• No results found

Producenten versus dienstverleners

dienstverlenende bedrijven die aan zowel R&D als export van diensten doen, ten

4.4 Producenten versus dienstverleners

We maken in deze paragraaf een visuele vergelijking tussen bedrijven in de industrie en in de dienstverlening. Hoe verschillen producenten met al dan niet goederenexport- en/of R&D- activiteiten ten opzichte van dienstverleners? Hoe verhouden de werkzame personen en arbeidsproductiviteit zich tussen de twee branches rekening houdend met hun R&D- en exportactiviteiten?

Uit onze dataset is gebleken dat tussen 2013 en 2017 de meerderheid van bedrijven in de industrie goederen heeft geëxporteerd (91 procent). Dat omvat ook incidentele exporteurs die minimaal één jaar in deze periode goederenexport hebben gerapporteerd. Iets meer dan de helft van de bedrijven in de dienstverlenende branche exporteerde diensten in dezelfde periode (52 procent).

Het gemiddeld aantal werkzame personen in industriële bedrijven die zowel export als R&D- activiteiten hebben ligt ongeveer vier keer lager dan voor bedrijven in dezelfde categorie binnen de dienstverleningsbranche. Voor de groep exporterende industriële bedrijven met R&D-uitgaven is het gemiddeld aantal werkzame personen 264, terwijl dat voor de groep exporterende dienstverleners met R&D-uitgaven 1 190 is. Ook bij andere groepen bedrijven in de industrie werken minder personen dan bij dienstverlenende bedrijven. Dit is

weergegeven in figuur 4.4.1. Daarom kunnen we concluderen dat bedrijven in de

dienstverlening blijkbaar groter moeten zijn om tot exporteren te komen, dan bedrijven in de industrie.

4.4.1 Gemiddeld aantal werkzame personen per groep in industrie en dienstverlening, 2013 tot en met 2017

Gemiddeld aantal werkzame personen Industrie Dienstverlening

Geen R&D en geen export

Geen R&D en wel export

Wel R&D en geen export

Zowel R&D als export

0 250 500 750 1 000 1 250

De gemiddelde goederen exportwaarde door producenten in onze dataset ligt een stuk hoger dan de gemiddelde diensten exportwaarde door dienstverlenende bedrijven, zie figuur 4.4.2. De industrie exporteert per werkzame persoon een hogere waarde aan goederen dan de dienstverleners aan diensten exporteren. Uit tabellen 4.2.2 en 4.3.2 blijkt dat dit ook geldt voor de gemiddelde totale exportwaarde: deze ligt hoger voor export van goederen uit de industrie dan voor export van diensten door dienstverleners.

4.4.2 Gemiddelde exportwaarde per werkzame persoon in elke groep in de

industrie en dienstverlening, 2013 tot en met 2017

Geen R&D en wel export

In figuur 4.4.3 is de gemiddelde arbeidsproductiviteit weergegeven voor elk van de vier activiteitencategorieën binnen de industrie en de dienstverlening. Zowel binnen de

dienstverlening als de industrie is de arbeidsproductiviteit het laagst voor bedrijven die geen R&D-uitgaven hebben en daarnaast ook niet exporteren. Opvallend is dat export

arbeidsproductiviteit meer lijkt te stimuleren dan R&D-activiteiten. Zo zien we in figuur 4.4.3 namelijk dat de arbeidsproductiviteit het hoogst is voor de bedrijven die exporteren, ongeacht of ze aan R&D doen. Gemiddeld is de arbeidsproductiviteit bij dienstverlenende bedrijven aanzienlijk hoger, wanneer er niet wordt geëxporteerd. Wanneer er wel wordt geëxporteerd, ongeacht of er aan R&D wordt gedaan, is de arbeidsproductiviteit bij dienstverlenende bedrijven en de industriële producenten vergelijkbaar. Wanneer beide activiteiten worden opgepakt, is de arbeidsproductiviteit zowel binnen de dienstverlening als in de industrie gemiddeld het hoogst vergeleken met de arbeidsproductiviteit van de andere activiteitencategorieën. Ditzelfde geldt overigens voor de (niet getoonde) mediane arbeidsproductiviteit in deze vier groepen.

