• No results found

Boekarest •Braşov Sigşhoara

In document Op reis door Midden en Oost-Europa (pagina 47-71)

Roemenië heeft twee grote problemen

Met een stempel van de Roemeense douane zijn wij Roe-menië officieel binnengekomen. Een paar minuten geleden hadden wij dit geografisch al gedaan door de Donau over te steken. Wij kregen het gevoel of wij thuis kwamen, zo vlak was Roemenië in het zuiden. Eindeloze vlaktes zo ver het oog reikte, alleen de herders met slechts enkele schapen verraadden ons dat dit Nederland niet kon zijn.

Roemenië staat, ondanks de herder, echter volop in beweging.

Roemenië is namelijk kandidaat EU lidstaat. Om aan de eisen van de EU te voldoen wordt er op allerlei terreinen druk gewerkt. Als het goed gaat, zullen de Roemenen op 1 januari 2007 al bij de EU worden toegevoegd. In tegenstelling van de mineur van dit moment in de meeste West-Europese landen, is de EU in Roemenië nog iets waar vooral positief over wordt gepraat. De EU zal goed voor de werkgelegenheid en ontwikkeling van Roemenië zijn, zo wordt algemeen gedacht door de Roemenen. Dat de positieve reclame van de Roemeense regering hier heeft bijgedragen wordt duidelijk als wij overal door Roemenië mensen zien lopen met plastic tassen met daarop de Europese vlag. Boven de vlag staat een hartje in de kleur van de Roemeense vlag, aan de ene kant van het hartje staat EU en aan de andere kant staat USA.

Als wij om half negen aankomen in Boekarest op het treinstation Gare de nord is de invloed van Brussel gelijk zichtbaar. Na een tien uur durende treinrit hadden wij het nodige afval gemaakt, dit konden wij op het station deponeren in een prullenbak met drie ingangen. Eentje voor papier, eentje voor plastic en eentje voor restafval. In het hostel zagen wij vervolgens nog meer van dit soort opvallende milieuvriendelijke afvalscheiding. In onze kamer hing een papiertje boven de prullenbak: Please don’t throw your PET

bottles away, give them to the reception, we recycle them.

Ook in de moderne trein van Boekarest naar Braşov waren weer verschillende afvalbakken.

Nu is een afvalbak misschien niet het eerste waar men aan denkt als men over de EU spreekt. In Roemenië was het milieu echter net als vele andere oude communistische landen lang een ondergeschoven kindje. Na de val van de muur kwam hier niet gelijk verandering in, want men moest nog steeds een inhaalslag maken met het westen. Ook nu nog komen wij meerdere vieze fabrieken tegen en het natuurschoon rond de rivieren wordt vaak opgesierd door afval. Zelfs vandaag de dag nog wordt er bij sommige huishoudens niet eens het vuilnis opgehaald. Als dit wel wordt gedaan, dan wordt het vuilnis amper gerecycled. Al het vuilnis komt, inclusief chemische stoffen, op één grote afvalbult, waardoor er allerlei chemische rommel in het grondwater komt.

Dat hier nog veel te verbeteren valt is duidelijk. Gelukkig krijgt het milieu dankzij de EU meer aandacht in Roemenië.

Het mag duidelijk zijn dat de souvenirs uit het verleden nog niet zijn opgelost voor 1 januari 2007. Roemenië heeft met Brussel lange termijnafspraken gemaakt om de milieuproblematiek aan te pakken. Er zijn bijvoorbeeld harde afspraken gemaakt over de recycling, iets dat nu nog weinig gebeurt. Over vijf jaar moet een bepaalde hoeveelheid glas en plastic gerecycled worden, vandaar dus ook de afvalscheiding op het station in Boekarest. Hiervoor krijgt Roemenië financiële hulp uit Brussel en dat lijkt me geen slechte zaak.

