• No results found

Politie en Politiek,

In document KOLONIALE STUDIËN (pagina 88-126)

door

D. H. MEIJER.

„Wie de orde verwaarloost, breekt den voornaamsten pijler

„van ieder staatsbestel iaf" x) .

Aangezien het aanwijzen van de bevelvoerende ambtenaren in onze politieorganisatie op Java en Madoera zijn beslag heeft ge-kregen tijdens de behandeling van de z.g. taakverdeeling tusschen het Europeesch en het Inlandsch B. B. in de vorige Volksraads-zitting, kan het nuttig zijn thans een nabeschouwing nopens het organisatievraagstuk te geven.

Werd in ons opstel „Het Politievraagstuk" 2) dit probleem in het bijzonder van criminalistische zijde belicht, terwijl het artikel: „Politioneele Systematiek, Taakverdeeling en Organi-satie" 3) eene oplossing trachtte te geven langs den weg van taakomschrijving en -verdeeling, van de strijdvraag centrale of locale politie, ons rest nog te bewijzen, dat ook op grond van politieke overwegingen noodzakelijk geconcludeerd moet worden, dat de politioneele bevelvoering over rechterlijke en veiligheids-politie in handen moet blijven van landsdienaren, die niet ver-antwoordelijk zijn (voor een deel van hun taak) aan politieke lichamen zooals regentschaps-, gemeente- en provinciale raden.

Als richtlijn aanvaarden wij bij deze beschouwing het woord van de Indische Regeering van 1919: „Ieder landsdienaar, hoog

„of laag, heeft te begrijpen althans zich er naar te gedragen, dat

„ongerepte handhaving van dat gezag de eerste voorwaarde is

„voor het welslagen van den moeilijken en ingespannen arbeid,

„die te verrichten valt voor het bereiken van de aan alle wel-1) Haagsch Maandblad, December 1930 bladzijde 673.

2) Koloniale Studiën. 12de jg. No. 1 bladzijden 50 — 91.

3) De Indische Gids, September 1930 bladzijden 769 — 787.

POLITIE EN POLITIEK. 579

„denkenden voor oogen staande geestelijke, maatschappelijke en

„staatkundige ontwikkeling" i ) .

Doordrongen van de wijsheid van dit woord, waarschuwden wij tijdens een vergadering van de Vereeniging van Ambtenaren bij het B. B. in Ned.-Indië, voor de gevolgen van de bestuurs-hervorming op Java en Madoera, voor het machteloos maken van het Europeesch B. B., omdat dit corps o.i. in woelige tijden van communistische agitatie en nationale opleving der Inheemsche volken een hoeksteen van het Landsgezag genoemd mag worden.

„Wrikken aan deze hoeksteen beteekent mijns inziens het geven

„van abnormaal gunstige kansen aan de extremistische volks-beweging. Het beteekent ook, dat alle toekomstplannen door de

„politici gemaakt t.a.v. het democratiseeren van het bestuur over

„de Indische volken tot mislukking gedoemd zullen zijn, omdat

„niets nadeeliger voor het ontstaan en den groei van locale raden

„is, dan revolutionair sentiment, dat de overhand gaat krijgen."

In onbewuste navolging van het Regeeringsonderschrijven van 1919, stelden wij derhalve, dat de hervormingsplannen van de leidende politici en de politieke aspiraties van de Inheemsche leiders op een chaos moeten uitloopen, indien de eerste voor-waarde voor het succes, n.l. het onbedreigd handhaven van de rust en orde, niet vervuld zou zijn.

Ons inziens moet dan ook bij ieder hervormingsplan de vraag gesteld worden of daarmede de vervulling van de „eerste voor-waarde" wellicht niet problematiek wordt: of het gemeenebest niet het gevaar loopt, dat op critieke momenten, tengevolge van de hervormingen voor zooverre betrekking hebbende op de poli-tioneele bevelvoering, krachten ontketend kunnen worden, welke een objectief zakelijke politieleiding in gevaar zullen brengen, of ook de verantwoordelijkheid van de verschillende ambtenaren wel zoo duidelijk is afgebakend, dat op zulke critieke momenten:

plaatselijke of meer algemeen optredende ongeregeldheden ieders bevoegdheid duidelijk vaststaat.

