• No results found

Protocollen en werkinstructies

In document HANDBOEK SAMEN VOOR SPOED (pagina 33-40)

Pas als de driehoek gesloten is, ontstaat er brand. Door het verwijderen van een van de zijden, dooft de brand. De brandbare stof kan weggehaald worden, door, bijvoorbeeld in het geval van een gasbrand, de gaskraan dicht te draaien. Zuurstof kan bijvoorbeeld weggehaald worden door het afdekken van het brandende voorwerp met een blusdeken of door met poeder of koolstofdioxide (CO2) te blussen.

De temperatuur kan verlaagd worden door bijvoorbeeld te blussen met water. Let op: blus nooit een brandende vloeistof, zoals frituurvet, met water! Dit kan gaan spatten of het vuur kan door het bluswater verspreid worden.

Branden worden in verschillende, offici-ele klassen ingedeeld. In het onderstaande schema wordt weergegeven welk type brand tot welke klasse behoort en wat de meest effectieve blusstoffen zijn. De pictogrammen staan ook op de brandblussers.

Bij brand

Meld de brand direct:

• Door het indrukken van een handbrand-melder of via het alarmnummer 22 22;

• Geef duidelijk aan waar de brand is (ge-bouw, zone, verdieping, ruimtenummer);

• Voorkom paniek;

• Alarmeer de aanwezigen, ontruim eventu-eel de ruimte;

• Tracht een beginnende brand te blussen met de aanwezige brandblusmiddelen;

• Bij elektriciteit met sproeistraal blussen;

• Lukt blussen niet, verlaat dan zelf de ruimte;

• Sluit ramen en deuren;

• Vang Bedrijfshulpverlening of Brandweer op;

• Volg altijd hun instructies op.

Rook maakt de meeste slachtoffers

Bij bommelding

• Een bommelding kan via elk toestel bin-nenkomen;

• Neem elke bommelding serieus, blijf kalm;

• Noteer nauwkeurig tijd en tijdstip van de melding

• Informeer;

- Waar ligt de bom?

- Op welke locatie (gebouwdeel, zone, verdieping, ruimtenummer)?

- Wanneer explodeert de bom?

- De identiteit van de melder.

• Let op bijzonderheden zoals accent, ge-slacht, stem, achtergrondgeluiden;

• Bel direct het alarmnummer 22 22;

• Ga niet zelf op onderzoek uit;

• Een eventuele evacuatie wordt aangege-ven door:

- Jouw leidinggevende - Bedrijfshulpverlening - Brandweer

• Volg hun aanwijzingen stipt op.

Bij ontruiming

• De noodzaak voor een ontruiming wordt aangegeven door:

- De situatie - Beveiliging

- Jouw leidinggevende - Bedrijfshulpverlening - Brandweer

• Volg hun aanwijzingen stipt op;

• Een ontruiming kan in 3 fases:

- Fase 1: horizontale ontruiming van een (deel van een) verdieping achter een branddeur;

- Fase 2: verticale ontruiming van een verdieping naar een andere verdieping;

- Fase 3: ontruiming van het hele ge-bouw.

• Help (niet-mobiele) patiënten bij de ont-ruiming en laat bezoekers meehelpen;

• Controleer of er niemand achterblijft in de ruimtes en op de etage;

• Verlaat de verdieping via de vluchtwegen en (nood)trappenhuizen, gebruik nooit de lift;

• Ga naar de verzamelplaats (deze wordt aangegeven door de bedrijfshulpverlener).

Bij brand

• Sluit ramen en deuren;

• Haal geen persoonlijke spullen op;

• Zorg dat je niet langs het vuur loopt.

Bij een bommelding

• Zet ramen en deuren open;

• neem persoonlijke spullen mee als deze de ontruiming niet hinderen.

Werkinstructie Bedrijfshulpverlening Doelen

• Snel ingrijpen bij incidenten of situaties die tot een calamiteit kunnen leiden.

• Het vergroten van de veiligheid voor me-dewerkers en patiënten.

De medewerkers van de HAP zullen bij een calamiteit samenwerken met de BHV-orga-nisatie van het JBZ. De BHV-orgaBHV-orga-nisatie van het JBZ is ingericht conform artikel 15 van de Arbowet, met als doel adequaat te kunnen handelen in noodsituaties, in afwachting van

de professionele hulpdiensten Een en ander is vastgelegd in Noodplanboeken 1 en 2 van het JBZ.

Het JBZ zorgt voor het afdelingsontrui-mingsplan van de HAP, het informeren van de medewerkers van de HAP ter plaatse inzake “wat te doen bij noodgevallen” en het beoefenen van het afdelingsontruimingsplan.

De medewerkers van de HAP zullen kennis nemen van de voorhanden zijnde informatie-bronnen inzake het handelen in noodsituaties in het JBZ.

Protocol intimidatie, agressie en fysiek geweld

Het protocol Melding Incidenten Medewerkers HAP (Intimidatie, agressie en fysiek geweld en de bijbehorende werkinstructie) blijft van kracht. Hierop komt de volgende aanvulling:

In geval van een van onderstaande situaties dient altijd de beveiliging toestel 2222 (of 112 voor buitenpoliklinieken) van het ziekenhuis gewaarschuwd te worden:

• Bedreiging

• (Poging tot) fysiek geweld

• Bezit van verboden wapens

• Vernieling

• Diefstal

• Patiënt of bezoeker onder invloed van drugs/alcohol en onhandelbaar Wat kun je doen bij agressie

• Schat de ernst in;

• zorg voor eigen veiligheid;

• waarschuw collega(‘s);

• bel het alarmnummer 2222 (of 112 voor buitenpoliklinieken);

• Geef duidelijk aan wie je bent, waar de hulp nodig is (gebouw, zone, verdieping, ruimtenummer) en wat er aan de hand is;

• Voorkom dat het conflict erger wordt;

• Zorg voor opvang van slachtoffer(s).

