• No results found

Suggestieve vragen

STAP 4: PRESENTATIE VAN HET RELATIEPROFIEL EN GESPREK OVER ELK CONSTRUCT

Voordat gestart wordt met de presentatie van het profiel, geeft de begeleider aan dat hij/zij veel informatie zal geven en dat die informatie allerlei gedachten en ideeën zal kunnen oproepen bij de leraar. De ervaring leert dat het handig is wanneer je als leraar dan alvast aantekeningen kunt maken. Daarom wordt de leraar vooraf expliciet uitgenodigd en gestimuleerd om mee te schrijven tijdens het bespreken van het profiel. Bij de presentatie van het relatieprofiel worden voor ieder construct

onderstaande 5 stappen (4.1 – 4.5) gevolgd. Per construct worden dus alle 5 stappen genomen, voordat het volgende construct behandeld wordt.

4.1.De begeleider geeft per construct (dimensie) een korte uitleg of omschrijving van het construct. Zie voor een voorbeeldinstructie van de constructen het overzicht hieronder.

4.2. De begeleider bespreekt met de leraar of hij/zij, volgens de interpretatie van het interview door de begeleider, op het construct laag, in het midden of hoog heeft gescoord. Het is uitdrukkelijk niet de bedoeling dat hierbij exacte scores in termen van getallen worden gegeven.

4.3. De begeleider gebruikt bij het construct ter illustratie één of twee voorbeelden van feitelijke situaties, die de leraar zelf tijdens het interview heeft gegeven en dus goed kan herkennen. Zoals aangegeven onder de paragraaf ‘Scoren van het interview’, moet vooraf goed nagedacht zijn over de

boodschap die bij ieder construct gegeven kan worden: wat heeft de leraar gezegd tijdens het interview waardoor de begeleider is gekomen tot die bepaalde interpretatie?

4.4. Aan de hand van deze voorbeelden uit het interview legt de begeleider voor ieder construct uit waarom hij/zij de leraar geen lagere of hogere score heeft gegeven. Wanneer op deze manier gewerkt wordt, krijgt de leraar een goed idee van de dimensie die onder het construct ligt.

Om leraren vanuit een coachende benadering te motiveren om bij ieder construct na te denken over hoe ze zich verder zouden kunnen ontwikkelen, wordt hierbij een vaste volgorde aangehouden, namelijk:

 Bij de positief geformuleerde constructen geeft de begeleider aan: a. waarom de leraar een hogere score heeft behaald dan wat bij lagere schaalpunten omschreven staat (Leraren die lager scoren ……..) b. en daarna wat de leraar zou moeten laten zien om een hogere score op dit construct te bereiken (Leraren die hoger scoren laten daarnaast nog zien….).

 Bij de negatief geformuleerde constructen geeft de begeleider aan: a. waarom de leraar een lagere score heeft behaald dan wat bij hogere schaalpunten omschreven staat (Leraren die hoger scoren laten bijv. zien……..)

b. en daarna wat de leraar zou moeten laten zien om een nog lagere score op dit construct te bereiken (Bij leraren die lager scoren zien we….).

Het doel van deze volgorde is dat de leraar een uitleg op maat krijgt van huidig naar gewenst gedrag en daarmee makkelijker mee wordt genomen in de stap die hij/zij kan maken om zijn/haar handelen aan te passen.

4.5. De begeleider creëert bij ieder construct ruimte voor de leraar om te reageren of vragen te stellen. Het moet steeds duidelijk zijn voor de leraar, dat het gaat om de interpretatie van de begeleider van het interview. De leraar zelf kan er anders over denken.

De begeleider houdt de leraar als het ware voortdurend een spiegel voor en geeft de leraar bij ieder construct de gelegenheid vragen te stellen en te reageren. De presentatie van het relatieprofiel moet dus geen monoloog zijn van de begeleider.

VOORBEELDINSTRUCTIE OVER CONSTRUCTEN:

“HET VOORHOUDEN VAN DE SPIEGEL” GEEF EEN UITLEG VAN ELK CONSTRUCT AAN DE HAND VAN VOORBEELDEN VAN FEITELIJKE SITUATIES EN UITSPRAKEN VAN DE LERAAR UIT HET INTERVIEW U ziet dat het balkje voor Gedrag Reguleren vrij hoog is. Dat betekent dat u dit vaak beschreef in het interview. U vertelde bijvoorbeeld dat u in gesprek gaat met <naam leerling> wanneer hij een conflict heeft met een klasgenootje, zoals die keer dat een ander kind zijn pen had afgepakt en hij dat kind een schop gaf. Leraren die een lager balkje krijgen, geven vaker aan dat ze dit minder goed aanpakken met een leerling, bijv.(…) Om nog een hoger balkje te krijgen, zou naar voren moeten komen dat u <naam leerling> ook consequent beloont wanneer hij een conflict verbaal probeert op te lossen(…) Dit is een aspect van gedragsregulatie dat minder naar voren kwam tijdens het interview. Herkent u dit? Of ziet u dit anders? (…)

Het balkje voor Veiligheid bieden is een stuk lager. Dit kwam minder vaak aan bod in uw verhaal. Bijvoorbeeld toen <naam leerling> naar u toe kwam toen hij van streek was, toen was uw aanpak erop gericht om hem te helpen in gesprek te gaan met zijn klasgenoot. U heeft hier wel stappen gezet om hem iets te bieden en het balkje was lager geweest als u hem niet geholpen had en….(…) Maar om een hoger balkje te krijgen zou het duidelijker moeten zijn dat u <naam leerling> ook hielp bij het omgaan met zijn gevoelens van onmacht en schaamte. U vertelde ook over andere momenten dat <naam leerling> vrij emotioneel reageerde, waarbij u vrij oplossingsgericht te werk ging. In die situatie zou u hoger scoren op veiligheid bieden als u zou aangeven dat u <naam leerling> op een bepaalde manier probeerde te helpen met al die heftige emoties (…). Herkent u dit? Hoe ziet u dit? (…) (doe dit voor elk construct)

STAP 5: ZELFONDERZOEK EN VERANDERINGSMOGELIJKHEDEN LERAAR