• No results found

Prioritering: van bruto naar netto lijst

Uit tabel 5.1 volgt dat niet alle gepercipieerde drempels volgens het afwegingskader directe actie vragen. In onderstaande tabel 5.2 is een overzicht gegeven van alle toetredingsdrempels op de netto lijst.

44 HOOFDSTUK 5

SEO ECONOMISCH ONDERZOEK

Tabel 5.2: Netto lijst van toetredingsdrempels

Paragraaf Toetredingsdrempel Actie ondernemen:

Ja (?)

4.3.2 De relatie met de klant

4.3.2 Desinteresse/ overstapaversie klanten Ja? 4.3.2 Dual fuel voor huishoudens Ja? 4.3.2 Kwaliteit informatie voor de klant Ja

4.4 Distributienetten

4.4.1 Trage levering meetgegevens door netbeheerder Ja? 4.4.1 Hogere kosten door switchproblemen Ja? 4.4.2 Reclame door netbeheerders ten gunste van leveranciers

binnen dezelfde holding

Ja 4.4.2 Verwarring doordat de naam van netbeheerders lijkt op die

van leveranciers

Ja?

4.5 Transmissienetten

4.5 Te hoge rekening van de PV Ja 4.5 Schaalvoordelen bij exitpunten Ja?

4.6 Groothandelsmarkt Gas

4.6.1 Moeilijk om onderscheidend te zijn als gasleverancier door de positie Gasterra

Ja? 4.6.1 Minimum afname Gasterra Ja 4.6.1 Garanties Gasterra Ja

4.7 De markt als geheel

4.7.1 De markt is relatief complex en niet alle informatie (verbruiksprofielen) is voor toetreding toegankelijk

Ja?

4.7.2 Wet- en regelgeving

4.7.2 Schaalvoordelen bij regelgeving Ja 4.7.2 Beperkingen aan het gedrag Ja 4.7.2 Grote bedrijven relatief veel invloed op regelgeving Ja

Bron: SEO Economisch Onderzoek

De belangrijkste drempels die in eerste instantie aandacht zouden moeten krijgen van NMa/DTe zijn:

De overstapaversie van de klant is een stevige toetredingsdrempel, omdat dat het lastig maakt voor toetreders en groeiers om klanten binnen te halen. Dit heeft te maken met het low interest karakter van energie, met de geringe (gepercipieerde) prijsverschillen en met de (afnemende) angst voor administratieve overstapproblemen.

De kwaliteit van de informatie voor de klant maakt het voor toetreders lastig om beloond te worden voor een goed en onderscheidend aanbod.

Rond de interactie van de distributienetten spelen een aantal problemen rond de levering van de meetgegevens en rond de reclame die de netbedrijven voor hun leveranciers maken (en de verwarring die uit de naamstelling volgt). Deze problemen zijn bekend en er wordt al actie op ondernomen (de DTe onderzoekt de gang van zaken rond de meetgegevens, en er worden slimme meters geïntroduceerd; en de geïntegreerde bedrijven worden gesplitst). Gezien het

CONCLUDEREND: VAN BRUTO NAAR NETTO LIJST 45

belang dat starters hieraan hechten is het verstandig dat de DTe nagaat of het mogelijk is de effecten hiervan naar voren te halen.

Bij de transmissienetten speelt een aantal problemen met de wijze van tarifering. Bij de elektriciteitsnetten is de onbalans te duur, hetgeen vooral in het nadeel van de kleine partijen is. Bij de gastransmissie wordt de voorspelfout per exitpunt afgerekend. Hoe kleiner de afname hoe groter de relatieve fout. Ook is niet duidelijk of deze wijze van tarifering aansluit bij de kosten.

Kleine leveranciers geven aan de positie en het gedrag van Gasterra als zeer problematisch te ervaren. Gasterra eist grote garanties en wil niet minder dan 50 miljoen m3 leveren. Dit is voor een starter onmogelijk. Een toetreder met een grote buitenlandse moeder heeft geen moeite met een garantstelling zoals Gasterra die eist. Verder is het moeilijk of onmogelijk gas buiten Gasterra te krijgen, hierdoor heeft iedereen dezelfde voorwaarden en is het lastig om op slimmere inkoop dan de concurrent te concurreren. Doordat het niet mogelijk of slechts beperkt mogelijk is om op prijs te concurreren, is het immers moeilijker om klanten bij andere partijen weg te trekken. Niet uit te sluiten valt dat er wel buiten Gasterra om aan gas te komen valt. In dat geval duidt de klacht van de kleine afnemers met betrekking tot de positie van Gasterra op een informatieprobleem: toetreders komen er dan te moeilijk achter wat hun alternatieven op de gasmarkt zijn.

Ook de wet- en regelgeving zorgt voor relatief grote barrières. Het kost veel tijd om aan alle regels en informatieverzoeken te voldoen. Deels zijn dit verzonken kosten; wat impliceert dat de nalevingskosten voor de kleine bedrijven per klant hoger zijn dan voor de grote bedrijven. Verder beperkt de regelgeving het gedrag van de bedrijven. Hierdoor is het moeilijker voor een bedrijf om zich te onderscheiden van andere bedrijven. Dit gebeurt vaak vanuit het oogpunt van consumentenbescherming en om het vertrouwen in de energiemarkt weer te herstellen.

Kosten die voorvloeien uit sectorale afspraken en marktinstituties (als NEDU/EDSN) worden nu zodanig verrekend dat dit zorgt voor schaalvoordelen. Dit creëert een extra toetredingsdrempel waarvoor geen logische reden lijkt te zijn.

Deze netto lijst bevat die toetredingsbarrières die relatief eenvoudig aan te pakken zijn en die tevens een substantiële baat hebben voor toetreders. Andere drempels zijn gezien hun impact ook aantrekkelijk om aan te pakken. Het is echter zonder extra informatie van met name NMa/DTe (over beschikbare capaciteit en de praktische mogelijkheden om drempels aan te passen) niet duidelijk in hoeverre dat het geval is. Zo is het slechten van toetredingsbarrières op de groothandelsmarkt gas belangrijk, maar hangt de mate waarin dit kan af van de beschikbare capaciteit bij NMa/DTe, en de mogelijkheden die er zijn om meer aanbieders van gas te krijgen (veel gasvelden zijn door middel van concessie reeds vergeven). Vanwege de onduidelijkheid wat mogelijk is, zijn deze toetredingsdrempels daarom niet opgenomen in de netto lijst.

46 HOOFDSTUK 5

SEO ECONOMISCH ONDERZOEK