• No results found

Probleemoplossing bij gebruik van de kopieerfunctie

In document Problemen oplossen. Gebruiksaanwijzing (pagina 23-33)

Dit hoofdstuk geeft uitleg over waarschijnlijke oorzaken en mogelijke oplossin-gen voor problemen met kopieerfuncties.

Wanneer er een bericht wordt weergegeven

De volgende tabel bevat de uitleg van algemene berichten. Als er andere berich-ten worden weergegeven, volgt u de instructies die daarbij worden weergege-ven.

Belangrijk

❒ Zie "U heeft problemen met de bediening van het apparaat" voor berichten die hier niet worden vermeld.

Bericht Oorzaak Oplossingen

Form.orig. niet de-tect.baar

Er is een onjuist origineel ge-plaatst.

Selecteer papier handmatig en niet met de Automatische pa-pierselectie, en gebruik de functie Automatisch Verklei-nen/Vergroten niet.

Zie Kopieerhandleiding.

Form.orig. niet de-tect.baar

Er is een onjuist origineel ge-plaatst.

Voer zowel het horizontale als verticale formaat in van een niet-standaard origineel.

Form.orig. niet de-tect.baar

Er is een onjuist origineel ge-plaatst.

Plaats het origineel op de glas-plaat. Zie Kopieerhandlei-ding.

Kan dit form. niet sorteren

Het opgegeven papierformaat is niet beschikbaar met de sor-teerfunctie.

Gebruik kopieerpapier dat niet langer is dan 432 mm.

Kan handinv. niet select. in huidige instelling.

De opgegeven functie is niet beschikbaar met de handin-voer.

Selecteer een andere papierla-de dan papierla-de papierlapapierla-de voor handinvoer.

Orig. met deze leng-te kan niet dubz.

worden gescand.

De opgegeven speciale lengte is niet beschikbaar voor dub-belzijdig afdrukken vanuit de ARDF (bijvoorbeeld Dubbel-zijdig → DubbelDubbel-zijdig, Dub-belzijdig → Enkelzijdig, Dubbelzijdig → Combineren).

Plaats geen originelen die lan-ger zijn dan 432 mm.

Controleer orig.richting.

Origineel is niet in de juiste richting geplaatst.

Verander de richting van het origineel.

2

Controleer papier-formaat.

Er is een onjuist formaat pa-pier geplaatst.

Als u op de toets {Start} drukt, wordt het kopiëren gestart op het geselecteerde papier.

Blanco deel ver-schijnt.

Er verschijnen lege gebieden.

Er treden problemen op met de origineelrichting en het pa-pier wanneer beeldrotatie niet beschikbaar is.

Verander de richting van het origineel.

Afb. niet geheel ge-kop.

Het gehele beeld kan niet vol-ledig worden gekopieerd met behulp van de huidige instel-ling voor [Auto R/E].

Stel een andere instelling voor [Auto R/E] in.

Gerot.sort.niet besch. met dit pa-pierformaat.

Er is een papierformaat geko-zen waarvoor Geroteerd sor-teren niet beschikbaar is.

Selecteer het juiste papierfor-maat voor de functie Gero-teerd sorteren. Zie

Kopieerhandleiding.

Kan form. niet dubz.

kop.

De duplexmodus ondersteunt het geselecteerde papierfor-maat niet.

Selecteer het juiste papierfor-maat voor de Duplexfunctie.

Zie Kopieerhandleiding.

Dubz. kan niet met de lade.

Er is een papiersoort geselec-teerd dat niet beschikbaar is met de Duplexfunctie.

Dik papier is niet beschikbaar voor de Duplexfunctie.

Geef een andere papiersoort op.

Max. aantal sets is (n wordt vervangen door een cijfer.)

Het aantal kopieën over-schrijdt de maximale kopieer-capaciteit.

U kunt het maximale aantal kopieën wijzigen. Zie Kopi-eerhandleiding.

Niet. onmog. dik pap.

