• No results found

Plovdiv • Sofia

In document Op reis door Midden en Oost-Europa (pagina 40-47)

In zes uur door het ijzeren gordijn

Ik was in de zomer van 2005 erg enthousiast terug gekomen.

Door de verhalen over deze reis heb ik mijn goede vriend en klasgenoot Pieter enthousiast gemaakt. Hij vergezelt me in de zomer van 2006 op deze tweede reis door heel Oost-Europa van Bulgarije naar Polen. In de nacht van vijf op zes augustus zouden wij ons reisdoel bereiken. In deze nacht gaan wij met de nachttrein vanuit Istanbul naar Bulgarije. Om drie uur ’s nachts worden we gewekt in Edirne; Pasporte, Police. Het blijkt de Turkse grens te zijn. Pieter en ik halen ons paspoort te voorschijn en doen de deur van onze slaapcoupé open in afwachting van de douane. Die blijkt niet te komen, ondertussen lopen steeds meer mensen naar buiten. Waarvoor is ons onduidelijk. We zien wel een stationsgebouw waar Police op staat en waarvoor een enorme rij mensen staat te wachten. Of wij daar ook naar toe moeten is voor ons evenmin duidelijk. De Nieuw-Zeelanders naast ons gaan er wel heen en zij hebben ook een vragenformulier bij zich. Wij hebben dat niet en gaan er vanuit dat het voor mensen buiten de EU is. Toch vertrouwen we het niet helemaal, want iedereen blijkt er heen te gaan. Dus wij doen de schoenen ook aan en gaan in de rij staan.

Langzaamaan worden we een beetje wakker en komt Pieter er achter waarom wij hier moeten staan. Drie dagen geleden landde ons vliegtuig op Turkse bodem. Voordat wij echter Turkije echt binnen mochten moesten wij eerst een visum kopen voor tien euro. Van de douane kregen wij een sticker in ons paspoort met stempel waarop de datum, plaats en het woord giriş (ingang) te lezen viel. Nu dat wij Turkije weer verlaten hebben wij weer een nieuwe stempel nodig waarop çıkış (uitgang) valt te lezen. Deze bureaucratische handeling hoeft op zich niet zo lang te duren, ware het niet dat er na ons

nog een nachttrein aankwam en dat er maar één mannetje stempels aan het zetten is, hij controleert de paspoorten ook nog eens erg goed. Om tien voor vijf krijgen wij eindelijk onze stempel. Omdat wij ongeveer als laatste in de rij stonden, kon de trein zo weer verder gaan, dachten wij. Toch stonden we nog een hele tijd stil, waarom is ons nooit duidelijk geworden. Pas om zeven uur vertrokken wij richting Bulgarije.

Toch waren wij nog steeds niet in Bulgarije. Hiervoor moesten wij eerst nog langs de Bulgaarse grens. Een half uur nadat we de Turkse grens verlieten kwamen we bij de Bulgaarse grens aan. Er wordt weer op onze deur geklopt:

Pasporte. Wederom is het voor ons een raadsel wat er moet gebeuren. Er gaat nu echter niemand van de trein en dus blijven ook wij zitten. Even later komt de douane eraan en neemt ons paspoort in beslag. Het zou een half uur duren, zeiden ze tegen onze Australische buurvrouw. Een uur later krijgen we het paspoort, inclusief Bulgaarse stempel, weer terug. Na anderhalf uur stil gestaan te hebben gaat de trein weer verder. Nu zijn we pas echt in Bulgarije.

In totaal deden we er dus zes uur over om in 2006 door het voormalig ijzeren gordijn Oost-Europa binnen te komen, een hele ervaring. Dit ben ik niet gewend, aangezien de binnengrenzen van de EU zijn afgeschaft en je zonder controle van het ene naar het andere land kan reizen. Binnen de EU merk je pas dat je in een ander land bent als er andere borden langs de weg staan met opschriften in een andere taal.

Hoe anders moet dit geweest zijn in de tijd van het ijzeren gordijn. Hoe lastig zou het geweest zijn om het ijzeren gordijn binnen te komen en hoe goed zouden ze je controleren? Ik mag graag geloven dat wij met deze zes uur durende grensovergang qua tijd dicht bij zo’n grensovergang van toen kwamen.