4.4.3 Gemiddelde arbeidsproductiviteit per groep in industrie en dienstverlening, 2013 tot en met 2017

1 000 euro Industrie Dienstverlening

Geen R&D en geen export

Geen R&D en wel export

Wel R&D en geen export

Zowel R&D als export

0 20 40 60 80 100

4.5

Samenvatting en conclusie

In dit hoofdstuk hebben we een beschrijvende analyse gemaakt van bedrijven die zich al dan niet bezighouden met R&D-activiteiten en/of export, op basis van een representatieve dataset. We hebben een onderscheid gemaakt tussen bedrijven in de industrie en bedrijven in de dienstverlening op basis van SBI-codes. In de industrie hebben we de export van goederen beschouwd, terwijl we bij de dienstverleners hebben gekeken naar de export van diensten.

We hebben laten zien dat groepen bedrijven die aan R&D en/of export doen verschillen in een aantal bedrijfskenmerken. Uit onze analyses blijkt dat exporterende bedrijven in de industrie (met of zonder R&D-uitgaven) vaker in het buitenland investeren dan niet-

exporterende bedrijven. De industriële exporterende bedrijven vallen ook vaker onder buitenlandse zeggenschap. De grootste groep bedrijven in de dienstverlening heeft geen R&D- en geen exportactiviteiten terwijl de grootste groep bedrijven in de industrie beide activiteiten ontplooit. Ook hebben we laten zien dat dienstverlenende bedrijven met R&D en export vaak groter zijn dan dienstverlenende bedrijven die geen R&D en/of export hebben. Gemiddeld zijn er meer werkzame personen in de dienstverlening dan in de industrie. Ongeveer 56 procent van de producenten had R&D-uitgaven in de periode 2013–2017 terwijl dat voor bedrijven in de dienstverlening 25 procent was. De industrie exporteert gemiddeld een hogere waarde aan goederen dan dienstverleners aan diensten, zowel totaal als per werkzame persoon. Het doen van export, R&D of beiden hangt bij zowel de industrie als de dienstverlening samen met een hogere arbeidsproductiviteit. Dienstverleners hebben meestal gemiddeld een hogere arbeidsproductiviteit, tenzij er zowel R&D als export wordt gedaan. De industrie lijkt dus meer baat te hebben in termen van arbeidsproductiviteit dan de dienstverlening wanneer er zowel R&D als export wordt gedaan.

4.6

Literatuur

Alvarez, R. & Robertson, R. (2004). Exposure to foreign markets and plant-level innovation: evidence from Chile and Mexico. The Journal of International Trade & Economic Development,

13(1), 57–87.

Aw, B. Y., Roberts, M. J. & Yi Xu, D. (2011). R&D investment, exporting and productivity dynamics. The American Economic Review, 101(4), 1312–1344.

Bernard, A. & Jensen, B. (1999). Exceptional exporter performance: cause, effect, or both?

Journal of International Economics, 47(1), 1–25.

Cassiman, B. & Martinez-Ros, E. (2007). Product innovation and exports. Evidence from Spanish

manufacturing. Barcelona: IESE Business School, 1–36.

CBS (2017). CBS Internationaliseringsmonitor 2017, derde kwartaal: Innovatie en R&D. Den Haag/Heerlen/Bonaire: Centraal Bureau voor de Statistiek.

De Loecker, J. (2013). Detecting learning by exporting. American Economic Journal:

Microeconomics, 5(3), 1–21.

Golovko, E. & Valentini, G. (2011). Exploring the complementarity between innovation and export for sme’s growth. Journal of International Business Studies, 42(3), 362–380.

Levy, B., Berry, A., Itoh, M., Kim, L., Nugent, J. B. & Urata, S. (1999). Technical and marketing support systems for successful small and medium-size enterprises in four countries. World

Bank Policy Research Working Paper, 1400.

Pack, H. (1992). New perspectives on industrial growth in Taiwan. In G. Ranis (Red.), Taiwan:

5 Complementariteit

tussen R&D en export