• No results found

carrosseriewerken. Elke verkoop in detail aan verbruikers op het goed zelf is uitgesloten

ARTIKEL 12 PERS EN COMMUNICATIE

Elke publieke bekendmaking omtrent het project gebeurt steeds na overleg tussen Howest, de Katrol vzw en het Stadsbestuur. Bij elke publieke bekendmaking wordt de naam en het logo van alle partners vernoemd.

Opgemaakt in drie exemplaren in Oostende op 01 juni 2012 waarvan elke partij verklaart er één ontvangen te hebben.

voor het stadsbestuur Oostende Kristof Beuren

stadssecretaris

voor Howest, de Hogeschool West-Vlaanderen Lode De Geyter

algemeen directeur

Hogeschool West-Vlaanderen voor De Katrol vzw

Patrick Blondé

gedelegeerd bestuurder

Jean Vandecasteele

burgemeester

1220-02/12/2.01.13.1/1/GS

28.- JEUGD EN ONDERWIJS - ONDERWIJS - FLANKEREND LOKAAL ONDERWIJSBELEID - WIJZIGING REGLEMENT ONDERWIJSCHEQUES VOOR HET SCHOOLJAAR

2012-2013 EN DE PERIODE VAN 01 SEPTEMBER TOT EN MET 31 DECEMBER 2013 VAN HET SCHOOLJAAR 2013-2014: AANVAARDING

DE GEMEENTERAAD,

Gelet op het belang van het aanreiken van maximale ontplooiingskansen aan kwetsbare gezinnen;

Gelet op het belang van het onderwijs als hefboom ter bestrijding van kansarmoede;

Gelet op de problemen die kwetsbare gezinnen soms hebben om de schoolrekeningen te betalen;

Gelet op zijn Besluit van 24 juni 2011, houdende de goedkeuring van de wijziging Reglement onderwijscheques;

Gelet op de wens van het Stadsbestuur om dit initiatief in het schooljaar 2012-2013 en de periode 01 september tot en met 31 december 2013 van het schooljaar 2013-2014 te herhalen;

Gelet op collegebesluit 564 van 30 januari 2012;

Gelet op het elektronisch schrijven van 24 april 2012 van mevrouw Elke Naessens, adjunct van de directeur, betreffende het Subsidiebesluit projecten flankerend lokaal onderwijsbeleid schooljaar 2012-2013 en de periode 01 september tot en met 31 december 2013 van het schooljaar 2013-2014;

Gelet op het verslag van 26 april 2012 van mevrouw Inés Valcke, hoofd van dienst-inspecteur;

Gelet op het voorstel van 30 april 2012 van het College van Burgemeester en Schepenen;

Met eenparigheid van stemmen, BESLIST:

Enig artikel

Aanvaardt het hiernavolgende Reglement onderwijscheques voor het schooljaar 2012-2013 en de periode 01 september tot en met 31 december 2013 van het schooljaar 2013-2014:

ONDERWIJSCHEQUES De gebruikers van de onderwijscheques

ARTIKEL 1

Er worden het schooljaar 2012-2013 en de periode 01 september tot en met 31 december 2013 van het schooljaar 2013-2014 onderwijscheques ingevoerd door het stadsbestuur van

Oostende.

ARTIKEL 2

Deze onderwijscheques zijn bedoeld voor:

leerlingen van het gewoon en het buitengewoon lager onderwijs (dus niet voor leerlingen van de kleuterschool);

leerlingen van het gewoon en het buitengewoon secundair onderwijs;

leerlingen van het deeltijds beroepssecundair onderwijs;

leerlingen in leertijd;

leerlingen in een Secundair na Secundair (SE-n-SE)-richting en worden toegekend aan de leerling die in Oostende woont.

Bijkomende voorwaarden zijn:

de leerling gaat in Oostende naar school;

de leerling was het volledige voorafgaande schooljaar voor de toekenning van de

onderwijscheques regelmatig ingeschreven in een Oostendse lagere of secundaire school;

het totale bruto belastbaar inkomen van het gezin valt niet boven de OMNIO-grenzen, te verhogen met het bedrag in euro per persoon ten laste.

Leerlingen buitengewoon lager en secundair onderwijs, die omwille van hun onderwijstype aangewezen zijn op een school buiten Oostende, moeten ten minste één jaar in Oostende wonen.

