• No results found

3.5 Het Ierse dialect (in het bijzonder de regio’s Limerick en Cork)

3.5.3. Persoonlijke voornaamwoorden

Persoonlijke voornaamwoorden zijn in het Ierse Engels hetzelfde als in standaard Engels: I [ae], [aƐ], [a]

you [ju], [jƱ] [jə] he [hi], [hI] she [ʃi], [ʃI] we [wi], [wI] you [ju], [jə] ye [ji], [jI], [jə]

they [ðᴚeI], [deI], [ḏe], [ḏƐ] (Hickey 1983: 47).

Een uitzondering is de tweede persoon meervoud die men orthografisch zou kunnen noteren als ye. Deze vorm stamt nog uit het vroege moderne Engels. De retentie werd extra versterkt doordat er in het Iers, in tegenstelling tot het Engels, wel een verschil wordt gemaakt tussen de tweede persoon enkelvoud en de tweede persoon meervoud. Dit verschil is op meerdere manieren gerealiseerd in de Ierse taal. Een manier om verschil uit te drukken tussen de tweede persoon enkelvoud en meervoud is bijvoorbeeld door de hoge frontale klinker /i/ als een marker voor de tweede persoon meervoud. Dit wordt morfologisch geïllustreerd als: ‘{J} + {U}’ voor de tweede persoon enkelvoud, en ‘{J} + {I}’ voor de tweede persoon meervoud. (Hickey 1983: 47). De tweede manier waarop dit verschil is gerealiseerd in het Iers is met een alveolaire frictatief [S] voor de tweede persoon meervoud:’ {J} + {U} + {S}’ (Hickey 1983: 47). In dit geval wordt het Engels zo vervormd, zodat het kan corresponderen met de Ierse notie van een verschil tussen de tweede persoon enkelvoud en de tweede persoon meervoud. Maar dit proces heeft zich verder ontwikkeld: we zien dat het in het Iers ook mogelijk is om

een klinker en een alveolaire frictatief als markering te gebruiken voor de meervoudsvorm: ‘{J} + {I} + {S} second person plural’ (Hickey 1983: 47).

De volgende Ierse persoonlijke voornaamwoorden zijn mogelijk, ze zijn fonetisch weergegeven door Raymond Hickey in Remarks on pronominal usage in Hiberno-English.

{JI} F [ji], [jI], [jə]

{JUS} F [juz], [jƱz]; [jus], [jƱs] {JIS} F [jiz], [jIz], [jƐz]; [jis], [jIs], [jƐs] De ortografische representatie is vaak als volgt:

{JI} F ye

{JUS} F yous, rarely: youz

{JIS} F yiz, yis, yees, yeez, rarely: yes (Hickey 1983: 48).

Ook in het geval van bezittelijke voornaamwoorden komen deze klanken terug. Er wordt in dat geval een [R] toegevoegd: ‘{J} + {I} + {R}’ (Hicket 1983: 48).

In het Iers Engels worden subjectieve vormen vaak vervangen door reflexieve vormen, dit komt voor wanneer er wordt gerefereerd aan een autoritair figuur die een grote mate van respect geniet , het kan ook voorkomen na een vorm van “be”:

Himself isn’t here at the moment. Where’s himself? (Hickey 1983: 49).

Voor het gebruik van reflexieve voornaamwoorden zijn er in het Ierse Engels bovendien nog meer alternatieven die men kan gebruiken. Het subjectieve voornaamwoord krijgt dan de uitgang –self of –selves:

As for meself. I don’t mind.

Tenslotte worden de eerste en derde persoon meervoud soms als volgt gebruikt in combinatie met een nominaal subject:

Us wives have a hard time of it. Them road workers are awful lazy.

But: *Him farmer has lots of land (Hickey 1983: 49). Voorbeelden in city of Bohane:

'Tubby. l wan' ya to hear this now. I don' care what fuckin' savagry ye practise out on them fuckin' dunes, y'check me? Ye can chant yere fuckin' pikey curses and ye can skin yere fuckin’ hares for the stewpot and ye can build yere little sixbar fuckin’ gates for the Big Nothin’’ fermoiri an’ ye can hang yere fuckin' scalps and paint yere bollix blue an' have a read o’ the fuckin’ stars. Ye can train yere lurchers and hose out their minty fuckin’ cages. Fine! Coz I don’ have to fuckin’ well look at ye while ye’re at it (Barry 152).