Bij ingrijpende maatregelen, welke op die oogenblikken getroffen moeten worden, vaak bestaande in wettige schending van de

1) Regeeringsrondschrijven van 27 September 1919, opgenomen in: ,,De Communistische Beweging in Nederlandsch Indië", van J. Th. Petrus Blumberger.

580 POLITIE EN POLITIEK.

burgerschapsrechten op grond van het algemeen belang (huis-zoeking, voorloopige aanhouding, doen uiteengaan van een ver-gadering, gewapenderhand optreden tegen opstandelingen) heeft de bevelvoerende politieambtenaar duidelijke bevoegdheids-afbakening noodig. Immers na een dergelijk optreden volgt altijd heftige critiek op het gevoerde beleid. Deze critiek heeft gemak-kelijk spel wanneer de bevelvoering in de zwakke positie heeft gestaan van niet te weten wat zij al en wat zij niet mocht doen.

Het gaat in dergelijke gevallen niet meer om prettige of tactvolle samenwerking met andere gezaghebbenden — van dergelijke lastig te meten grootheden mogen o.i. de burgerschapsrechten niet afhankelijk worden gemaakt —• er moeten beslissingen worden genomen en vaak zeer resoluut; bij dit werk heeft men stellige voorschriften welke de bevoegdheden van den een en den ander omlijnen, van noode.

Alleen in dit geval kan achteraf stap voor stap worden na-gegaan wat door de betrokkenen in strijd met de voorschriften is verricht en kan de verantwoordelijkheid voor de gevolgen van een ieder worden vastgesteld. Slechts op deze wijze kan de critiek eerlijk worden doorstaan en zullen alleen de werkelijk schuldigen als slachtoffers vallen.

Voldoet echter een regeling van de bevoegdheidsverdeeling op dit gebied niet aan het vereischte van volledige duidelijkheid, dan zullen vroeg of laat slachtoffers vallen, die niet met opzet of zelfs in het geheel niet gezondigd hebben. Tengevolge hiervan moet de stootkracht van het politieorgaan ernstig aan hevigheid inboeten.

Indien wij hieronder critiek zullen uiten tegen bepaalde onder-deelen van de jongste herschikking der politioneele bevoegdheden, dan stellen wij ons op het standpunt van den Duitschen Rijks-wetgever: „Die Beambten sind Diener der Gesamtheit, nicht einer

,,Partei"i). In tegenstelling tot diegenen, die meenen dat dit voorschrift „Kadaverdisciplin" eischt, koesteren wij de overtuiging dat het gemeenebest slechts gebaat kan zijn bij loyale critiek.

Aan de toekomst kan worden overgelaten of die zienswijze juist of onjuist geweest is: de toekomst zal richten.

1) Verfassung des Deutschen Reiches artikel 13 lid 1,

POLITIE EN POLITIEK. 581 Samenhang tusschen politie en politiek.

Het is aan dr. B. WEISS, Polizei-Viceprasident te Berlijn, te danken, dat wij kunnen beschikken over eene heldere uiteenzetting

betreffende: „Polizei und Politik" i ) . Het werkje is het derde deel van de door dr. W. ABEGG, Staatssecretaris van het Pruisische

Ministerie van Binnenlandsche Zaken, met toestemming van dit Ministerie, uitgegeven serie: „Die Polizei in

Einzeldarstel-„lungen".

Men zial er zich wellicht over verwonderen, dat onder Katholiek-Sociaaldemocratisch bewind in Pruisen aan een dergelijk, voor de linksche partijen onsympathiek onderwerp als de Politie, zulk een officieele aandacht wordt geschonken. Vooral wanneer men be-merkt, dat deze democratische partijen de in verschillende deelen verdedigde beginselen tot handhaving en uitbouw van een centrale Staatspolitie, klaarblijkelijk goedkeuren. In Nederland wordt voor dit punt — vergissen wij ons niet — slechts propaganda gevoerd door het Verbond van Actualisten.