Een persoon ten laste met 66 % invaliditeit geldt voor een extra persoon ten laste.

ARTIKEL 3

Het aantalonderwijscheques voor het gewoon onderwijs wordt berekend per leerling per schooljaar:

voor leerlingen van het lager onderwijs: vier onderwijscheques;

voor leerlingen van de eerste graad van het secundair onderwijs: vier onderwijscheques;

voor leerlingen van de tweede graad van het secundair onderwijs: zes onderwijscheques;

voor de leerlingen vanaf de derde graad secundair onderwijs: acht onderwijscheques;

voor de leerlingen van het deeltijds beroepssecundair onderwijs: acht onderwijscheques;

voor leerlingen in leertijd: acht onderwijscheques;

voor leerlingen in een Secundair na Secundair (SE-n-SE)-richting: acht onderwijscheques.

Het aantalonderwijscheques voor het buitengewoon onderwijs wordt berekend per leerling per schooljaar:

voor leerlingen van het lager onderwijs: vier onderwijscheques;

voor leerlingen van het eerste jaar observatie van het secundair onderwijs: vier onderwijscheques;

voor leerlingen vanaf het tweede jaar van het secundair onderwijs: acht onderwijscheques.

ARTIKEL 4

De waarde van elke onderwijscheque bedraagt 10,00 euro. De cheques worden na aanvraag aan de leerling, en in geval van een minderjarige, aan de ouder(s) of voogd bezorgd tegen contante betaling van 2,00 euro per onderwijscheque.

ARTIKEL 5

Op elke onderwijscheque staat de naam van de leerling en de school alsook het schooljaar waarin ze gebruikt moeten worden. Het gebruik van deze onderwijscheques is dus strikt persoonlijk.

Bij een schoolverandering in Oostende tijdens het schooljaar:

bezorgt de leerling, en in geval van een minderjarige, de ouder of voogd een kopie van het schoolveranderingsattest en de niet-gebruikte onderwijscheques aan De Wegwijzer-Open Huis voor onderwijs en vrije tijd;

wijzigt De Wegwijzer - Open Huis voor onderwijs en vrije tijd de naam van de school, vergezeld van datum naamwijziging, een stempel en een handtekening van de onderwijsbemiddelaar of andere gemandateerde.

Voor de leerlingen buitengewoon lager en secundair onderwijs die omwille van hun onderwijstype aangewezen zijn op een school buiten Oostende gelden dezelfde afspraken.

ARTIKEL 6

Wie deze onderwijscheques oneigenlijk gebruikt, wordt definitief uitgesloten van het recht op deze sociale tegemoetkoming.

ARTIKEL 7

De onderwijscheques kunnen op werkdagen aangevraagd worden vanaf 20 augustus 2012 tot en met 31 mei 2013 voor het schooljaar 2012-2013 en van 19 augustus 2013 tot en met 31 december 2013 voor het schooljaar 2013-2014 in De Wegwijzer - Open Huis voor onderwijs en vrije tijd, Huis van het Kind, Edith Cavellstraat 54-56, 8400 Oostende. Ze moeten voor het einde van het lopende schooljaar worden gebruikt.

Niet-gebruikte onderwijscheques kunnen door de ouder niet ingewisseld worden bij het Stadsbestuur.

De gebruikers en begunstigden van de onderwijscheques ARTIKEL 8

De aanvraag met toevoeging van de noodzakelijke bewijsstukken dient ondertekend te worden door de aanvrager of zijn volmachtdrager. De bewijsstukken zijn het meest recente aanslagbiljet van de belastingen, een inschrijvingsbewijs van de huidige onderwijsinstelling en een bewijs van schoolaanwezigheid in het vorige schooljaar of een formulier van bewijs begeleiding vanuit een dienst, een inschrijvingsbewijs van de huidige onderwijsinstelling en een bewijs van

schoolaanwezigheid in het vorige schooljaar.

ARTIKEL 9

De dienst Jeugd en Onderwijs - Onderwijs wordt door het College van Burgemeester en Schepenen gemachtigd de juistheid van de verstrekte gegevens te controleren en de niet-voorziene gevallen te beslechten. De Dienst heeft daarenboven het recht aanvullende inlichtingen of bewijsstukken te vragen indien de voorgelegde documenten niet zouden volstaan ter staving van het recht op de onderwijscheques.