Als Pieter en ik de volgende dag door Boekarest lopen valt het ons op dat men op bijna elke hoek wel iets aan het opknappen is, zijn het niet de gebouwen dan zijn het wel de wegen of het trottoir. Misschien komen we hier iets te vroeg en wordt dit het nieuwe Praag, alhoewel we misschien

daarom wel juist op tijd zijn. Deze stad werd rond de 19e eeuw nog het Parijs van het oosten genoemd. Na een aardbeving in 1977 greep de communistische dictator Ceauşescu zijn kans om onder het mom van een stads-vernieuwingsproject, de stad om te vormen tot een hoofd-stad naar stalinistisch model. 26 kerken, twee synagogen, een klooster en het meest historische gedeelte van de stad werden met de grond gelijk gemaakt. Op diens plaats kwamen grote boulevards met communistische architectuur en het Palatul Parlamentului, dit paleis van het parlement was voor het volk, maar werd gebruikt als privé paleis van Ceauşescu. Het paleis is zo groot dat er maar twee gebouwen ter wereld zijn die groter zijn; het Pentagon en het Potalapaleis in Tibet. Om het paleis goed in ons op te nemen besluiten we er even bij te gaan zitten en wat te eten en drinken. Dit bleek niet zo’n verstandig idee, want er kwam gelijk een zigeuner jongetje langs om te bedelen. We zeggen duidelijk NEE! Maar even later komt hij terug met al zijn broertjes en zusjes die na een duidelijke NEE, met hun kleine handjes naar onze zakken grijpen om iets waardevols te stelen. Pieter en ik slaan ze van ons af en lopen snel weg.

Zonder iets verloren te hebben aan de zigeuners komen we terecht aan de zijkant van het paleis. Aan onze linkerhand staat het grote paleis, rechts van ons liggen omheinde tuinen.

De tuinen zijn echter vervallen weilanden met een paar bomen, niet echt chique, iets wat ongetwijfeld wel de bedoeling was bij de aanleg. Even verderop is een demonstratie bezig tegen corruptie van Roemeense politici, want die zijn nu gevestigd in het paleis. Er wapperen vlaggen van de NATO, Amerika en de Europese Unie. De betogers hebben petten en speldjes op met de Amerikaanse vlag. Deze, voor ons merkwaardige, pro-Amerikaanse stemming zou mij later nog vaker opvallen in Roemenië. Op de spandoeken van de betogers staan teksten als: Thank you for liberating us en

Don’t accept us with our corrupt politicians.

Als Pieter en ik twee dagen later in de trein naar Sighişoara zitten komt de demonstratie weer ter sprake. In onze coupé raken wij in gesprek met een Roemeen. Hij heet Andrej en met hem bespreken wij het toekomende lidmaatschap van de Europese Unie. Wij vertellen hem dat naar ons oordeel Roemenië verder is dan Bulgarije, dat ook in 2007 zal toetreden. Waar in Bulgarije er veel verwaarloosd uitzag, zagen wij in Roemenië overal werklui aan het werk om de verwaarloosde gebouwen aan te pakken. Andrej wijst ons echter op de armoede op het platteland. Dat hadden wij nog niet echt gezien, maar vanuit de trein passeren wij dorpen die er tweehonderd jaar geleden waarschijnlijk net zo bij lagen.

Noordoost-Roemenië is het armste gebied van de EU en haar kandidaat lidstaten. Maar dat was op zichzelf nog niet eens zo’n groot probleem volgens Andrej. Roemenië had één groot probleem; corruptie.

We vertellen Andrej dat we bij het Paleis een demonstratie hadden gezien tegen corruptie. We vertellen hem ook dat we even voor de demonstratie waren aangevallen door zigeuners.

Waarop hij antwoordt; Roemenië heeft niet één, maar twee grote problemen: corruptie en de zigeuners.

Transylvanië; een sprookjeslandschap zoals de Efteling, maar dan echt

Op het Piata Unirii in Braşov stappen we uit Bus nr 4. Een oudere man komt gelijk naar ons toe en vraagt waar we heen willen? Kismit dao hostel. Het blijkt gelijk om de hoek te zitten. 'Jah! Dit is sprookjesachtige shizzle' roep ik als we de democratai weg oplopen richting het hostel. De gepleisterde huisjes zijn in verschillende kleuren geschilderd, de tijd heeft de kleuren doen vervagen en een mengsel van uitlaatgassen en fabrieksrook heeft de gebouwen een beetje vies gemaakt, de rode dakpannen en de keien op de straat zijn een beetje groen door de algen en mos die zich er op hebben geworteld.