Toch is het niet zoo vreemd, dat een links georiënteerde Regee-ring meer dan gewone aandacht besteedt aan de politieorganisatie.

Door de omstandigheden gedwongen moet een Regeering zich wel eens bezig houden met onderdeelen van d'e staatstaak, waar-tegenover de van die Regeering deel uitmakende partijen tevoren weinig sympathiek gezind zijn geweest.

Deze omstandigheden waren voor het Duitschland van na den oorlog wel zeer dwingend. Reeksen van opstandige bewegingen en politieke moorden hadden sedert 1918 plaats. De linksche Regeering had te strijden op twee fronten: tegen de communis-tische en de ultra-nationaliscommunis-tische „Putsche". Men sprak dit jaar in Duitschland reeds van den kleinen burgeroorlog, later van tieke moordzucht, waarmede het verschijnsel van ernstige poli-tieke verwildering gesignaleerd is. In den Rijksdag werd gecon-stateerd, dat in 1930 300 politieke moorden waren gepleegd.

Zoo hadden de Rijks- en Pruisische Regeering niet te klagen over de hoeveelheid ervaringsmateriaal gedurende de naoorlogs-jaren verzameld op het stuk van het onderdrukken van opstandige

bewegingen. Door het op de juiste manier verwerken van dit mate-riaal is daar te lande een machtsorgaan gegroeid, de

„Schutz-1) Gersbach und Sohn Verslag, Berlin W. 35.

582 POLITIE EN POLITIEK.

polizei", afgekort Schupo, een streng gecentraliseerd corps veilig-heidspolitie, dat opgewassen bleek tegen bizonder gevaarlijke situaties.

Over een dergelijke hoeveelheid studiemateriaal beschikt mo-menteel wel geen ander land ter wereld en het mag wel het grillige spel van de geschiedenis genoemd worden dat juist een linksche Regeering — d e Pruisische — propagandiste wordt voor het hand-haven van een krachtig centraal geleid politiekorps. Omdat dit verschijnsel voor linksche partijen onverdacht van karakter moet zijn, schijnt het van het grootste belang daaraan de noodige aan-dacht te schenken.

Omdat vele politici niet bekend zijn met de motieven, welke doen concludeeren tot het behouden van de Staatspolitie, meenen zij, dat de overdracht van de politioneele taakuitoefening aan locale ressorten, bestuurd door vertegenwoordigende raden, een eisch van democratie is en derhalve een moderne gedachte. Van gewicht is het dus eene linksche Regeering zich t.a.v. de gezags-handhaving uitgesproken krachtig te zien gedragen.

Het verband tusschen politie en politiek in democratisch be-stuurde landen is tweeledig:

a) de politieke partijen trachten op het vaststellen van de dienst-voorwaarden en voorschriften invloed uit te oefenen;

b) de politie kan door haiar optreden invloed op den politieken toestand uitoefenen.

Het is zoowel voor de regeerende als de oppositiepartijen van het grootste belang om het machtsorgaan van de politie, de ge-uniformeerde politie, voor zich te winnen. Bij verkiezingen voor vertegenwoordigende raden levert de veiligheidspolitie een belang-rijk getal stemmen niet alleen, ook bij het verwezenlijken van de politieke doelstelling der partij speelt het politiekorps als machts-orgaan een rol.

Vandaar dan ook, dat de politieke partijen of daarop georiën-teerde vakvereenigingen door middel van belangenbehartiging trachten dit korps voor zich te winnen. Pruisen heeft hieraan paal en perk willen stellen, door te verbieden, dat de beambten in diensturen propaganda maken, geüniformeerd op vergaderingen verschijnen, of op andere wijze aan politieke actie deelnemen.

In Nederland doen twee machtige vakbonden van politiepersoneel

POLITIE EN POLITIEK 583 van zich spreken: St. Raphael (R. K.) en de Moderne Bond, ge-oriënteerd op de S. D. A. P.