Meld het incident bij de leiding en BOT-team.

Doe bij fysiek geweld en ernstige bedreiging aangifte bij de politie. Evalueer het incident en maak afspraken.

Bij diefstal/inbraak Diefstal

• Als je constateert dat er iets gestolen is, bel de beveiliging: 22 94;

• wacht de komst van de beveiliging af.

Op heterdaad

• Meld dit direct via alarmnummer 22 22;

• wacht de komst van de beveiliging af;

• tracht de dader in het oog te houden;

• denk aan eigen veiligheid;

• neem zoveel mogelijk informatie op van de dader (geslacht, lengte, haarkleur, etc.).

Inbraak

• Als je merkt dat er is ingebroken, blijf dan overal van af;

• wis geen sporen uit;

• wees voorzichtig met eventuele glas-schade;

• meld de inbraak aan de beveiliging: 22 94;

• wacht de komst van de beveiliging af.

Deelplan: JBZ

Locatie: Huisartsenpost ‘s-Hertogenbosch Adres: Henri Dunantstraat 1

5223 GZ ‘s-Hertogenbosch Bereikbaarheid huisartsenpost:

Calamiteitendienst regio Noord: 06-239542 87

Bereikbaarheid ziekenhuis:

Coordinator SEH: (073) 5537804 (mag alleen gebeld worden door de calamiteitendienst) Behandelcapaciteit huisartsenpost:

6 spreekkamers en 2 behandelkamers;

5 patiënten per huisarts uur Behandelcapaciteit ziekenhuis:

4 acute kamers/10 behandelkamers/4 short-track bedden/4 observatorium bedden Afspraken externe ramp (ZiROP) Alarmering:

• Bij bijzonderheden elkaar altijd informe-ren, ook als er (nog) geen sprake is van opschaling. Via bovenstaande telefoon-nummers.

• Opschaling continuïteitsplan HaROP en/of ZiROP wordt altijd gemeld aan ketenpart-ner via bovenstaande telefoonnummers.

Afstemming:

• De (dienstdoende) manager bedrijfs-voering huisartsenpost participeert in operationeel team JBZ.

• Leidinggevende SEH stemt af niet mana-ger bedrijfsvoering HAP

• De run-arts coordineert in overleg met de medisch coordinator SEH de patiën-tenstromen op de huisartsenpost tijdens ANW-uren

Triage:

• Alle rampenslachtoffers worden door de SEH getrieerd.

• Triage reguliere patiënten volgens lopende afspraken

Registratie:

• Bij triage worden alle patiënten van de ramp door de SEH in het slachtoffervolg-systeem geregistreerd.

• Bij behandeling door de huisartsenpost, registreert HOB patiënten in haar eigen systeem (callmanager). Hierbij wordt de code ‘999’ in de S-regel genoteerd.

• Goede registratie en overdracht (na triage) van SEH naar huisartsenpost en van huis-artsenpost naar SEH (na ontslag slachtof-fer) is essentieel.

Kantooruren:

Tijdens kantooruren is er een aantal mo-gelijkheden. Afhankelijk van de situatie kan in overleg voor een van de volgende opties gekozen worden:

• Optie: opschaling huisartsenpost. Huis-artsen (via Hagro Coördinator Harop) en assistenten kunnen opgeroepen worden, op basis van inspanningsverplichting.

• Optie: SEH maakt gebruik van de spreek-/

behandelkamers van de huisartsenpost.

• Patiënten kunnen eventueel doorgestuurd worden naar hun eigen huisarts.

Financiële afhandeling:

• Patiënten die door de huisartsenpost behandeld zijn ontvangen ook alleen een rekening van de huisartsenpost.

• Zo nodig afstemming achteraf.

BRMO-screening Doel

Het doel van BRMO-screening is inventarise-ren of een patiënt tot een risicocategorie ten aanzien van BRMO-dragerschap behoort.

Uitgangspunt

BRMO-screening wordt alleen uitgevoerd bij patiënten die verwezen worden naar de SEH conform het JBZ protocol. Patiënten voor de huisarts worden niet gescreend op BRMO.

Toepassing

De SEH-verpleegkundige is verantwoordelijk voor de BRMO-screening conform het JBZ protocol.

Colofon

Het handboek ‘Samen voor Spoed’ werd samengesteld door:

Coöperatie Huisartsenposten Oost-Brabant Dick Engelen, medisch manager,

Coöperatie Huisartsenposten Oost-Brabant (d.engelen@hapoostbrabant.nl)

John de Laat, unithoofd Spoedeisende Hulp, Jeroen Bosch Ziekenhuis (j.d.laat@jbz.nl) Maaike Anker, SEH-arts Spoedeisende Hulp, Jeroen Bosch Ziekenhuis (m.anker@jbz.nl) Met medewerking van:

Jeroen Ooms, lay-out en vormgeving Vijfde druk:

Augustus 2017 Oplage:

20 stuks

In document HANDBOEK SAMEN VOOR SPOED (pagina 33-40)