Bulgarije; hey man slow down

Met een slakkengangetje gaan wij door Bulgarije. Onze slechte nachtrust zorgt ervoor dat wij af en toe nog in slaap doezelen. Tussendoor worden we wakker met uitzicht op de heuvels van Bulgarije. Hier en daar lopen herders met een paar schapen, koeien of geiten. Alsof ze hier de industrialisatie gemist hebben. Want wie kan nou rondkomen als je de hele dag rondloopt met vier geiten? Het kan blijkbaar nog steeds in Bulgarije. Ook komen we meer recentere geschiedenis tegen. Onderweg zien we meerdere souvenirs van het communisme; oftewel veel verlaten industrie. Goed voor het milieu kan dit niet zijn, de werkende fabrieken ogen en ruiken evenmin milieuvriendelijk.

Tegen twaalven bevestigt de conducteur mijn vermoedens:

Wij naderen Plovdiv en moeten onze spullen gereedmaken. In de verte nadert een stad die net als Rome op zeven heuvels is gebouwd. Plovdiv behoort tot een van de oudste steden van Europa met een geschiedenis van 8000 jaar. Deze geschiedenis heeft haar sporen achter gelaten in de oude stad van Plovdiv die wij mede dankzij haar mooie Romeinse Amfitheater graag willen zien. Bij het informatiepunt op het station van Plovdiv komen wij voor het eerst in aanraking met Bulgaren. We vonden het maar rare lui die er ook een merkwaardige manier van een rij vormen op nahielden, oftewel ze drongen allemaal voor. Met eenmaal wat Bulgaarse Lev op zak gaan wij linea recta naar het Romeinse amfitheater. Aan de voet van de oude stad zien wij het amfitheater boven ons. Wij lopen de trappen op en zien aan onze rechterhand een aantal bouwvakkers die hun lunchpauze houden. Ik vraag of de ingang hier is en wijs naar boven. De bouwvakkers knikken hun hoofd ja. Pieter en ik lopen door.

Niet veel later komt een andere man ons snel achterna en legt

ons in gebrekkig Engels uit dat het amfitheater gesloten is omdat het gerenoveerd wordt. De bouwvakkers hadden dit waarschijnlijk ook al duidelijk willen maken maar ik was even vergeten dat ja knikken in Bulgarije nee betekent en andersom.

In het centrum van Plovdiv gaan wij eerst wat eten, alvorens wij naar de oude stad gaan. Wij worden geholpen door een ontzettend ordinair geklede serveerster. Als wij vervolgens de voorbijgangers op het terrasje observeren blijkt dat de serveerster niet de enige is. De Bulgaarse vrouwen blijken naar ons oordeel totaal geen smaak te hebben. Ze blijken te denken dat meer beter is. Naar ons oordeel verliezen ze hiermee helemaal het gevoel voor stijl en klasse uit het oog.

Ook hangen overal reclameposters voor whisky. Die wordt aangeprezen door een naakte vrouw met een fles whisky tussen haar benen zodat je haar intiemste lichaamsdeel net niet kan zien. Op zich was dit een stuk stijlvoller gedaan, maar het sluit perfect aan bij het beeld dat wij van de Bulgaren aan het creëren waren. Nee, voor de vrouwen bleven wij hier niet langer.

Om 15:58 gaan wij met de trein naar Sofia. De trein blijkt nog langzamer te gaan dan de trein waar we vanochtend in zaten.

Deze keer komt er geen conducteur langs die ons verteld dat wij in Sofia zijn, het wordt evenmin omgeroepen. Omdat men in Bulgarije het cyrillische schrift gebruikt kunnen wij de plaatsnamen op de stations ook niet lezen. Het is dus geen overbodige luxe om even na te vragen of wij om half zeven echt op het centrale station in Sofia zijn. Gelukkig blijkt het zo te zijn en kunnen we naar ons hostel gaan. Daar krijgen wij gelijk een bord pasta voorgeschoteld. Dat was precies wat wij nodig hadden.