ARTIKEL 10

De verkoop van onderwijscheques gebeurt binnen de perken van de jaarlijks daartoe voorziene en goedgekeurde begrotingskredieten.

ARTIKEL 11

Onderwijscheques kunnen worden gebruikt voor het betalen van pedagogisch-didactische uitstappen, buitenschoolse activiteiten die plaatsvinden tijdens de schooltijden en verplichte kosten eigen aan het lesgebeuren.

De onderwijscheques kunnen niet gebruikt worden voor:

in schoolverband georganiseerde buitenschoolse activiteiten die buiten de reguliere schooltijden plaatsvinden;

maaltijden;

foto's (klas en individueel).

De begunstigden van de onderwijscheques: de scholen ARTIKEL 12

De originele onderwijscheques moeten gebruikt worden tijdens het schooljaar van uitgifte en, op straffe van nietigheid, vóór aanvang van de kerstvakantie en/of voor aanvang van de grote vakantie van het bewuste schooljaar door de onderwijsinstelling aan het Stadsbestuur ter uitbetaling worden voorgelegd. In het kader van de uitbetalingsprocedure maken de onderwijsinstellingen hiervoor gebruik van een standaardoverzichtslijst die door de dienst Jeugd en Onderwijs - Onderwijs in overleg met de dienst Boekhouding wordt opgemaakt. Naast de identificatiegegevens van de gebruikers moeten de onderwijsinstellingen hierop ook de reden waarvoor de onderwijscheques werden gebruikt, invullen. De originele onderwijscheques

worden aan deze lijst gehecht.

ARTIKEL 13

De scholen verbinden zich ertoe de bestaande decretale regelgeving rond de kostenbeheersing van het onderwijs na te leven.

De heren Jean Vandecastee/e, Eddy Tu/pin, Bart P/asschaert en Geert Lambert komen terug ter vergadering.

1110/12/6.2/3/SC

29.- SAMENLEVEN - ETNISCH-CULTUREEL

MINDERHEDENBELEID-SAMENWERKINGSOVEREENKOMST FEDERATIES 2012 INZAKE ONDERSTEUNING ZELFORGANISATIES: VASTLEGGING

CLAUDE PINET.- Wat in de eerste plaats opvalt in dit dossier, is het aantal organisaties, er zijn er 22 in Oostende, enkel en alleen voor dit soort activiteiten. Van een subsidie kunnen ze allemaal genieten. Verder constateren wij dat bepaalde heel vergelijkbare thema's in een etnisch-culturele context worden gegoten en door die verschillende zelforganisaties worden ondersteund, als daar zijn: Afrika (zevenmaal), Afghanistan (viermaal), Kunst (tweemaal) en vrouwen in een allochtoon kader (tweemaal).

Een zekere mevrouw Elyas Fahimeh heeft zelfs twee organisaties gesticht, met grosso modo dezelfde bezigheden, het gaat over kunst, in hetzelfde lokaal (De Boeie), kwestie van tweemaal langs de kassa te passeren.

De heer Collins Nweke, goed gekend bij onze groene collega's, bestuurslid en contactpersoon van "The Global Village vzw" is daarenboven OCMW-raadslid en bekleedt dus een politiek mandaat, wat volgens "Verbintenissen vanwege de federaties" (punt C3 §4 lijn 6) van de samenwerkingsovereenkomst niet compatibel is met zijn functie in die zelforganisatie.

Belangenvermenging is ook in dezes geen optie.

Bovendien zit er een organisatie bij met een contactadres in Diksmuide (nr. 11 Kouch) Dit heeft met onze stad niets te maken, maar rijft ondertussen wel een subsidie van de stad Oostende binnen.

Ter verantwoording van de werkzaamheden van al die verenigingen, wordt het volgende ingeroepen. Ik citeer vrij uit het dossier:

1) De asielzoekers in Oostende zijn vooral allochtonen uit de eerste generatie en een grote groep mensen zonder papieren. Waar heb ik dat nog gehoord? Hoewel over deze laatste geen statistieken bestaan, spreekt men van een SOa-tal gezinnen die illegaal in de regio zouden verblijven. Heel eigenaardig, wij hebben geen statistieken, geen cijfers, maar men kan wel zeggen dat er 500 families zijn die hier illegaal verblijven. Zijn dat grote families?