Er is een papiersoort geselec-teerd dat niet beschikbaar is met de nietfunctie.

Dik papier is niet beschikbaar voor de nietfunctie. Geef een andere papiersoort op.

Nietbereik over-schreden.

Het aantal kopieën over-schrijdt de capaciteit van de nietfunctie.

Controleer de nietcapaciteit.

Zie Kopieerhandleiding.

Deze positie kan niet geniet worden.

De geselecteerde positie kan niet worden geniet. Er treden problemen op met de origi-neelrichting en het papier wanneer beeldrotatie niet be-schikbaar is.

Selecteer de juiste positie of origineelrichting. Zie Kopieer-handleiding.

Bericht Oorzaak Oplossingen

Wanneer er een bericht wordt weergegeven

2

Verwijzing

Pag.6 “U heeft problemen met de bediening van het apparaat”

Kan niet kopiëren.

Origineel wordt ges-cand door andere functie.

De scannerfunctie is in ge-bruik.

Annuleer de huidige scanop-dracht. Druk hiervoor op de toets {Wis/Stop} op het scan-nerscherm om het bericht

"Wissen/Stop toets is ingedrukt. Scan-nen stoppen?" weer te ge-ven en druk vervolgens op [Stoppen].

Rechten zijn vereist om deze functie te gebr.

Het gebruik van deze functie is beperkt tot geverifieerde ge-bruikers.

Neem contact op met de be-heerder.

Verificatie mislukt. De ingevoerde log-in gebrui-kersnaam of het wachtwoord is niet correct.

Vraag de beheerder om de correcte log-in gebruikers-naam en het correcte wacht-woord.

Verificatie mislukt. Geen toegang tot de verifica-tieserver bij gebruik van Win-dows-verificatie, LDAP-verificatie of Integratieserver-verificatie.

Neem contact op met de be-heerder.

Bericht Oorzaak Oplossingen

2

U kunt geen duidelijke kopieën maken

Dit gedeelte geeft uitleg over de mogelijke oorzaken en oplossingen voor ondui-delijke kopieën.

Probleem Oorzaak Oplossingen

De kopieën zijn vuil. De belichting is te donker in-gesteld.

Pas de instellingen van de be-lichting aan. Zie Kopieer-handleiding.

De kopieën zijn vlekkerig. Het apparaat staat niet op een vlakke ondergrond.

Plaats het apparaat op een sta-biele, vlakke ondergrond.

Zorg ervoor dat de omgeving van het apparaat aan de eisen voldoet. Zie Pag.121 “Plaatsen van het apparaat”.

De kopieën zijn vlekkerig. Het papier is gekreukeld, ge-vouwen of bevat onvolko-menheden.

Verwijder de kreukels uit het papier of vervang het. Zie Over dit apparaat.

Wanneer het papier verkreu-keld uit het apparaat komt, pas dan de uitvoerlade aan.

Zie Kopieerhandleiding.

De kopieën zijn vlekkerig. De belichting is te licht inge-steld.

Pas de instellingen van de be-lichting aan. Zie Kopieer-handleiding.

De kopieën zijn vlekkerig. Het papier is vochtig. Gebruik papier dat is opgesla-gen onder de aanbevolen tem-peratuur en luchtvochtigheid.

Zie Over dit apparaat.

De kopieën zijn te donker of te licht.

De juiste papiertype-instellin-gen zijn niet gemaakt.

Controleer of het papier dat is geladen in de papierlade of de handinvoer overeenkomst met het papiertype dat is aan-gegeven op de display. Zie Over dit apparaat.

De kopieën zijn te donker of te licht.

De afbeelding is niet op een geschikte oppervlakte afge-drukt.

Controleer voordat u gaat af-drukken op speciaal papier de oppervlakte zorgvuldig. Af-drukken op niet-afdrukbare oppervlakken vermindert de afdrukkwaliteit en kan de in-terne onderdelen van het ap-paraat beschadigen. Zie Over dit apparaat.

