun  opleiding  volledig  of  grotendeels  in  Nederland  gevolgd.  Een  beleidsmedewerker  heeft  gestudeerd  in  Nederland,  de  rest heeft zijn of haar opleiding voor het grootste deel gevolgd in Suriname. 

 

Alle psychiaters zijn deels of geheel van Hindoestaanse afkomst. Zij zijn allemaal  bekend met alternatieve geneeswijzen en de bijbehorende geloofsovertuigingen. 

Alle psychiaters begonnen direct over de mogelijkheid die het PCS biedt om naar  de kerk te gaan, of om een priester of een imam uit te nodigen om te bidden met  een cliënt. Een enkele begon over de Pandit, een Hindoestaanse genezer. Omdat  het niet duidelijk is wat een Pandit doet om een cliënt beter te maken, worden 

zijn praktijken niet toegelaten op het PCS. Ik vroeg of dit ook voor winti helers  gold. 

“Ja, maar dat is een zaak apart. Winti ligt heel gevoelig, zowel bij de cliënten als bij het  personeel. Een bonuman binnen vragen is vragen om problemen. Zij erkennen ons werk  niet. Je hebt mensen die willen niet in de buurt van een bonuman komen of ze zijn bang  voor wat hij doet. Sommigen mogen ook niet van de kerk. Dat soort dingen daar moeten  wij niks van hebben hoor” (Psychiater4). 

 

Alle  psychiaters  konden  mij  vertellen  wat  mensen  doen  wanneer  zij  met  winti  bezig  zijn.  Sommige  psychiaters  beschreven  een  voorbeeld  van  cliënten  die  bezeten waren, en vertelde mij hoe zij weer in contact probeerden te komen met  de cliënt. Meestal schakelen de psychiaters familie in als een cliënt onbereikbaar  is. Andere psychiaters zagen winti als een verklaringsmodel, een manier om te  uiten dat ze problemen hebben.   Alle  ondervraagde  psychiaters  hebben  ervaring met winti. Ze hebben ervaring met cliënten of familie van cliënten die  hebben aangegeven dat de ziekte niet van de dokter was en dat ze naar buiten  wilde gaan om iets anders te proberen. De psychiater bekijkt de toestand van de  cliënt. Zolang hij of zij geen gevaar is voor zichzelf of de omgeving dan geven de  psychiaters  toestemming  om  te  gaan.  Ze  laten  de  familie  dan  echter  wel  tegenadvies tekenen. Het tegenadvies is een soort bewijs waarmee de cliënt een  vrijbrief krijgt om het terrein van het PCS te verlaten, tijdelijk, of voor altijd. De  psychiater  of  het  PCS  draagt  door  het  tekenen  van  tegenadvies  geen  enkele  verantwoordelijkheid  voor  de  traditionele  behandeling  die  de  cliënt  gaat  ondergaan. Ze hebben geen toezicht over waar en door wie de cliënt behandeld  wordt.  Dit  wordt  helemaal  overgelaten  aan  de  familie.  De  psychiaters  en  zaalartsen  stonden  allen  achter  het  beleid  van  tegenadvies.  Elke  psychiater,  psycholoog  en  zaalarts  die  ik  heb  gesproken  hebben  al  meerdere  malen  een  tegenadvies moeten laten tekenen.  

“Eerste waar ik naar kijk is, zijn ze agressief of niet, want ik moet niet alleen de patiënt  beschermen  ik  moet  ook  hun  omstanders  beschermen.  En  vaak  kun  je  de  meeste  mensen wel motiveren om dat plan (van ‘ naar buiten gaan’ )nog even in de ijskast te  stoppen. 

Het is hoe je dr mee omgaat, van, wacht nog even een weekje, geef me even een weekje,  laat me zien hoe het gaat, dan schat ik het in, van kan ie het doe issie rustig. Het is hoe je  het brengt en meestal lukt het wel hoor, maar het is, het wordt per geval beoordeeld. Je  kan  niet  zeggen  van  ik  heb  een  protocol  hiervoor  en  dit  is  het.  Je  moet  het  per  geval  beoordelen.” (Psychiater1) 

 

“Als de patiënt in een psychose zit en niet voor zichzelf kan instaan laat ik hem niet gaan. 