Zijn dat kleine families? Niemand weet dat, maar het zijn er 500. Wij zullen dat moeten geloven. Die worden aangevuld met talrijke transitillegalen die clandestien op weg zijn naar Groot-Brittannië.

2) De bevolking van Oostende bestaat voor een groot deel uit senioren, wat zou bijdragen tot een groter subjectief onveiligheidsgevoel. Ik ben een beetje ontgoocheld dat de Zonechef al weg is. Hij gebruikt dit woord nogal veel. Het is allemaal subjectief. De beruchte perceptie van gevaar dus, alsof het plaatselijke criminele gebeuren enkel in de hoofden van bejaarde Oostendenaars zou plaatsvinden.

3) Om het samenleven met de diverse allochtone minderheden te rechtvaardigen en te

promoten en om de schrik uit de geesten van de bange blanke mensen te houden, wil men dus gezamenlijke projecten en belevenissen organiseren, om beter met elkaar kennis te maken. Op zich niets mis mee, op voorwaarde dat de inspanning (financiering, toenadering, enz.) tenminste niet altijd van dezelfde autochtone kant moet komen en iedereen niet in zijn eigen hoekje aan hetzelfde staat te krasselen, zoals nu het geval is, wat de kosten (subsidies) uiteraard onnodig de hoogte in jaagt.

In theorie wordt de kwestie jaarlijks geëvalueerd, maar daar zijn helaas, driewerf helaas, geen resultaten of cijfers van terug te vinden in het dossier.

Verder worden stevige inspanningen geleverd om de Oostendse bewoners er per se van te overtuigen dat er, ik citeer: "relatief weinig samenlevingsproblemen zijn" en dat, ik citeer opnieuw: "een diverse samenleving geen bedreiging inhoudt". Ik vraag mij af, mensen die dat geschreven hebben, van welke planeet zij zijn. Dit in groot contrast tot wat de plaatselijke bevolking dagelijks ervaart, maar dat is dan weer de vrucht van hun hyperactieve verbeelding of van een sluimerende collectieve paranoia. Althans dit wordt door het Stadsbestuur beweerd.

Overigens wordt er niet voor teruggedeinsd om scholen voor de kar van het multiculturalisme te spannen, teneinde de jeugd van kleins af te conditioneren. Ik zou zelfs het woord brainwashen durven gebruiken.

Het Stadsbestuur past ondertussen gretig een soort verdoken quotasysteem toe door, ik citeer het dossier: "het verspreiden van vacatures naar doelgroepen om meer leden van

kansengroepen in het personeelsbestand van het Stadsbestuur te krijgen", blijkbaar met succes, want ik citeer opnieuw: "het percentage personeelsleden van vreemde origine is stijgend". Dat verwondert mij niet uiteraard. Wat nu schrijnend en schandalig is dat inmiddels de werkloosheid bij de Oostendenaars pijlsnel naar ongeziene hoogten piekt en 41 %van de bevolking onder de armoedegrens leeft. Maar daarvoor zijn kennelijk geen centen.

Vragen:

1) Waarom worden verschillende verenigingen die grotendeels hetzelfde doel hebben niet samengevoegd, teneinde subsidies allerhande uit te sparen en de zaken overzichtelijker te maken?

2) Waarom wordt een vereniging uit Diksmuide in Oostende gesponsord?

3) Hoe komt het dat, tegen de reglementering in, een OCMW-mandataris als bestuurslid van The Global Village vzw zetelt?

Ik ben benieuwd naar de antwoorden.

ARNE DEBLAUWE, schepen.- Ik vraag mij eigenlijk ook af van welke planeet u komt.

Ongelooflijk. Een evaluatie! Het is de eerste keer dat wij deze samenwerkingsovereenkomst goedkeuren. Wij zullen dit dus evalueren op het einde van het jaar. Wij kunnen niet evalueren voor wij beginnen. Er zijn ook meerdere voetbalclubs en meerdere jeugdbewegingen, die hebben over het algemeen ook hetzelfde doel. Dit zijn ook verenigingen met hetzelfde doel.

Wat de heer Nweke betreft, ik meen eerlijk gezegd niet dat zich daar een probleem stelt. Het gaat hier niet over subsidiëring van zijn organisatie, maar van een federatie en zijn vereniging is geen lid, maar maakt gebruik van de diensten. Ik zie geen probleem.

CLAUDE PINET.- Mijnheer de Schepen, u zegt dat wij volgend jaar een evaluatie zullen houden.