U kunt geen duidelijke kopieën maken

2

De kopieën zijn vuil. Het gebruik van niet aanbevo-len toner kan leiden tot ver-minderde afdrukkwaliteit en andere problemen.

Gebruik de aanbevolen toner van de fabrikant. Neem con-tact op met uw leverancier.

De achterzijde van een origi-nele afbeelding is gekopieerd.

De belichting is te donker in-gesteld.

Pas de instellingen van de be-lichting aan. Zie Kopieer-handleiding.

Bij het kopiëren van beplakte originelen verschijnt er een schaduw op de kopie.

De belichting is te donker in-gesteld.

Pas de instellingen van de be-lichting aan. Zie Kopieer-handleiding.

Verander de richting van het origineel.

Gebruik doorzichtig plak-band op de beplakte delen.

Bij elke kopie is hetzelfde ge-bied vuil.

De glasplaat of ARDF is vuil. Reinig deze. Zie Pag.126 “On-derhoud van uw apparaat”.

De kopieën zijn te licht. De belichting is te licht inge-steld.

Pas de instellingen van de be-lichting aan. Zie Kopieer-handleiding.

De kopieën zijn te licht. Het papier is vochtig of ruw. Gebruik het aanbevolen pier. Gebruik bovendien pa-pier dat is opgeslagen onder de aanbevolen temperatuur en luchtvochtigheid. Zie Over dit apparaat.

De kopieën zijn te licht. De tonerfles is bijna leeg. Voeg toner toe. Zie Pag.107

“Toner bijvullen”.

Delen van het papier worden niet gekopieerd.

Het origineel is niet correct ge-plaatst.

Plaats de originelen op de juis-te plaats. Zie Kopieerhandlei-ding.

Delen van het papier worden niet gekopieerd.

Het juiste papierformaat is niet geselecteerd.

Kies het juiste papierformaat.

Er verschijnen witte lijnen. De glasplaat of het scanglas is vuil.

Reinig deze. Zie Pag.126 “On-derhoud van uw apparaat”.

De kopieën zijn blanco. Het origineel is niet correct ge-plaatst.

Wanneer u de glasplaat ge-bruikt, plaatst u de originelen met de bedrukte zijde omlaag.

Wanneer u de ARDF gebruikt, plaatst u de originelen met de bedrukte zijde omhoog. Zie Kopieerhandleiding.

Probleem Oorzaak Oplossingen

2

Er verschijnt een moiré-pa-troon op de kopieën.

Het origineel bevat een afbeel-ding bestaande uit stippen of veel lijnen.

Plaats het origineel op de glas-plaat onder een kleine hoek.

Er verschijnen zwarte stippen op de kopie of een fotografi-sche afdruk.

Vanwege hoge luchtvochtig-heid is de fotografische afdruk tegen de glasplaat blijven plakken.

Plaats de afdruk op de glas-plaat op een van de onder-staande manieren:

• Plaats een OHP-transpa-rant op de glasplaat en plaats de afdruk vervol-gens bovenop het OHP-transparant.

• Plaats de afdruk op de glasplaat en plaats er dan twee of drie vellen wit pa-pier bovenop. Laat de af-dekplaat van de glasplaat ARDF open tijdens het ko-piëren.

Probleem Oorzaak Oplossingen

Als u geen kopieën kunt maken zoals u wilt

2 Als u geen kopieën kunt maken zoals u

wilt

In dit gedeelte worden oorzaken en oplossingen beschreven van onbevredigen-de kopieerresultaten.

❖ Basis

Probleem Oorzaak Oplossingen

Er treden geregeld papiersto-ringen op.

Het aantal geplaatste vellen overschrijdt de maximale ca-paciteit van het apparaat.

Stapel papier niet boven de bovenste merktekens aan de zijafscheidingen van de pa-pierlade of handinvoerlade.

Zie Pag.97 “Papier plaatsen”.

Er treden geregeld papiersto-ringen op.

Het papier is vochtig. Gebruik papier dat is opgesla-gen onder de aanbevolen tem-peratuur en luchtvochtigheid.