Boven ons zien wij een dreigende lucht en omdat wij in een dal zitten rijzen zowel aan de linker als rechterkant bergen op die geheel begroeid zijn met naaldbomen.

Vanmiddag zijn Pieter en ik vertrokken uit Boekarest. In de modernste trein die wij ooit hadden gezien vertrokken wij naar Braşov. Vanaf de Beneden-Donau vlakte bij Boekarest veranderde het landschap om ons heen. De vlakke akkerlanden werden langzaam heuvels, de slootjes werden rivieren en de heuvels werden vervolgens bergen met donkere bossen. Wij gaan richting Transylvanië. Het gebied dat Bram Stoker gebruikte als decor voor zijn boek over Graaf Dracula.

Stoker was zelf nooit in Transylvanië geweest maar hij gebruikte reisverslagen van handels-reizigers die er wel waren geweest om zo zijn verhaal het sprookjesachtige decor te geven dat past bij een verhaal over een vampier. In dit gebied heeft echter ook een echte Dracula gewoond, ook bekend als Vlad III prins van Walachije of Vlad Ţepeş. Hij was echter helemaal geen bloeddrinkende vampier maar evenmin een aimabel persoon. Het was de zoon van Vlad II prins van Walachije,ridder in de orde van de draak, een Hongaarse orde

die vocht tegen de Ottomanen. Het symbool van deze orde was een draak. De vader van Vlad was dracul en Vlad zelf dracula, wat zoon van dracul betekend ofwel zoon van de draak. Vlad werd echter vooral bekend als Vlad Ţepeş, wat Vlad de spietser betekend. Deze bijnaam dankt hij aan het feit dat hij zijn tegenstanders op houten palen spietste.

Dracula of Vlad Ţepeş is een nationale held in Roemenië. Hij hield de Ottomanen lange tijd succesvol uit zijn land. De grote Mehmet II, Ottomaanse Sultan en veroveraar van Constantinopel, maakte rechtsomkeer toen hij bij de hoofdstad Târgovişte geconfronteerd werd met 20.000 ge-spietste Turken. Ondanks het feit dat hij een leger had dat minstens drie maal zo groot was als dat van Ţepeş. Uit-eindelijk moest Ţepeş er aan geloven. Hij werd door de Turken onthoofd en zijn hoofd werd meegenomen naar Istanbul waar hij werd getoond als bewijs dat Kazıklı Bey, zoals de Turken hem noemden, was gedood.

Zijn hoofdloze torso werd vervolgens begraven in een tombe bij het Snagov meer, dat ergens tussen Boekarest en Braşov ligt. Het graf is een waar bedevaartsoord geworden. Om bij het graf te komen moet je naar het 16e eeuwse klooster op een eiland in het Snagov meer. Om hier te komen moet je de hulp inroepen van een Ana, die kan je naar het eiland en weer terug roeien. Je moet bij het meer simpelweg Ana roepen en dan komt er vanzelf iemand te voorschijn die jou naar de overkant roeit. Het lichaam van Ţepeş zou voor de houten iconostase moeten liggen maar toen het graf in 1931 werd geopend bleek het leeg te zijn.

Hoewel de vampier Dracula nooit heeft bestaan, heeft Stoker wel de ideale locatie gekozen voor zijn sprookje want dit gebied doet werkelijk sprookjesachtig aan. Het is een glimp van hoe pre-industrieel Europa ooit was. In deze bossen lopen nog wolven en beren vrij rond. De bergen worden hoger, de rivieren woester en de spaarzame weilanden worden

opgesierd door met de hand gemaakte stapels hooi. Ook zien wij mooie witte boerderijen en houten kerkjes, ondertussen verdwijnt de zon en pakken steeds donkere wolken zich samen. Wij komen nu echt dicht bij het sprookjeslandschap.