U bent daarmee al bezig van 2010. U ziet geen probleem in het feit dat de heer Nweke het Reglement overtreedt. Ik heb dat niet uitgevonden, het staat in uw dossier. Ik zal nog eens zeggen waar het juist staat. Punt C3 §4 lijn 6. Als u uw dossiers niet kent, is dat mijn probleem niet. Hier gaat de heer Nweke in tegen het Reglement van deze organisaties. Zo simpel is dat.

ARNE DEBLAUWE, schepen.- Ik meen dat u toch echt van een andere planeet komt.

DE GEMEENTERAAD,

Gelet op de samenwerkingsovereenkomst tussen de stad Oostende en de Vlaamse overheid inzake het etnisch-cultureel minderhedenbeleid 2009-2012;

Overwegende dat de ondersteuning van de zelforganisaties opgenomen wordt door de twee aanwezige federaties in Oostende (FMDO en FZO-VL);

Overwegende dat deze opdrachten zich binnen het stedenfondsbeleidsplan 2008-2013 situeren;

Gelet op artikel 42 van het Gemeentedecreet;

Gelet op het voorstel van 23 april 2012 van het College van Burgemeester en Schepenen;

Met eenparigheid van stemmen, BESLIST:

Enig artikel

Legt de hiernavolgende samenwerkingsovereenkomst tussen de stad Oostende en de federaties inzake ondersteuning van de zelforganisaties als volgt vast:

SAMENWERKINGSOVEREENKOMST TUSSEN DE STAD OOSTENDE EN FEDERATIE (naam) Tussen enerzijds,

Federatie (naam federatie) vertegenwoordigd door ; en anderzijds,

het stadsbestuur van Oostende, Stadhuis, Vindictivelaan 1, 8400 Oostende, vertegenwoordigd door de heer Jean Vandecasteele, burgemeester en de heer Kristof Beuren, stadssecretaris, handelend in uitvoering van het Gemeenteraadsbesluit van 25 mei 2012,

wordt het volgende overeengekomen:

A. Kader

Deze samenwerkingsovereenkomst wordt gesloten in het kader van de ondersteuning naar allochtone zelforganisaties door de federaties op het grondgebied van Oostende.

De hierna genoemde Wetten en Decreten situeren de samenwerking tussen het Stadsbestuur en de federaties:

beleidsovereenkomst stedenfonds 2008-2013;

het Integratiedecreet van 22 april 2009 inzake het Vlaams integratiebeleid;

het Besluit van 14 juli 1998 van de Vlaamse regering betreffende de erkenning en

subsidiëring van de centra en diensten voor het Vlaamse minderhedenbeleid tot uitvoering van het Decreet van 28 april 1998;

de overeenkomst tussen de stad Oostende en de Vlaamse regering inzake de uitvoering van een etnisch-cultureel minderhedenbeleid voor de periode van

01 januari 2010 tot en met 31 december 2012.

B. Wederzijdse verbintenissen

De stedelijke Integratiedienst en de federaties organiseren twee keer per jaar een evaluatie over de stand van zaken van de aangesloten zelforganisaties. De overeenkomst wordt opgemaakt op basis van de toestand van 15 maart 2012 (= eenmalig voor dit jaar). In december 2012 volgt er een afrekening in het kader van de uitbetaling van het saldo. Deze afrekening dient eveneens als basis voor de opmaak van een nieuwe overeenkomst voor het komende jaar.

C. Verbintenissen vanwege de federaties

1. De federaties ondersteunen de zelforganisaties op het grondgebied van Oostende.

De federaties ondersteunen de verenigingen op volgende manieren:

praktische organisatie activiteiten;

hulp bij aanvraag subsidies (projectsubsidies en werkingssubsidies);

belangenbehartiging;

doorgeven van advies en informatie;

bekendmaking activiteiten verenigingen en bekendmaking van de verenigingen;

statuten en vzw-wetgeving;

ondersteunen en mee uitdenken van projecten voor de verenigingen.

Daarnaast brengen de federaties ook de verenigingen samen aan de hand van verschillende activiteiten, projecten en vormingen.

2. Onder zelforganisaties verstaat het Stadsbestuur: organisaties die opgericht en bestuurd worden door de hier aanwezige groepen van etnisch-culturele minderheden. Als taak moeten zij doorheen hun werking de emancipatie en participatie van allochtonen aan de samenleving bevorderen.