Als hij ontoerekeningsvatbaar is, onvoorspelbaar gedrag vertoond of gevaarlijk is, dan  laat ik hem niet gaan. Het is ook zo dat een patiënt klaar moet zijn met de behandeling,  dan  pas  laten  we  ze  gaan.  Het  moet  niet  zo  zijn  dat  ze  hier  komen  en  dan  even  later  denken  van,  oh  nee,  ik  ga  toch  iets  anders  opzoeken.  Vaak  zijn  ze  al  ergens  anders  geweest. Als het iets cultureels betreft dan zeg ik tegen de patiënt, laat mij u eerst helpen  is  wel  nog  aanwezig,  en  je  wil  heel  graag  een  alternatieve  behandeling  hebben,  dan  zullen we je niet in de weg staan.”(Psychiater3) 

“De  patiënt  moet  in  ieder  geval  geen  zelfmoordneigingen  meer  hebben,  en  ook  geen  gevaar  vormen  voor  zichzelf  of  de  omgeving  Het  komt  bijna  niet  voor  dan  mensen  de  eerste  dag  vragen  of  ze  naar  buiten  mogen,  meestal  is  het  pas  na  een  paar  dagen.  Wij  hebben  dan  de  mogelijkheid  om  al  wat  te  spelen  met  medicatie,  kijken  wat  aanslaat  etcetera. Wij raden het overigens altijd af, en lichten de familie goed in over de risico’s  die eraan verbinden zitten, wat er zoal allemaal kan gebeuren, hoe ze de patiënt op de  meest veilige manier mee krijgen, we raden aan om de medicatie te blijven slikken, maar  ja,  echt  controle  heb  je  daar  niet  over,  ze  kunnen  wel  zeggen  van  ja,  maar  je  weet  het  niet.” (Zaalarts1)  hem  na  een  paar  dagen  gaan.  Omdat  het  tekenen  van  tegenadvies  geen  geschreven beleid is, kan iedereen er zijn eigen invulling aan geven. 

   Sommigen  gaven  aan  niet  te  weten  wat  de  cliënt  ‘daarbuiten’  allemaal  doet, maar allen respecteren de keus van de cliënt. Het belangrijkste wat hieruit  naar  voren  kwam  is  dat  iedereen  weet  dat  winti  een  familiezaak  is.  De  familie  regelt  de  bonuman,  de  familie  regelt  het  tegenadvies.  Geen  enkele  arts  of  psychiater heeft het meegemaakt dat een verpleegkundige naar ze toe kwam om  aan te geven dat een cliënt last had van ‘culturele dingen’. 

“Het is altijd de patiënt zelf of de familie. Dan heeft een familielid hem hier gebracht en  na  lang  beraad  met  de  rest  van  de  familie  besluiten  ze  hem  toch  buiten  te  brengen.”(Psychiater1) 

 

In tegenstelling tot de verpleegkundigen, hebben de psychiaters of artsen nooit  zelf vermoed dat een cliënt last had van winti. Deze diagnose komt altijd van de  familie zelf. Het is niet zo dat de psychiaters niks doen met deze door de familie  gestelde  diagnose.  Een  maatschappelijk  werkster,  die  ook  cliënten  begeleidt  tijdens  een  winti  behandeling,  vertelde  mij  dat  zij  regelmatig  cliënten  doorverwezen krijgt van de psychiater (zie bijlage 2).  

  Psychiaters,  artsen  en  psychologen  hebben  over  het  algemeen  een  vrij  positieve, doch rationele houding tegenover winti:  

“Ik  ben  overtuigd  van  de  kracht  van  de  geest;  baden  (een  wassi)  kan  versterkend  werken,  maar  chillen  buiten  de  stad  met  een  goed  glas  whisky  kan  ook  werken.  Door  ontspanning voelt men zich weer als nieuw. Als ik buiten de stad ga om te ontspannen in  een  kreek,  met  een  goed  glas  whisky,  dan  noem  ik  dat  ook  een  wassi,  ik  voel  me  als  herboren als ik weer terug kom” (Psycholoog1). 

 

“Je  vraagt  je  af,  zijn  het  de  medicijnen  die  beginnen  te  werken  of  was  het  echt  iets  cultureels?Mensen zijn dan een stuk rustiger en je ziet duidelijk dat het heeft gewerkt; 

ze zijn er dan beter aan toe dan voordat ze op weekend zijn gegaan.” (Zaalarts1)   

Twee  psychiaters  en  een  psycholoog  gaven  een  tweedeling  aan  in  een  winti‐ 

aandoening en een psychiatrische aandoening. 