Maar dan wordt ons romantische beeld abrupt verstoord als we Braşov binnenrijden, ineens verschijnen gigantische industrieterreinen, fabrieken en typische communistische woonblokken. Op het sfeerloze station van Braşov stappen we even later uit. De stad Braşov werd tussen 1950 en 1960 Oraşul Stalin genoemd, naar de Sovjet leider Stalin. In die periode werd de stad in rap tempo geïndustrialiseerd. Met de bus gaan we langs kleurloze flats maar komen we even later gelukkig terecht in de oude stad. Daarvoor komen we hier.

In de avond eten we op het piata Statului, het marktplein van Braşov. Van het reizen en onze balansdag van gister, toen we een zak chips aten als avondeten, zijn we beiden toe aan een goede maaltijd. We zijn de industrie en woonblokken aan de rand van Braşov al lang weer vergeten. Het middeleeuwse marktplein voldoet precies aan onze sprookjesachtige verwachtingen. Wij worden omringd door Saksische handelshuizen die elk in een andere kleur geschilderd zijn. De oude stad van Braşov bevindt zich in een dal en is aan beide kanten omsloten door bergen. Vanaf het restaurant kijken wij uit op een wachttoren die op de berg over de stad heen kijkt.

Na het eten besluiten we de wachttoren op te zoeken. We komen buiten de stadsmuren terecht en komen tot de conclusie dat dit pas echt sprookjesachtig is. Aan de linkerkant van het pad is de stadsmuur en rechts van ons loopt een beekje. Voor ons staat een middeleeuwse witte poort en naast het beekje is het inmiddels donkere woud. Het is hier echt sprookjesachtig of 'net zoals de Efteling' aldus Pieter. De trap naar de wachttoren is vermoeiend, maar daar mogen wij van de Lonely Planet niet over klagen; denk dan maar eens aan de mensen die hier door Vlad Ţepeş gespietst werden.

Bovendien worden we bovenop de toren getrakteerd op een prachtig uitzicht over de stad.

De volgende ochtend ontbijten Pieter en ik met een gezin die wij lange tijd voor Scandinaviërs aanzien. Na een tijdje komen we er achter dat het echter Belgen zijn die in een voor ons onverstaanbaar dialect praten. Ze zijn met een busje door Roemenië aan het toeren en raden ons aan om het platteland op te gaan: 'De mensen zijn de vriendelijkheid zelve ook al hebben ze niets te geven' aldus de Belgen. Onze reis gaat van stad naar stad, maar vandaag komen we even op het platteland als we naar kasteel Bran gaan. In een sprookjeslandschap kunnen kastelen natuurlijk niet ontbreken. Op Autogaru 2 stappen we in een bus uit de jaren zestig waarvan de deuren er bijna uitvallen en die onderweg rare geluiden maakt. We gaan bovendien de verkeerde kant op, we rijden Braşov uit en gaan de bossen in. Als we midden in het bos stoppen staat er waar-schijnlijk op ons gezicht af te lezen dat wij het niet helemaal vertrouwen. Een oudere vrouw komt naar ons toe en vertelt in het Duits dat de bus hier even stopt en straks omdraait en alsnog naar Autogaru 1 gaat. We gaan vandaag naar kasteel Bran, het kasteel dat Bram Stoker gebruikte als inspiratie voor zijn sprookje over de vampier Dracula. Nadat Stoker zijn verhaal had opgeschreven werd het verhaal meerdere malen verfilmd en daardoor kreeg het verhaal veel fans. Toen de muur viel in 1989 kwamen de Roemenen er achter dat hun nationale held Dracula in het westen een bloeddrinkende vampier was geworden. Tegenwoordig verdienen veel mensen hier hun brood mee; Draculatoerisme. Als we op Autogaru 1 in een modernere bus uit de jaren zeventig stappen zit deze propvol, naast enkele lokalen vooral met toeristen die naar het Dracula kasteel willen.