Zie Over dit apparaat.

Er treden geregeld papiersto-ringen op.

Het papier is te dik of te dun. Gebruik aanbevolen papier.

Zie Over dit apparaat.

Er treden geregeld papiersto-ringen op.

Het kopieerpapier is verkreu-keld of is gevouwen/gekreu-keld.

Gebruik aanbevolen papier.

Gebruik papier dat is opgesla-gen onder de aanbevolen tem-peratuur en luchtvochtigheid.

Zie Over dit apparaat.

Er treden geregeld papiersto-ringen op.

Er wordt bedrukt papier ge-bruikt.

Gebruik aanbevolen papier.

Gebruik geen kopieerpapier waarop al eens gekopieerd of afgedrukt is. Zie Over dit ap-paraat.

Kopieerpapier raakt gekreu-keld.

Het papier is vochtig. Gebruik papier dat is opgesla-gen onder de aanbevolen tem-peratuur en luchtvochtigheid.

Zie Over dit apparaat.

Kopieerpapier raakt gekreu-keld.

Het papier is te dun. Gebruik aanbevolen papier.

Zie Over dit apparaat.

U kunt verscheidene functies niet combineren.

De geselecteerde functies kun-nen niet gezamenlijk worden gebruikt.

Controleer de combinatie van functies en corrigeer de instel-lingen. Zie Kopieerhandlei-ding.

Kopieën worden niet geniet. Er zijn nietjes vastgelopen in de nieteenheid.

Verwijder vastgelopen nietjes.

Zie Pag.120 “Vastgelopen nietjes verwijderen”.

Kopieën worden niet geniet. Het aantal kopieën over-schrijdt de capaciteit van de nietfunctie.

Controleer de nietcapaciteit.

Zie Kopieerhandleiding.

2

❖ Bewerken

Kopieën worden niet geniet. Het kopieerpapier is omge-kruld.

Draai het kopieerpapier om in de lade.

De nietjes bevinden zich op een onjuiste positie.

De originelen zijn niet op de juiste wijze geplaatst.

Controleer de juiste positie om de originelen te plaatsen.

Zie Kopieerhandleiding.

Afdruk is scheef. Het papier wordt scheef inge-voerd.

Plaats het papier op de juiste wijze. Zie Pag.97 “Papier plaatsen”.

Afdruk is scheef. De klep van het apparaat is open.

Let erop dat de onderste klep-pen aan de rechter- en linker-zijde correct zijn gesloten.

Afdruk is scheef. De zijafscheidingen in de pa-pierlade zijn niet vergrendeld.

Vergrendel de zijafscheiding.

Zie Pag.102 “Papierformaat wijzigen”.

Probleem Oorzaak Oplossingen

Wanneer u de functie Duplex marge gebruikt, worden delen van de originele afbeelding niet gekopieerd.

U heeft de breedte van de wis-marge te groot ingesteld.

Stel een smallere marge in met Gebruikersinstellingen. U kunt de breedte instellen tus-sen 0-50 mm (0 - 2 inch). Zie Bedieningshandleiding Stan-daardinstellingen.

Wanneer u de functie Duplex marge gebruikt, worden delen van de originele afbeelding niet gekopieerd.

Er is te weinig margeruimte aan de andere zijde van de in-bindpositie.

Stel een smallere marge in met Gebruikersinstellingen. U kunt de breedte instellen tus-sen 0-50 mm (0 - 2 inch). Zie Bedieningshandleiding Stan-daardinstellingen.

Probleem Oorzaak Oplossingen

Als u geen kopieën kunt maken zoals u wilt

2

❖ Combineren

❖ Duplex

Probleem Oorzaak Oplossingen

Bij gebruik van de functie Combineren worden delen van de afbeelding niet weer-gegeven.

U heeft een verkeerde repro-ductiefactor gekozen die niet overeenkomt met het formaat van het origineel en het kopi-eerpapier.

Indien u met behulp van de functie Handmatige papier-keuze een reproductiefactor aangeeft, dient u ervoor te zorgen dat de factor overeen-komt met uw originelen en het kopieerpapier.

Selecteer de juiste reproduc-tiefactor voordat u de combi-neerfunctie gebruikt.

Bij gebruik van de functie Combineren worden delen van de afbeelding niet weer-gegeven.

De originelen zijn niet iden-tiek voor wat betreft formaat en richting.

Gebruik originelen die iden-tiek zijn voor wat betreft for-maat en richting.

Kopieën bevinden zich niet in de juiste volgorde.

U heeft de originelen niet in de juiste volgorde geplaatst.

Zorg ervoor dat de laatste pa-gina zich onderop bevindt wanneer u een stapel origine-len in de ARDF plaatst.

Als u de originelen op de glas-plaat glas-plaatst, dient u te begin-nen met de pagina die u als eerste wil kopiëren.

Probleem Oorzaak Oplossingen

Kan niet in duplexmodus af-drukken

U heeft mogelijk papier ge-plaatst op de handinvoer.

Verwijder papier dat in de handinvoerlade is geplaatst.

Papier bijvullen in lade 1 - 4.

Kan niet in duplexmodus af-drukken

U heeft papier geplaatst van meer dan 90 g/m2.

Verander het papier.

Kan niet in duplexmodus af-drukken

U heeft een lade 2 geselecteerd die is ingesteld op [Dik papier]

voor dubbelzijdig afdrukken in [Papierlade-instellingen] on-der [Systeeminstellingen].

Selecteer een andere papier-soort of een andere papierla-de. Zie

Bedieningshandleiding Stan-daardinstellingen.

Kopieën zijn niet in du-plexvolgorde.

U heeft de originelen niet in de juiste volgorde geplaatst.

Zorg ervoor dat de laatste pa-gina zich onderop bevindt wanneer u een stapel origine-len in de ARDF plaatst.

Als u de originelen op de glas-plaat glas-plaatst, dient u te begin-nen met de pagina die u als eerste wilt kopiëren.

2

Als het geheugen vol is

Bij gebruik van de Duplexmo-dus wordt een kopie van bo-ven naar beneden gemaakt ondanks dat [Boven/Boven] ge-selecteerd is.

De originelen zijn in de ver-keerde richting geplaatst.

Plaats de originelen in de cor-recte richting. Zie Kopieer-handleiding.

Bij gebruik van de Duplexmo-dus wordt een kopie van bo-ven naar bobo-ven gemaakt, zelfs als [Boven/Onder] is geselec-teerd.

De originelen zijn in de ver-keerde richting geplaatst.

Plaats de originelen in de cor-recte richting. Zie Kopieer-handleiding.

Delen van de origineelafbeel-ding worden niet gekopieerd.

De marge is te breed. Stel een smallere marge in met Gebruikersinstellingen. U kunt dit wijzigen tussen 0-50 mm (0 - 2 inch). Zie Kopieer-handleiding.

Delen van de origineelafbeel-ding worden niet gekopieerd.

Er is te weinig margeruimte aan de andere zijde van de in-bindpositie.

Stel een smallere marge in met Gebruikersinstellingen. U kunt dit wijzigen tussen 0-50 mm (0 - 2 inch). Zie Kopieer-handleiding.

Berichten Oorzaak Oplossingen

Plaats orig. op-nieuw, druk [Hervat-ten] om rest. orig.

te sc. en kop.

[Stoppen] [Hervat.]

(n wordt vervangen door een cijfer.)

Het apparaat controleert of de resterende originelen moeten worden gekopieerd nadat het gescande origineel is afge-drukt.

Om door te gaan met kopië-ren, verwijdert u alle kopieën en drukt u vervolgens op de toets [Hervat.]. Om het kopië-ren te stoppen, drukt u op de toets [Stoppen].

Probleem Oorzaak Oplossingen

3. Probleemoplossing bij

In document Problemen oplossen. Gebruiksaanwijzing (pagina 23-33)