“Ja  maar  daar  werk  ik  ook  mee,  het  is  de  energie  van  die  persoon.  Iedereen  heeft  een  beschermengel die dichtbij je staat. Het is alleen de keus van de patiënt of en hoe hij die  gebruikt. Alleen hij is in staat zich open te stellen voor die energie.” (Psychiater3) 

 

Mensen kunnen wel ziek zijn, ook psychisch ziek, maar waardoor zijn ze ziek, door de  geesten,  die  hebben  gezorgd  dat  iemand  ziek  is.  Het  beste  zou  een  gelijktijdige  behandeling zijn. Deze werkt echter pas wanneer iemand erin gelooft. Via winti kan men  vele dingen verklaren”(Arts in Opleiding). 

 

De  psychiaters,  artsen  en  psychologen  zagen  winti  als  een  verklaringsmodel,  waarbinnen  een  cliënt  zijn  klachten  uit,  interpreteert  en  beleeft.  Naast  het  biomedische model hebben zij allemaal kennis van dit verklaringsmodel: 

“De DSMIV is de bijbel voor psychiaters. In de DSMIV staan lang niet alle psychiatrische  aandoeningen. Er staat een lijst maar er zit zoveel tussenin.” (Psychiater3) 

 

“Als  er  in  Suriname  iets  verkeerd  gaat,  laat  zeggen  je  zit  op  een  werkplek  en  je  wordt  ziek, dan is het verklaringsmodel van, iemand heeft jou iets gedaan. Is dat cultureel of is  dat  een  verklaringsmodel  om  aan  te  geven  van,  aanpassingsproblemen,  luister  ik  voel  me niet lekker, ik heb stress om mijn nieuwe werksituatie aan te pakken. Ze hebben dan 

‘iets voor mij gezet’ ze hebben iets op me afgestuurd, dan ga je het cultureel verklaren. 

Als  ik  zeg  van  luister,  ik  denk  dat  jij  gewoon  aanpassingsproblemen  heb,  van  je  werk,  kan jij je baan niet aan. Je hebt het bijvoorbeeld veel als mensen leidinggevende functies  krijgen.  Je  hebt  de  management  kwaliteiten  niet,  je  kan  de  baan  niet  aan,  dat  levert  stress op en je verklaart dat binnen de cultuur als geesten ofzo, dat iemand uit jaloezie  iets voor je heeft gezet.(Psychiater2) 

 

“(…) en die geest praat tot ze, anders dan in Nederland, hier is die verklaring anders, ‐ dus  je  moet  een  vertaalslag  maken,  iemand  die  in  winti  gelooft  en  iemand  die  die  achtergrond  heeft  die  zal  sneller  iets  gaan  vertellen  van  ik  heb  een  geest  die  op  me  gekomen  is  en,  ja,  als  je  dat  verklaringsmodel  hebt  dan  zul  je  ook  sneller  richting  een  culturele behandeling gaan.” (Psychiater1)  je  dus  terug  naar  de  wortel  moet  gaan  en  zeggen  van,  waar  zitten  de  grenzen  van  de  psychiatrie? En als je kijkt naar die grenzen van de psychiatrie dan stuit je bij dit soort  neuro linguïstisch programmeren49.” (Psycholoog2) 

 

“(…)het is een therapie, die je geestelijk welzijn kan brengen. Maar dan moet je wel naar  een  goeie  gaan  natuurlijk.  Er  zijn  ook  heel  veel  malafide  genezers  tegenwoordig  want  deze dagen willen ze geld zien toch” (Psychiater1).  

 

Alle  ondervraagde  psychiaters,  artsen  en  psychologen  denken  dat  een  traditionele behandeling ondersteunend zou kunnen werken voor, tijdens of na  een  reguliere  behandeling.    Een  psycholoog  was  bereid  om  een  cliënt  hierin  te  begeleiden. 

“Dus..wil je ruimte bieden aan een optimale behandeling, dan moet je zeggen van, hee,  binnen  dat  medisch  model  is  dat  de  grens,  maar  ik  merk  dat  er  nog  iets  meer  is,  en  vanuit het breder perspectief bied ik de ruimte aan zo’n patiënt om zich te voegen bij 

een deskundige die daar kijk op heeft en die daar iets mee kan doen. En ik denk dat dat,  een soort eclectische benadering is, waarbij je zegt van, ik heb niet alle tools in handen,  maar ik wil het beste voor die patiënt dus je zegt van we gebruiken de sterke elementen  uit verschillende domeinen om die behandeling te effectueren.” 

*The best of both worlds. 

‐“Exact.”(Psycholoog2)   

De  rest  van  de  ondervraagden  vond  het  regelen  en  uitvoeren  van  een  traditionele behandeling een familieaangelegenheid. 