3.5.4 Zinsbouw

Ook bepaalde elementen uit de zinsbouw zijn kenmerken voor de zuidelijke dialecten waar Cork en Limerick onder vallen. Zo is er een bepaalde habituele constructie die afwijkt van het standaard Engels: er is in het zuiden een voorkeur voor “do + be” in constructies met het habituele aspect (Hickey 2007: 143). Het habitueel aspect geeft een generieke of gebruikelijke situatie of staat aan. In tegenstelling tot het habitueel aspect in Standaard Engels is het in het Iers sterk gemarkeerd. Wat het meest opvallend is aan het Ierse habitueel aspect is dat ‘be’ een inflectie op –s kan hebben. Wanneer een actie erg gewoonlijk is kan er dus een dergelijke constructie voorkomen:

De betekenis die ‘bes’ in dit geval heeft is dat het onderwerp van de zin gewoonlijk op Facebook zit via haar telefoon ‘periodically or habitually’ (Sharp 11). Dit voorbeeld zou in het Standaard Engels niet geaccepteerd worden. Een andere constructie die in het Ierse Engels veelvuldig voorkomt is de ‘does be/do be’ constructie die gebruikt wordt om een duratieve, of gewoonlijke actie in de tegenwoordige tijd aan te geven (Sharp 11). Zoals in: “She does be on Facebook on her blackberry”(Sharp 11). Het verschil met de bes-constructie is dat de actie, of de staat, op dit moment plaatsvindt of bestaat. Kevin Barry maakt van dit soort constructies ook gebruik in City of Bohane:

‘Ain’t it shockin”, said the innkeeper, ‘for this manner a caper to be goin’ on in Bohane an’ we oney three days to the birthday o’ the Sweet Baba Jay? What do be wrong with us at all?’(Barry 105).

Tenslotte zijn er veel manieren van zinsbouw in het zuidelijke Ierse dialect die afwijkend zijn van het standaard Engels. Hieronder weergeven een opsomming van Hickey. In City of Bohane zijn veel van deze kenmerken terug te vinden. Punt twee (over het gebruik van het habituele aspect), bijvoorbeeld, wordt in het dialect in de roman gebruikt (een voorbeeld uit Bohane gaf ik al op de vorige pagina). Punt vier, de dubbele ontkenning komt ook meerdere keren voor in City of Bohane: “Well, he ain’t gonna be botherin’ no dancehalls for a time” (Barry 31).Het afwijkende gebruik van till (beschreven in punt acht) is ook terug te vinden: “Now c’mere till ya hear the latest” (Barry 73). Punt negen, de “singular time reference’ met ‘never’, vinden we ook terug: “She never let go the eye-lock (Barry 182). Ook punt tien komt voor in Barry’s dialect: “They had calves for the slaughter and piebalds for to sell” (Barry 197).

1) Perfective aspect with two sub-types:

the milk’.

b) Resultative perfective, e.g. She has the housework done. ‘She has finished the housework’ (OV word order)

2) Habitual aspect, expressed by do + be or bees or inflectional -s in the first person singular

a) She does be reading books. b) The boys bees up late at night.

c) I gets awful anxious about the kids when they’re away.

3) Reduced number of verb forms, e.g. seen and done as preterite, went as past participle

4) Negative concord, e.g. He’s not interested in no cars.

5) Clefting for topicalisation purposes, e.g. It’s to Glasgow he’s going.

6) Greater range of the present tense, e.g. I know him for more than six years now. 7) Be as auxiliary, e.g. They’re finished the work now.

8) Till in the sense of ‘in order that’, e.g. Come here till I tell you.

9) Singular time reference for never, e.g. She never rang yesterday evening. 10) For to infinitives of purpose, e.g. He went to Dublin for to buy a car.

11) Subordinating and (frequently concessive), e.g. We went for a walk and it raining. 12) Preference for that as relative pronoun This is the book that I read (Hickey 2007: 144).

3.5.5.Spreektaal

Een ander kenmerk dat veel terug te vinden is in de brontekst is het afbreken van woorden. Dit fenomeen is niet typisch Iers maar komt in veel varianten van de Engelse spreektaal en gesproken taal. Het wordt geassocieerd met meerdere dialecten, maar geeft vooral een

informele setting aan. Woorden eindigend op –ing bijvoorbeeld, worden vaak geschreven (en uitgesproken) zonder –g. Dit fenomeen wordt vaak geassocieerd met het taalgebruik van een bepaalde klasse, namelijk de arbeidersklasse en wordt gebruikt in een informele context (Matthew n.pag.). In City of Bohane wordt dit ook veel gebruikt in de dialogen. Zo zien we vaak dat –ing wordt vervangen door –in’, maar ook in eigennamen komt dit fenomeen voor. De regio waarin de roman zich afspeelt wordt bijvoorbeeld Big Nothin’ genoemd.

Deel II: De vertaling van het eerste hoofdstuk uit City of Bohane: