• No results found

Probleemoplossen in technologierijke omgevingen

HOOFDSTUK 2: HOE MEET PIAAC?

2.2.3. Probleemoplossen in technologierijke omgevingen

De focus van het PIAAC-domein probleemoplossen in technologierijke omgevingen (kortweg probleemoplossen) ligt op de mate waarin volwassenen problemen uit persoonlijke, professionele en maatschappelijke contexten kunnen oplossen door de gepaste doelen en plannen voorop te stellen en door de noodzakelijke informatie te vinden en te gebruiken door middel van computers of computernetwerken. PIAAC definieert probleemoplossen als:

Het domein probleemoplossen werd opgebouwd rond drie soorten dimensies: de cognitieve dimensies, de dimensies van de technologie en de dimensies van de taak/het probleem. De cognitieve dimensies verwijzen naar vier verschillende strategieën die respondenten kunnen toepassen:

KADER 2.7 – VOORBEELDOPDRACHT GECIJFERDHEID NIVEAU 4 Inhoud: data en kansberekening

Cognitieve strategie: interpreteren, evalueren/analyseren en communiceren Voorstelling: visuele voorstelling

Context: maatschappelijk Score: 354

“De vaardigheid om digitale technologie, communicatie-middelen en netwerken te gebruiken om informatie te verzamelen en te evalueren, zodat men met anderen kan communiceren en praktische taken kan uitvoeren.”

(1) Het vooropstellen van doelen en opvolgingsprocedures: opdrachten hierbij richten zich op het juist kunnen bepalen van een doel, rekening houdende met beperkende omstandigheden en op het opvolgen van de vooruitgang en het detecteren en interpreteren van onverwachte gebeurtenissen en impasses.

(2) Planning en zelforganisatie: opdrachten hierbij richten zich op het juist kunnen inschatten van de plannen, procedures en strategieën om tot de oplossing te komen en ook op het selecteren van de juiste middelen en instrumenten om de oplossing te bereiken.

(3) Het verzamelen en evalueren van informatie: opdrachten hierbij focussen op het selectief omspringen met informatie (welke informatie is essentieel en welke niet?).

(4) Het gebruiken van informatie: opdrachten hierbij verwachten dat de ingewonnen informatie zo georganiseerd wordt dat het een verantwoorde beslissing mogelijk maakt. Dit bevat onder andere het omzetten van informatie (bijv. van tekst naar tabel) en het communiceren met relevante partijen.

De technologie dimensies verwijzen naar de toestellen of applicaties die nodig zijn om het probleem op te lossen. Hierbij worden vier componenten onderscheiden: hardware, software programma’s, commando’s en functies en voorstellingen. In het PIAAC-onderzoek werd enkel gebruik gemaakt van laptopcomputers, enkele gesimuleerde software toepassingen en een beperkt gamma aan voorstellingen (bijv. geen geluid of video’s).

De taakdimensies bestaan uit het doel van de taak (= de vier contexten die ook bij de andere schalen worden onderscheiden), de intrinsieke complexiteit (= het aantal stappen dat nodig is om tot een oplossing te komen en het aantal onverwachte uitkomsten/

belemmeringen bij een taak) en de mate waarin het probleem geëxpliciteerd wordt.

Net als bij de twee andere vaardigheidsschalen, werd er bij de samenstelling van de itempool voor probleemoplossen voor gezorgd dat de 14 taken alle dimensies bestreken (tabel 2.9 – 2.14)

Tabel 2.9 Verdeling van de vragen bij de PIAAC-schaal “probleemoplossen”

volgens de cognitieve dimensies

Cognitieve strategie Aantal in itempool*

Het vooropstellen van doelen en opvolgingsprocedures 4

Planning en zelforganisatie 7

Het inwinnen en evalueren van informatie 8

Het gebruiken van informatie 6

* De som is niet gelijk aan 14 omdat sommige taken tot meerdere dimensies behoren.

Tabel 2.10 Verdeling van de vragen bij de PIAAC-schaal “probleemoplossen”

volgens de technologie dimensies

Technologie dimensie Aantal in itempool*

Internet 7

Spreadsheet 7

E-mail 4

* De som is niet gelijk aan 14 omdat sommige taken tot meerdere dimensies behoren.

Hoofdstuk 2

Tabel 2.11 Verdeling van de vragen bij de PIAAC-schaal “probleemoplossen”

volgens de context

Context Aantal in itempool

Professioneel 4

Persoonlijk 8

Maatschappelijk 2

Tabel 2.12 Verdeling van de vragen bij de PIAAC-schaal “probleemoplossen”

volgens de intrinsieke complexiteit (aantal stappen)

Intrinsieke complexiteit Aantal in itempool

Op te lossen in één stap 8

Meerdere stappen nodig 6

Tabel 2.13 Verdeling van de vragen bij de PIAAC-schaal “probleemoplossen”

volgens de intrinsieke complexiteit (aantal onverwachte uitkomsten/

belemmeringen)

Intrinsieke complexiteit Aantal in itempool

Probleem met één enkele belemmering 7

Probleem met meerdere belemmeringen 7

Tabel 2.14 Verdeling van de vragen bij de PIAAC-schaal “probleemoplossen”

volgens de mate waarin het probleem wordt geëxpliciteerd

Probleemomschrijving Aantal in itempool

Duidelijk omschreven probleemstelling 7

Nauwelijks omschreven probleemstelling 7

Kader 2.8 toont een voorbeeldopdracht van probleemoplossen op het eerste vaardigheidsniveau. De digitale omgeving simuleert een e-mailprogramma. De opdracht vraagt om de e-mails te ordenen op basis van één ordeningscriterium, namelijk aan- of afwezigheid. De mappen die daartoe gebruikt kunnen worden zijn reeds aangemaakt en het enige dat dus moet gebeuren, is het slepen van de mails naar de correcte map. Sommige e-mails hebben geen betrekking op de opdracht, maar de informatie in de e-e-mails spreekt over het algemeen voor zich.

Kader 2.9 toont een voorbeeld van een opdracht op het tweede niveau van probleemoplossen.

Om de opdracht te kunnen afwerken, moeten twee digitale omgevingen gebruikt worden. De eerste, de tekstverwerker, geeft de informatie die nodig is om in de tweede werkomgeving, het rekenblad, de juiste personen op te sporen en aan te duiden. Het rekenblad bevat ook de functionaliteiten van een rekenblad zodat men de clubleden kan sorteren op meerdere criteria. Dit kan de uitvoering van de opdracht sterk vereenvoudigen, maar het is niet noodzakelijk om het te gebruiken.

KADER 2.8 – VOORBEELDOPDRACHT PROBLEEMOPLOSSEN NIVEAU 1 Technologie: e-mail

Taak: op te lossen in één stap, meerdere belemmeringen, nauwelijks omschreven probleemstelling Cognitieve strategie: planning en zelforganisatie, het gebruiken van informatie

Context: persoonlijke levenssfeer Score: 286

Hoofdstuk 2

Kader 2.10 bevat tenslotte een voorbeeld van een opdracht op het derde niveau van probleemoplossen. Voor de opdracht moet men twee omgevingen gebruiken, namelijk een e-mailprogramma en online reserveringssysteem. In de e-mails staan details van de aangevraagde reserveringen. In het reserveringssysteem moet vervolgens de juiste zaal op het juiste uur geboekt worden. Omdat er ook dubbelboekingen in de mails voorkomen, moeten ook sommige personen gecontacteerd worden om de onmogelijkheid van de reservering te melden.

KADER 2.9 – VOORBEELDOPDRACHT PROBLEEMOPLOSSEN NIVEAU 2 Technologie: spreadsheets

Inhoud: op te lossen in één stap, meerdere belemmeringen, nauwelijks omschreven probleemstelling Cognitieve strategie: combinatie van alle cognitieve strategieën

Context: maatschappelijk Score: 296