Wel  waren  sommigen  bereid  om  samen  te  werken  met  een  traditionele  heler  zodat  er  bijvoorbeeld  gekort  kan  worden  op  medicatie.  Een  psychiater,  een  psycholoog  en  een  zaalarts  stond  achter  zo  een  samenwerking.  Dit  idee  wordt  nog als toekomstmuziek gezien. 

“Op  zich  is  een  multimodale50  behandeling  altijd  wel  beter,  maar  dan  zou  je  eerst  de  psychiaters  die  het  voor  het  zeggen  hebben,  zou  je  in  feite  dan  moeten  zien  te  overtuigen dat er meer is dan alleen het medisch koninkrijk.” (Psycholoog2) 

 

“Kan, ja kan, het zou dom zijn om te zeggen dat het a priori niet zou werken, toch!? Er  zijn  zoveel  dingen,  de  westerse  psychiatrie  is  nog  maar  een  paar  eeuwen  oud.  Wat  hebben al die mensen dan die duizenden jaren, honderden eeuwen geleden gedaan? Dus  er is wel wat hoor, alleen, hoe scheidt je nou.. hoe haal je nou die goeie eruit en hoe haal  je die kwakzalvers eruit?”(Psychiater4) 

 

“Er is geen contact tussen ons (bonuman en psychiatrie). Het zou wel goed zijn omdat je  zo wel weet wat iemand precies heeft gedaan. Ik denk dat je zo de registratie of in ieder  geval  de  controle  van  de  bonuman  hebt,  wanneer  er  meer  communicatie  is,  maar  die  stap is groot. Er zijn er zoveel. En er is geen communicatie naar ons toe ook. Informatie  komt altijd van de familie.”(Zaalarts2) 

 

Er  werd  door  de  psychiaters  en  zaalartsen  veel  nadruk  gelegd  op  de  intake  gesprekken, ook wel de anamnese en de heteroanamnese genoemd. Men acht het  van groot belang om te weten wat een cliënt aan medicatie slikt of heeft geslikt,  welke  ziektes  hij  of  zij  heeft  gehad  en  welke  behandelingen  hij  of  zij  al  heeft  ondergaan, ook bij traditionele helers. 

 

“Heteroanamnese..dat is eehm, de anamnese van de familie ook, wat er allemaal gebeurd  is  voordat  ze  bij  het  PCS  komen,  want  dan  kan  ik  ook  werken  naartoe,  van,  die  is  al  behandeld  met  die  therapie,  hoe  moet  ik  mijn  behandeling  beginnen.  Ik  vind  dat  echt  belangrijk  hoor.  En  ik  vind  ook  belangrijk,  als  patiënten  al  bij  een  andere  dokter  zijn  geweest, van, wat voor medicijnen of kruiden heeft de patiënt gehad?” (Zaalarts2)    

Drie  van  de  vier  psychiaters  zagen  een  samenwerking  met  een  bonuman  niet  zitten. 

“Als je gaat werken met zo iemand dan gaan er misverstanden ontstaan over de oorzaak  en manier van behandelen. Mensen mogen zelf die keus maken, ik ga dat niet voor ze  doen” (Psychiater4) 

“Bonu mans kunnen mensen ook juist bang maken. Ik heb wel respect voor het werk van  een bonuman hoor, maar ik werk er niet mee samen.”(Psychiater1) 

“Ik  werk  niet  zozeer  met  het  geloof,  ik  werk  met  de  energie  die  het  geloof  de  mensen  biedt.  Ik  ga  dus  niet  in  op  die  winti  geneeswijzen,  maar  ik  ga  in  op  waar  die  winti  vandaan komt” (Psychiater3) 

De  houding  en  ideeën  van  de  psychiaters,  artsen  en  psychologen  ten  opzichte  van winti verschilden onderling, maar de behandeling lijkt overeen te komen. Dit  vind  ik  een  opvallend  gegeven  gezien  er  geen  geschreven  beleid  is  omtrent  de  omgang  met  cliënten  die  aangeven  dat  ze  last  hebben  van  winti.  De  overeenkomst in de behandeling is terug te zien in het verantwoordelijk stellen  van de familie bij een opname én bij het tekenen van tegenadvies. Het moment  wanneer een cliënt ‘naar buiten’ mag verschilt per psychiater maar het tekenen  van tegenadvies wordt door elke psychiater, zaalarts of psycholoog gehanteerd.  