Een bepaald deel der politie kan grooten invloed hebben op de binnenlandsche politieke verhoudingen, n.l. de politieke inlich-tingendienst, die tot taak heeft de werkzaamheden van de als staatsgevaarlijk gesignaleerde of verdachte partijen en personen gade te slaan. Heftige beroering kan ontstaan, omdat de op partij-politiek ingestelde openbare meening, of wat daarvoor doorgaat, in de meeste gevallen waarin zij met politioneel ingrijpen of af-wachten ontevreden is, tot de conclusie overhelt, dat geen zakelijke

doch partijoverwegingen voor het optreden van de politie beslis-send waren.

Evenwel is dit punt van uitgang niet juist. Het politieorgaan arbeidt in dienst van den Staat in zijn bestaanden vorm, doch mag niet als handlanger optreden van de door een samenloop van omstandigheden op het regeeringskussen zetelende partijen.

De politie moet zakelijk, d.w.z. op grond van de wettelijke voor-schriften handelen en strikt neutraal blijven t.o.v. niet staats-gevaarlijke partijen. Tegen staatsstaats-gevaarlijke groepen treedt zij op zoodra men bewijzen of ernstige aanwijzingen heeft, dat de rust en orde verstoord zullen worden of wanneer woelingen zijn uit-gebroken.

De andere onderdeden van de rechterlijke politie geven af en toe aanleiding tot politieke actie, b.v. wanneer vermoed wordt dat verdachten onschuldig veroordeeld zijn (moorzaak Giessen-Nieuw-kerk, aanslag op mej. BEKKERING), of wanneer recherche- of politieambtenaren verdachten of getuigen hebben mishandeld.

De administratieve politie daarentegen: verkeerspolitie, gezond-heidspolitie, larbeidspolitie enz. is gewoonlijk met bijzondere rust omgeven. Het vellen van boomen en het dempen van grachten t.b.v. veilig verkeer maakt hierop wel een uitzondering, in de Nederlandsche steden.

Ook t.a.v. de buitenlandsche politieke verhouding van het Rijk kan de politie een rol spelen. Het verwaarloozen van de orde en rust in bepaalde gebiedsdeelen, tengevolge waarvan vreemdelingen nadeelen ondervinden, kan tot diplomatiek ingrijpen, zelfs tot vreemde bezetting voeren. Het optreden tegen vreemde onderdanen kan voorts tot diplomatieke tusschenkomst leiden.

Kol. Studiën 6

584 POLITIE EN POLITIEK.

Na de samenhang tusschen politie en politiek in groote trekken te hebben weergegeven, zullen wij achtereenvolgens overgaan tot een beschouwing van gevaren verbonden aan een politiekorps betaald door een locaal ressort en staande onder leiding van den voorzitter van den vertegenwoordigenden raad van dat ressort;

mutatis mutandis een staatspolitiekorps onder het bevel van dien raadsvoorzitter, in zijn kwaliteit van landsdienaar. Daarna zullen wij de taak, de werkmethoden en de gewenschte organisatie van de politieke recherche bekijken en besluiten met het houden van een nabetrachting over de debatten in den Volksraad gevoerd nopens de leiding van de politie op Java en Madoera.

Gevaren verbonden aan locale politiekorpsen.

Bij voortgaande ontwikkeling van het democratische stelsel van volksvertegenwoordiging d.m.v. gekozen raden, vormen deze raden een verzameling van belangengroepen, waarvan het sterkste deel of meerdere deelen tezamen het bestuur van het ressort gaan vor-men. Overheerschen enkele groepen in politieke macht, dan ont-staat spoedig het verschijnsel van benoeming van volgelingen in openbare ambten.

Het politiekorps ontsnapt niet aan dezen gang van zaken. Ook al wordt de hoogste politieambtenaar door een andere instantie benoemd, het grootste deel van de beambten wordt benoemd door het politieke college. Daargelaten of dit in Nederland zeer sterk doorgevoerde benoemingssysteem naar de sterkte der politieke partijen, bij andere openbare diensten aanvaardbaar is, de politie-organisatie diende hiervan verschoond te blijven, omdat de politie bij haar dienstuitoefening niet de partijen — behalve de staats-gevaarlijke — mag zien waartoe bepaalde personen behooren, doch zander aanzien des persoms haar taak heeft te vervullen.