Als we na een uur in Bran aankomen is het kasteel indruk-wekkend zoals het op de helling staat. Dit kasteel ziet er spookachtig uit en ik kan me voorstellen dat Stoker dit kasteel

gebruikte. Als we vervolgens naar de ingang van het kasteel lopen komen we in een toeristenval terecht vol met kraampjes die allerlei toeristische troep verkopen. Zwarte t-shirts met een vampier, honderden Dracula poppetjes, bekers met vampiers en tal van andere Dracula kitsch. Als we hier snelwandelend doorheen gaan komen we bij de ingang van het kasteel. Binnen is het kasteel een stuk minder griezelig of kitsch. Het is een sober kasteel met hier en daar spullen van een van de laatste bewoners uit de jaren twintig. Op zich niet echt bijzonder.

Pieter en ik pakken de bus en gaan op de terugweg naar Braşov nòg een kasteel bezoeken. Onderweg komen we echter midden op het platteland terecht in een file. Het verkeer staat volledig stil. Op de landwegen worden we links en rechts ingehaald door paard en wagen. Het blijkt dat er een ongeluk is gebeurd en dat kan best even duren omdat alles opgemeten moet worden door de politie. Omdat we het Râşnov kasteel al kunnen zien besluiten we om verder te lopen. Al snel zijn we in Râşnov maar de klim naar het kasteel valt tegen. Een Franse roomie had gister al aan Pieter verteld hoe we bij het kasteel moesten komen. Als we het gevoel hadden dat we de verkeerde kant op gingen zaten we goed. Dat bleek ook zo te zijn want op het moment dat we steeds vaker gingen denken:

lopen we wel goed? Toen kwamen we bij een oprit naar het kasteel.

Het Râşnov kasteel overtrof onze sprookjesachtige verbeel-ding. Dit was echt een sprookjesachtig kasteel. Langs de hoge grijze kasteelmuur lopen we naar de ingang. Naast ons ligt een diep ravijn. Als we het kasteel binnen gaan zien we dat binnen alles geel is geschilderd, de balken zwart gebeitst en de dakpannen zijn rood. Het is erg idyllisch en het voelt echt en oud aan. Het was bovendien een bijzonder kasteel omdat het gebouwd was door de dorpelingen zelf en niet eigendom was van een of andere heer. Het kasteel was gebouwd door de

dorpelingen om zichzelf te beschermen tegen aanvallen van de Tartaren of Ottomanen. Tijdens een belegering was er echter wel een tekort aan vers water. Daarom werden twee reeds gevangen genomen Turken aan het werk gezet om een bron te graven. De Turken werd vrijheid beloofd als ze klaar waren met het graven van de bron. Na 32 jaar was de put eindelijk klaar en had het kasteel haar eigen water-toevoer. De twee Turken werden bedankt voor de moeite en alsnog vermoord.

Op de terugweg in de bus zijn we het er allebei over eens; dit was een prachtige dag. Het Roemeense platteland is zeker de moeite waard, maar wij zitten helaas aan een strak tijdschema gebonden en vanavond om 19:00 uur gaat onze trein naar Sighişoara. Bij terugkomst in Braşov kunnen we nog eventjes genieten van de stad. Daarna moeten we weer verder. Vanuit de trein passeert het landschap ons. Het is en blijft sprookjesachtig hoewel het af en toe wat minder idyllisch is als wij dorpen voorbij zien komen die er nog echt pre-industrieel uitzien. Het is soms echt armoedig, maar het flitst voorbij, vervolgens kijken wij onze ogen weer uit over het prachtige landschap.

Op de terugweg in de bus zijn we het er allebei over eens; dit was een prachtige dag. Het Roemeense platteland is zeker de moeite waard, maar wij zitten helaas aan een strak tijdschema gebonden en vanavond om 19:00 uur gaat onze trein naar Sighişoara. Bij terugkomst in Braşov kunnen we nog eventjes genieten van de stad. Daarna moeten we weer verder. Vanuit de trein passeert het landschap ons. Het is en blijft sprookjesachtig hoewel het af en toe wat minder idyllisch is als wij dorpen voorbij zien komen die er nog echt pre-industrieel uitzien. Het is soms echt armoedig, maar het flitst voorbij, vervolgens kijken wij onze ogen weer uit over het prachtige landschap.

In document Op reis door Midden en Oost-Europa (pagina 47-71)