Met uitzondering van psycholoog 2 en psychiater 3 houdt niemand zich verder  bezig  met  alternatieve  therapieën,  hoewel  de  meningen  hierover  verschillen. 

Geen  van  de  psychiaters  of  zaalartsen  werken  samen  of  hebben  professioneel  contact met een bonuman. Psycholoog 2 stond wel open voor samenwerking en  gaf aan cliënten soms door te sturen. Zijn houding tegenover winti was positief,  positiever dan zijn houding over het medische beleid van het PCS.  Voor zowel de  psychiaters als de zaalartsen was medicatie een pré. Allen probeerden de cliënt  te  begrijpen  vanuit  zijn  of  haar  culturele  achtergrond,  voor  veel  van  de  hulpverleners  is  deze  houding  vanzelfsprekend,  ze  vergeleken  hun  cliënten  bestand met de multiculturele samenleving die Suriname is.  

 

“In  het  dagelijks  leven  kom  je  ook  van  alles  tegen  qua  culturen.  In  de  buurt  waar  ik  woon,  woont  ook  van  alles.  Ik  ben  het  gewend  om  om  te  gaan  met  verschillende  culturen.  De  mensen  die  naar  mijn  praktijk  toekomen  zijn  niets  anders  dan  een  afspiegeling van onze samenleving.” (Psychiater2) 

 

Deze  quote  laat  zien  dat  de  omgeving  waar  de  psychiater  woont,  het  dagelijks  leven, van invloed is op de houding die deze psychiater heeft tijdens werk. Toch  is  dit  ook  een  politiek  correct  antwoord;  de  multiculturele  samenleving  van  Suriname  is  iets  waar  de  mensen  trots  op  zijn.    Veel  van  de  psychiaters, 

zaalartsen en psychologen hebben in Nederland gestudeerd. Psycholoog 2 en een  beleidsmedewerker waren positief over het beleid in Nederland ten opzichte van  winti en streven ernaar om dit ook in het PCS voor elkaar te krijgen. De focus op  medicatie  en  het  uitblijven  van  verschillende  therapieën  weerhoudt  de  Surinaamse  GGZ  ervan  om  ‘zorg  op  maat’51  te  bieden.    De  Nederlandse  gezondheidszorg  heeft  beschikking  over  veel  nieuwere  medicatie  dan  het  PCS. 

Dit is een kwestie van geld en ik denk niet dat hier snel verandering is zal komen. 

Feit blijft volgens de meeste hulpverleners die ik heb gesproken dat veel cliënten  baat  hebben  bij  rustgevende  of  antipsychotische  middelen.  Ik  denk  dat  het  daarnaast  best  goed  mogelijk  kan  zijn  om  gerichtere  therapieën  te  geven. 

Vanwege de werkdruk van de psychiaters, de zaalartsen en de psychologen is dit  voorlopig  nog  toekomstmuziek  maar  gezien  de  houding  van  deze  mensen  ten  opzichte  van  alternatieve  therapie  denk  ik  dat  het  mogelijk  moet  zijn.  Met  de  aanwezige  kennis  bij  de  verpleegkundigen,  de  psychiaters,  de  zaalartsen,  de  psychologen  en  de  beleidsmedewerkers,  zal  het  nog  een  mooi  liedje  kunnen  worden ook. 

                                                

Hoofdstuk 7 Conclusie; De schaduw van de winti   

“Ik  ben  rooms  katholiek  (…)  we  staan  op  met  winti  en  gaan  naar  bed  met  winti.” 

(Verpleegkundige) 

“Winti is een way of life(…)” (Beleidsmedewerker)   

Winti  is  altijd  en  overal  aanwezig  in  Suriname.  Het  verschilt  per  individu  in  welke  mate  winti  een  rol  speelt  in  het  dagelijkse  leven.  Winti  wordt  in  de  literatuur  beschreven  als  een  Afro‐Surinaamse  religie,  die  ten  tijde  van  de  slavernij is ontstaan. Het praktiseren van het winti geloof is verboden geweest 

Winti  is  altijd  en  overal  aanwezig  in  Suriname.  Het  verschilt  per  individu  in  welke  mate  winti  een  rol  speelt  in  het  dagelijkse  leven.  Winti  wordt  in  de  literatuur  beschreven  als  een  Afro‐Surinaamse  religie,  die  ten  tijde  van  de  slavernij is ontstaan. Het praktiseren van het winti geloof is verboden geweest 

In document De Schaduw van de winti (pagina 52-60)