Van uitrusten komt het echter nog niet, want we gaan gelijk Sofia weer in. We komen hier niet elke dag en dus moeten we zoveel mogelijk zien. We bekijken een aantal

bezienswaardigheden en leggen deze vast, of Japanneren het zoals wij het noemen, bewijzen verzamelen dat we hier geweest zijn. Toen het donker werd zijn we weer terug naar het hostel gegaan. We waren doodop en moesten de volgende dag weer vroeg opstaan om de trein te halen. Het Radiohead nummer The Tourist spookte de hele tijd door mijn hoofd; hey man slow down. We waren het er beiden over eens dit nooit meer. Deze Japanse manier van reizen is echt A-relaxed.

De volgende ochtend kopen wij van ons Bulgaarse geld nog snel wat eten voor onderweg. Vervolgens lopen we naar een mannetje die ons bij binnenkomst al had gevraagd of wij informatie nodig hadden. Hij is gekleed in een soort van blauwe pyjama. We vragen hem naar de trein naar Bucaresti.

Hij brengt ons naar perron acht, maar die is helemaal leeg.

Omdat de man geen woord Engels spreekt kan hij ons verder niets uitleggen. Wij geven hem ons laatste muntgeld en besluiten te wachten op de trein. Het blijkt dat er een uur vertraging is. Langzaamaan verschijnen er steeds meer mensen op het perron. Tegenover ons ging een Bulgaarse vrouw zitten. Zij was echt oerlelijk. Ze had een beste snor en op haar gezicht zaten allemaal wratten. Wij zagen dit gister ook al bij een aantal vrouwen en verwonderden ons erover waarom we dit hier veel meer zagen dan in Nederland. Echt charmant zag het er ook niet uit. Vervolgens komt het mannetje ook weer tevoorschijn als de trein arriveert. Hij brengt ons naar onze coupé en voor deze dienst wil hij graag weer wat geld hebben. Wij hadden ons laatste Bulgaarse geld al aan hem gegeven. Hij is daar echter niet tevreden mee en wordt boos op ons. Gelukkig zit er nog een jongen in onze coupé en die geeft hem wat geld. Onze reisgenoot komt uit Slo-venië en heet Janisch, hij legt ons uit dat ze hier slecht be-taald krijgen en alles doen om maar wat extra te krijgen.

Onderweg verwonderen Pieter en ik ons nog meerdere malen

over de taferelen die zich rond elk treinstation afspeelden.

Veel mensen lopen gewoon over het spoor. Gevaarlijk zouden wij met onze geordende Nederlandse kijk zeggen, maar hier blijkt men gewoon te kijken wat de kortste route is en die neemt men. Op elk station zien wij ook een mannetje dat met een hamer op de wielen slaat en controleert of de wielen nog wel goed vast zitten. Janisch vertelt dat deze mensen erg belangrijk zijn en vraagt zich af of dat niet in Nederland gebeurt. Ik heb dat nog nooit gezien in Nederland, maar de Nederlandse treinen zullen ongetwijfeld ook wel gecontroleerd worden. Janisch vertelt dat deze treinen misschien wel wat extra controle nodig hebben omdat dit West-Europese treinen van 20 jaar geleden zijn. De vele Duitse teksten verraden dat deze trein zeer waarschijnlijk ooit in Duitsland gereden heeft.

Aan het einde van de ochtend komt er een Bulgaarse familie bij ons in de coupé. Het zijn aardige mensen alleen blijkt het moeilijk te communiceren met hen. Vlak voor de grens stappen ze uit en de man zegt nog even Ajax, totaalvoetbal.

Woorden die wij met gejuich en waardering ontvangen. Het laatste stuk naar de Roemeense grens zitten wij weer alleen met Janisch in de coupé. Bij een van de laatste stations in Bulgarije vertelt hij dat het niet aan de middelen ligt dat de gebouwen hier zo verwaarloosd zijn, het is de mentaliteit. In de grensstad Roese krijgen wij een stempel en daarmee hebben wij Bulgarije officieel verlaten.

Roemenië

- Roemenië heeft twee grote problemen - Transylvanië; een sprookjeslandschap zoals de

Efteling, maar dan echt

Boekarest •Braşov

In document Op reis door Midden en Oost-Europa (pagina 40-47)