Wanneer de individuen deel uitmakende van de politie, hunne benoeming te danken hebben aan een bepaalde groep, zou het politiekorps een flauwe afspiegeling worden van de samenstelling van de vertegenwoordigende raad en zouden deze personen zich verbonden weten met hunne groepen. De eenheid in het korps moet hieraan op critieke oogenblikken te gronde gaan, hetgeen fouten in de dienstuitoefening zal doen ontstaan. De practijk wijst

POLITIE EN POLITIEK. 585 uit, dat de politie sterk onder invloed van de plaatselijke

belangen-strijd staat, wanneer zij locaal georiënteerd is.

Toen in den staat TMringen de nationaal-socialisten de Regee-ringsmeerderheid vormden, was een van de eerste bestuursdaden een „zuivering" van het politiekorps van den staat. Een conflict met het Duitsche Rijk bleef niet uit. De subsidie voor de politie werd ingehouden.

De gemeentelijke politiekorpsen van de groote Nederlandsche steden bestaan voor een belangrijk deel uit leden van den Moder-nen Bond voor een ander deel uit leden van St. Raphael of van de Neutrale A. N. P. V.

De vertegenwoordigers van deze vakvereenigingen trachten in-vloed uit te oefenen op den gang van den dienst. Te Rotterdam voerde dit tot een conflict tusschen den Hoofdcommissaris en den Modernen Bond, omdat deze ambtenaar weigerde door den vak-bond bezoldigde vertegenwoordigers te woord te staan.

Te Maastricht demonstreerde zich de gevaarlijke zijde van het locale politiekorps bijzonder frappant tijdens en na de staking aan de zinkwitfabriek in 1929. Blijkens de door het 2de Kamerlid

W. Drop gepubliceerde enqueterapporten van den Advocaat-Generaal te 's Hertogenbosch, zou een deel van de Maastrichtsche gemeentepolitie — w.o. een adjunct-inspecteur — onder invloed gestaan hebben van de katholieke vakvereenigingsleiders en zou deze politie buiten medeweten van hare hoogste leiders: Burge-meester en Commissaris van Politie, een gewapend conflict met de stakers hebben uitgelokt. Vastgesteld werd, dat niet door de stakers geschoten is geworden.

In de gepubliceerde brieven van den Commissaris wordt mede-gedeeld, dat op dezen functionaris door een Katholieken gees-telijken invloed is uitgeoefend om krachtiger maatregelen tegen de stakers te treffen.

Voorts: „Dat de ensceneering van de hinderlaag op den 16en

„October is geschied op instigatie van den agent van Wieringen

t)— de feitelijke voorzitter van Sint Michaël — waarvoor de

in-„structie's in het geheim aan de betrokken agenten werden mede-gedeeld door den inspecteur Boersma, die eveneens R. K. is

„georganiseerd."

De Advocaat-Generaal achtte het niet bewezen, dat het

politie-586 POLITIE EN POLITIEK.

personeel geen weerstand heeft kunnen bieden aan den drang van Katholieke zijde; daarentegen veroordeelt de Advocaat-Generaal zeer scherp het beleid van den Burgemeester en den Commissaris van Politie.

Volgens, de Nieuwe Rotterdamsche Courant i) heeft de Heer K J. P. L. SOETEN, de Commissaris van Politie in kwestie, zic'h nooit in het clericale gareel laten spannen.

„Bij de geschiedenis van de Maastrichtsche schietpartij is dit

„aan het licht getreden,toen hij met den burgemeester door de

„reegeering werd in gebreke gesteld voor een ook naar de meening

„der geestelijkheid, niet krachtig genoeg optreden van de politie,

„terwijl de ondisciplinaire handelingen van lagere politieambte-n a r e politieambte-n , welke buitepolitieambte-n hem om de schietpartij haddepolitieambte-n uitgelokt er

„zelfs zonder berisping afkwamen."