3. Een zelforganisatie die recht geeft op subsidie moet aan volgende voorwaarden voldoen:

~ minimaal 60 % van de leden van de zelforganisatie is van allochtone afkomst;

~ bestaat minstens uit zeven leden en de ledengroep mag niet enkel uit familiebanden bestaan;

~ per jaar minstens drie socio-culturele activiteiten organiseren met als doel: ontspanning, ontmoeting, interculturele uitwisseling of vorming. De activiteiten moeten openstaan voor iedereen en de Integratiedienst moet vooraf op de hoogte worden gesteld (via uitnodiging of flyer).

~ bestaat uit minimaal drie bestuursleden die:

- minimaal 2/3 is van allochtone origine;

- over een basiskennis Nederlands beschikken;

- minimaal één jaar in Oostende verblijven;

- legaal in België verblijven;

- mag deel uitmaken van een bestuur van maximaal één andere zelforganisatie;

- geen politiek mandaat bekleden.

~ lid zijn

van

de Minderhedenadviesraad Oostende (MARO);

~ geen winstgevend of politiek doel nastreven;

~ hoofdzetel en werkingsterrein op het grondgebied

van

de stad Oostende;

~ de doelstellingen moeten overeenkomen met het gevoerde stedelijk minderhedenbeleid.

4. De stedelijke Integratiedienst wordt regelmatig op de hoogte gehouden

van

de ondersteuning

van

de zelforganisaties.

5. De federaties stimuleren de zelforganisaties om de toegang

van

activiteiten gratis te houden

voor

de personeelsleden

van

de Integratiedienst en stimuleren de zelforganisaties om hun financiële boekhouding in orde te houden (zeker wat betreft de project- en werkingssubsidies

van

de Stad).

D. Verbintenissen vanwege het stadsbestuur Oostende

1. Het Stadsbestuur geeft een subsidie

van

200,00 euro per zelforganisatie die aan de bovenvermelde voorwaarden

voldoet

en door de federatie ondersteund wordt. Voor verenigingen die opgericht zijn tijdens het werkingsjaar en minstens één activiteit in dit jaar georganiseerd hebben, bedraagt de subsidie 100,00 euro.

2. De Stad stelt, binnen de middelen ter beschikking gesteld door het Stedenfonds, jaarlijks een budget

vast.

3. Voor het werkjaar 2012 zal er -na goedkeuring

van

het respectieve budget- een

voorschot

uitbetaald worden

van

90 %. Het saldo

van

10% kan uitbetaald worden na aanvaarding

van

het stavingdossier door het College

van

Burgemeester en Schepenen.

4. De algemene bepalingen

van

de Wet

van

14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en op de aanwending

van

sommige subsidies zijn

van

toepassing.

E. Duur

De samenwerkingsovereenkomst betreft de periode 01 januari 2012 tot en met 31 december 2012.

Ingeval één

van

de partijen zich niet houdt aan de verplichtingen opgelegd door deze overeenkomst, dan heeft de andere partij, na onderling overleg, het recht op verbreking

van

de overeenkomst.

In tweevoud opgemaakt in Oostende op "",,",,.

Iedere partij ontvangt een getekend en geparafeerd exemplaar

van

de overeenkomst.

namens federatie (naam) de Voorzitter

namens de stad Oostende de Burgemeester

Jean Vandecasteele

de Stadssecretaris

Kristof Beuren

1320/12/3.95.0/KK

30.- BESTUURSZAKEN - CULTUUR - EXTERN VERZELFSTANDIGD AGENTSCHAP IN PRIVAATRECHTELIJKE VORM CULTUURCENTRUM DE GROTE POST VZW-VOORGELEGDE AGENDA: BEPALEN STANDPUNT

DE GEMEENTERAAD,

Overwegende dat de Stad deelneemt aan het extern verzelfstandigd agentschap in privaatrechtelijke vorm Cultuurcentrum De Grote Post vzw;

Gelet op de e-mail van 11 mei 2012 van de heer Kurt Bullynck met de agenda van de Algemene Vergadering van het extern verzelfstandigd agentschap Cultuurcentrum De Grote Post vzw;

Gelet op de e-mail van 11 mei 2012 van mevrouw Martine Meire,

Gelet op de e-mail van 11 mei 2012 van mevrouw Martine Meire,