De N. R. C. wenscht den Heer SOETEN bij zijn 25-jarig ambts-jubileum toe, dat hij „de bij hem betwiste kracht ook op de wijze

„zal toonen te bezitten, dat hij zich als voorheen, zal blijven ver-l e t t e n tegen ever-lke ongeoorver-loofde en onduver-ldbare inmenging van de

„geestelijkheid in de taak der overheid."

Wij kunnen ons voorstellen, dat het „beeld van zenuwachtigheid en overspanning", dat het politiebureau opleverde in die dagen voor een deel ontstond omdat het politiekorps geen eenheid meer vormde en omdat bij de leiders de indruk was gewerkt, dat de R.K.

geestelijken invloed hebben willen uitoefenen op den gang van zaken. Zulks moet in een katholieke stad voldoende zijn om burge-meester en commissaris in een onrustige stemming brengen, te meer waar achter hunne ruggen om maatregelen werden voor-bereid en getroffen. Hoe lang voelt men dergelijke toestanden aankomen zonder nog over bewijzen te beschikken?

De beruchte toestanden in Chicago vormen een sprekend argu-ment tegen locale politie. In een opstel getiteld „Konige der Unter-weti" schrijft Die Illustrierte Zeirung2), dat de c'haos gedeeltelijk een uitvloeisel schijnt van de aloude corruptie bij het stadsbeheer en voor het grootste deel het gevolg is van de moreele verwording, welke wordt toegeschreven aan den sluikhandel in alcoholica en de

1) N. R.C. van 6 Mei 1931 Avbl. D maileditie.

2) Haagsche Post van 13 December 1930 bladzijde 760.

POLITIE EN POLITIEK 587 buitensporige winsten daarmede door de smokkelaarsbenden gemaakt.

Na de groote moordpartij op 14 Februari 1929 op 7 leden van de bende van „Bug Moran", volgde een begrafenis waarbij

gemeente-raadsleden en politieambtenaren in den stoet meeliepen. De slacht-offers werden met drie Thompson machinepistolen neergemaaid door 4 of 5 personen, waaronder twee in politieuniform, die met een groote toerwagen kwamen en vertrokken.

Overste GODDARD werd door den Voorman der Jury belast met het onderzoek van de gevonden hulzen en kogels. Voor dit des-kundigenonderzoek beschikte de politie niet over fondsen! Dr. B.

KRAFT deelt hieromtrent mede: „Da keine öffentlichen Mittel

vor-„handen waren, mit denen ein für eine derartige Untersuchung ,,geeigneter Sachverstandiger hatte besoldet werden können,

„übernahmen Herr MASSEE und ein anderer Geschworener in

"groszzügiger Weise die gesamten Kosten der

Sachverstandigen-^untesuchung — ein für europaische Verhaltnisse ungewöhnliches ,,Verfahren"i).

De politie is omkoopbaar en bestaat uit werktuigen van de georganiseerde misdadigers, het stadsbestuur is niet berekend voor&zijn taak. Aldus een mededeeling van de New-York City Reform League.

In New-York zijn volgens de Haagsche Post 2) 230 benden, die de handeldrijvende burgers brandschatten. Voor een bepaald aan-tal dollars beschermt de bende winkel of bedrijf. Het heeft geen resultaat de hulp van de politie in te roepen, omdat zij onder een deken steekt met de benden en gedeeltelijk ook omdat de benden het haar bijzonder lastig kunnen maken. „De geheele melkaanvoer aldus de H. P. — is schatplichtig; de wasscherijen en stoome-rijen eveneens; de „lijkbezorgers maken geen uitzondering;

In New-York zijn volgens de Haagsche Post 2) 230 benden, die de handeldrijvende burgers brandschatten. Voor een bepaald aan-tal dollars beschermt de bende winkel of bedrijf. Het heeft geen resultaat de hulp van de politie in te roepen, omdat zij onder een deken steekt met de benden en gedeeltelijk ook omdat de benden het haar bijzonder lastig kunnen maken. „De geheele melkaanvoer aldus de H. P. — is schatplichtig; de wasscherijen en stoome-rijen eveneens; de „lijkbezorgers maken geen uitzondering;

In document KOLONIALE STUDIËN (pagina 88-126)